Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Projectplan Waterwet Natuurgebied Oudeland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingProjectplan Waterwet Natuurgebied Oudeland
CiteertitelProjectplan Waterwet Natuurgebied Oudeland
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 Eigendommenkaart Dammen Hekken en kunstwerken Perceelbrug Perceelbrug details Plaggen Moeras Peilscheidingen Watergangen Oevers Natuurbeheertype Grondwerk 1 Grondwerk 2 Grondwerk 3 Watersysteem Recreatie Waternatuur 1 Waternatuur 2 Waternatuur 3 Kabels en leidingen 1 Kabels en leidingen 2 Kabels en leidingen 3 Kavelpad Kunstwerken Dimensies Raakvlakken kabels en leidingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-05-2024nieuwe regeling

23-04-2024

wsb-2024-9691

2023.12897

Tekst van de regeling

Intitulé

Projectplan Waterwet Natuurgebied Oudeland

Toelichting

Eind 2014 hebben de Provincie Zuid-Holland (PZH), de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard 2014-2021 vastgesteld en ondertekend. In deze overeenkomst staan de afspraken over het aanleggen en beheren van het NatuurNetwerk Nederland (NNN; voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) in de regio met de verschillende partijen. De partijen trekken samen op om de natuurdoelen te realiseren in de Krimpenerwaard.

 

De integrale gebiedsontwikkeling van de Krimpenerwaard bestaat uit vijf pijlers, zoals die in het Veenweidepact Krimpenerwaard zijn benoemd: aanleg nieuwe natuur, duurzaam waterbeheer en tegengaan van bodemdaling, versterken landbouwstructuur, recreatie & toerisme en stimuleren van vernieuwend ondernemerschap. PZH is opdrachtgever voor de opgave natuur, die bestaat uit de realisatie van circa 2.250 ha van het NNN. De bestuurlijke vertegenwoordigers van deze partijen hebben zitting in de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard. Het Programmabureau Veenweiden werkt in opdracht van de stuurgroep aan de uitvoering van de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard.

In een eerdere fase zijn de deelgebieden De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en Oudeland-Zuid uitgevoerd. De uitvoering van deelgebied Den Hoek vindt in 2023 en 2024 plaats. Naast deze deelgebieden, bestaat de uitvoering van het programma Veenweiden Krimpenerwaard uit nog zes andere deelgebieden, namelijk Oudeland, Kattendijksblok, Middelblok, Veerstalblok & het Beijersche, Bilwijk, Kadijk-west en Graafkade.

 

De inrichting van het deelgebied Oudeland is verder uitgewerkt en beschreven in het projectplan waterwet. Dit deelgebied ligt in het zuiden van de Krimpenerwaard. Het nog in te richten deelgebied Oudeland is circa 107 hectare groot. In 2017 is naastgelegen deelgebied Oudeland Zuid al ingericht ten behoeve van natuurontwikkeling De grond in dit gebied is in eigendom van Stichting het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), HHSK, PZH en een aantal particuliere eigenaren.

 

Dit projectplan Waterwet heeft alleen betrekking op de watermaatregelen uit het inrichtingsplan voor deelgebied Oudeland, inclusief de zogenaamde ‘restopgave’ Berkenwoudse driehoek in het noorden. Het gaat dan om maatregelen om het de waterkwantiteit (peil, water toe- en afvoer) en gewenste waterkwaliteit mogelijk te maken.

 

Ziensijwzen

Het ontwerp-projectplan heeft gedurende zes weken voor inspraak ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ontvangen.

 

Beroep

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking. Belanghebbenden kunnen met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt gedurende een periode van zes weken een beroepschrift indienen. U kunt beroep instellen bij de Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

 

Op onze website www.hhsk.nl staat aangegeven hoe u beroep kunt instellen. U vindt daar ook andere belangrijke informatie over het indienen van beroep of het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening.

 

Heeft u vragen?

Voor vragen en/of meer informatie kunt u bellen met M. ‘t Hardt via nummer 010-4537200 of via m.hardt@hhsk.nl.

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Eind 2014 hebben de Provincie Zuid-Holland (PZH), de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard 2014-2021 vastgesteld en ondertekend. In deze overeenkomst staan de afspraken over het aanleggen en beheren van het NatuurNetwerk Nederland (NNN; voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) in de regio met de verschillende partijen. De partijen trekken samen op om de natuurdoelen te realiseren in de Krimpenerwaard.

 

De integrale gebiedsontwikkeling van de Krimpenerwaard bestaat uit vijf pijlers, zoals die in het Veenweidepact Krimpenerwaard zijn benoemd: aanleg nieuwe natuur, duurzaam waterbeheer en tegengaan van bodemdaling, versterken landbouwstructuur, recreatie & toerisme en stimuleren van vernieuwend ondernemerschap. PZH is opdrachtgever voor de opgave natuur, die bestaat uit de realisatie van circa 2.250 ha van het NNN. De bestuurlijke vertegenwoordigers van deze partijen hebben zitting in de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard. Het Programmabureau Veenweiden werkt in opdracht van de stuurgroep aan de uitvoering van de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard.

 

In een eerdere fase zijn de deelgebieden De Nesse, Berkenwoudse Driehoek en Oudeland-Zuid uitgevoerd. De uitvoering van deelgebied Den Hoek vindt in 2023 en 2024 plaats. Naast deze deelgebieden, bestaat de uitvoering van het programma Veenweiden Krimpenerwaard uit nog zes andere deelgebieden, namelijk Oudeland, Kattendijksblok, Middelblok, Veerstalblok & het Beijersche, Bilwijk, Kadijk-west en Graafkade. De inrichting van het deelgebied Oudeland is verder uitgewerkt en beschreven in het voorliggende plan. Dit deelgebied ligt in het zuiden van de Krimpenerwaard. Het nog in te richten deelgebied Oudeland is circa 107 hectare groot. In 2017 is naastgelegen deelgebied Oudeland Zuid al ingericht ten behoeve van natuurontwikkeling De grond in dit gebied is in eigendom van Stichting het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), HHSK, PZH en een aantal particuliere eigenaren. In figuur 1 is de contour van het in te richten gebied weergeven, evenals de gerealiseerde deelgebieden en de nog in een latere fase te ontwikkelen deelgebieden.

 

Figuur 1 Deelgebieden natuurontwikkeling Veenweiden Krimpenerwaard

 

Op 5 maart 2019 is het inrichtingsplan Krimpenerwaard vastgesteld. Hierin is het schetsontwerp van onder andere deelgebied Oudeland opgenomen, maar ook van de overige deelgebieden die nog moeten worden ingericht. Vervolgens heeft HHSK samen met ZHL, het Natuurbeheercollectief en het Programmabureau Veenweiden de inrichtingsplannen verder uitgewerkt tot een uitvoeringsontwerp dat vervolgens uitgewerkt gaat wordt tot een bestek ten behoeve van contractvorming.

 

Dit projectplan Waterwet heeft alleen betrekking op de watermaatregelen uit het inrichtingsplan voor deelgebied Oudeland, inclusief de zogenaamde ‘restopgave’ Berkenwoudse driehoek in het noorden. Het gaat dan om maatregelen om het de waterkwantiteit (peil, water toe- en afvoer) en gewenste waterkwaliteit mogelijk te maken. In figuur 2 is de contour van het deelgebied Oudeland weergegeven, dat in het zuidwesten aansluit op het reeds ingerichte deelgebied Oudeland Zuid.

 

Figuur 2 Projectgrens deelgebied Oudeland

 

Voor de deelgebieden Middelblok en Kattendijksblok is ook een projectplan Waterwet opgesteld welke parallel aan dit projectplan worden gepubliceerd. Het voornemen is om de werkzaamheden van deze drie deelgebieden ook in dezelfde periode uit te voeren.

 

Op 14 juli 2021 is ook het bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard”1 vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft als basis het Inrichtingsplan Krimpenerwaard, waarin zowel de natuur- als de waterkaders zijn uitgewerkt. Het inrichtingsplan is ook de basis voor de gelijktijdig opgestelde en vastgestelde peilbesluiten door het hoogheemraadschap.

 

Een van de wijzigingen binnen het vastgestelde bestemmingsplan is de verandering van gebruiksfunctie. Deelgebied Oudeland is de gebruiksfunctie ‘landbouw’ naar ‘natuur’ omgezet. Binnen de bestemming ‘natuur’ is geen ruimte voor extensief agrarisch medegebruik en is het gebruik van meststoffen (in principe) niet toegestaan, evenals het opslaan van meststoffen. Weinig bemesting via het land en de beperkte drooglegging (waardoor weinig voedingsstoffen via oxidatie beschikbaar komen) dragen bij aan verbetering van de binnen de hydrologisch geïsoleerde natuurgebieden. Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor ontwikkeling van soortenrijke watervegetaties met ander andere krabbenscheer, waterlelie en gele plomp. Waterplanten nemen het voedsel uit het water op, waardoor algen minder kans krijgen om te groeien. De watervegetaties zorgen er zodoende voor dat het water helder blijft. Ook biedt het ruimte aan kenmerkende fauna zoals de kleine modderkruiper, bittervoorn, groene glazenmaker en grutto en draagt zo bij aan de ecologische verbinding door het gebied.

1.2 Probleemstelling

De herinrichting van het gebied is tweeledig. Het primaire doel is bijdragen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW)-doelstellingen. Daarnaast heeft de inrichting van het NNN als doel om natuuropgaven te realiseren. Ook is het beperkten van bodemdaling een nevendoel.

 

KRW-doelen

De doelstelling van de KRW is om de chemische en ecologische waterkwaliteit binnen Europa te verbeteren, bijvoorbeeld door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Landelijk zijn voor verschillende watertypen standaard ecologische doelen uitgewerkt2. Voor de Krimpenerwaard zijn de doelen voor veensloten en -kanalen het meest passend. Ten behoeve van deze natuurinrichting zijn deze landelijke doelen vertaald naar water- en oevernatuurbeheertypen. Hiermee kan de gewenste differentiatie tussen sloten zichtbaar worden gemaakt. Voor het deelgebied Oudeland zijn de KRW-doelen het hoofddoel.

 

Binnen het projectgebied worden natuurvriendelijke oevers (L01.15) ontwikkeld, met daarbij de volgende slootbeheertypen:

  • Kroos of draadalgensloot

  • Uniform begroeide sloot (uniform submers)

  • Gevarieerd begroeide sloot (gevarieerd submers)

  • Diepe weinig begroeide sloot

  • Krabbenscheersloot

  • Verlandingsvegetatie (met helofyten)

Natuurdoelen

De natuuropgave NNN heeft als ambitieniveau ‘Grutto en Dotter’ met de volgende globale verdeling van natuurdoelen:

  • 1/2 deel “grutto” (weidevogelgebied);

  • 1/3 deel “dotter” (botanisch grasland);

  • 1/6 deel karakteristieke landschapselementen zoals eendenkooien, pestbosjes, blokboezems en moerassen.

Deze doelen worden op gebiedsniveau nagestreefd. Per deelgebied kan het accent op één of meer natuurdoelen liggen. Voor Oudeland ligt de prioriteit conform het inrichtingsplan op de ontwikkeling van de volgende natuurbeheertypen:

  • N05.03 Veenmoeras en 10.01 Nat schraalland

  • M10.01 Nat schraalland en N10.02 Vochtig hooiland

  • N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland

  • N13.01 Vochtig weidevogelgrasland

Kleinschalige elementen:

  • N.04.02 Zoete plas

  • N05.03 Veenmoeras

  • N06.01 Veenmosrietland

  • N14.02 Laagveenbos

  • L.01.03 Elsensingel

De huidige inrichting van het gebied Oudeland voldoet niet aan de gewenste omstandigheden voor de ontwikkeling van deze natuurdoelen. Er moet meer diversiteit (in ruimte en in tijd) aan leefgebieden komen en het gebied moet voedselarmer worden.

 

De hoofdoplossingsrichtingen voor zowel de KRW-doelen als de natuurdoelen zijn:

  • Maaiveld, oevers en watergangen vergraven om een meer gevarieerd leefgebied te creëren;

  • Hoger oppervlaktewaterpeil (kleinere drooglegging) om daarmee de grondwaterstand te verhogen, de veenmineralisatie te verminderen en de grasgroei te remmen;

  • Meer natuurlijk variatie in de waterstand (flexibelpeil) om inlaat van water te beperken en oeverontwikkeling te stimuleren;

  • Scheiding oppervlaktewatersystemen (natuur scheiden van stedelijk en landbouw);

  • Waar mogelijk recreatieve voorzieningen inpassen om de beleving te vergroten.

1.3 Doel van het project en beoogd resultaat

Het project draagt bij aan de realisatie van de water- en natuurdoelstellingen voor Oudeland als onderdeel van de opgave om voor 2025 circa 2.250 ha van het NNN in de Krimpenerwaard te realiseren. Na afronding van het project, uiterlijk in 2027, zijn in Oudeland de noodzakelijke randvoorwaarden gerealiseerd voor de beoogde natuur op het land en in het water zoals hiervoor omschreven3. Tevens zijn kleinschalige recreatieve voorzieningen aangelegd.

 

De inrichtingsmaatregelen dragen bij aan de realisatie van de natuurdoelen en waar mogelijk recreatief medegebruik. De maatregelen die betrekking hebben op het watersysteem voldoen aan de randvoorwaarden van HHSK zoals vastgelegd in de keur, beleidsregels, algemene regels en de legger (per 1 januari 2024 in de Waterschapsverordening). Daarnaast worden de maatregelen getoetst aan het beleid van HHSK.

1.4 Projectgebied

Dit projectplan heeft betrekking op natuurgebied Oudeland. De begrenzing van het projectgebied betreft de percelen die eigendom zijn van ZHL, HHSK en PZH. Tussen de percelen van ZHL en PZH liggen vierpercelen in eigendom van particulieren (zie kaart met eigendomssituatie in bijlage I). De beoogde natuurontwikkeling op deze particuliere percelen wordt door de eigenaren van de percelen zelf gerealiseerd (zg. zelfrealisatoren). Er is ook een deel dat niet in eigendom is van een particulier maar wel door een zelfrealisator wordt ingericht. De peilscheidende werken en de kunstwerken op grond van de zelfrealistoren worden meegenomen in dit projectplan, omdat deze belangrijk zijn voor de werking van het watersysteem. De overige activiteiten waarvoor vergunningen en/of meldingen benodigd zijn, zoals natuurvriendelijke oevers, worden door de zelfrealisatoren zelf verzorgd. In het projectgebied Oudeland zijn drie gebieden te onderscheiden: het gebied ten noorden van de Oudelandse weg, (Kromme Geer), het gebied ten Zuiden van de Oudelandse weg, grenzend aan het Loetbos en het al gerealiseerde gebied Oudeland Zuid. De maatregelen om dit derde gebied samen te voegen met de genoemde deelgebieden behoren ook tot dit plan. Het projectgebied ligt in de gemeente Krimpenerwaard. De gedetailleerde begrenzing is aangegeven op de tekeningen in bijlage II.

 

Omdat dit Projectplan Waterwet zich alleen richt op de watermaatregelen, en niet binnen de totale begrenzing van het bestemming maatregelen worden genomen, is het projectgebied krapper begrensd dan de bestemming natuur in het bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard” van gemeente Krimpenerwaard.

1.5 Proces en rollen

De Provincie Zuid-Holland, de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard trekken samen op om de natuurdoelen en KRW-doelstellingen te realiseren. Dit is vastgesteld in de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard. Omdat de werkzaamheden in de Krimpenerwaard voor een groot deel worden uitgevoerd in waterstaatswerken in beheer en onderhoud van HHSK en omdat HHSK mede-initiatiefnemer is van de werkzaamheden, is HHSK tevens bevoegd gezag van het Projectplan Waterwet. In het gebiedsconvenant is het Programmabureau Veenweiden aangewezen om de natuuropgave uit te voeren, in opdracht van de Stuurgroep Veenweiden. Het programmabureau en HHSK zijn gezamenlijk de opdrachtnemer voor de realisatie van de opgave natuur.

 

De gronden zijn in eigendom van ZHL, PZH, HHSK en drie particuliere eigenaren. Het beheer en onderhoud het water en van de percelen wordt uitgevoerd door ZHL en op de gronden van PZH door het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard.

 

De gemeente heeft op 14 juli 2021 het vigerende bestemmingsplan “Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard” vastgesteld. De bestemming van de gronden in het projectgebied is, op enkele percelen na, gewijzigd van agrarisch naar natuur.

 

Programmabureau Veenweiden draagt zorg voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen op het land én in het water.

1.6 Procedure besluitvorming

De besluitvorming van de water gerelateerde maatregelen bestaat uit drie procedures voorafgaand aan de uitvoering:

  • 1.

    Peilbesluit

  • De wijziging van het waterpeil is integraal onderdeel van de beoogde situatie van het natuurgebied en de aanleiding voor het aanleggen of ophogen van peilscheidingen en peil regelende kunstwerken. Tevens is het peilbesluit voor natuur het uitgangspunt voor de aanleghoogte van kunstwerken. Conform de Waterverordening Zuid-Holland heeft HHSK een nieuw (actueel) peilbesluit vastgesteld voor het projectgebied, namelijk peilbesluit natuurgebied Oudeland.

  • 2.

    Projectplan Waterwet

  • Onderhavig projectplan is opgesteld voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, dat door of namens HHSK beheerd en onderhouden wordt of gaat worden. Het betreft de werkzaamheden ten aanzien van het realiseren van nieuwe peilscheidingen en op afmeting brengen van bestaande peilscheidingen en peil regelende kunstwerken (zowel verwijderen, aan te passen of nieuw aan te leggen) in het nieuwe peilgebied en de werkzaamheden ten aanzien van hoofdwatergangen zoals dempen, graven en veranderen van profiel. Voor deze werkzaamheden is het vanuit de Waterwet verplicht om een projectplan op te stellen.

  • 3.

    Vergunning Waterwet

  • Voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, en het geen peil regelend werk betreft of een ander werk dat nodig is voor het laten functioneren van het watersysteem, vragen de twee zelfrealisatoren in Oudeland zelf een vergunning Waterwet aan (of ze doen een melding) bij HHSK. Dit betreffen activiteiten zoals de werkzaamheden ten aanzien van overige watergangen zoals het aanpassen van oevers en het verlagen van het maaiveld.

Er is gekozen voor separate projectplannen (één projectplan Waterwet per deelgebied) voor de deelgebieden Kattendijksblok, Oudeland en Middelblok, omdat de gebieden los van elkaar ingericht kunnen worden.

 

Overige maatregelen

Er worden verder diverse natuurinrichtingsmaatregelen op het land uitgevoerd, waaronder plaggen, greppels en poelen graven en het aanleggen van onderhoudspaden en enkele recreatieve voorzieningen. Deze maatregelen vallen niet onder de Waterwet of de Waterverordening en daarmee ook niet onder dit projectplan. Overige maatregelen zoals recreatieve voorzieningen kunnen wel vergunningsplichtig of meldingsplicht zijn.

 

Legger

Na de wijzigingen aan peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken wordt de nieuwe toestand door HHSK vastgelegd in de legger.

2. Randvoorwaarden wet- & regelgeving

Bij het inrichten van het natuurgebied worden werkzaamheden aan waterstaatswerken (waterkeringen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken) uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden de drie doelen die volgen uit de Waterwet besproken. Per doel wordt aangegeven aan welke uitgangspunten het ontwerp wordt getoetst. De resultaten van de toetsing zijn in hoofdstuk 4 beschreven.

2.1 Voorkoming en/of beperking van wateroverlast en waterschaarste

Ten aanzien van het voorkomen en/of beperken van wateroverlast en waterschaarste zijn voor natuurgebied Oudeland de volgende maatregelen in het projectplan onderbouwd:

  • 1.

    Het veranderen van peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken

  • Het watersysteem mag geen nadelige invloed ondervinden van werkzaamheden. De werking van het watersysteem mag niet verslechteren. De peilen uit het nieuwe peilbesluit Oudeland moeten gehanteerd kunnen worden. Tijdens de realisatiefase kunnen er tijdelijke wijzigingen in het watersysteem voorkomen.

De maatregelen worden getoetst aan de randvoorwaarden en uitgangspunten:

  • 2.

    De af- en aanvoer van water mag niet belemmerd worden

  • De afvoer van water moet voldoen aan de afvoerrichtlijn voor landelijk gebied (10 mm per etmaal). Wijzigingen aan de watergangen of de aanleg van kunstwerken, zoals bruggen en duikers, mag niet leiden tot onevenredige opstuwing van water. Voor de aanleg van kunstwerken in belangrijke hoofdwatergangen worden de criteria uit de beleidsregel (brug) en in andere hoofdwatergangen de criteria van de algemene regel (brug of dam met duiker) gehanteerd. In de overige watergangen worden de criteria van de algemene regel (duiker) gehanteerd. Als kunstwerken conform deze regels worden aangelegd, is extra verval niet significant voor de afvoer binnen het peilgebied.

  • 3.

    Afmetingen in beleidsregels, algemene regels en legger

  • In de beleidsregels, algemene regels en legger zijn de afmetingen en voorwaarden ten aanzien van het ontwerp van de watergangen, kunstwerken en onderhoudspaden opgenomen. Per 1 januari 2024 geldt de Waterschapsverordening. Deze maatregelen zijn getoetst aan het beleid van HHSK.

2.2 Bescherming chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem

De maatregelen worden getoetst aan de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten ten aanzien van waterkwaliteit en ecologie:

  • 4.

    Stand still principe

  • De waterkwaliteit mag niet achteruitgaan als gevolg van het uitvoeren van de werkzaamheden.

  • 5.

    Kaderrichtlijn Water-opgave (KRW)

  • De KRW verlangt dat overheden alle mogelijke maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren De keuze van deze maatregelen wordt per stroomgebiedsplan bepaald. Voor stroomgebiedsplan 3 is benoemd dat er integrale inrichtingsplannen worden uitgevoerd in de natuurgebieden binnen de Krimpenerwaard. HHSK richt zich op peilmaatregelen en PZH zal natuurbeheersmaatregelen uitvoeren.

  • 6.

    Vismigratie

  • De werkzaamheden mogen geen extra barrière opleveren voor vismigratie. Aanleg en wijziging kunnen dit mogelijk wel veroorzaken, zodoende worden er voorzieningen aangebracht in vismigratieroutes.

2.3 Maatschappelijke functies van het watersysteem

De maatschappelijke functies van het watersysteem in peilgebied Oudeland zijn natuur en daar waar mogelijk recreatief medegebruik. De maatregelen worden getoetst aan de volgende uitgangspunten:

  • 7.

    Natuurdoelen

  • De provincie Zuid-Holland streeft naar de ontwikkeling van het Nationaal Natuur Netwerk. De inrichting van natuurgebieden binnen de Krimpenerwaard is daar onderdeel van. De inrichting van het watersysteem moet bijdragen aan de realisatie van de natuurdoelen in deze gebieden.

  • 8.

    Beleving (recreatie)

  • De werkzaamheden mogen geen nadelige gevolgen hebben voor de beleving van het gebied en de watergebonden recreatie (schaatsen, varen, vissen).

3. Toekomstige situatie en maatregelen

Het inrichtingsplan dat door de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard is vastgesteld, is door HHSK samen met ZHL, het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard en medewerkers van het Programmabureau Veenweiden verder uitgewerkt tot een definitief ontwerp en contract. De maatregelen zijn weergegeven op de tekeningen, welke zijn bijgevoegd in bijlage II. De maatregelen sluiten aan bij het peilbesluit natuurgebied Oudeland.

3.1 Peilbesluit Oudeland

Voor het gebied Oudeland zijn vijf peilgebieden vastgesteld. In het peilbesluit is een flexibel peil opgenomen, waarbij het peil stapsgewijs met circa 20 centimeter wordt opgehoogd. Naar verwachting zal daarmee in een groot deel van het voorjaar een drooglegging van 0 tot 20 cm worden verkregen dat wenselijk is voor weidevogels, botanische natuurwaarden en veenmoerassen en botanische doelen. In onderstaande figuur is de kaart met de peilgebieden opgenomen.

 

Figuur 3 Peilgebieden Oudeland

 

De uitvoering van de benodigde maatregelen om het nieuwe waterpeil te kunnen instellen en hanteren, zijn meegenomen in dit projectplan. In verband met het risico op oeverafkalving wordt er extra aandacht besteed aan de geleidelijke peilverhoging.

3.2 Werkzaamheden Natuurgebied Oudeland

Er worden twee typen maatregelen uitgevoerd in Oudeland: peil regelende maatregelen en watersysteem maatregelen. Het gaat daarbij met name om grondroerende werkzaamheden zoals het graven en dempen van watergangen, het plaatsen en verwijderen van dammen, het graven van natuurvriendelijke oevers en het aanleggen van kunstwerken zoals een sifonduiker en spirosol duikers. De maatregelen worden hieronder toegelicht. De detailgegevens van de verschillende werkzaamheden inclusief tekeningen zijn terug te vinden in bijlage II.

 

Peil regelende maatregelen

Om het voorgestelde waterpeil te kunnen handhaven, worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Het gaat om maatregelen die voor een scheiding tussen waterpeilen en watergangen zorgen en om maatregelen die het peil kunnen reguleren. Het gaat om de volgende peil regelende maatregelen:

  • Peilscheiding

  • Om te voorkomen dat verschillende waterpeilen met elkaar in verbinding kunnen worden gesteld, is een peilscheiding rond het peilgebied nodig. De kruin van de peilscheiding wordt minimaal 40 cm boven het hoogste vastgestelde waterpeil (bovenbandbreedte van flexibel peilbeheer) aangelegd. De minimale breedte van het grondlichaam is 1,60 m op de kruin. Een peilscheiding kan breder worden gemaakt, wanneer deze ook als beheerpad fungeert. Het minimale talud is 1:1,5. De peilscheidingen van de peilgebieden worden na de realisatie opgenomen in de legger;

  • Gronddammen

  • De dichte dammen, die onderdeel zijn van de peilscheiding, dienen waterkerend te zijn en worden als kunstwerk bij HHSK opgenomen als vaste dam (KVD). Waar in de huidige situatie dammen met duikers aanwezig zijn op de peilscheiding, worden de duikers verwijderd en de dammen aangevuld met grond. De gronddammen worden met dezelfde minimale afmetingen aangelegd en onderhouden als de peilscheiding. De dichte gronddammen worden opgenomen in de legger als vaste dam. Waar een gronddam niet mogelijk is of anders is overeengekomen zal een keerschot worden toegepast;

  • Peil regelende kunstwerken

  • Om water aan te voeren of af te voeren, worden peil regelende kunstwerken aangelegd. Het betreft twee spirosol duikers en een sifonduiker aan de noordzijde van het gebied. Daarnaast worden uit/inlaatconstructies bij De Oudelandseweg en langs diverse watergangen aangelegd. De locaties van inlaten worden opgenomen in de legger. HHSK heeft de afmetingen bepaald volgens interne ontwerprichtlijnen (oppervlakte en debiet-afhankelijk). Alle kunstwerken voldoen hieraan.

Maatregelen watersysteem

Om de watergangen binnen de nieuwe peilgebieden met elkaar te verbinden, en om een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van KRW en de NNN-opgave, worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Het gaat om de volgende maatregelen:

  • Watergangen

  • Er worden een aantal overige watergangen verbreed en deze krijgen de functie hoofdwatergang. Het profiel van de hoofdwatergangen voldoet aan het standaard programma van eisen voor nieuwe hoofdwatergangen. De watergangen worden middels een leggerwijziging opgenomen als hoofdwatergang. Daarnaast worden een aantal overige watergangen verbreed en worden er nieuwe overige watergangen gegraven;

  • Dammen met duikers

  • In het gebied worden diverse dammen met duikers aangelegd om watergangen te verbinden met de rest van het natuurgebied. Voor de overige watergangen geldt de algemene regel voor duikers. Deze duikers hebben een diameter van ø 600 mm bij een watergang smaller dan 5,00 m en ø 800 mm bij een watergang breder dan 5,00 m.;

  • Natuurvriendelijke oevers (NVO’s)

  • In het gehele projectgebied Oudeland vinden ontgravingen plaats om NVO’s te realiseren. Het gaat om het verflauwen en verbreden van de oevers naar een talud van 1:3 tot 1:5 en om oevers met een plasberm van ca. 1 meter ten behoeve van een diverse vegetatieontwikkeling;

  • Graven van moeraszones

  • Voor het aanleggen van vochtig hooiland, nat schraalland, moeras en andere types natte natuur wordt het maaiveld op diverse plekke vergraven. De grond die vrijkomt wordt o.a. toegepast voor het aanleggen van nieuwe dammen, peilscheidingen en beheerpaden;

  • Bruggen

  • Binnen het project wordt diverse nieuwe bruggen aangelegd, vanwege slijtage aan de oude brug/dam of voor de toegankelijkheid van het gebied. Indien er nog een oude brug of dam aanwezig is wordt deze is eerst verwijderd alvorens een nieuwe brug wordt geplaatst;

  • Gronddammen

  • In een aantal watergangen worden barrières aangebracht ten behoeve van het zogenaamde kamsysteem. Voor dit systeem worden barrières aangebracht in de vorm van gronddammen. Deze gronddammen hebben geen peil regulerende functie, maar zorgen voor doodlopende watergangen zodat er slechts via één kant water kan worden aangevoerd opdat aan het doodlopende einde zoveel mogelijk gebiedseigen water aanwezig is.

Op de tekeningen in bijlage II bij het Projectplan staan de locaties van de diverse maatregelen weergeven. Bij deze tekeningen zijn ook dwarsprofielen toegevoegd die een beeld geven van de toekomstige situatie.

3.3 Vergunning en melding Waterwet

Onderhavig projectplan is opgesteld voor de locaties waar een waterstaatswerk wordt gewijzigd, op gronden die in eigendom zijn van ZHL of PZH. Het betreft de werkzaamheden ten aanzien van de peilscheidingen en peil regelende kunstwerken in het nieuwe peilgebied en de werkzaamheden ten aanzien van hoofdwatergangen. Voor deze werkzaamheden is het vanuit de Waterwet verplicht om een projectplan op te stellen indien dit door of namens de beheerder plaatsvindt.

 

De peil regelende kunstwerken en overige maatregelen die benodigd zijn voor het laten functioneren van het watersysteem op gronden van particulieren, worden tevens meegenomen in dit projectplan. Deze maatregelen zijn ook projectplanplichtig, wie eigenaar is van de grond is daarbij niet van belang. Het projectplan biedt dan de juridische basis om de maatregelen te kunnen uitvoeren. De overige activiteiten waarvoor vergunningen en/of meldingen benodigd zijn, worden door de zelfrealisatoren zelf verzorgd.

 

Tijdens de uitvoering zal de aannemer mogelijk grond- of oppervlaktewater gaan lozen op watergangen in beheer bij HHSK. Voor dergelijke lozingen zal de aannemer zelf voorafgaand aan de uitvoering een melding doen of een vergunning aanvragen.

3.4 Afwijkingsmogelijkheden

Locatiewijziging

De locaties van de inrichtingsvoorzieningen zijn nauwkeurig bepaald. Binnen het projectgebied is het echter mogelijk dat bijvoorbeeld een dam of duiker een paar meter anders gelegd wordt, dan op tekening is aangegeven door bijv. veldomstandigheden. Mits de buitengrenzen van het projectgebied en het watersysteem op hoofdlijnen niet veranderen, is een beperkte locatiewijziging binnen het projectgebied mogelijk.

 

Voorbeeldprofielen grondwerk

Op de tekeningen in bijlage II zijn tevens maatvoeringen en voorbeeldprofielen opgenomen. De maatvoeringen van kunstwerken zijn nauwkeurig uit te voeren. De voorbeeldprofielen van de grondwerken geven een indicatie van het profiel voor het betreffende inrichtingselement. Vanwege de praktische uitvoerbaarheid en grofmazigheid van de grondwerkzaamheden zijn (kleine) afwijkingen van dit voorbeeldprofiel mogelijk.

 

Tevens worden oevers, als blijkt dat deze een geschikt profiel en/of van voldoende kwaliteit zijn voor de betreffende doelstelling, niet vergraven maar wordt aangesloten op de goede kwaliteit van de bestaande oever.

 

Verdachte slootdempingen

Bij de uitwerking van de inrichtingstekeningen zijn de locaties van verdachte slootdempingen zo veel mogelijk vermeden. Indien blijkt dat ter plaatse van een maatregel alsnog een vervuilde slootdemping aanwezig is, wordt de maatregel indien mogelijk opgeschoven naar een locatie waar geen verdachte slootdemping aanwezig is.

 

Indien bronnen (slootdempingen, dammen e.d.) van verontreinig in het kader van het werk moeten worden aangepakt, dan wordt gewerkt conform het raamsaneringsplan zoals overeengekomen met het bevoegd gezag.

 

Keerschot/damwand i.p.v. gronddam

Waar een peilscheiding kruist met een watergang moet een dichte gronddam, keerschot of damwand aangebracht worden als peilscheiding. Het toepassen van gronddammen heeft de voorkeur boven keerschotten of damwanden. Op de inrichtingstekeningen zijn zo veel mogelijk gronddammen ingetekend, waar een gronddam niet mogelijk is of anders is overeengekomen zal een keerschot worden toegepast. Deze locaties staan aangegeven op tekening. Daarnaast kan tijdens de uitvoering blijken dat op bepaalde locaties een keerschot of damwand praktischer is dan een gronddam, dan kan de maatregel aangepast worden van een gronddam naar een keerschot of damwand. Dit heeft geen gevolgen voor de functionaliteit van de functie peilscheiding.

 

Tijdelijke afdammingen

Voor het aanleggen van de nieuwe constructies zoals de dammen, bruggen, peil regelende kunstwerken en overige kunstwerken zal de aannemer tijdelijke afdammingen plaatsen in de watergangen. Deze tijdelijke afdammingen zijn nodig om het werk in den droge te kunnen uitvoeren of met een lokale peilverlaging. De exacte locatie van deze tijdelijke afdammingen wordt bepaald door de aannemer en is daarom niet weergeven op de ontwerptekeningen. De tijdelijke afdammingen worden weer verwijderd zodra het werk is uitgevoerd.

3.5 Globale planning

Streven is om te starten met de inrichtingswerkzaamheden in 2024. De feitelijke start van de werkzaamheden is afhankelijk van het tijdig verkrijgen van de benodigde vergunningen, meldingen en ontheffingen. Planning is dat de werkzaamheden in 2026 gereed zijn. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is maar een korte periode beschikbaar (grofweg juni t/m oktober), vanwege het broedseizoen en beperkingen in de draagkracht van de bodem. Hierdoor is de kans aanwezig dat de werkzaamheden niet afgerond kunnen worden in 2026 en daarmee doorschuiven naar de volgende mogelijke uitvoeringsperiode.

 

Bij het opstellen van de planning is rekening gehouden met gesloten perioden vanwege het broedseizoen. Tevens is rekening gehouden met de gemiddelde weersverwachting in de uitvoeringsperiode. De planning kan wijzigingen als gevolg van wensen en eisen vanuit de Wet natuurbescherming (vanaf 1-1-‘24: Omgevingswet) of ongunstige weersomstandigheden.

3.6 Beheer en onderhoud

Na afronding van het project zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor het (peil)beheer en het onderhoud van het natuurgebied. De natuur- en waterdoelen vragen om aangepast onderhoud en beheer. De beheerders maken onderling afspraken over de verantwoordelijkheden qua beheer en onderhoud.

 

Peilbeheer

Het peilbeheer betreft de bediening van de inlaten en stuwen, om het peil te kunnen hanteren binnen de onder- en bovengrens van de vastgestelde peilen van het nieuwe peilbesluit, voor het betreffende gebied.

  • HHSK bedient alle peil regelende kunstwerken (inlaten en stuwen) van het peilgebied.

Onderhoud

Het onderhoud betreft de maatregelen die nodig zijn om het natuurgebied en watersysteem in een aanvaardbare conditie te houden (dagelijks onderhoud) of terug te brengen (buitengewoon onderhoud). Buitengewoon onderhoud gaat over de breedte en diepte van watergangen, waarbij het minimale vastgestelde profiel van de watergang conform de legger in stand wordt gehouden. In onderstaande tabel is vastgelegd welke partij verantwoordelijk is voor het onderhoud van de verschillende inrichtingselementen. Voor een aantal onderdelen ligt het dagelijks onderhoud en buitengewoon onderhoud bij verschillende partijen. Wie verantwoordelijk wordt voor het onderhoud van de inrichtingselementen wordt ook in de waterschapslegger of vergunning vastgelegd. Voor het gewenste beheer en onderhoud wordt een beheer- en onderhoudsplan opgesteld.

 

Inrichtingselement

Dagelijks onderhoud

Buitengewoon onderhoud

Terrestrische natuur

Eigenaar

Eigenaar

Oevers

Aanliggend eigenaar

Aanliggend eigenaar

Overige watergangen

Aanliggend eigenaar

Aanliggend eigenaar

Wegsloten

1/2 aanliggend eigenaar

1/2 wegbeheerder

1/2 aanliggend eigenaar

1/2 wegbeheerder

Hoofdwatergang

HHSK

HHSK

Peil regelende kunstwerken (stuw, inlaat) beoogd peilgebied

HHSK

HHSK

Peil regelende kunstwerken (stuw, inlaat) beoogde peilafwijkingen

HHSK

HHSK

Peilscheidingen peilgebied (inclusief gronddammen)

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Peilscheidingen afwijkend peil (inclusief gronddammen)

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Bruggen en dammen met duikers

Vergunninghouder

Vergunninghouder

Openbare weg

Wegbeheerder

Wegbeheerder

3.7 Monitoring

Na de inrichting van de natuurgebieden gaan HHSK, PZH, NBC en ZHL de gebieden monitoren op het bereiken van de gewenste natuurdoelen. De betrokken partijen gaan hiervoor gezamenlijk een monitoringsplan opstellen.

4. Toetsing Waterwet

In dit hoofdstuk worden de hiervoor beschreven maatregelen getoetst aan de Waterwet.

4.1 Voorkoming en/of beperking van wateroverlast en waterschaarste

  • 1.

    Het veranderen van peilscheidingen, watergangen, kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken.

  • De werkzaamheden, ten behoeve van natuurgebied Oudeland, leiden niet tot een verslechtering van het functioneren van het watersysteem. De nieuwe inrichting draagt bij aan het benodigde nieuwe functioneren van het watersysteem voor een nieuw natuurgebied. Alle werkzaamheden zijn ten behoeve van het realiseren van natuurdoelen op land en in het water en KRW-doelstellingen. De peilscheiding, om het hogere peil te kunnen handhaven in peilgebied Oudeland, wordt zo veel mogelijk gelegd op aanwezige kaden en wegen. Waar nodig worden watergangen binnen het peilgebied met elkaar verbonden via nieuw te graven watergangen of de aanleg van duikers in dammen. Hierdoor ontstaan geen geïsoleerde watergangen binnen het peilgebied.

  • 2.

    De af- en aanvoer van water mag niet belemmerd worden.

  • In natuurgebied Oudeland worden de kunstwerken conform de geldende regels van HHSK aangelegd. Ook wordt er voldaan aan de bemalingsrichtlijn voor de Krimpenerwaard.

  • 3.

    Afmetingen in beleidsregels, algemene regels en legger

  • De afmetingen van de watergangen en kunstwerken in natuurgebied Oudeland voldoen aan de geldende regels (per 1 januari 2024 Waterschapsverordening) en worden conform de voorwaarden van HHSK aangelegd. Als gevolg van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en extra waterverbindingen neemt het oppervlak open water toe. Door het relatief grote oppervlak aan open water en flauwe taluds is er bergingsruimte aanwezig in natuurgebied Oudeland. Ten gevolge van de aanleg van het natuurgebied is geen vergrote kans op wateroverlast tijdens de aanleg en na de realisatie van het nieuwe peilgebied. Daarnaast leidt het natuurgebied ook niet tot waterschaarste.

4.2 Bescherming chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem

  • 4.

    Stand still principe

  • Tijdens de uitvoering van dit project vinden geen significante emissies plaats van chemische stoffen. Het grootste deel van de werkzaamheden betreft grondwerkzaamheden, deze werkzaamheden kunnen een tijdelijke verslechtering geven van de waterkwaliteit tijdens de uitvoering maar leiden op langere termijn tot een verbetering. De overige materialen die gebruikt worden zoals staal en beton, zijn standaard materialen die bij de waterbouw worden toegepast. Deze materialen gaan geen verbindingen aan met het water waardoor de chemische kwaliteit kan worden aangetast. De maatregelen die uitgevoerd gaan worden om de doelstellingen te behalen, hebben een positief effect op de chemische kwaliteit van het watersysteem. Dit komt omdat het water minder voedselrijk wordt doordat er geen mest meer wordt gebruikt en er een hydrologische scheiding is met de omgeving en er hierdoor een ander peilregime kan worden toegepast. In delen van het gebied gaat het waterpeil stap voor stap omhoog, waardoor de oeverbegroeiing mee kan ontwikkelen en oevererosie (nadelig voor de waterkwaliteit) wordt voorkomen.

  • 5.

    KRW-opgave

  • Het realiseren van de KRW-opgave (waternatuur) is integraal onderdeel en primair doel van de inrichting van het natuurgebied. De maatregelen hebben een positief effect op de ecologische waterkwaliteit. Het water wordt voedselarmer als gevolg van (kwaliteits)baggeren van de watergangen, flexibel peil, toename waterdiepte en aanleg natuurvriendelijke oevers. Door de inrichting van aparte peilgebieden wordt het kwalitatief betere natuurwater gescheiden van het water in agrarisch en stedelijk gebied.

  • 6.

    Vismigratie

  • In het deelgebied Oudeland worden geen stuwen geplaatst die het waterpeil beïnvloeden en waardoor vissen niet kunnen passeren. Hierdoor hoeven er geen maatregelen te worden genomen om de vismigratie te borgen.

4.3 Maatschappelijke functies van het watersysteem

  • 7.

    Natuur

  • De inrichting is afgestemd op de natuurdoelen voor Oudeland. De geringere drooglegging en meer gevarieerde inrichting zal zorgen voor verbetering van leefgebieden voor de weidevogels.

  • 8.

    Beleving

  • Doordat de natuurwaarden in natuurgebied Oudeland toenemen, neemt de belevingswaarde ook toe. Er wordt gekeken om recreatieve voorzieningen te realiseren in het gebied om daarmee ook de beleving van het gebied te vergroten.

5. Omgevingsaspecten en belanghebbenden

5.1 Omgevingsaspecten en oplossingen

In deze paragraaf staat een korte beschrijving van de belangrijkste omgevingsaspecten met mogelijke risico’s die voor dit project geïdentificeerd zijn.

  • Oppervlaktewater;

  • Kabels en leidingen;

  • Archeologie;

  • Bodemkwaliteit;

  • Schade aan omliggende woningen en eigendommen van derden;

  • Geluid, licht en luchtkwaliteit;

  • Ruimtelijke ordening/ontgronding;

  • Landschap en cultuurhistorie;

  • Natuur;

  • Explosieven.

Oppervlaktewater

Voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden zal er in een aantal gevallen grond- of oppervlaktewater moeten worden geloosd op een (ander) oppervlaktewater. Door de aannemer moet dan een aparte watervergunning worden aangevraagd of een melding worden gedaan. De verwachting is dat de omgeving en het watersysteem hier geen nadelige effecten van ondervinden. Indien blijkt dat dit wel zo is, zal de vergunning niet worden afgegeven of onder voorwaarden zoals het treffen van zuiverende voorzieningen.

 

Kabels en leidingen

De Nederlandse bodem ligt vol met kabels en leidingen. Om schade aan deze kabels en leidingen te voorkomen, is iedereen (zowel bedrijven als particulieren) wettelijk verplicht graafwerkzaamheden te melden bij het Kadaster (Klic-melding). Ook zijn alle netbeheerders (eigenaren van kabels en/of leidingen) verplicht om zich te registreren bij het Kadaster. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De WION wordt ook wel grondroerdersregeling genoemd.

