Nr. 8
De raad van de gemeente Marum;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 4 november 2010, nr.
10.11.08.;
gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel
156 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
- 1
Een werkgeverscommissie in te stellen.
- 2
Aan de onder 1 genoemde commissie de bevoegdheden te delegeren die
rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet
gebaseerde en door de raad vastgestelde rechtspositionele
voorschriften en de artikelen 107 tot en met 107e Gemeentewet, met
uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 107, 107a,
tweede lid, 107d, eerste lid en 107e, eerste lid van de
Gemeentewet.
- 3
Te benoemen in deze werkgeverscommissie: de nestor van de raad,
mevrouw J. Hulshoff-Oost voor de huidige zittingsperiode van de
raad, alsmede een nader door de gemeenteraad aan te wijzen raadslid
voor een periode van twee jaar.
- 4
Eerdere delegatiebesluiten in te trekken.
- 5
Vast te stellen de navolgende: “Verordening werkgeverscommissie
griffie”
Artikel 1 Instelling, taken en bevoegdheden werkgeverscommissie
- 1.
De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit ten aanzien van
de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren, zoals
die door de raad aan haar zijn gedelegeerd.
- 2.
Tot de bevoegdheid van de werkgeverscommissie behoren ook de
voorbereiding en uitvoering van de overige tot het werkgeverschap
van de raad behorende besluiten en regelingen.
- 3.
De werkgeverscommissie kan de aan haar overgedragen bevoegdheden ten
aanzien van het griffiepersoneel mandateren aan de griffier.
Artikel 2 Samenstelling werkgeverscommissie
- 1.
De werkgeverscommissie bestaat uit de nestor tevens plaatsvervangend
voorzitter van de raad en voorzitter van de werkgeverscommissie, en
een ander lid uit de raad. De leden vertegenwoordigen zowel coalitie
als oppositie.
- 2.
De nestor wordt als lid van de werkgeverscommissie uit zijn midden
benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad en een
tweede lid wordt door de raad benoemd voor de duur van twee jaar.
- 3.
Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt:
- a
op eigen verzoek; het lid doet daarvan schriftelijk
mededeling gaan de raad; het ontslag gaat in als de opvolger
door de raad is benoemd;
- b
indien het lid aftreedt als lid van de raad;
- c
indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer
geschikt is de functie van lid van de werkgeverscommissie te
vervullen.
- 4.
De voorzitter van de raad kan in voorkomende gevallen worden
uitgenodigd om in de vergadering van de werkgeverscommissie aanwezig
te zijn en eventueel op te treden als informant.
Artikel 3 Taken voorzitter
De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:
- a.
het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;
- b.
het leiden van de vergaderingen;
- c.
het doen naleven van deze verordening;
- d.
het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze
commissie uitgaan, alsmede het zorg- dragen voor de uitvoering van
de besluiten van de werkgeverscommissie;
- e.
het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie en de
griffier als eerst verantwoordelijke voor de personele en
organisatorische zaken van de griffie.
Artikel 4 Ondersteuning van de commissie
De griffier of een door deze aan te wijzen functionaris staat de
werkgeverscommissie terzijde, draagt zorg voor het secretariaat en maakt met
het college of de secretaris afspraken over ondersteuning.
Artikel 5 Besluitvorming
- 1.
Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht
door de leden, zoals bedoeld in artikel 2.
- 2.
Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 6 Verslaglegging
De griffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke
vergadering. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de
werkgeverscommissie definitief vastgesteld.
Artikel 7 Beslotenheid van vergaderingen
- 1.
De vergaderingen van de werkgeverscommissie worden in het belang als
bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet
openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.
- 2.
De agenda, de stukken en de besluitenlijst zijn openbaar, tenzij de
werkgeverscommissie beslist dat op grond van een belang, genoemd in
artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, hierop of een deel
daarvan geheimhouding moet worden gelegd.
- 3.
Indien een raadslid de stukken als bedoeld in het tweede lid wil
inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter van
de werkgeverscommissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek
slechts als sprake is van strijd met het openbaar belang. Het tweede
lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Vergaderfrequentie
De werkgeverscommissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo
vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.
Artikel 9 Verantwoording
De werkgeverscommissie brengt met inachtneming van het bepaalde in artikel
7, jaarlijks verslag uit aan de raad van haar werkzaamheden en bevindingen.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de
toepassing ervan beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de
voorzitter.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn
bekendmaking.
Artikel 12 Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening werkgeverscommissie
griffie’.