Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Projectplan Waterwet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingProjectplan Waterwet
CiteertitelProjectplan Waterwet
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagenDetail bouwsteen nat schraalland 30079325-302-Detail bouwsteen moeras_Redacted Detail bouwsteen vochtig weidevogelgrasland Detail bouwsteen kruiden- en faunarijkgrasland 30079325-502-kabels en leidingen_Redacted 30079325-503-kabels en leidingen_Redacted 30079325-601-Kreekruggen_Redacted 30079325-305-principedetail stuw 1_Redacted 30079325-306-principedetail stuw 2_Redacted Principedetails dammen en hekken_Redacted 30079325-308-1-Principe Perceelbrug_Redacted 30079325-308-2 Details perceelbrug_Redacted 30079325-309-Principedetail windmolen_Redacted 30079325-310-Peilscheidingen op wegen_Redacted Peilkerendschot gasunieleiding_Redacted 30079325-401-Inzaaiplan Den Hoek_Redacted 30079325-402-Inzaaiplan Den Hoek_Redacted 30079325-403-Inzaaiplan Den Hoek_Redacted 30079325-404-Inzaaiplan Den Hoek_Redacted 30079325-501-kabels en leidingen_Redacted 30079325-100-Overzicht Den Hoek Werkgrenzen Inrichtingstekening deelgebied Den Hoek Inrichtingstekening deelgebied Den Hoek_Redacted Oevers beheerpaden peilscheidingen_Redacted 30079325-202-Oevers en watergangen_Redacted 30079325-205-Helofytenfilter_Redacted 30079325-206-Plaggen percelen_Redacted Bijlage I Kaart eigendomssituatie Bijlage III GIS tabel objecten Inrichtingstekening deelgebied Den Hoek_Redacted 103-Inrichtingstekening deelgebied Den Hoek

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-04-2023nieuwe regeling

22-12-2022

wsb-2023-3813

2022.13647

Tekst van de regeling

Intitulé

Projectplan Waterwet

Programma Veenweiden Krimpenerwaard: deelgebied Den Hoek

 

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

 

Zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard op 28 februari 2023.

 

Op 28 februari 2023 is het projectplan Waterwet Programma Veenweiden Krimpenerwaard: deelgebied Den Hoek vastgesteld.

 

Toelichting

 

Om het Natuurnetwerk Nederland te vergroten wordt in Den Hoek 240 hectare natuur ontwikkeld. Er komt vooral kruidenrijk grasland, vochtig grasland voor weidevogels en moerasstapstenen. Deze ontwikkeling is een onderdeel van het Programma Veenweiden Krimpenerwaard, waarbij totaal 2250 hectare natuur wordt ontwikkeld. De provincie Zuid-Holland, de gemeente Krimpenerwaard en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard werken samen met agrarische ondernemers en particuliere grondeigenaren aan deze natuurontwikkeling.

 

Voor de natuurontwikkeling in polder Den Hoek is het nodig om het waterpeil aan te passen. De polder is onderverdeeld in gebieden met elk een eigen waterpeil. De waterstand wordt op de juiste hoogte gehouden met stuwen, dammen en duikers. Deze ‘kunstwerken’ moeten ook worden aangepast nu het waterpeil gaat veranderen.

 

Zienswijze

 

Het ontwerp-projectplan heeft gedurende zes weken voor inspraak ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ontvangen.

 

Hoe kunt u reageren?

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking. Belanghebbenden kunnen met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt gedurende een periode van zes weken een beroepschrift indienen. U kunt beroep instellen bij de Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

 

Op onze website www.hhsk.nl staat aangegeven wie beroep kan instellen. U vindt daar ook andere belangrijke informatie over het indienen van beroep of het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening.

 

Heeft u vragen?

 

Voor vragen en/of meer informatie kunt u bellen met mevrouw Fraterman (projectleider) via nummer 010-4537200.

 

1. Inleiding/projectbeschrijving

1.1 Aanleiding

Eind 2014 hebben de Provincie Zuid-Holland (PZH), de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard 2014-2021 vastgesteld en ondertekend. In deze overeenkomst staan de afspraken over het aanleggen en beheren van het NatuurNetwerk Nederland (NNN; voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) in de regio met de verschillende partijen. De partijen trekken samen op om de natuurdoelen te realiseren in de Krimpenerwaard.

 

De integrale gebiedsontwikkeling van de Krimpenerwaard bestaat uit vijf pijlers, zoals die in het Veenweidepact Krimpenerwaard zijn benoemd: aanleg nieuwe natuur, duurzaam waterbeheer en tegengaan van bodemdaling, versterken landbouwstructuur, recreatie & toerisme en stimuleren van vernieuwend ondernemerschap. PZH is opdrachtgever voor de opgave natuur, die bestaat uit de realisatie van circa 2.250 ha van het NNN. De bestuurlijke vertegenwoordigers van deze partijen hebben zitting in de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard. Het Programmabureau Veenweiden werkt in opdracht van de stuurgroep aan de uitvoering van de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard.

 

In een eerder fase zijn de deelgebieden De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en Oudeland-Zuid uitgevoerd. Naast deze drie deelgebieden, bestaat de uitvoering van het programma Veenweiden Krimpenerwaard uit nog acht andere deelgebieden, namelijk Den Hoek, Oudeland, Achterbroek, Kattendijkseblok, Middelblok, Veerstalblok, Bilwijk en Kadijk-West. De inrichting van het deelgebied Den Hoek is verder uitgewerkt. Dit deelgebied ligt in het zuiden van de Krimpenerwaard. Het gebied van Den Hoek is circa 220 hectare groot. De grond in dit gebied is in eigendom van Stichting het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), PZH en een aantal particuliere eigenaren. In figuur 1 is de contour van het in te richten gebied weergeven, evenals de nog in een latere fase te ontwikkelen deelgebieden.

 

 

Op 5 maart 2019 is het inrichtingsplan Krimpenerwaard vastgesteld. Hierin is het schetsontwerp van onder andere deelgebied Den Hoek opgenomen, maar ook van de overige deelgebieden die nog moeten worden ingericht. Vervolgens heeft het programmabureau Veenweiden Krimpenerwaard samen met HHSK, ZHL en Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard de inrichtingsplannen verder uitgewerkt tot een uitvoeringsontwerp voor Den Hoek, dat vervolgens uitgewerkt is in een contract. Dit projectplan heeft betrekking op de watermaatregelen uit het inrichtingsplan voor deelgebied Den Hoek.

 

Daarnaast is op 5 maart 2019 het bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard”1 vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft als basis het Inrichtingsplan Krimpenerwaard, waarin zowel natuur- als de waterkaders zijn uitgewerkt. Het inrichtingsplan is ook de basis voor de gelijktijdig opgestelde en vastgestelde peilbesluiten door het hoogheemraadschap.

 

Een van de wijzigingen binnen het vastgestelde bestemmingsplan is de verandering van gebruiksfunctie. Plangebied Den Hoek is van gebruiksfunctie ‘landbouw’ naar ‘natuur’ omgezet. Binnen de bestemming ‘natuur’ is het toepassen van extensief agrarisch medegebruik niet meer toegestaan, waaronder het opslaan van meststoffen en landbouwproducten, meststoffen mogen beperkt worden gebruikt. Door weinig bemesting via het land en de beperkte drooglegging (waardoor weinig voedingsstoffen via oxidatie beschikbaar komen) kan het water binnen de hydrologisch geïsoleerde natuurgebieden een goede waterkwaliteit krijgen. Hierdoor ontstaan (bij beheersbare aantallen Amerikaanse rivierkreeften) mogelijkheden voor ontwikkeling van soortenrijke watervegetaties met ander andere krabbenscheer, waterlelie en fonteinkruiden. Waterplanten nemen het voedsel uit het water op, waardoor algen geen kans krijgen om te groeien. De watervegetaties zorgen er zodoende voor dat het water helder blijft. Ook biedt het ruimte aan kenmerkende fauna zoals de kleine modderkruiper, bittervoorn, groene glazenmaker en zwarte stern en draagt zo bij aan de ecologische verbinding door het gebied.

