Organisatie | Delfzijl |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delfzijl |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delfzijl |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | bijlage 3 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2013 | bijlage 3 | 23-05-2013 Eemsbode, 12-06-2013 | Geen | ||
31-03-2011 | 20-06-2013 | nieuwe regeling | 24-03-2011 Eemsbode, 30-03-2011 | Geen |
De raad van de gemeente Delfzijl;
gelezen het voorstel van het college van 22 februari 2011;
gelet op artikel 140 /141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 /135 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g /96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;
gelet op de artikelen XIII , XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;
gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delfzijl
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;
school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra ;
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs , artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening) intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Bijlage 1 ”Voorzieningen ten behoeve van energiebesparing en binnenmilieu in scholen voor basisonderwijs (EBA-voorzieningen)”;
I Aanduiding van de voorziening
Het bevoegd gezag van een school kan een aanvraag indienen voor één of meer van de volgende voorzieningen gericht op energiebesparing of verbetering van het binnenmilieu:
De aanvraag dient te worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 140, vierde lid WPO en artikel 134, vierde lid WEC.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Deze bijlage is van toepassing voor de periode vanaf de bekendmaking van dit besluit tot 4 september 2011.
IV Toekenningcriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
Voor alle voorzieningen gelden de volgende algemene toekenningcriteria:
De gevraagde voorzieningen moeten blijkens een als bijlage bij de aanvraag gevoegd Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) dat voldoet aan de voorwaarden die daaraan gesteld zijn in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 nodig of wenselijk zijn.
De voorzieningen staan open voor scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.
IVb Voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente
Voor nevenvestigingen op het grondgebied van deze gemeente staat de voorziening open indien de hoofdvestiging van de school, gelegen in een andere gemeente, in die gemeente geen aanspraak kan maken op deze zelfde voorzieningen, onafhankelijk van de vraag of deze aanspraken ook daadwerkelijk worden gehonoreerd.
IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging
De voorziening staat uitsluitend open voor (delen van) hoofdgebouwen, dislocaties en nevenvestigingen met een permanente bouwaard, waarvan de opleveringsdatum is gelegen vóór 31 december 2003. De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging die niet is gelegen op het grondgebied van deze gemeente.
IVd Overige voorwaarden op basis waarvan het schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Zie overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”
Zie overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”
VIa Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd
Zie overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”
Zie overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”
Het overzicht met aanvullende criteria waarnaar hierboven wordt verwezen maakt een integraal onderdeel uit van deze aanvullende voorziening.
De staatssecretaris van onderwijs en wetenschap heeft op 16 juni 2010 een beschikking afgegeven op de subsidieaanvraag voor het verbeteren van het binnenklimaat van schoolgebouwen. Het gaat hier om een bedrag van
€ 148.477,00. Dit is de maximale toekenning op grond van de subsidieregeling, gebaseerd op het totaalbedrag van de berekende projectkosten ad € 242.128,00. Voor dit bedrag kunnen 8 scholen worden aangepakt (zie onderstaand overzicht). Er geldt een verplichting dat 40% van de projectkosten via cofinanciering wordt bekostigd, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 93.651,00. Met de schoolbesturen is overeengekomen dat zij in totaal € 32.345,00 bijdragen in de kosten. Er resteert voor de gemeente derhalve een investering van € 61.306,00. De bijdrage van zowel gemeente als rijk zullen bij voorschot aan de schoolbesturen worden uitbetaald.
In het onderstaande staatje geven we een overzicht van de scholen die voor subsidie in aanmerking zijn gebracht: