Organisatie | Laren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen wethouders, raads-en commissieleden 2008 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen wethouders, raads-en commissieleden 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur en recht |
Externe bijlagen | Verordening voorzieningen wethouders ed Bijlagen Verordening voorzieningen wethouders ed Toelichting |
Deze verordening vervangt de Verordening voorzieningen wethouders, raads-en commissieleden 2006, vastgesteld d.d. 24 januari 2007 en wijzigingen nadien met uitzondering van de besluiten over de vastgestelde vergoedingen als bedoeld in art. 23, lid 4.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2008 | 27-03-2014 | nieuwe regeling | 29-10-2008 Larens Journaal 07-11-2008 | Raadsbesluit 2008/30 |
De raad van de gemeente Laren;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2008;
gelet op de artikel 44, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,
vast te stellen de volgende Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2008.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet c.q. als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;
b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
d. Regeling rechtspositie wethouders: Ministerieel besluit van 20 februari 2004, Stcrt. 41;
e. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken vana 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR. Stcrt. 212;
f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
g. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
h. raadslid: lid van gemeenteraad;
i. de griffier: de griffier als bedoeld in artikel 107 van de gemeentewet;
j. de gemeentesecretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 102 van de gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.
Indien het raadslid in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig het bepaalde in de Reisregeling buitenland.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf instemming van de raad vereist.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die als lid van de gemeenteraad wordt gemaakt, komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking, voor zover deze kosten het vastgestelde budget voor opleidingen / cursussen per raadslid per jaar niet te boven gaan.
Artikel 8 Computer en laptop c.a. / internetaansluiting via ADSL of kabel
De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen wat betreft het providergedeelte volledig en wat betreft het gesprekskostengedeelte voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.
De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de voor het gemeentebestuur geldende fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval een raadslid een uitkering opgrond van het Besluit Werkloosheid Onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 12a Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt, de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
De artikelen 1 tot en met 7, 8 eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 12 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft gekregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 14 Reiskosten woon-werkverkeer
Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.
Artikel 15 Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 13, vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 13 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 15 worden volledig aan de wethouder vergoed.
Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, deelt dit mede aan het college. Zonodig vindt overleg plaats binnen het college op basis van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 19 Computer en laptop c.a. / internetaansluiting via ADSL of kabel
De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het raadslidmaatschap komen wat betreft het providergedeelte volledig en wat betreft het gesprekskostengedeelte voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.
De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het wethouderschap komen voor de helft voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.
De wethouder kan deelnemen aan de voor het gemeentebestuur geldende fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Artikel 23 Reis- en pensionkosten, verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten last van de gemeente aanspraak op vergoeding voor van:
a. Reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
b. Verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 23a Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, stelt het college, met uitzondering van de Rekenkamercommissie (deze heeft een eigen regeling), een hogere vergoeding vast, ten aanzien van
a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 24 Reis- en verblijfkosten
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is, en buiten Laren woonachtig is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
Artikel 26 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een commissielid als bedoeld in lid 1 aan cursussen, congressen, seminars, symposia en excursies die als lid van de gemeenteraad wordt gemaakt, komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking, voor zover deze kosten het vastgestelde budget voor opleidingen / cursussen per raadslid per jaar niet te boven gaan
Artikel 27 Gebruik computer en laptop c.a.
Aan een commissielid, als bedoeld in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet wordt ter compensatie van het gebruik van eigen computer of laptop met bijbehorende randapparatuur vanwege de uitoefening van het lidmaatschap van een raadscommissie, een geldelijke vergoeding verstrekt.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 28 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Artikel 29 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en uiterlijk binnen 1 maand ingediend:
- indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris, en
- indien het een raadslid of commissielid betreft bij de griffier, en
- indien het een lid van een commissie betreft dat geen raadslid of wethouder is bij een aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken