Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent bestemmingsplannen (Beheersverordening ‘Beheersverordening Altena’ van de gemeente Altena)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent bestemmingsplannen (Beheersverordening ‘Beheersverordening Altena’ van de gemeente Altena)
CiteertitelBeheersverordening ‘Beheersverordening Altena’ van de gemeente Altena
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBeheersverordening Altena_Toelichting contour gebied Reparatie_beheersverordeningen Bijlage 1 Veen B1 BP Veen-voorschriften Bijlage 1 toel Veen Bijlage 1 Verbeelding Bijlage 2 toel Buitengebied Aalburg 2016 Bijlage 3 Veen Veen 1ste herziening-voorschriften Bijlage 4 toel DubbelbestemmingenGebiedsaanduid Bijlage 4 Veen Veen 1ste herziening-plankaart Bijlage 5 toel Dubbelbestemm Gebiedsaanduidingen Bijlage 5 Veen Veen 2e herziening-voorschriften Bijlage 6 Veen B6 BP Veen 2e herziening-plankaart Bijlage 7 Veen bedrijvenlint Veensesteeg-voorschr Bijlage 8 Veen bedrijvenlint Veensesteeg-plankaart Bijlage 9 Veen B9 BP De weerakkers-voorschriften Bijlage 10 Veen B10 BP De weerakkers-plankaart Bijlage 11 Veen BP Buitengebied 1999-voorschriften Bijlage 12 Veen BP Buitengebied 1999-plankaart Bijlage 13 Veen Groeneweg Bagijnhof-regels Bijlage 14 Veen Groeneweg Bagijnhof-plankaart Bijlage 15 Aalburg Bestaande veehouderijbedrijven Bijlage 16 Aalburg Plankaa Buitengebied herziening Bijlage 17Voorschriften Buitengeb herziening 1999 Bijlage 18 B4 Plankaart Buitengebied herziening Bijlage 19 Voorschriften Buitengebied 2009 Bijlage 20 Plankaart Wijk en Aalburg Bijlage 21 Voorschriften Wijk en Aalburg Bijlage 22 Giessen Rijswijk Staat Bedrijfsact Bijlage 2 Veen B2 BP Veen-plankaart Bijlage 23 Giessen Rijswijk Staat van Horeca-act Bijlage 3 toel Buitengebied Bijlage 2 Verbeelding Bijlage 24 Giessen Rijswijk 2013 Notitie parkeren Bijlage 25 Giessen Rijswijk 2013 B4 Verbeelding Bijlage 26 Giessen Rijswijk 2014 B5 Regels Bijlage 27 Wonen B1 Regels Bijlage 28 DB en GA B0 Regels Bijlage 29 Bestemmingen art buiten werking gesteld Bijlage 30 DB en GA B2 Welstandsnota Aalburg Bijlage 31 DB en GA B3 Welstandsnota kaart Bijlage 32 Welstandsgebiedenkaart 2016 Bijlage 33 DB en GA B5 BKP De Eng Bijlage 34 DB en GA B6 BKP Veensesteeg Noord Bijlage 35 DB en GA B7 BKP Nieuwstraat Bijlage 36 DB en GA B8 BKP Waterfront De Veene Bijlage 37 Explosieven onderzoek Aalburg Bijlage 38 DB en GA B10 Explosievenkaart Bijlage 39 Staat van horecaactiviteiten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-09-2020nieuwe regeling

22-09-2020

gmb-2020-247103

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent bestemmingsplannen (Beheersverordening ‘Beheersverordening Altena’ van de gemeente Altena)

1.1 Aanleiding

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft 22 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:217) uitspraak gedaan over de verhouding tussen een paraplubestemmingsplan en een beheersverordening. De raad van de gemeente Enschede had een paraplubestemmingsplan voor een groot deel van het grondgebied van de gemeente Enschede vastgesteld, dat voorzag in een regeling voor kamerverhuurpanden. De bedoeling van de raad van Enschede met dit plan was onder andere de beheersverordening “Buitengebied Noordwest” deels te wijzigen. De Afdeling stelt echter vast dat uit artikel 3.39 lid 2 Wro volgt dat de inwerkingtreding van het paraplubestemmingsplan ertoe zou leiden dat de beheersverordening “Buitengebied Noordwest” zou zijn vervallen voor zover het paraplubestemmingsplan wijzigingen daarin aanbrengt. De Afdeling overweegt: “Dit zou betekenen dat de beheersverordening 'Buitengebied Noordwest' in ieder geval zou zijn vervallen voor zover het voorliggende paraplubestemmingsplan wijzigingen aanbrengt in de beheersverordening. Dit is niet de bedoeling van de raad geweest.” Artikel 3.39 lid 2 Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat op het tijdstip van inwerkingtreding van een bestemmingsplan voor een gebied waarvoor een beheersverordening geldt, de beheersverordening vervalt voor zover zij op dat gebied betrekking heeft. In artikel 3.39 lid 1 Wro staat het spiegelbeeld: zodra een beheersverordening in werking treedt, vervalt het bestemmingsplan. Beide bepalingen leiden er dus toe dat nooit tegelijkertijd een bestemmingsplan en een beheersverordening van kracht kunnen zijn.

 

In de gemeente Altena is een zelfde situatie aan de orde. De volgende drie beheersverordeningen waren tot voor kort van kracht:

 

  • 1.

    Veen

    gemeente Aalburg

    Status: onherroepelijk (vastgesteld 2016-01-26)

    Identificatie: NL.IMRO.0738.BV6025-VG01;

  • 2.

    Buitengebied 2016

    gemeente Aalburg Status: onherroepelijk (vastgesteld 2016-04-25)

    Identificatie: NL.IMRO.0738.BV8011-VG01;

  • 3.

    Giessen Rijswijk 2013

    Gemeente Woudrichem Status: onherroepelijk (vastgesteld 2013-06-10)

    Identificatie: NL.IMRO.0874.GSRWBV2013-VSG1.

Op 19 november 2019 heeft de gemeenteraad van Altena het Paraplubestemmingsplan “Wonen” vastgesteld voor de hele gemeente Altena, (Status: geheel in werking, vastgesteld 2019-11-19, Identificatie NL.IMRO.1959.AltBP024parpluwoon-VG01). Voor een deel van de voormalige gemeente Aalburg geldt ook het bestemmingsplan Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen (Status: onherroepelijk, vastgesteld 2017-10-31, Identificatie NL.IMRO.0738.SP0002-GV01).  

 

Als gevolg van de vaststelling van deze bestemmingsplannen zijn de genoemde beheersverordeningen niet meer van kracht. De bestemmingsplannen die vóór de drie genoemde beheersverordeningen golden, zijn door het in werking treding van die beheersverordeningen vervallen en daarop kan niet worden teruggevallen.

 

Voor de gebieden van die beheersverordeningen geld alleen het paraplubestemmingsplan “Wonen” en voor de Aalburgse plannen ook het bestemmingsplan "Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen". Dat is een uiterst ongewenste situatie.

 

1.2 Nieuwe Beheersverordening Altena

De gemeente wil de bovenstaande situatie zo snel mogelijk repareren door opnieuw een beheersverordening vast te stellen, de Beheersverordening Altena. Hierin zijn de bepalingen uit de vervallen beheersverordeningen opgenomen, evenals het paraplubestemmingsplan “Wonen” en (voor zo ver van toepassing) het bestemmingsplan "Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen". De beheersverordening bevat geen nieuwe regels of ontwikkelingen ten opzichte van de drie genoemde beheersverordeningen en twee genoemde (paraplu-)bestemmingsplannen.

 

1.2.1 Plangebied

Het plangebied bevat niet de de plangebieden van de bestemmingsplannen die in werking zijn getreden na de vaststelling van de in de vorige paragraaf genoemde beheersverordeningen. Het plangebied bevat dus 'gaten', want het is niet de bedoeling dat deze nieuwe beheersverordening in de plangebieden van die bestemmingsplannen van toepassing wordt.