1.2 Probleemstelling

De herinrichting van het gebied is tweeledig. Het primaire doel is bijdragen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW)-doelstellingen. Daarnaast heeft de inrichting van het NNN als doel om natuuropgaven te realiseren. Tevens is het beperken van bodemdaling een nevendoel.

 

KRW-doelen

De doelstelling van KRW is om de chemische en ecologische waterkwaliteit binnen Europa te verbeteren, bijvoorbeeld door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Landelijk zijn voor verschillende watertypen standaard ecologische doelen uitgewerkt. Voor de Krimpenerwaard zijn de doelen voor veensloten en -kanalen het meest passend. Ten behoeve van deze natuurinrichting zijn deze landelijke doelen vertaald naar waternatuurbeheertypen. Hiermee kan de gewenste differentiatie tussen sloten zichtbaar worden gemaakt. Voor een groot deel van het NNN zijn de KRW-doelen het hoofddoel, direct gevolgd, vrijwel gelijk aan de KRW-doelen, de landnatuurdoelen. De verhouding is 10/8.

 

Natuurdoelen

De natuuropgave NNN heeft als ambitieniveau ‘Grutto en Dotter’ met de volgende globale verdeling van natuurdoelen:

  • 1/2 deel “grutto” (weidevogelgebied);

  • 1/3 deel “dotter” (botanisch grasland);

  • 1/6 deel karakteristieke landschapselementen zoals eendenkooien, pestbosjes, blokboezems en moerassen;

  • Waternatuur; dit komt binnen alle natuurtypen voor in de vorm van sloten, vaarten, plassen en poelen. Ze herbergen soortenrijke watervegetaties en ook karakteristieke vissen, amfibieën en insecten. Waternatuur wordt ook wel aangeduid als de Kaderrichtlijn Water (KRW) opgave.

Deze doelen worden op gebiedsniveau nagestreefd. Per deelgebied kan het accent op één of meer natuurdoelen liggen. Voor Den Hoek ligt de prioriteit conform het inrichtingsplan op de ontwikkeling van de volgende natuurbeheertypen:

  • N10.01 Nat schraalland

  • N10.02 Vochtig hooiland

  • N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland

  • N13.01 Vochtig weidevogelgrasland

  • N05.03 Veenmoeras

De huidige inrichting van het gebied Den Hoek voldoet niet aan de gewenste omstandigheden voor de ontwikkeling van deze natuurdoelen. Er moet meer diversiteit (in ruimte en in tijd) aan leefgebieden komen en het gebied moet voedselarmer worden.

 

De hoofdoplossingsrichtingen voor zowel de KRW-doelen als de natuurdoelen zijn:

 

  • Maaiveld, oevers en watergangen vergraven om een meer gevarieerd leefgebied te creëren;

  • Hoger peil (kleinere drooglegging) om daarmee de grondwaterstand te verhogen, de veenmineralisatie te verminderen en de grasgroei te remmen;

  • Meer natuurlijk variatie in de peilstand om inlaat van water te beperken en oeverontwikkeling te stimuleren;

  • Scheiding watersystemen (natuur scheiden van stedelijk en landbouw);

  • Waar mogelijk recreatieve voorzieningen inpassen om de beleving te vergroten.

1.3 Doel van het project en beoogd resultaat

Het project draagt bij aan de realisatie van de water- en natuurdoelstellingen voor Den Hoek als onderdeel van de opgave om circa 2.250 ha van het NNN in de Krimpenerwaard te realiseren. Na afronding van het project, uiterlijk in 2027, zijn in Den Hoek de noodzakelijke randvoorwaarden gerealiseerd voor de beoogde natuur op het land en in het water zoals hiervoor omschreven. Tevens zijn kleinschalige recreatieve voorzieningen aangelegd.

 

De inrichtingsmaatregelen dragen bij aan de realisatie van de natuurdoelen en recreatief medegebruik. De maatregelen die betrekking hebben op het watersysteem voldoen aan de randvoorwaarden van HHSK zoals vastgelegd in de keur, beleidsregels, algemene regels en de legger. Daarnaast worden de maatregelen getoetst op het beleid van HHSK.

1.4 Plangebied

Dit projectplan heeft betrekking op natuurgebied Den Hoek. De begrenzing van het projectgebied betreft de percelen die eigendom zijn van ZHL en PZH en drie percelen van particulieren (zie kaart met eigendomssituatie in bijlage I). De beoogde natuurontwikkeling op deze particuliere percelen wordt door de eigenaren van de percelen zelf gerealiseerd (zg. zelfrealisatoren). De peilscheidende werken en de dammen op grond van de zelfrealisatoren worden meegenomen in dit projectplan, omdat deze belangrijk zijn voor de werking van het watersysteem. De overige activiteiten waarvoor vergunningen en/of meldingen benodigd zijn, zoals natuurvriendelijke oevers, worden door de zelfrealisatoren zelf verzorgd. Het projectgebied ligt in de polder Den Hoek nabij Bergambacht, in de gemeente Krimpenerwaard. Het projectgebied wordt grofweg begrensd door de N210 aan de noordzijde, de Molensloot aan de oostzijde en de Lekdijk aan de zuidzijde. De gedetailleerde begrenzing is aangegeven op de tekeningen in bijlage II.

 

Het projectgebied is krapper begrensd dan de bestemming natuur in het bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard” van gemeente Krimpenerwaard. Dat komt omdat niet alle natuur, of te ontwikkelen natuur binnen Programma Veenweiden Krimpenerwaard valt.

1.5 Proces en rollen

De Provincie Zuid-Holland, de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard trekken samen op om de natuurdoelen te realiseren. Dit is vastgesteld in de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard. Omdat de werkzaamheden in de Krimpenerwaard voor een groot deel worden uitgevoerd in waterstaatswerken in beheer van HHSK en omdat HHSK mede-initiatiefnemer is van de werkzaamheden, is HHSK tevens bevoegd gezag van het Projectplan Waterwet. In het gebiedsconvenant is het Programmabureau Veenweiden aangewezen om de natuuropgave uit te voeren, in opdracht van de Stuurgroep Veenweiden. Zij zijn gezamenlijk de opdrachtnemer voor de realisatie van de opgave natuur.

 

De gronden zijn in eigendom van ZHL, PZH en drie particuliere eigenaren. Het beheer van de percelen wordt uitgevoerd door ZHL en op de gronden van PZH door de Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard (NBC).

 

De gemeente heeft op 5 maart 2019 het vigerende bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard” vastgesteld en op 14 juli 2021 werd het plan onherroepelijk. De bestemming van de gronden in het projectgebied is, op enkele percelen na, gewijzigd van agrarisch naar natuur.

 

Programmabureau Veenweiden draagt zorg voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen op het land én in het water.

1.6 Procedure besluitvorming

De besluitvorming van de water gerelateerde maatregelen bestaat uit drie procedures voorafgaand aan de uitvoering:

 

  • 1.

    Peilbesluit

    De wijziging van het waterpeil is integraal onderdeel van de beoogde situatie van het natuurgebied en de aanleiding voor het aanleggen of ophogen van peilscheidingen en peil regelende kunstwerken. Tevens is het peilvoorstel voor natuur het uitgangspunt voor de aanleghoogte van kunstwerken. Conform de Waterverordening Zuid-Holland stelt HHSK een nieuw (actueel) peilbesluit vast voor het projectgebied, namelijk peilbesluit natuurgebied Den Hoek. Het besluit op het peilbesluit is reeds genomen.

  • 2.

    Projectplan Waterwet

    Onderhavig projectplan is opgesteld voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, dat door of namens HHSK beheerd en onderhouden wordt of gaat worden. Het betreft de werkzaamheden ten aanzien van de peilscheidingen en peil regelende kunstwerken in het nieuwe peilgebied en de werkzaamheden ten aanzien van hoofdwatergangen. Voor deze werkzaamheden is het vanuit de Waterwet verplicht om een projectplan op te stellen.

  • 3.

    Vergunning Waterwet

    Voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, en hetgeen peil regelend werk betreft of een ander werk dat nodig is voor het laten functioneren van het watersysteem, vragen de drie zelfrealisatoren in Den Hoek zelf een vergunning Waterwet aan (of ze doen een melding) bij HHSK. Dit betreffen activiteiten zoals de werkzaamheden ten aanzien van overige watergangen zoals het aanpassen van oevers en het verlagen van het maaiveld.

Overige maatregelen

Er worden verder diverse natuurinrichtingsmaatregelen op het land uitgevoerd, waaronder plaggen, greppels en plasdrassen graven, het aanleggen van onderhoudspaden en enkele recreatieve voorzieningen. Deze maatregelen vallen niet onder de Waterwet of de Waterverordening en daarmee ook niet onder dit projectplan.

 

Legger

Na de wijzigingen aan peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken wordt de nieuwe toestand door HHSK vastgelegd in de legger. Tevens wordt de gewijzigde waterdiepte die volgt uit de peilverhoging meegenomen bij de eerstvolgende leggerwijziging. HHSK streeft naar jaarlijkse vaststelling van de wijzigingen.

2. Randvoorwaarden wet- & regelgeving

Bij het inrichten van het natuurgebied worden werkzaamheden aan waterstaatswerken (waterkeringen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken) uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden de drie doelen die volgen uit de Waterwet besproken. Per doel wordt aangegeven aan welke uitgangspunten het ontwerp wordt getoetst. De resultaten van de toetsing zijn in hoofdstuk 4 beschreven.

2.1 Voorkoming en/of beperking van wateroverlast en waterschaarste

Ten aanzien van het voorkomen en/of beperken van wateroverlast en waterschaarste moeten voor natuurgebied Den Hoek de volgende maatregelen in het projectplan onderbouwd worden:

 

  • 1.

    Het veranderen van peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken

    Het watersysteem mag geen nadelige invloed ondervinden van werkzaamheden. De werking van het watersysteem mag niet significant verslechteren. De peilen uit het nieuwe peilbesluit Den Hoek moeten gehanteerd kunnen worden.

De maatregelen worden getoetst aan de randvoorwaarden en uitgangspunten:

  • 2.

    De afvoer van water mag niet belemmerd worden

    De afvoer van water moet voldoen aan de afvoerrichtlijn voor landelijk gebied (10 mm per etmaal). Wijzigingen aan de watergangen of de aanleg van kunstwerken, zoals bruggen en duikers, mag niet leiden tot onevenredige opstuwing van water. Voor de aanleg van kunstwerken in belangrijke hoofdwatergangen worden de criteria uit de beleidsregel (brug) en in andere hoofdwatergangen de criteria van de algemene regel (brug of dam met duiker) gehanteerd. In de overige watergangen worden de criteria van de algemene regel (duiker) gehanteerd. Als kunstwerken conform deze regels worden aangelegd, is extra verval niet significant voor de afvoer binnen het peilgebied.

  • 3.

    Afmetingen in beleidsregels, algemene regels en legger

    In de beleidsregels, algemene regels en legger zijn de afmetingen en voorwaarden ten aanzien van het ontwerp van de watergangen, kunstwerken en onderhoudspaden opgenomen. Deze maatregelen zijn getoetst op het beleid van HHSK.

2.2 Bescherming chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem

De maatregelen worden getoetst aan de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten ten aanzien van waterkwaliteit en ecologie:

 

  • 4.

    Stand still principe

    De waterkwaliteit mag niet achteruitgaan als gevolg van het uitvoeren van de werkzaamheden.

  • 5.

    Kaderrichtlijn Water-opgave (KRW)

    De KRW verlangt dat overheden alle mogelijke maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren De keuze van deze maatregelen wordt per stroomgebiedsplan bepaald. Voor stroomgebiedsplan 3 is benoemd dat er integrale inrichtingsplannen worden uitgevoerd in de natuurgebieden binnen de Krimpenerwaard. HHSK richt zich op watersysteemmaatregelen en PZH zal natuurbeheersmaatregelen uitvoeren.

  • 6.

    Vismigratie

    De maatregelen mogen geen extra barrière opleveren voor vismigratie.

2.3 Maatschappelijke functies van het watersysteem

De maatschappelijke functies van het watersysteem in peilgebied Den Hoek zijn natuur en waar mogelijk recreatief medegebruik. De maatregelen worden getoetst aan de volgende uitgangspunten:

 

  • 7.

    Natuurdoelen

    De provincie Zuid-Holland streeft naar de ontwikkeling van het Nationaal Natuur Netwerk. De inrichting van natuurgebieden binnen de Krimpenerwaard is daar onderdeel van. De inrichting van het watersysteem moet bijdragen aan de realisatie van de natuurdoelen in deze gebieden.

  • 8.

    Beleving (recreatie)

    De werkzaamheden mogen t.o.v. de huidige situatie geen nadelige gevolgen hebben voor de beleving van het gebied en de watergebonden recreatie (schaatsen, varen, vissen).

3. Toekomstige situatie en maatregelen

Het inrichtingsplan dat door de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard is vastgesteld, is door HHSK samen met ZHL, NBC en het Programmabureau Veenweiden verder uitgewerkt tot een definitief ontwerp en contract. De maatregelen zijn weergegeven op de tekeningen, welke zijn bijgevoegd in bijlage II. De maatregelen sluiten aan bij het peilbesluit natuurgebied Den Hoek. De procedure voor het peilbesluit loopt parallel aan dit projectplan. Het definitieve peilbesluit wordt genomen voordat het projectplan waterwet definitief wordt vastgesteld.

3.1 Peilbesluit Den Hoek

In het nieuwe peilbesluit is een flexibel peil opgenomen met drie afwijkende peilgebieden. Naar verwachting zal daarmee in een groot deel van het voorjaar een drooglegging van 0 tot 20 cm worden verkregen dat wenselijk is voor weidevogels. Deze drooglegging is passend bij de weidevogeldoelstelling. In het noordelijk deel waren botanische doelen een belangrijke motivatie voor aanpassing van het peil. In onderstaande figuur is de peilbesluitkaart van het peilbesluit opgenomen.

 

 

Figuur 1 Peilbesluitkaart partiele herziening NNN Den Hoek (2022)

 

De uitvoering van de benodigde maatregelen om het nieuwe peil te kunnen instellen en hanteren, zijn meegenomen in dit projectplan. Hoe het peil wordt opgezet, in welke periode en de grootte van de verhoging wordt momenteel onderzocht. In verband met het risico op oeverafkalving en het effect hiervan op de waterkwaliteit wordt hier extra aandacht aan besteed. Het streven is om de afspraken hierover te hebben gemaakt voor de start van de uitvoering in voorjaar 2023.

3.2 Werkzaamheden Natuurgebied Den Hoek

Er worden twee typen maatregelen uitgevoerd in Den Hoek: peil regelende maatregelen en watersysteem maatregelen. Het gaat daarbij met name om grondroerende werkzaamheden zoals het graven van watergangen, het plaatsen en verwijderen van dammen, het graven van natuurvriendelijke oevers en het aanleggen van kunstwerken zoals stuwen en Bosmanmolens. De maatregelen worden hieronder toegelicht. De detailgegevens van de verschillende werkzaamheden inclusief tekeningen zijn terug te vinden in bijlage II. De afmetingen van de maatregelen staan vermeld in bijlage III.

 

Peil regelende maatregelen

Om het voorgestelde peil te kunnen handhaven, worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Het gaat om maatregelen die voor een scheiding tussen watergangen zorgen en om maatregelen die het peil kunnen reguleren. Het gaat om de volgende peil regelende maatregelen:

 

  • Peilscheiding

    Om te voorkomen dat verschillende waterpeilen met elkaar in verbinding kunnen worden gesteld, is een peilscheiding rond het peilgebied nodig. De kruin van de peilscheiding wordt minimaal 40 cm boven het hoogste waterpeil (bovenbandbreedte van flexibel peilbeheer) aangelegd. De minimale breedte die wordt geëist is 1,60 m op de kruin. Een peilscheiding kan breder worden gemaakt, wanneer deze ook als beheerpad fungeert. In dat geval is de minimale breedte 4 meter. Ook wanneer er een weg op de peilscheiding loopt is deze breder. De peilscheidingen van de peilgebieden worden na de realisatie opgenomen in de legger.

  • Gronddammen

    De dichte dammen, die onderdeel zijn van de peilscheiding, dienen waterkerend te zijn. Waar in de huidige situatie dammen met duikers aanwezig zijn op de peilscheiding, worden de duikers verwijderd en de dammen aangevuld met grond. De gronddammen worden met dezelfde minimale afmetingen aangelegd en onderhouden als de peilscheiding. De dichte gronddammen worden opgenomen in de legger;

  • Aanleg Bosman-molens

    Er worden drie nieuwe Bosman-molens geplaatst in het projectgebied. Dit is een windmolen die het waterpeil kan reguleren op kleine schaal. De molen zorgt ervoor dat de kleine peilgebieden op peil worden gehouden. De Bosman-molen bestaat uit een aluminium frame met daaronder een betonnen funderingsput. De windmolens worden conform het bestemmingsplan maximaal 12 meter hoog, vanwege de grootte van de te reguleren peilgebieden is een molen van 7 meter ook hoog genoeg. Dit past bij het open karakter van het gebied;

  • Peil regelende kunstwerken

    Om water aan te voeren of af te voeren, worden peil regelende kunstwerken aangelegd. Het betreft twee klepstuwen aan de noordzijde van het gebied. Daarnaast worden in uit/inlaatconstructies bij De Tiendweg en de Wetering Oost aangelegd. De locaties van de stuwen en inlaten worden opgenomen in de legger. HHSK heeft de afmetingen bepaald volgens interne ontwerprichtlijnen (oppervlakte en debiet-afhankelijk). Alle kunstwerken voldoen hieraan.

Maatregelen watersysteem

Om de watergangen binnen de nieuwe peilgebieden met elkaar te verbinden, en om een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van KRW en de NNN-opgave, worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Het gaat om de volgende maatregelen:

 

  • Watergangen

    Aan de oostkant van het gebied Den Hoek wordt een hoofdwatergang verbreed. Het profiel van de hoofdwatergang voldoet aan het standaard programma van eisen voor nieuwe hoofdwatergangen. De watergang wordt middels een leggerwijziging opgenomen als hoofdwatergang;

  • Dammen met duikers

    In het gebied worden diverse dammen met duikers aangelegd om watergangen te verbinden met de rest van het natuurgebied. Er komen geen duikers in de hoofdwatergangen (met uitzondering van de Veenwetering). Voor de overige watergangen geldt de algemene regel duiker. Deze duikers hebben een diameter van ø 800 mm;

  • Natuurvriendelijke oevers (NVO’s)

    In delen van het projectgebied Den Hoek vinden ontgravingen plaats om NVO’s te realiseren. Het gaat om het verflauwen van de oevers naar een talud van 1:2 tot 1:5 en deze oevers krijgen een plasberm van ca. 1 meter ten behoeve van een diverse vegetatieontwikkeling;

  • Graven van moeraszones

    Voor het aanleggen van vochtig hooiland, nat schraalland, moeras en andere types natte natuur wordt het maaiveld op diverse plekke vergraven. De grond die vrijkomt wordt o.a. toegepast voor het aanleggen van nieuwe dammen en beheerpaden;

  • Perceelbrug

    Binnen het project wordt een nieuwe perceelbrug aangelegd als de oude brug er nog ligt, vanwege slijtage aan de oude brug. Het brugdek aan de zuidelijke zijde van het landhoofd van de oude brug wordt direct verwijderd nadat de nieuwe brug is aangelegd. De noordelijke zijde van het brughoofd wordt na vijf jaar verwijderd. Op het brughoofd is de Duizendknoop aangetroffen en bestreden, waardoor dit geen risico of beperking voor de realisatie zal betekenen;

  • Schotten

    In een aantal watergangen worden barrières aangebracht ten behoeve van het zogenaamde kamsysteem. Voor dit systeem worden barrières aangebracht in de vorm van schotten. Deze schotten hebben geen peil regulerende functie, maar zorgen voor doodlopende watergangen zodat er geen water meer kan worden aangevoerd door de watergang maar dat er enkel regenwater kan worden afgevoerd. Doordat regenwater de hoogste waterkwaliteit heeft, wordt de waterkwaliteit in deze watergangen steeds beter omdat er in feite een door regenwater gevoede watergang ontstaat.

Op de tekeningen in bijlage II bij het Projectplan staan de locaties van de diverse maatregelen weergeven. Bij deze tekeningen zijn ook dwarsprofielen toegevoegd die een beeld geven van de toekomstige situatie.

3.3 Vergunning en melding Waterwet

Onderhavig projectplan is opgesteld voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, op gronden die in eigendom zijn van ZHL, PZH en enkele zelfrealisatoren. Het betreft de werkzaamheden ten aanzien van de peilscheidingen en peil regelende kunstwerken in het nieuwe peilgebied en de werkzaamheden ten aanzien van hoofdwatergangen. Voor deze werkzaamheden is het vanuit de Waterwet verplicht om een projectplan op te stellen indien dit door of namens de beheerder plaatsvindt.

 

De peil regelende kunstwerken en overige maatregelen die benodigd zijn voor het laten functioneren van het watersysteem op gronden van particulieren, worden tevens meegenomen in dit projectplan. Deze maatregelen zijn ook projectplanplichtig, wie eigenaar is van de grond is daarbij niet van belang. Het projectplan biedt dan de juridische basis om de maatregelen te kunnen uitvoeren De overige activiteiten waarvoor vergunningen en/of meldingen benodigd zijn, worden door de zelfrealisatoren zelf verzorgd.

 

Tijdens de uitvoering zal de aannemer mogelijk grond- of oppervlaktewater gaan lozen op watergangen in beheer bij HHSK. Voor dergelijke lozingen zal de aannemer zelf voorafgaand aan de uitvoering een melding doen of een vergunning aanvragen.

3.4 Afwijkingsmogelijkheden

Locatiewijziging

De locaties van de inrichtingsvoorzieningen zijn nauwkeurig bepaald. Binnen het plangebied is het echter mogelijk dat bijvoorbeeld een dam of duiker een paar meter anders gelegd wordt, dan op tekening is aangegeven door bijv. veldomstandigheden. Mits de buitengrenzen van het plangebied en het (effect op het) watersysteem op hoofdlijnen niet veranderen, is een beperkte locatiewijziging binnen het plangebied mogelijk.

 

Voorbeeldprofielen grondwerk

Op de tekeningen in bijlage II zijn tevens maatvoeringen en voorbeeldprofielen opgenomen. De maatvoeringen van kunstwerken zijn nauwkeurig uit te voeren. De voorbeeldprofielen van de grondwerken geven een indicatie van het profiel voor het betreffende inrichtingselement. Vanwege de praktische uitvoerbaarheid en grofmazigheid van de grondwerkzaamheden zijn afwijkingen van dit voorbeeldprofiel mogelijk.

 

Tevens worden oevers, als blijkt dat deze van voldoende kwaliteit zijn voor de betreffende doelstelling, niet vergraven maar wordt aangesloten op de goede kwaliteit van de bestaande oever.

 

Verdachte slootdempingen

Bij de uitwerking van de inrichtingstekeningen zijn de locaties van verdachte slootdempingen zo veel mogelijk vermeden. Indien blijkt dat ter plaatse van een maatregel alsnog een vervuilde slootdemping aanwezig is, wordt de maatregel indien mogelijk opgeschoven naar een locatie waar geen verdachte slootdemping aanwezig is.

 

Indien bronnen (slootdempingen, dammen e.d.) van verontreinig in het kader van het werk moeten worden aangepakt, dan wordt gewerkt conform het raamsaneringsplan zoals overeengekomen met het bevoegd gezag.

 

Keerschot/damwand i.p.v. gronddam

Waar een peilscheiding kruist met een watergang moet een dichte gronddam, keerschot of damwand aangebracht worden als peilscheiding. Het toepassen van gronddammen heeft de voorkeur boven keerschotten of damwanden. Op de inrichtingstekeningen zijn zo veel mogelijk gronddammen ingetekend, waar een gronddam niet mogelijk is of anders is overeengekomen zal een keerschot worden toegepast. Deze locaties staan aangegeven op tekening. Daarnaast kan tijdens de uitvoering blijken dat op bepaalde locaties een keerschot of damwand praktischer is dan een gronddam, dan kan de maatregel aangepast worden van een gronddam naar een keerschot of damwand. Dit heeft geen gevolgen voor de functionaliteit van de functie peilscheiding.

 

Werkzaamheden buiten plangebied

Het kan nodig zijn dat er werkzaamheden buiten het plangebied plaatsvinden. Denk aan de sloten in agrarisch gebied die onbedoeld geheel afgedamd worden, zodat ze niet meer afwateren. Hier zullen maatregelen genomen worden om de afwatering plaats te laten vinden op een passende wijze.

 

Tijdelijke afdammingen

Voor het aanleggen van de nieuwe constructies zoals de dammen, bruggen, peil regelende kunstwerken en overige kunstwerken zal de aannemer tijdelijke afdammingen plaatsen in de watergangen. Deze tijdelijke afdammingen zijn nodig om het werk in den droge te kunnen uitvoeren of met een lokale peilverlaging. De exacte locatie van deze tijdelijke afdammingen wordt bepaald door de aannemer en is daarom niet weergeven op de ontwerptekeningen. De tijdelijke afdammingen worden weer verwijderd zodra het werk is uitgevoerd.

3.5 Globale planning

Streven is om te starten met de inrichtingswerkzaamheden in juni 2023, na het broedseizoen De feitelijke start van de werkzaamheden is afhankelijk van het tijdig verkrijgen van de benodigde vergunningen en ontheffingen. Planning is dat de werkzaamheden uiterlijk oktober 2024 gereed zijn. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is maar een korte periode beschikbaar (grofweg juni t/m september), vanwege het broedseizoen en beperkingen in de draagkracht van de bodem. Hierdoor is de kans aanwezig dat de werkzaamheden niet afgerond kunnen worden in 2023 en daarmee doorschuiven naar de volgende mogelijke uitvoeringsperiode.

 

Bij het opstellen van de planning is rekening gehouden met gesloten perioden vanwege het broedseizoen. Tevens is rekening gehouden met de gemiddelde weersverwachting in de uitvoeringsperiode.

 

De planning kan wijzigingen als gevolg van wensen en eisen vanuit de Wet natuurbescherming of ongunstige weersomstandigheden.

3.6 Beheer en onderhoud

Tijdens en na afronding van het project zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor het (peil)beheer en het onderhoud van het natuurgebied. De natuur- en waterdoelen vragen om aangepast onderhoud en beheer.

 

Peilbeheer

Het peilbeheer betreft de bediening van de inlaten en stuwen, om het peil te kunnen hanteren binnen de onder- en bovengrens van het peil, voor het betreffende gebied.

 

  • HHSK bedient in overleg en afstemming met de beheerders alle peil regelende kunstwerken (inlaten en stuwen) van het peilgebied;

  • ZHL bedient alle peil regelende kunstwerken (inlaten en de Bosman molens) van de drie peilafwijkingen.

Onderhoud

Het onderhoud betreft de maatregelen die nodig zijn om het natuurgebied en watersysteem in een aanvaardbare conditie te houden (dagelijks onderhoud) of terug te brengen (buitengewoon onderhoud). Buitengewoon onderhoud gaat over de breedte en diepte van watergangen. In onderstaande tabel is vastgelegd welke partij verantwoordelijk is voor het onderhoud van de verschillende inrichtingselementen. Voor een aantal onderdelen ligt het dagelijks onderhoud en buitengewoon onderhoud bij verschillende partijen. Wie verantwoordelijk wordt voor het onderhoud van de inrichtingselementen wordt ook in de waterschapslegger vastgelegd.

 

Voor het gewenste beheer en onderhoud wordt een beheer- en onderhoudsplan opgesteld. Streven is om dit plan voor start uitvoering gereed te hebben.

 

Inrichtingselement

Dagelijks onderhoud

Buitengewoon onderhoud

Terrestrische natuur

Eigenaar

Eigenaar

Oevers

Aanliggend eigenaar

Aanliggend eigenaar

Overige watergangen

Aanliggend eigenaar

Aanliggend eigenaar

Wegsloten

1/2 aanliggend eigenaar

1/2 wegbeheerder

1/2 aanliggend eigenaar

1/2 wegbeheerder

Hoofdwatergang

HHSK

HHSK

Peilregelende kunstwerken (stuw, inlaat) beoogd peilgebied

HHSK

HHSK

Peilregelende kunstwerken (stuw, inlaat) beoogde peilafwijkingen

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Peilscheidingen peilgebied (inclusief gronddammen)

HHSK

HHSK

Peilscheidingen afwijkend peil (inclusief gronddammen)

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Bruggen en dammen met duikers

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Openbare weg

HHSK

HHSK

 

De eigenaar kan in dit geval zijn: ZHL, provincie Zuid-Holland vertegenwoordigt door NBC of een zelfrealisator.

 

De vergunninghouder hoeft niet degene te zijn die de vergunning aanvraagt. Middels dit projectplan wordt wel een vergunning aangevraagd voor alle objecten, maar wie de vergunninghouder wordt is nog niet voor alle objecten duidelijk. Dat zal worden afgesproken in het Beheer & Onderhoudsplan, dat vòòr start uitvoering gereed dient te zijn. De opties zijn beperkt tot HHSK, ZHL en NBC (als vertegenwoordiging van de Provincie Zuid-Holland).

3.7 Monitoring

Na de inrichting van de natuurgebieden gaan HHSK, PZH, NBC en ZHL de gebieden monitoren op het bereiken van de gewenste natuur- en waterkwaliteitsdoelen. De betrokken partijen gaan hiervoor gezamenlijk een monitoringsplan opstellen. Het streven is om dit monitoringsplan voor start uitvoering gereed te hebben.

4. Toetsing Waterwet

In dit hoofdstuk worden de hiervoor beschreven maatregelen getoetst aan de Waterwet.

4.1 Voorkoming en/of beperking van wateroverlast en waterschaarste

  • 1.

    Het veranderen van peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken.

    De werkzaamheden, ten behoeve van natuurgebied Den Hoek, leiden niet tot een significante verslechtering van het functioneren van het watersysteem. De nieuwe inrichting draagt bij aan het benodigde nieuwe functioneren van het watersysteem voor een nieuw natuurgebied. Alle werkzaamheden zijn ten behoeve van het realiseren van natuurdoelen op land en in het water. De peilscheiding, om het hogere peil te kunnen handhaven in peilgebied Den Hoek, wordt zo veel mogelijk gelegd op aanwezige kaden en wegen. Waar nodig worden watergangen binnen het peilgebied met elkaar verbonden via nieuw te graven water of de aanleg van duikers in dammen. Hierdoor ontstaan geen geïsoleerde watergangen binnen het peilgebied.

  • 2.

    De afvoer van water mag niet belemmerd worden.

    In natuurgebied Den Hoek worden de kunstwerken conform de geldende regels van HHSK aangelegd. Ook wordt er voldaan aan de bemalingsrichtlijn voor de Krimpenerwaard. Indien het voor de uitvoering van het werk noodzakelijk is, wordt het waterpeil in (overige) watergangen nabij de werkzaamheden tijdelijk verlaagd. Door de aannemer moet dan een aparte watervergunning aangevraagd worden.

  • 3.

    Afmetingen in beleidsregels, algemene regels en legger

    De afmetingen van de watergangen en kunstwerken in natuurgebied Den Hoek voldoen aan de geldende regels en worden conform de voorwaarden van HHSK aangelegd. Als gevolg van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en extra waterverbindingen neemt het oppervlak open water toe. Door het relatief grote oppervlak aan open water en flauwe taluds is er bergingsruimte aanwezig in natuurgebied Den Hoek. Ten gevolge van de aanleg van het natuurgebied is geen vergrote kans op wateroverlast tijdens de aanleg en na de realisatie van het nieuwe peilgebied. Daarnaast leidt het natuurgebied ook niet tot waterschaarste.

4.2 Bescherming chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem

  • 4.

    Stand still principe

    De chemische kwaliteit van het watersysteem wordt niet beïnvloed door dit project. Bij dit project vinden geen emissies plaats van chemische stoffen. Het grootste deel van de werkzaamheden betreft grondwerkzaamheden. De overige materialen die gebruikt worden zoals staal en beton, zijn standaard materialen die bij de waterbouw worden toegepast. Deze materialen gaan geen verbindingen aan met het water waardoor de chemische kwaliteit kan worden aangetast. De maatregelen die uitgevoerd gaan worden om de doelstellingen te behalen, hebben een positief effect op de chemische kwaliteit van het watersysteem. Dit komt omdat het water minder voedselrijk wordt doordat er geen mest meer wordt gebruikt en er een hydrologische scheiding is met de omgeving en er hierdoor een ander peilregime kan worden toegepast.

  • 5.

    KRW-opgave

    Het realiseren van de KRW-opgave (waternatuur) is integraal onderdeel en primair doel van de inrichting van het natuurgebied. De maatregelen hebben een positief effect op de ecologische waterkwaliteit. Het water wordt voedselarmer als gevolg van baggeren van de watergangen, flexibel peil, toename waterdiepte en aanleg natuurvriendelijke oevers. Door de inrichting van een apart peilgebied Den Hoek wordt het kwalitatief betere natuurwater gescheiden van het water in agrarisch en stedelijk gebied.

  • 6.

    Vismigratie

    In het deelgebied Den Hoek worden twee nieuwe stuwen geplaatst die het waterpeil beïnvloeden. In deze stuwen worden De Wit vispassages aangelegd die het mogelijk maken voor vissen om de stuwen te passeren waardoor de mogelijkheden voor vismigratie worden gewaarborgd.

4.3 Maatschappelijke functies van het watersysteem

  • 7.

    Natuur

    De inrichting is afgestemd op de natuurdoelen voor Den Hoek. De geringere drooglegging en meer gevarieerde inrichting zal zorgen voor betere broedomstandigheden voor de weidevogels en de juiste randvoorwaarden voor het ontwikkelen van botanische natuurdoelen.

  • 8.

    Beleving

    Doordat de natuurwaarden in natuurgebied Den Hoek toenemen, neemt de belevingswaarde ook toe. Er wordt gekeken om recreatieve voorzieningen te realiseren in het gebied om daarmee ook de beleving van het gebied te vergroten.

5. Omgevingsaspecten en belanghebbenden

5.1 Omgevingsaspecten en oplossingen

In deze paragraaf staat een korte beschrijving van de belangrijkste omgevingsaspecten met mogelijke risico’s die voor dit project geïdentificeerd zijn.

 

  • Oppervlaktewater;

  • Kabels en leidingen;

  • Archeologie;

  • Bodemkwaliteit;

  • Schade aan omliggende woningen en eigendommen van derden;

  • Geluid, licht en luchtkwaliteit;

  • Ruimtelijke ordening/ontgronding;

  • Landschap en cultuurhistorie;

  • Natuur;

  • Explosieven.

Oppervlaktewater

Voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden zal er in een aantal gevallen grond- of oppervlaktewater moeten worden geloosd op een (ander) oppervlaktewater. Door de aannemer moet dan een aparte watervergunning worden aangevraagd of een melding worden gedaan. De verwachting is dat de omgeving en het watersysteem hier geen nadelige effecten van ondervinden. Indien blijkt dat dit wel zo is, zal de vergunning niet worden afgegeven of onder voorwaarden.

 

Kabels en leidingen

De Nederlandse bodem ligt vol met kabels en leidingen. Om schade aan deze kabels en leidingen te voorkomen, is iedereen (zowel bedrijven als particulieren) wettelijk verplicht graafwerkzaamheden te melden bij het Kadaster (Klic-melding). Ook zijn alle netbeheerders (eigenaren van kabels en/of leidingen) verplicht om zich te registreren bij het Kadaster. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De WION wordt ook wel grondroerdersregeling genoemd.

 

Bij het Kadaster is via Klic-Online een oriëntatiemelding ingediend. Door middel van de oriëntatiemelding is inzichtelijk gemaakt of en waar binnen het projectgebied kabels en leidingen aanwezig zijn. Op de locatie en nabije omgeving zijn de volgende kabels en leidingen aanwezig waar rekening mee wordt gehouden tijdens de uitvoering:

  • Middenspanningskabel van Stedin;

  • Waterleiding van Dunea;

  • Waterleiding van Oasen.

Het uitgangspunt is om de aanwezige kabels en leidingen zoveel mogelijk te integreren in het ontwerp. Mocht dit technisch niet mogelijk zijn dan zal in overleg met de kabels- en leidingbeheerder bekeken worden welke vervolgacties nodig zijn.

 

Archeologie

Binnen het gebied Den Hoek komen diverse zones voor met een archeologische verwachting, conform het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard. Een quickscan archeologie en cultuurhistorie is daarom uitgevoerd, en een archeologisch bureauonderzoek conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Dit onderzoek is reeds doorgesproken met de ODMH en akkoord bevonden. Voorafgaand aan de werkzaamheden zal een verkennend booronderzoek worden uitgevoerd en tijdens de uitvoering zal worden gewerkt met extensieve archeologische begeleiding.

