Ontheffingenbeleid ligplaatsverbod Linge 2006

vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op 21 september 2006

inwerkingtreding: acht dagen na bekendmaking

Op grond van het verkeersbesluit van de Lingestoel van waterschap van de Linge (rechtsvoorganger van waterschap Rivierenland) van 28 september 2000, is het verboden op de vaarwegen binnen het waterschap van de Linge ligplaats te nemen, te ankeren en/of af te meren met een schip, een drijvend voorwerp en/of een drijvende inrichting. Van het ligplaatsverbod is ontheffing mogelijk. Voor het verlenen van een ontheffing zijn op 28 september 2000 door de Lingestoel van waterschap van de Linge beleidsregels vastgesteld.

Provinciale Staten van de provincie Gelderland (G-556) hebben op 8 mei 1991 besloten, om het nautisch beheer (de bevoegdheid tot verkeersregeling te water en de bestuursrechtelijke handhaving daarvan), bedoeld in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet, aan het dagelijkse bestuur van waterschap van de Linge op te dragen. Het betreft de Linge (voor dat gedeelte dat is gelegen in de provincie Gelderland), de Korne en het Inundatiekanaal.

Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland hebben op 20 februari 1992 het dagelijks bestuur van waterschap van de Linge aangewezen als bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet voor alle scheepvaartwegen gelegen in Zuid Holland, waarover het waterschap het beheer voert.

Beide bevoegdheden zijn van rechtswege overgegaan op waterschap Rivierenland.

1. Van het ligplaatsverbod wordt geen ontheffing verleend als de ligplaats wordt ingenomen buiten de bij dit beleid vastgestelde ligplaatszones.

2. Voor een vaartuig dat een ligplaats inneemt binnen één van de hieronder genoemde ligplaatszones blijft het ligplaatsverbod buiten toepassing, indien wordt voldaan aan zowel de algemene bepalingen als aan de bij de betreffende ligplaatszone genoemde algemene regels. Indien aan deze algemene bepalingen en algemene regels wordt voldaan kan een ligplaats worden ingenomen zonder ontheffing.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende ligplaatszones:

• •

  I ligplaatszone handmatig voortbewogen vaartuigen

• •

  II ligplaatszone met breedte maximaal 2,5 meter voor kleine open motorboten

• •

  III ligplaatszone met breedte maximaal 4 meter voor motorboten

• •

  IV ligplaatszone voor horecagelegenheden

• •

  V ligplaatszone voor passantenhavens, jachthavens en jachtwerven

• •

  VI ligplaatszone voor beroepsvaart

• •

  VII ligplaatszone voor veerponten

• •

  VIII ligplaatszone voor woonschepen

De exacte grootte en situering van de ligplaatszones is op bijgevoegde kaarten aangegeven.

Algemene bepalingen, geldend voor alle zones:

1. het innemen en gebruik van de ligplaats mag de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer niet belemmeren

2. het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen schade toebrengen aan het instandhouden van de vaarweg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan

3. het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen schade toebrengen aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen.

4. het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen hinder of gevaar ontstaan voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden

5. het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen schade toebrengen aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de omgeving.

De Keur voor waterkeringen en water bevat regels ter bescherming van de waterhuishouding. Van de hier geformuleerde verbodsbepalingen is ontheffing mogelijk. De Keur schept daarnaast de mogelijkheid om bij algemene regeling aan te geven voor welke handelingen, werken, werkzaamheden en gedragingen de verbodsbepalingen geen toepassing vinden.

Een aantal van deze algemene regels kan verband houden met het innemen van een ligplaats, zoals het plaatsen van een loopplank van woonschip naar de oever.

In dit verband wordt verwezen naar de volgende algemene regels:

• •

  Algemene regeling betreffende het maken en hebben van oeververbindingen vanaf woonschepen

• •

  Algemene regeling betreffende het aanbrengen en hebben van steigers en vlonders

Naast de algemene regels voor het innemen van een ligplaats en de “Keur voor waterkeringen en wateren” moet ook voldaan zijn aan het lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater.

Ook geldt dat toestemming noodzakelijk kan zijn op grond van andere wettelijke regelingen of van andere instanties. Het innemen van een ligplaats moet onder andere passen in het bestemmingsplan, passen binnen provinciale- en gemeentelijke regelgeving en er moet toestemming zijn van de eigenaar van het water

Een ligplaatsontheffing die voor inwerkingtreding van dit ontheffingenbeleid op grond van de voorheen geldende bepalingen is verleend, wordt geacht te zijn verleend ingevolge dit ontheffingenbeleid.

Zone I t/m IV :

Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van het nieuwe beleid, zal de bestaande ontheffing blijven gelden voor de eigenaar van het perceel. Indien het perceel wordt overgedragen zal het recht komen te vervallen, indien en voor zover dit recht in strijd is met de nieuwe beleidsregels.

Zone VIII (woonboten):

Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van het nieuwe beleid, zal de bestaande ontheffing blijven gelden voor de eigenaar van het woonschip. Indien het woonschip wordt vervangen of wordt overgedragen zal dit recht komen te vervallen, indien en voor zover dit recht in strijd is met de nieuwe beleidsregels.

Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van het nieuwe beleid, zal de bestaande ontheffing blijven gelden voor de eigenaar van het vaartuig. Indien het vaartuig wordt vervangen of wordt overgedragen zal dit recht komen te vervallen, voor zover het in strijd is met de nieuwe beleidsregels.

Definities

Ten aanzien van het begrip handmatig voortbewogen vaartuig kan het volgende worden opgemerkt.

Vaartuigen met afhaalbare motor die zonder motor ligplaats nemen

Een roei- of zeilboot, die met een al dan niet afhaalbare motor een ligplaats inneemt, valt voor dit beleid in de categorie kleine of grote motorboot. Een roei- of zeilboot met afhaalbare buitenboordmotor, die ligplaats inneemt en waarbij direct na het innemen van de ligplaats de motor wordt verwijderd, valt in de categorie handmatig voortbewogen vaartuig. Het verkeersbesluit inhoudende het ligplaatsverbod bevat geen regels ten aanzien van het varen.

Fluisterboten

Fluisterboten worden mechanisch voortbewogen en vallen in principe in de categorie (kleine) motorboot. Voor het ligplaatsbeleid zullen fluisterboten worden beschouwd als handmatig voortbewogen vaartuigen als het maximum vermogen van de electromotor niet groter is dan 1 Kw (de maximale snelheid bij een dergelijk vermogen is ongeveer 6 á 8 km/u). Hiervoor zijn de volgende redenen. Het gebruik van “fluisterboten” neemt toe. De status van deze vaartuigen is niet altijd even duidelijk. Gelet op de met het ontwerp beleid beoogde doelen, zoals bescherming van de veiligheid van vaarwegen, bescherming van de oevers en het voorkomen van overlast, kan worden gesteld dat fluisterboten over het algemeen genomen geen nadelige invloed hebben op de genoemde doelen vanwege hun geringe snelheid en geluid. In die zin zijn ze te vergelijken met handmatig voortbewogen vaartuigen.

Insteekhavens

Wanneer een ligplaats wordt ingenomen in een zogenaamde insteekhaven, geldt de beperking ten aanzien van de maximale lengte van 90% van de perceelsbreedte niet. Ook het evenwijdig aan de oever afmeren is in het geval van een insteekhaven niet verplicht. Bij het innemen van de ligplaats in een insteekhaven moet uiteraard wel de maximale lengte van het vaartuig van 15 meter en de breedte van de ligplaatszone in acht worden genomen. Dit betekent dat een kleine open motorboot vanuit een insteekhaven maximaal 2,5 meter de vaarweg mag insteken, de ligplaatszone voor kleine open motorboten (zone II) heeft immers een breedte van maximaal 2,5 meter. Voor motorboten (zone III) geldt een ligplaatszone met een breedte van maximaal 4 meter. Plaatselijk kunnen de ligplaatszones minder breed zijn dan de maximaal toegestane breedte. Voor de aanleg van een insteekhaven, zijnde een dwars op de vaarweg gesitueerde inham, bedoeld voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig, is een ontheffing van de “Keur waterkering en wateren” vereist.

Handmatig voortbewogen vaartuigen

Een ligplaatszone voor handmatig voortbewogen vaartuigen mag door de rechthebbende op het aangrenzende perceel worden ingenomen door één of meerdere handmatig voortbewogen vaartuigen als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is. De ligplaatszone voor handmatig voortbewogen vaartuigen heeft een breedte van maximaal 2,5 meter. In een ligplaatszone voor een motorboot zijn naast één motorboot ook één of meerdere handmatig voortbewogen vaartuigen toegestaan als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is. In een ligplaatszone voor een kleine open motorboot zijn naast één kleine open motorboot ook één of meerdere handmatig voortbewogen vaartuigen toegestaan als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is.

Uitleg bijlagen (diverse kaarten)

Vanaf kaart 68 t/m kaart 56: het Kanaal van Steenenhoek

Vanaf kaart 55 t/m kaart 49: Van Gorinchem tot Arkel

Vanaf kaart 49 t/m kaart 32: Van Arkel tot Sluis Asperen

Vanaf kaart 32 t/m kaart 26: Van Sluis Asperen tot en met Gellicum

Vanaf kaart 26 t/m kaart 19: Van Rhenoy tot en met Rumpt

Vanaf kaart 19 t/m kaart 10: Van Rumpt tot en met Enspijk

Vanaf kaart 10 t/m kaart 4: Van Enspijk to en met Geldermalsen

Vanaf kaart 4 t/m kaart 1: Van Geldermalsen tot en met De Korne