Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Blaricum |
Citeertitel | Financiële verordening 2004 gemeente Blaricum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Wettenbank |
Externe bijlage | Financiële verordening 2004 Toelichting |
Deze verordening vervangt de Financiele verordening, vastgesteld d.d. 23 oktober 2003. Deze verordening treedt per 1 december 2004 met terugwerkende kracht in werking.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2011 | 21-05-2011 | Intrekking | 19-04-2011 Hei en wei 13-05-2011 | Raadsbesluit 2011-24 | |
17-07-2010 | 01-12-2004 | 21-05-2011 | nieuwe regeling | 27-01-2005 Hei en wei 09-07-2010 | Raadsbesluit 27-1-2005 |
De raad van de gemeente Blaricum,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 212 van de Gemeentewet, op de Tijdelijke referendumwet en op de Algemene wet bestuursrecht
1. In te trekken de Financiële verordening gemeente Blaricum, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 23 oktober 2003
2. Vast te stellen de navolgende
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Blaricum (Financiële verordening 2004 gemeente Blaricum).
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van
het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie en ten behoeve van de
verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van feiten
betreffende de financiële gegevens van de organisatie, teneinde te komen tot een goed inzicht
a. de financieel-economische positie;
c. de uitvoering van de begroting;
d. het afwikkelen van vorderingen en schulden;
e. de rekening en verantwoording;
3. administratieve organisatie:
het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand
houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten
behoeve van de verantwoordelijke leiding;
het uitoefenen van het bestuur over en het toezicht op het beheer van middelen en het
uitoefenen van rechten van de gemeente;
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 4 Begrotingsuitvoering
Het college stelt regels vast met het oog op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de begroting en omtrent de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van toegekende budgetten en investeringskredieten.
Het college draagt, via de regels ex artikel 13, zorg voor een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan.
Artikel 6 Informatievoorziening
Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting over de eerste drie maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar en verder op elk moment dat de actieve informatieplicht, bedoeld in artikel 169 en artikel 180 van de Gemeentewet, dat vereist.
Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad over de uitvoering van de programma’s door middel van jaarverslag en jaarrekening.
Vaststelling van de jaarrekening door de raad dient het college tot decharge.
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting ook de daarin opgenomen investeringskredieten; in de begroting worden daartoe per programma die investeringen opgenomen welke door de raad geautoriseerd dienen te worden.
Artikel 9 Waardering & afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden, met uitzondering van schoolgebouwen, lineair afgeschreven in ten minste:
a. nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen: 40 jaar;
b. rioleringen: afhankelijk van de aard van de investeringen (conform het GRP);
c. renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen: 25 jaar;
d. veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, aanleg tijdelijke terreinwerken, nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen; groot onderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen: 10 jaar;
e. zware transportmiddelen, aanhangwagens, schuiten, personenauto’s, lichte motorvoertuigen: 5 jaar
i. automatiseringsapparatuur: 3 jaar;
k. technische installaties: 5 jaar;
l. schoolgebouwen: 40 jaar annuïtair;
m. niet: gronden en terreinen.
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.
Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, straten, fietspaden, voetpaden, bruggen, viaducten, tunnels, verkeerslichtinstallaties, openbare verlichting, straatmeubilair, reconstructie openbare ruimte, civiele kunstwerken, parken en overig openbaar groen.
Artikel 10 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Blaricum wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. Het college neemt de relevante informatie voor de kostprijsberekeningen op in de begrotingsstukken.
Het college draagt binnen de kaders van de Wet FIDO en het treasurystatuut zorg voor de uitoefening van de financieringsfunctie en kan daarvoor nadere regels vaststellen.
Artikel 12 Ander financieel beleid
Het college zal in de begroting het beleid en andere relevante informatie opnemen ten aanzien van:
b. de lokale heffingen, incl. de grondslagen voor de berekening daarvan;
c. onderhoud van kapitaalgoederen;
h. de reserves en voorzieningen;
en eventueel voorstellen doen tot aanpassing van het beleid; de raad beslist daarover elk jaar bij de
Artikel 13 Financiële administratie en organisatie
Het college stelt regels op ten behoeve van de inrichting en de werking van de financiële administratie, de administratieve en financiële organisatie in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording en andere relevante wet- en regelgeving; deze regels worden ter kennis van de raad gebracht.