 

Bodemkwaliteit

Voor natuurgebied Den Hoek is een milieu hygiënisch vooronderzoek uitgevoerd in overleg met de ODMH. Uit het onderzoek blijkt dat PFAS geen aandachtpunt is voor de voorgenomen werkzaamheden. Het is echter niet mogelijk om op voorhand uit te sluiten dat er geen andere verontreinigingen aanwezig zijn in het gebied. Daarom is met de ODMH afgesproken dat er voorafgaand aan de uitvoering een raamsaneringsplan wordt opgesteld en vastgesteld voor mogelijke verontreinigingen. Voor werkzaamheden in bestaande dammen, waarin zich mogelijk asbest bevindt, wordt gewerkt conform een werkprotocol. Vrijkomende grond wordt zoveel als mogelijk toegepast binnen het projectgebied van Den Hoek.

 

Schade aan omliggende woningen en eigendommen van derden

Voor het inrichten van de natuurgebieden is het noodzakelijk het benodigde materieel aan- en af te voeren. Er wordt rekening gehouden met de plaatselijk geldende gewichtsbeperking op de wegen (15 ton) in het beheer van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

 

Om schade aan percelen zo veel als mogelijk te voorkomen, wordt een uitvoeringsperiode gezocht waarbij zo min mogelijk schade aan eigendommen wordt toegebracht met inachtneming van eventuele vergunning- en/of ontheffingen voorwaarden. Ook worden in het contract met de aannemer eisen opgenomen om structuurbederf en insporingsschade zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken.

 

Om vernattingsschade voor naastgelegen particuliere percelen zo veel als mogelijk te voorkomen, is in de ontwerpen rekening gehouden met een tussenliggende watergang buiten de begrenzing van het projectgebied op het lagere peil van de omgeving.

 

Geluid, licht en luchtkwaliteit

Van extra licht- en geluidbelasting op de omgeving is alleen sprake tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Het gebruik van kunstlicht en het uitvoeren van grondwerk kan belastend zijn voor de omgeving. In het uitvoeringscontract met de aannemer wordt opgenomen dat de aannemer zijn werkzaamheden mag uitvoeren van maandag 07:00 uur t/m zaterdag 19:00 uur. Op zondag mag er niet gewerkt worden.

 

De werkzaamheden voor de realisatie van het project worden uitgevoerd met machines die qua milieueisen (uitstoot van gassen en geluid) aan de vigerende wettelijke verplichtingen voldoen. Periodiek worden deze eisen door de overheid gewijzigd of aangescherpt. Het door de opdrachtnemer realisatie te gebruiken materieel (kranen, vrachtauto's, etc.) moet aan deze eisen voldoen. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is een omgevingsvergunning aangevraagd en verleend.

 

Ruimtelijke ordening/ontgronding

Op 14 juli 2021 is het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard vastgesteld (status: onherroepelijk). Dit bestemmingsplan is opgesteld ten behoeve van de natuurontwikkeling, in onder andere deelgebied Den Hoek. De werkzaamheden passen daarmee binnen het vigerende bestemmingsplan. Het definitieve ontwerp voor de inrichting van natuurgebied Den Hoek is ter advisering voorgelegd aan Gemeente Krimpenerwaard.

Omdat de werkzaamheden binnen het bestemmingsplan vallen, hoeft tevens geen ontgrondingsvergunning aangevraagd te worden bij de Provincie Zuid-Holland op grond van artikel 3.36 van de Omgevingsverordening.

 

Landschap en cultuurhistorie

Het landschapspatroon met langgerekte percelen wordt niet aangetast en de openheid blijft gewaarborgd. Een aantal aanwezige bosschages binnen het in te richten natuurgebied is gekapt vanwege de gewenste natuurdoeltypen die worden nagestreefd, welke zijn vastgelegd in het Natuurbeheerplan 2015.

 

Natuur

Voor de uitvoering is een activiteitenplan opgesteld aan de hand van de resultaten uit quickscans en veldonderzoeken naar soorten die beschermd zijn onder de Wet natuurbescherming. Op basis van het activiteitenplan is begin 2022 een ontheffing verleend. Gebaseerd op het projectplan is een ecologisch werkprotocol opgesteld, welke bij het contract naar de aannemer wordt gevoegd.

 

Explosieven

Uit de quickscan ontplofbare oorlogsresten en het aanvullende luchtonderzoek uit 2021 van Arcadis volgt dat de projectlocatie onverdacht is voor het aantreffen van niet-gesprongen explosieven. Grondroerende werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied kunnen op reguliere wijze worden uitgevoerd. Er hoeft geen rekening gehouden te worden met niet-gesprongen explosieven.

5.2 Belanghebbenden

Eigenaren en terreinbeheerders

Eigenaren van de percelen binnen het projectgebied zijn Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Provincie Zuid-Holland (PZH) en drie particulieren eigenaren. Het NBC heeft een pachtovereenkomst van de PZH-gronden voor de periode 2022 t/m 2027. In bijlage I is de kaart met de eigendomssituatie opgenomen. ZHL, NBC en PZH zijn nauw betrokken bij de uitwerking van de natuurinrichtingsmaatregelen en het opstellen van de inrichtingstekeningen. Om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren dient het hoogheemraadschap gebruik te maken van de gronden van deze eigenaren. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden of zullen de benodigde gronden moeten worden onteigend.

 

De percelen van ZHL worden door de eigenaar beheerd, namelijk ZHL. De percelen van PZH worden door het NBC beheerd. In paragraaf 3.6 van dit projectplan is beschreven welke partij verantwoordelijk is voor welk deel van het (peil)beheer en het onderhoud van het natuurgebied.

 

Voor de kunstwerken en peilscheidingen die door HHSK worden aangelegd op eigendom van derden, wordt een overeenkomst (recht van opstal) opgesteld (zie ook hoofdstuk 7 van dit Projectplan).

 

Omwonenden/aanliggende percelen

In de directe omgeving van het in te richten natuurgebied wonen een aantal particulieren. Daarnaast zijn er nog een aantal percelen particulier eigendom die direct aangrenzend zijn aan het in te richten natuurgebied. Zij worden persoonlijk geïnformeerd. Het NBC heeft een regelmatig overleg met haar pachters, ZHL benaderd haar pachters individueel.

 

Provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland (PZH) is opdrachtgever voor de inrichting van de natuurgebieden. PZH is nauw betrokken bij de uitwerking van de natuurinrichtingsmaatregelen en het opstellen van de inrichtingstekeningen. Tevens is PZH eigenaar van een aantal percelen, zie ook “Eigenaren”.

 

Gemeente Krimpenerwaard

Gemeente Krimpenerwaard is samen met de provincie en het hoogheemraadschap aangewezen om de natuuropgave uit te voeren. Zij neemt deel aan de Stuurgroep. Het bestemmingsplan Veenweiden Krimpenerwaard is op 5 maart 2019 vastgesteld door de gemeente.

 

ODMH

Met de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH) is meerdere malen overleg gevoerd over de bodemkwaliteit van het gebied en over archeologie. Er wordt een raamsaneringsplan opgesteld voorafgaand aan de uitvoering. Voor werkzaamheden in bestaande dammen, waarin zich mogelijk asbest bevindt, wordt gewerkt conform een werkprotocol. Voor archeologie is afgesproken met ODMH dat er een booronderzoek wordt uitgevoerd voorafgaand aan de uitvoering.