 

Plangebieden waar een voorontwerp of ontwerp van een bestemmingsplannen voor is gemaakt, maken wel onderdeel uit van het plangebied van de Omgevingsvisie.

 

De beheersverordening moet digitaal worden gemaakt volgens de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten (PRGB2012). De verordening wordt door de gebruiker namelijk via een digitaal platform (meestal de website www.ruimtelijkeplannen.nl) benaderd. Digitaal gezien zijn er verschillende vlakken zichtbaar, namelijk het besluitgebied, de besluitvlakken en eventueel de besluitsubvlakken. Hierna volgt een korte omschrijving van wat deze vlakken regelen:

 

  • Besluitgebied. Het besluitgebied is het gebied waarvoor de beheersverordening van toepassing is. De regelingen die niet specifiek gekoppeld zijn aan een besluitvlak of een besluitsubvlak, zijn van toepassing op het hele besluitgebied. De regels zijn gericht op het behouden van de bestaande situatie. Het besluitgebied is weergegeven in de afbeelding hieronder.

  • Besluitvlak. Op het hele besluitgebied, of een bepaald deel daarvan, kan een besluitvlak zijn gelegd. In deze verordening zijn drie besluitvlakken opgenomen om de verschillende planologische regelingen per deelgebied te specificeren.

  • Besluitsubvlak. Dit is bedoeld om binnen een bepaald deel van het besluitvlak aanvullende regelingen te geven. In deze beheersverordening is hiervan geen gebruik gemaakt.

Afbeelding 1-1 besluitgebied beheersverordening

 

1.3 Toelichting op de regels

De planregels van de vervallen beheersverordeningen, bestaande uit de daarvóór geldende bestemmingsplannen, zijn onverkort in deze nieuwe beheersverordeningen overgenomen. Verder zijn ook de bestemmingsregels van het paraplubestemmingsplan 'Wonen' en, voor de deelgebieden 1 en 2, de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen van toepassing verklaard.

 

De bestemmingsplannen die in de planregels worden aangehaald, zijn integraal als PDF-bijlagen bij de regels opgenomen.

 

Conform artikel 3.38, lid 3 en 4, van de Wro kunnen wijzigingsbevoegdheden en nadere eisen uit geldende plannen binnen een beheersverordening niet worden overgenomen. Voor wijzigingsbevoegdheden geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument. Het opnemen van deze instrumenten kan op grond van artikel 3.6 Wro alleen in een bestemmingsplan en is dus niet mogelijk in een beheersverordening. Verder zijn de in de bijlagen opgenomen regelingen met betrekking tot het overgangsrecht, de strafbepaling en de slotbepaling niet meer van toepassing binnen het regiem van de beheersverordening.

 

Voor het Besluitvlak 2 'Buitengebied Aalburg 2016' zijn nog meer bepalingen uitgesloten, waarbij de regeling uit de vervallen beheersverordening voor dit gebied is overgenomen.

 

Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordening

de Beheersverordening Altena van de gemeente Altena;

 

1.2 verordeningsgebied

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1959.AltBV070beheer2020-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

 

1.3 Besluitvlak 1 'Veen'

Deelgebied 1 'Veen' is het gebied van de voormalige beheersverordening 'Veen; van de voormalige gemeente Aalburg, met nummer NL.IMRO.0738.BV6025-VG01;

 

1.4 Besluitvlak 2 'Buitengebied Aalburg 2016'

Deelgebied 2 'Buitengebied Aalburg 2016' is het gebied van de voormalige beheersverordening 'buitengebied Aalburg 2016', van de voormalige gemeente Aalburg, met nummer NL.IMRO.0738.BV8011-VG01;

 

1.5 Besluitvlak 3 'Giessen-Rijswijk 2013'

Deelgebied 3 'Giessen-Rijswijk 2013' is het gebied van de voormalige beheersverordening 'Giessen-Rijswijk 2013' van de voormalige gemeente Woudrichem, met nummer NL.IMRO.0874.GSRWBV2013-VSG1;

