Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidhorn

Woonschepenverordening 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidhorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWoonschepenverordening 2011
CiteertitelWoonschepenverordening 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp
Externe bijlageLigplaatsenkaart woonschepen Aduarderdiep, locatie Steentil

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-201401-01-2021De bij deze verordening behorende ligplaatsenkaart voor de locatie Steentil is op 7 oktober 2014 gewijzigd

07-10-2014

Westerkwartier, 15-10-2014

Onbekend
28-04-2011Onbekend

04-04-2011

Westerkwartier, 20 april 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Woonschepenverordening 2011

De raad van de gemeente Zuidhorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

inzake de wenselijkheid om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen voor het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;

besluit vast te stellen de Woonschepenverordening 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: een vaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk als woning wordt gebruikt en daartoe is ingericht;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd en/of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een steiger en een loopplank;

  • d.

    bijboot: een licht vaartuig dat bij een woonschip behoort en waarvan de bovenkant niet hoger is dan 1 meter boven de waterlijn en de oppervlakte niet groter is dan 10 m² en dat niet bestemd en/of geschikt is voor bewoning;

  • e.

    openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

  • f.

    recreatieschip: een vaartuig dat niet uitsluitend of hoofdzakelijk als woning wordt gebruikt en daartoe is ingericht;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Zuidhorn.

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn.

Artikel 3 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 aangewezen gedeelten van het openbaar water.

Artikel 4 Ontheffing verboden ligplaatsen

  • 1.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod van artikel 3 voor ligplaatsen aan de oever(s) van eigenaren die als bedrijf een jachthaven uitoefenen. De oever(s) waarvoor ontheffing geldt, wordt/worden – na de eigenaar te hebben gehoord – door het college bepaald. De ontheffing kan voor de gehele oever(s) verstrekt worden aan de eigenaar.

  • 2.

    De ontheffing als bedoeld in lid 1 kan worden ingetrokken indien het uiterlijk aanzien van de gemeente op ontoelaatbare wijze wordt geschaad.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaart

  • 1.

    De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaart, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen.

  • 2.

    Het college is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatsenkaart. Deze wijziging mag niet in strijd zijn met het vigerende bestemmingsplan.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1.

    Op de op grond van artikel 5, eerste lid, aangewezen plaatsen mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een ligplaatsvergunning van het college.

  • 2.

    De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

Artikel 7 Aanvraag en beslistermijn

  • 1.

    Een aanvraag om ligplaatsvergunning wordt ingediend door gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden als bijlagen in ieder geval gevoegd:

    • a.

      kopie van het bewijs van eigendom;

    • b.

      foto’s van het woonschip.

  • 3.

    Het college beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 8 Weigering ligplaatsvergunning en vergunningsvoorwaarden

  • 1.

    Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager al een ligplaatsvergunning voor een ligplaats in de gemeente Zuidhorn is verleend;

    • b.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • c.

      het woonschip breder is dan 6 meter;

    • d.

      het woonschip hoger is dan 3,5 meter, gerekend vanaf de waterlijn, met dien verstande dat voor maximaal 25% van het totaal aanwezige horizontale oppervlak van het schip, kajuiten en andere ondergeschikte dakopbouwen tot een hoogte van maximaal 5 meter boven de waterlijn zijn toegestaan;

    • e.

      het woonschip meer dan één bouwlaag bevat, geschikt voor bewoning of verblijf;

    • f.

      het woonschip langer is dan 30 meter, met dien verstande dat het woonschip niet langer mag zijn dan de lengte van de beschikbare ligplaats, zoals aangegeven op de ligplaatsenkaart;

    • g.

      het woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • h.

      het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente als bedoeld in paragraaf 1 van de nadere regels woonschepen;

    • i.

      het woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • j.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 26 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • k.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met door het college gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen;

  • 2.

    Aan een ligplaatsvergunning kan het college voorwaarden verbinden.

  • 3.

    Bij een woonschip waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend, is uitsluitend één bij het woonschip behorende bijboot, niet zijnde een recreatieschip, toegestaan.

Artikel 9 Wijziging tenaamstelling ligplaatsvergunning

  • 1.

    Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijft het college de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende.

  • 2.

    Een verzoek om wijziging tenaamstelling ligplaatsvergunning wordt ingediend door gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier, waarbij de eigenaar onder meer verklaart dat het woonschip niet is gewijzigd in strijd met de verleende ligplaatsvergunning. Bij het verzoek wordt een kopie van het bewijs van eigendom ingediend.

  • 3.

    Een verzoek om wijziging tenaamstelling wordt geweigerd indien de rechtverkrijgende al een ligplaatsvergunning voor een ligplaats in de gemeente Zuidhorn is verleend.

Artikel 10 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2.

    Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 8, onder b tot en met k, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

a. de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

b. de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

c. niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

d. het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

e. het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

f. het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college gedurende een periode langer dan twaalf aaneengesloten weken niet op de vergunde ligplaats ligt;

g. op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning;

h. het woonschip belemmeringen veroorzaakt aan het verkeer te water en/of te land;

i. het woonschip langer dan een halfjaar onbewoond is geweest;

j. de vergunninghouder of zijn rechtsverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 12 Aansluiting op de drinkwaterleiding

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2.

    Het college kan vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van een of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 13 Aansluiting op de riolering

De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten op het openbaar riool of een IBA-voorziening.

Artikel 14 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regels te stellen.

Artikel 15 Nakoming aanwijzingen

  • 1.

    Bij het innemen en hebben van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door het college gegeven aanwijzingen binnen de daarbij gestelde termijn in acht genomen.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 16 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 17 Strafbepalingen

Overtreding van artikel 3 of artikel 6, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 18 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Ligplaatsvergunningen, afgegeven op grond van de verordening als genoemd in artikel 19, tweede lid, worden geacht vergunningen op grond van artikel 6 van deze verordening te zijn.

  • 2.

    Aanvragen voor ligplaatsvergunningen, aanvragen om wijziging van ligplaatsvergunningen en aanvragen om wijziging tenaamstelling ligplaatsvergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

  • 3.

    Ligplaatsen die niet op de ligplaatsenkaart voorkomen en op het moment van inwerkingtreding van deze verordening op basis van een in het verleden door de gemeente verstrekte ontheffing of vergunning zijn ingenomen door woonschepen, blijven na inwerkingtreding van deze verordening in stand.

  • 4.

    De ontheffingen als omschreven in het derde lid kunnen niet worden overgedragen.

  • 5.

    Indien binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een ligplaats vrijkomt, stelt het college de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen.

Artikel 20 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    De Woonschepenverordening 2004 en de nadere regels woonschepen 2003 worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Woonschepenverordening 2011’.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 april 2011,

de raad voornoemd,

de griffier, M.J. Slopsema-Terpstra

de voorzitter,  E. Fennema

Bijlage: Ligplaatsenkaart woonschepen Aduarderdiep, locatie Steentil

Ligplaatsenkaart woonschepen Aduarderdiep, locatie Steentil