 

Weggebruikers/verkeer

Alle in te richten gebieden grenzen aan paden of wegen van het hoogheemraadschap. In overleg met de wegbeheerder wordt bekeken of en in hoeverre er voor de uitvoering van de werkzaamheden van deze wegen gebruik gemaakt kan/mag worden.

 

Voor het ophogen van de Tiendweg Oost en Wetering Oost moet de weg een aantal weken afgesloten worden. Over de afsluiting wordt tijdig gecommuniceerd met de aanliggende grondeigenaren.

 

Wegbeheerder

De wegbeheerder is HHSK. De Tiendweg Oost en de Wetering Oost worden de peilscheiding van het nieuwe peilgebied Den Hoek. Vanwege de extra functie die deze wegen gaan krijgen, worden ze opgehoogd tot de gewenste drooglegging. Deze werkzaamheden worden binnen het project inrichting natuurgebied Den Hoek meegenomen. Er worden geen negatieve effecten verwacht voor het beheer en onderhoud van de wegen.

 

Waterbeheerder

Natuurgebied Den Hoek behoort tot het beheergebied van HHSK.

 

Nutsbedrijven

Naar aanleiding van de aanwezigheid van diverse kabels en leidingen loopt er afstemming met de diverse nutsbedrijven. Zie ook paragraaf 5.1.

6. Vergunningen en voorschriften

6.1 Vergunningen en procedures

De volgende ontheffingen en vergunningen zijn/worden aangevraagd en/of procedures worden gevolg:

 

  • Projectplant Waterwet;

  • Herziening Peilbesluit;

  • Ontheffing Wet Natuurbescherming;

  • Raamsaneringsplan Wet Bodembeheer (Wbb);

  • Ontheffing wegenverordening;

  • Omgevingsvergunning Wabo.

Daarnaast zal de aannemer nog diverse toestemmingen moeten verkrijgen voor tijdelijke werkzaamheden (lozen, toepassen grond, lozingen, etc.).

6.2 Calamiteiten en communicatie

In geval van calamiteiten zal de communicatie plaatsvinden binnen de vigerende calamiteitenorganisatie en procedure binnen HHSK. Binnen de projectorganisatie dient de aannemer een calamiteit onmiddellijk te melden bij de directievoerder. De directievoerder is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan HHSK en eventuele derde partijen zoals de gemeente. Vooruitlopend op de start van de werkzaamheden wordt een communicatieschema gemaakt met de verantwoordelijke personen en telefoonnummers.

7. Schade en nadeelcompensatie

Bij de voorbereiding van dit projectplan is onderzoek gedaan naar de gevolgen van dit project voor omwonenden of bedrijven. De conclusies van het onderzoek zijn dat er mogelijk schade kan ontstaan op onderstaande aspecten.

 

Nadeelcompensatie

Indien een belanghebbende als gevolg van de uitvoering van het projectplan schade lijdt, kan hij bij het hoogheemraadschap een verzoek om een nadeelcompensatie indienen. Het hoogheemraadschap keert een schadevergoeding uit voor zover de schade redelijkerwijs niet ten laste van de indiener moet komen en de schade niet al anderszins is verzekerd. Schade die binnen het normaal maatschappelijke risico valt, wordt derhalve niet vergoed. Een belanghebbende kan haar verzoek indienen tot uiterlijk vijf jaar nadat hij heeft vastgesteld dat hij in een wezenlijk nadeliger positie is komen te verkeren door de uitvoering van het projectplan. Twintig jaar na het afgerond zijn van de werkzaamheden verjaart elke mogelijkheid om nadeelcompensatie te vragen. Bij de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie past het hoogheemraadschap de Nadeelcompensatieverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2011 toe.

 

Nadeelcompensatie kabels en leidingen

De nutsbedrijven die schade leiden door het intrekken van eventuele vergunningen of verzoek tot aanpassing, kunnen passend binnen de nadeelcompensatieverordening van het hoogheemraadschap een verzoek tot schadevergoeding indienen. In deze nadeelcompensatieregeling is de NKL1999 van kracht verklaard voor het afwikkelen van schades als gevolg van het verleggen van kabels en leidingen.

 

Niet waterkerende objecten

Binnen het werkterrein bevinden zich enkele ‘niet waterkerende objecten’ die ten behoeve van de uitvoering van het projectplan (al dan niet tijdelijk) moeten wijken, bijvoorbeeld bankjes, hekwerken, kabels en leidingen en prullenbakken. Afhankelijk van de juridische grondslag waarop de objecten aanwezig zijn (opstalrecht, vergunning, huurcontract, pacht, etc.) maakt het hoogheemraadschap met de eigenaren/exploitanten afspraken over compensatie van eventueel nadeel.

 

Opstallen

Voor de kunstwerken en peilscheidingen die door HHSK worden aangelegd op eigendom van derden, wordt een overeenkomst opgesteld tussen het hoogheemraadschap en de perceeleigenaar waarin onder andere afspraken over de realisatie, beheer, onderhoud, eventuele schadeloosstelling en de bereikbaarheid voor het uitvoeren van toekomstig (vervangings)onderhoud worden vastgelegd.

 

Uitvoeringsschade

Tijdens de realisatie van het projectplan kan sprake zijn van niet voorziene situaties waarbij als gevolg van werkzaamheden fysieke schade wordt toegebracht aan de eigendommen van derden (doorgaans gebouwen, grondstructuur, gewassen e.d.). Als deze schade onverhoopt optreedt en aan de werkzaamheden zijn toe te schrijven, moet het hoogheemraadschap de eigenaar/gebruiker schadeloosstellen.

 

Gedoogplichten

Op grond van artikel 5.24 van de Waterwet kan het hoogheemraadschap rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting opleggen om de aanleg en wijziging van een waterstaatswerk (waaronder ook een peilscheiding) en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen, indien naar het oordeel van het hoogheemraadschap de belangen van de rechthebbenden geen onteigening vorderen. Het streven van HHSK is om minnelijk overeenstemming te bereiken en indien dat onverhoopt niet mogelijk is, dat dan een gedoogplicht zal worden opgelegd. De gedoogplicht wordt in individuele gevallen bij beschikking van het hoogheemraadschap opgelegd. Het evenredigheidsbeginsel brengt vanzelfsprekend met zich mee dat een gedoogplicht op grond van de Waterwet alleen kan worden opgelegd, indien de rechthebbenden geen toestemming verlenen voor de aanleg of wijziging van het waterstaatswerk.

 

Ook zijn rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van het hoogheemraadschap (artikel 5.23 Waterwet).

8. Procedure

De procedure die gevolgd wordt voor dit projectplan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Zienswijze ontwerpfase

Bij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt het ontwerp projectplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode tegen het ontwerp projectplan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp indienen bij HHSK. Na de terinzageleggingtermijn stelt het hoogheemraadschap het projectplan, inclusief een naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen opgestelde nota van beantwoording vast.

 

Beroep

Na vaststelling van het projectplan kunnen degenen die een zienswijze hebben ingediend op het projectplan beroep instellen. Beroep dient binnen zes weken na de bekendmaking van het projectplan ingesteld te worden bij de Rechtbank Rotterdam. Een beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van beroep.

 

Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd.

 

Een beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank Rotterdam, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 50950, 3007 BL Rotterdam onder overlegging van een afschrift van dit projectplan. Het beroep kan ook digitaal ingesteld worden bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Na de uitspraak van de rechtbank kan eventueel hoger beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Voorlopige voorziening

Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld.

 

Voor het verzoek tot voorlopige voorziening is opnieuw griffierecht verschuldigd.

Bijlage I: Kaart eigendomssituatie

 

Bijlage II: Ontwerptekeningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage III: GIS tabel objecten