Hoofdstuk 2 bouw- en gebruiksregels

 

In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:

Artikel 2 Deelgebied 1 'Veen'

 

2.1 Toepassing ander ruimtelijk plan

 

2.1.1 Toepassing

Ter plaatse van het Besluitvlak 1 'Veen' zijn:

 

de voorschriften/regels en bijbehorende plankaart(en)/verbeelding(en) van de hierna aangegeven ruimtelijke plannen, alsmede de verleende vrijstellingen, ontheffingen en afwijkingen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.

Besluitvlak (verbeelding)*

Ruimtelijk plan van toepassing

Vastgesteld

Goedgekeurd

bsp Veen

Veen

28-02-2002

24-09-2002

bsp Veen 1e herziening

Veen 1e herziening

24-06-2004

09-09-2004

bsp Veen 2e herziening

Veen 2e herziening

30-08-2008

23-12-2008

bsp Veen, bedrijvenlint Veensesteeg

Veen, bedrijvenlint Veensesteeg

25-05-2000

31-08-2000

bsp De weerakkers

De weerakkers

29-09-1994 Verzoek vrijstelling herzieningsplicht obv artikel 33 WRO, raad 28-11-2006

Vrijstelling verleend 13-03-2007, bp actueel verklaard

bsp Buitengebied herziening 1999

Buitengebied herziening 1999 en regels van Buitengebied herziening 2009 (ligging zuidelijk deel tegen de weerakkers aan)

30-03-2000

07-11-2000

bsp Kruising Groeneweg Bagijnhof

Kruising Groeneweg Bagijnhof

26-05-2009

nvt

paraplubestemmingsplan Wonen

Wonen

19-11-2019

nvt

bsp Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen

Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen

31-10-2017

nvt

* Van de bestemmingsplannen zijn de voorschriften/regels en plankaarten/verbeeldingen als Bijlage 1, Bijlage 2, Bijlage 3, Bijlage 4, Bijlage 5, Bijlage 6, Bijlage 7, Bijlage 8, Bijlage 9, Bijlage 10, Bijlage 11, Bijlage 12, Bijlage 13, Bijlage 14, Bijlage 27, Bijlage 28, Bijlage 29, Bijlage 30, Bijlage 31, Bijlage 32, Bijlage 33, Bijlage 34, Bijlage 35, Bijlage 36, Bijlage 37, Bijlage 38 en Bijlage 39 in de Bijlagen bij de regels opgenomen.

 

2.1.2 Uitzondering op planregels ruimtelijke plannen

In afwijking van het bepaalde in 2.1, zijn in de bijlagen bij deze regels genoemde leden of artikelen, waarin nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, strafbepalingen, overgangsrecht en slotbepalingen zijn opgenomen, niet van toepassing.

Artikel 3 Deelgebied 2 'Buitengebied Aalburg 2016'

3.1 Toepassing ander ruimtelijk plan

 

3.1.1 Toepassing

Ter plaatse van het Besluitvlak 2 'Buitengebied Aalburg 2016' zijn:

de voorschriften/regels en bijbehorende plankaart(en)/verbeelding(en) van de hierna aangegeven ruimtelijke plannen, alsmede de verleende vrijstellingen, ontheffingen en afwijkingen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.

Besluitvlak (verbeelding)*

ruimtelijk plan van toepassing

vastgesteld

goedgekeurd

bsp Buitengebied herziening 1999 en bsp Buitengebied, herziening 2009

- Buitengebied, herziening 1999, en - Buitengebied, herziening 2009

30-03-2000 27-04-2010

07-11-2000

bsp Wijk en Aalburg

Wijk en Aalburg

30 -03-2000

21-10-2000

paraplubestemmingsplan Wonen

Wonen

19-11-2019

nvt

bsp Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen

Dubbelbestemmingen en Gebiedsaanduidingen

31-10-2017

nvt

* Van de bestemmingsplannen zijn de voorschriften/regels en plankaarten/verbeeldingen als Bijlage 15, Bijlage 16, Bijlage 17, Bijlage 18, Bijlage 19, Bijlage 20, Bijlage 21, Bijlage 27, Bijlage 28, Bijlage 29, Bijlage 30, Bijlage 31, Bijlage 32, Bijlage 33, Bijlage 34, Bijlage 35, Bijlage 36, Bijlage 37, Bijlage 38 en Bijlage 39 in de Bijlagen bij de regels opgenomen.

