Organisatie | Brunssum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels wmo Beleidsregels Wmo gemeente Brunssum 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels Wmo gemeente Brunssum 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN PROTOCOL INDICATIESTELLING HULP BIJ HET HUISHOUDEN Toelichting |
Deze regeling is vervangen door de Beleidsregels Wmo gemeente Brunssum 2017.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Wmo Brunssum januari 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 01-11-2016 | 684853 |
Het College van de gemeente Brunssum
overwegende dat het in verband met de kanteling wenselijk is nadere beleids- en uitvoeringsregels op te stellen in verband met de te treffen voorzieningen om de beperkingen, die een persoon heeft om te kunnen participeren in de samenleving, te compenseren;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2012 - 2016 en het addendum Wmo Op Eigen Kracht 2015 & 2016 van de gemeente Brunssum;
Gezien de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Brunssum 2015;
vast te stellen de Beleidsregels Wmo gemeente Brunssum 2017.
PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Kosten van de te verstrekken voorziening in natura: de kosten zoals door het college overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt dan wel vastgesteld op basis van de meest goedkope adequate offerte, waarbij bij individuele vervoersvoorzieningen geldt dat na de laatste afschrijftermijn het onderhoud, de reparatie en de verzekering als kosten blijven gelden;
Hulp bij het huishouden: De activiteiten die op dit moment onder Hulp bij het Huishouden vallen zijn huishoudelijke werkzaamheden die samenhangen met beperkingen op het vlak van:
instructie en voorlichting die direct is verbonden met activiteiten op het gebied van het voeren van een huishouding, bijvoorbeeld stimulering bij het deels zelf uitvoeren van activiteiten. Enige begeleiding kan deel uitmaken van deze prestatie, waaronder noodzakelijke advisering aan informele verzorgers van de cliënt. In bijzondere situaties kunnen de volgende werkzaamheden worden gevraagd;
Individuele ondersteuning OB-psychosociaal extra: Basis + module beschikbaarheid (H164)
OB psychosociaal extra voorziet in een vergoeding van de beschikbaarheid, opgevat als tijden waarop uitvoerende beroepskrachten beschikbaar zijn voor directe zorgverlening maar niet feitelijk met die zorgverlening bezig zijn (men is oproepbaar). Uitgangspunt is de doelmatige organisatie van die beschikbaarheid.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Verordening en de Awb.
Ter uitvoering van de Wet genoemde vier domeinen, gelden de volgende te bereiken resultaten:
Lid 1. Domein 1: Een huishouden voeren:
Lid 2: Domein 2: Zich verplaatsen in en om de woning:
Iedere burger kan zich verplaatsen in, om en nabij de woning.
Lid 3: Domein 3: Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel:
Iedere burger kan zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.
Lid 4: Domein 4: Medemensen ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aangaan:
Iedere burger heeft de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
PARAGRAAF 2 VORM VAN TE VERSTREKKEN VOORZIENINGEN
Artikel 3 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget is inclusief onderhoud, reparatie en verzekering, zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald bij de verstrekking van een voorziening in natura. Bij individuele vervoersvoorzieningen geldt, dat na de laatste afschrijftermijn van de voorziening, het persoonsgebonden slechts het onderhoud, de reparatie en de verzekering omvat.
De controle van de verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college, zoals bedoeld in artikel 8 lid 4 van de Verordening, vindt steekproefsgewijs plaats na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar, waarbij de steekproef een minimale omvang heeft van 10 % van de verstrekte persoonsgebonden budgetten.
Artikel 6 Hoogte financiële tegemoetkoming en persoonsgebonden budget in de kosten van woonvoorzieningen
De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 16 onderdeel c van de Verordening en artikel 16 onderdeel d van de Verordening, wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag conform de geldende limitatieve lijst van SCIO Consult of zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
Na de voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een voorziening als bedoeld in artikel 18 sub b van de verordening, maar uiterlijk binnen 12 maanden na het verlenen van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming, verklaart de woningeigenaar aan het College dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
PARAGRAAF 6 HET LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Artikel 10 Duur persoonsgebonden budget voorziening in natura
Het door het college te verlenen persoonsgebonden budget voor een voorziening in natura wordt verstrekt voor een periode die gelijk is aan de door de leverancier in de offerte vastgestelde levensduur of afschrijftermijn. Indien bij een individuele vervoersvoorziening de afschrijftermijn is verlopen, blijft het persoonsgebonden budget verstrekt voor de periode gedurende welke onderhoud, reparatie en verzekering nog lopen.
Artikel 11 Hoogte financiële tegemoetkoming en PGB voor een vervoersvoorziening
De hoogte van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 27 onderdeel c van de Verordening wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte met een maximum van € 1.330,94 voor ergonomische aanpassingen aan de auto dan wel een maximum van € 3.660,07 voor aanpassingen aan de auto ten behoeve van rolstoelvervoer.
De financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een vervoersvoorziening zoals bedoeld in artikel 27 onder c van de Verordening, bedraagt: a. voor het gebruik van een taxi € 1.060,16 per jaar, waarbij gebruik wordt gemaakt van vervoer door Regiotaxi Limburg; b. voor het gebruik van een rolstoeltaxi € 1.589,15 per jaar, waarbij gebruik wordt gemaakt van vervoer door Regiotaxi Limburg.
Artikel 13 Omvang van eigen bijdragen hulp bij het huishouden, individuele begeleiding, woonvoorzieningen en/of individuele vervoersvoorzieningen
Artikel 14 Duur van de eigen bijdrage
Indien de voorziening bestaat uit een roerende zaak of uit een woonvoorziening wordt, gedurende een periode van 39 maal vier weken, een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende die periode een, met toepassing van het in artikel 13 van deze beleidsregels gestelde, vastgesteld bedrag in mindering gebracht.
Het College vraagt advies van een onafhankelijk extern medisch adviesorgaan in de volgende situaties:
Het College kan daarnaast altijd aanleiding zien om medisch advies te vragen.
Aldus vastgesteld door het College van de Gemeente Brunssum 1 november 2016
De Burgemeester, De Secretaris,