 

3.1.2 Uitzondering op planregels ruimtelijke plannen

Van de regels van de bestemmingsplannen opgenomen in de tabel in 3.1.1 zijn uitgesloten:

 

  • a.

    leden of artikelen in de in de bijlagen bij de in 3.1.1 genoemde regels, waarin nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, strafbepalingen, overgangsrecht en slotbepalingen zijn opgenomen,

  • b.

    de vrijstellingsbepalingen zoals genoemd in artikel 3.2 Toegevoegde, gewijzigde bepalingen

3.2 Toegevoegde, gewijzigde bepalingen

Aan de voorschriften/regels van de in de tabel in 3.1.1 genoemde bestemmingsplannen wordt toegevoegd danwel gewijzigd:

 

3.2.1 Wijzigingen artikel 4 agrarisch gebied

Aan artikel 4 'Agrarisch gebied' worden de volgende bepalingen toegevoegd, gewijzigd danwel geschrapt:

 

  • a.

    Lid 1 Doeleinden:

    sub a agrarische bedrijvigheid, niet zijnde veehouderij bedrijven met uitzondering van veehouderijbedrijven zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 15 BG Aalburg 2013 B1 Bestaande veehouderijbedrijven

    sub b hobbymatig houden van dieren. (toegevoegd)

  • b.

    Aan Lid 2 Toegestane bouwwerken wordt toegevoegd:

    met dien verstande dat voor veehouderijbedrijven zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 15 BG Aalburg 2013 B1 Bestaande veehouderijbedrijven, toename van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van de uitoefening van de veehouderij niet is toegestaan.

  • c.

    lid 5 Toename oppervlakte bedrijfsgebouwen van een veehouderij (toegevoegd):

    Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2. om binnen het bouwvlak een toename van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits:

    • de gronden behoren bij een bestaande veehouderij zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'bestaande veehouderijbedrijven';

    • maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij conform de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld;

    • de bebouwing inpasbaar is in de omgeving, waarbij rekening is gehouden met de volksgezondheid en de effecten op het milieu;

    • is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen voor de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;

    • is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 micogram/m³;

    • is aangetoond dat er een zorgvuldige dialoog is gevoerd door de initiatiefnemer, gericht op het betrekken van de belangen van de directe omgeving in de planontwikkeling, voorafgaand aan de besluitvorming omtrent de omgevingsvergunning;

    • op gronden met de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' met behulp van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld is aangetoond dat het bedrijf in voldoende mate grondgebonden is.

  • d.

    Lid 5 'Vrijstelling tweede bedrijfswoning' (vervalt).

  • e.

    Lid 6 'Vrijstelling mestopslag en andere silo's buiten bouwperceel' (vervalt).

  • f.

    Lid 13 'Wijzigingsbevoegdheid collectieve mestopslag' (vervalt).

3.2.2 Wijzigingen artikel 5 Agrarisch gebied met landschapswaarden

Aan artikel 5 'Agrarisch gebied met landschapswaarden' worden de volgende bepalingen toegevoegd, gewijzigd danwel geschrapt:

 

  • a.

    lid 1 Doeleinden

    sub a. agrarische bedrijvigheid;

    (vervalt);

    niet zijnde veehouderij bedrijven met uitzondering van veehouderijbedrijven zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'bestaande veehouderijbedrijven' en dat de intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan binnen de bouwpercelen waar dat als zodanig is aangeduid;

    sub l. hobbymatig houden van dieren;

  • b.

    lid 5 Toename oppervlakte bedrijfsgebouwen van een veehouderij (toegevoegd)

    Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2. om binnen het bouwvlak een toename van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits:

    • de gronden behoren bij een bestaande veehouderij zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'bestaande veehouderijbedrijven';

    • maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij conform de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld;

    • de bebouwing inpasbaar is in de omgeving, waarbij rekening is gehouden met de volksgezondheid en de effecten op het milieu;

    • is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen voor de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;

    • is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 micogram/m³;

    • is aangetoond dat er een zorgvuldige dialoog is gevoerd door de initiatiefnemer, gericht op het betrekken van de belangen van de directe omgeving in de planontwikkeling, voorafgaand aan de besluitvorming omtrent de omgevingsvergunning;

    • op gronden met de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' met behulp van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld is aangetoond dat het bedrijf in voldoende mate grondgebonden is.

  • c.

    Lid 5 'Vrijstelling tweede bedrijfswoning' (vervalt).

  • d.

    Lid 7 'Vrijstelling mestopslag en andere silo's buiten bouwperceel' (vervalt).

  • e.

    Lid 13 Wijzigingsbevoegdheid verschuiving en vergroting bouwpercelen (vervalt).

  • f.

    Lid 14 'Wijzigingsbevoegdheid collectieve mestopslag' (vervalt).

  • g.

    Lid 15 'Wijzigingsbevoegdheid collectieve mestopslag' (vervalt).

  • h.

    Lid 16 Procedure bij wijziging (vervalt).

3.2.3 Wijzigingen artikel 6 agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden

Aan artikel 6 'Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden' worden de volgende bepalingen toegevoegd, gewijzigd danwel geschrapt:

  • a.

    Lid 1 Doeleinden

    sub a ararische bedrijvigheid, met uitzondering van de intensieve veehouderij en veehouderijbedrijven zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 15 BG Aalburg 2013 B1 Bestaande veehouderijbedrijven sub f hobbymatig houden van dieren.

  • b.

    lid 3 Toegestane bouwwerken

    met dien verstande dat voor veehouderijbedrijven zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'bestaande veehouderijbedrijven', toename van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van de uitoefening van de veehouderij niet is toegestaan. (toegevoegd)

  • a.

    lid 6 Toename oppervlakte bedrijfsgebouwen van een veehouderij (toegevoegd)

    Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2. om binnen het bouwvlak een toename van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een veehouderij toe te staan, mits:

    • de gronden behoren bij een bestaande veehouderij zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 'bestaande veehouderijbedrijven';

    • maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij conform de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld;

    • de bebouwing inpasbaar is in de omgeving, waarbij rekening is gehouden met de volksgezondheid en de effecten op het milieu;

    • is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen voor de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert;

    • is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 micogram/m³;

    • is aangetoond dat er een zorgvuldige dialoog is gevoerd door de initiatiefnemer, gericht op het betrekken van de belangen van de directe omgeving in de planontwikkeling, voorafgaand aan de besluitvorming omtrent de omgevingsvergunning;

    • op gronden met de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' met behulp van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en Nadere regels zoals op basis van de Verordening Ruimte 2014 zijn vastgesteld is aangetoond dat het bedrijf in voldoende mate grondgebonden is.

  • b.

    Lid 6 'Vrijstelling tweede bedrijfswoning' (vervalt).

  • c.

    Lid 10 'Wijzigingsbevoegdheid verschuiving en vergroting bouwpercelen' (vervalt).

  • d.

    Lid 11 Procedure bij wijziging (vervalt).

3.2.4 Wijzigingen artikel 28 Gebruik van gronden en bouwwerken

  • a.

    Lid 2 Vormen van verboden gebruik :

    sub e. mestbewerking is niet toegestaan (toegevoegd);

    sub f. het gebruik van gronden, gebouwen en/of overkappingen waarbij een toename plaatsvindt van de stikstofemissie (de stikstofemissie zoals aanwezig op het tijdstip van vaststelling van het plan) als gevolg van een wijziging van dieraantallen, diersoorten en/of stalsystemen vanaf het betreffende agrarische bedrijf of de betreffende gronden. (toegevoegd);

  • b.

    lid 9 Afwijken van de gebruiksregels (toegevoegd)

    Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28 lid 2 onder f, wanneer het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de wijziging en/ of uitbreiding van de bestaande veestapel (of wijziging van het bestaande stalsysteem) en/of ten behoeve van de oprichting en/ of wijziging en/ of uitbreiding van mestplaten, mestsilo's en mest- en/ of organische (bij)productvestiging, al of niet na interne of extere saldering geen toename van stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000 gebied, afzonderlijk en, in geval het project of de handeling betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer, in cumulatie met andere projecten of handelingen met betrekking tot dezelfde inrichting.

    Voordat burgemeester en wethouders de afwijking verlenen vragen zij het bevoegd gezag ingevolge de Wet natuurbescherming om advies. De adviesaanvraag zal in ieder geval betrekking hebben op de vraag of de handeling die het betreft past binnen de beleidskaders die het betrokken bevoegd gezag hiertoe heeft vastgesteld.

3.2.5 Artikel 30 wijzigingsbevoegheden (vervalt)

Geheel artikel 30 'wijzigingsbevoegdheden' komt te vervallen.

 

3.2.6 Artikel 9 Agrarisch kernrandgebied (BP Wijk en Aalburg)

Aan lid A Doeleindenomschrijving wordt toegevoegd: en het hobbymatig houden van dieren.

 

3.2.7 Artikel 10 Agrarisch bouwblok (Bsp Wijk en Aalburg)

Aan lid A Doeleindenomschrijving wordt toegevoegd: en het hobbymatig houden van dieren.

 

3.2.8 Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden (Bsp Wijk en Aalburg)

Aan lid A Doeleindenomschrijving wordt toegevoegd: en het hobbymatig houden van dieren.

Artikel 4 Deelgebied 3 'Giessen-Rijswijk 2013'

Voor Besluitvlak 3 'Giessen-Rijswijk 2013' gelden de volgende regels:

 

4.1 Toepassing ander ruimtelijk plan

 

4.1.1 Toepassing

Ter plaatse van het Besluitvlak 3 'Giessen-Rijswijk 2013' zijn:

de voorschriften/regels en bijbehorende plankaart(en)/verbeelding(en) van de hierna

aangegeven ruimtelijke plannen, alsmede de verleende

vrijstellingen, ontheffingen en afwijkingen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.

 

Besluit vlak (verbeelding)*

ruimtelijk plan van toepassing

vastgesteld

bhv Giessen-Rijswijk 2013

Giessen-Rijswijk 2013

06-10-2013

paraplubestemmingsplan Wonen

Wonen

19-11-2019

*Van de ruimtelijke plannen zijn de voorschriften/regels en plankaarten/verbeeldingen als Bijlage 22, Bijlage 23, Bijlage 24, Bijlage 25, Bijlage 26 en Bijlage 27 in de Bijlagen bij de regels opgenomen.

 

4.1.2 Uitzondering op planregels ruimtelijke plannen

In afwijking van het bepaalde in 4.1.1, zijn in de bijlagen bij deze regels genoemde leden of artikelen, waarin nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, strafbepalingen, overgangsrecht en slotbepalingen zijn opgenomen, niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

  • a.

    een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

    • 1.

      gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

    • 2.

      na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  • b.

    burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.

  • c.

    het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

  • a.

    het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  • b.

    het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  • c.

    indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  • d.

    Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van de terinzagelegging.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening ‘Beheersverordening Altena’ van de gemeente Altena

Artikel 8 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Beheersverordening Altena.

 

Aldus besloten in de besloten vergadering

 

van de raad van de gemeente Altena van 22 september 2020

 

de voorzitter,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

 

de raadsgriffier,

drs. S.J. Peet