 

Bij het Kadaster is via Klic-Online een oriëntatiemelding ingediend. Door middel van de oriëntatiemelding is inzichtelijk gemaakt of en waar binnen het projectgebied kabels en leidingen aanwezig zijn. Op de locatie en nabije omgeving zijn de volgende kabels en leidingen aanwezig waar rekening mee wordt gehouden tijdens de uitvoering:

  • -

    Hoogspanningsnet van TenneT;

  • -

    Middenspanningskabel van Stedin;

  • -

    Datakabel van KPN;

  • -

    Druk riool van Gemeente Krimpenerwaard;

  • -

    Gasleiding van Stedin;

  • -

    Waterleidingen van Oasen.

Het uitgangspunt is om de aanwezige kabels en leidingen zoveel mogelijk te integreren in het ontwerp. Mocht dit technisch niet mogelijk zijn dan zal in overleg met de kabels- en leidingbeheerder bekeken worden welke vervolgacties nodig zijn. Voor het realiseren van duikers onder de Lekkerkerkse Kerkweg en de te verbreden hoofdwatergang ten noorden van de Oudelandseweg dienen in ieder geval leidingen te worden verlegd.

 

Archeologie

Binnen het gebied Oudeland komen diverse zones voor met een archeologische verwachting, conform het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard. Een quickscan archeologie en cultuurhistorie is daarom uitgevoerd, en een archeologisch bureauonderzoek conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Dit onderzoek is reeds doorgesproken met de ODMH en akkoord bevonden, een booronderzoek of proefsleuf is daarom niet meer noodzakelijk. Het advies vanuit de ODMH is om tijdens de uitvoering te werken met extensieve archeologische begeleiding.

 

Bodemkwaliteit

Voor deelgebied Oudeland is een milieu hygiënisch vooronderzoek uitgevoerd in overleg met de ODMH. Uit het onderzoek blijkt dat PFAS geen aandachtpunt is voor de voorgenomen werkzaamheden. Het is echter niet mogelijk om op voorhand uit te sluiten dat er geen andere verontreinigingen aanwezig zijn in het gebied. Daarom is een raamsaneringsplan opgesteld (RSP Oudeland van 23 juni 2022). De ODMH heeft middels een brief ingestemd met het raamsaneringsplan (d.d. 9 november 2022, kenmerk: 2022218445).

 

Voor werkzaamheden in bestaande dammen, waarin zich mogelijk asbest bevindt, wordt gewerkt conform een werkprotocol. Vrijkomende grond wordt zoveel als mogelijk toegepast binnen het projectgebied van Oudeland. Indien er asbest wordt aangetroffen, wordt dit afgevoerd.

 

Schade aan omliggende woningen en eigendommen van derden

Voor het inrichten van het deelgebied Oudeland is het noodzakelijk het benodigde materieel aan- en af te voeren. Er wordt rekening gehouden met de plaatselijk geldende gewichtsbeperking op de wegen (15 ton) in het beheer van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

 

Om schade aan percelen zo veel als mogelijk te voorkomen, wordt een uitvoeringsperiode gezocht waarbij zo min mogelijk schade aan eigendommen wordt toegebracht met inachtneming van eventuele vergunning- en/of ontheffingen voorwaarden. Ook worden in het contract met de aannemer eisen opgenomen om structuurbederf en insporingsschade zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. Ditzelfde geldt voor wegen, inclusief bermen.

 

Om vernattingsschade voor naastgelegen particuliere percelen zo veel als mogelijk te voorkomen, is in de ontwerpen rekening gehouden met een tussenliggende watergang buiten de begrenzing van het projectgebied op het lagere peil van de omgeving.

 

Geluid, licht en luchtkwaliteit

Van extra licht- en geluidbelasting op de omgeving is alleen sprake tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Het gebruik van kunstlicht en het uitvoeren van grondwerk kan belastend zijn voor de omgeving. In het uitvoeringscontract met de aannemer wordt opgenomen dat de aannemer zijn werkzaamheden mag uitvoeren van maandag 07:00 uur t/m zaterdag 19:00 uur. Op zondag mag er niet gewerkt worden, inclusief de aan- en afvoer van materieel en materiaal.

 

De werkzaamheden voor de realisatie van het project worden uitgevoerd met machines die qua milieueisen (uitstoot van gassen en geluid) aan de vigerende wettelijke verplichtingen voldoen. Periodiek worden deze eisen door de overheid gewijzigd of aangescherpt. Het door de opdrachtnemer realisatie (inclusief onderaannemers en leveranciers) te gebruiken materieel (kranen, vrachtauto's, etc.) moet aan deze eisen voldoen. Extra belasting tijdens de uitvoering zal ten opzichte van de bestaande situatie gering zijn.

 

Ruimtelijke ordening/ontgronding

Op 14 juli 2021 is het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard vastgesteld (status: onherroepelijk). Dit bestemmingsplan is opgesteld ten behoeve van de natuurontwikkeling, in onder andere deelgebied Oudeland. De werkzaamheden passen daarmee binnen het vigerende bestemmingsplan. Het definitieve ontwerp voor de inrichting van natuurgebied Oudeland is ter advisering voorgelegd aan de gemeente Krimpenerwaard.

 

Omdat de werkzaamheden binnen het bestemmingsplan vallen, hoeft tevens geen ontgrondingsvergunning aangevraagd te worden bij de Provincie Zuid-Holland op grond van artikel 3.36 van de Omgevingsverordening.

 

Landschap en cultuurhistorie

Het landschapspatroon met langgerekte percelen wordt niet aangetast en de openheid blijft gewaarborgd. Een aantal aanwezige bosschages binnen het in te richten natuurgebied worden gekapt vanwege de gewenste natuurdoeltypen die worden nagestreefd, welke zijn vastgelegd in het Natuurbeheerplan 2015.

 

Natuur

Voor de uitvoering is een activiteitenplan opgesteld aan de hand van de resultaten uit quickscans en veldonderzoeken naar soorten die beschermd zijn onder de Wet natuurbescherming. Op basis van het activiteitenplan wordt een ontheffing Wet natuurbescherming aangevraagd. Gebaseerd op het projectplan wordt een ecologisch werkprotocol opgesteld, welke bij het contract naar de aannemer wordt gevoegd.

 

Explosieven

Uit de quickscan ontplofbare oorlogsresten en het aanvullende luchtonderzoek uit 2021 van Arcadis volgt dat de projectlocatie onverdacht is voor het aantreffen van niet-gesprongen explosieven. Grondroerende werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied kunnen op reguliere wijze worden uitgevoerd. Er hoeft geen rekening gehouden te worden met niet-gesprongen explosieven.

5.2 Belanghebbenden

Eigenaren en terreinbeheerders

Eigenaren van de percelen binnen het projectgebied zijn Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Provincie Zuid-Holland (PZH), HHSK en twee particulieren eigenaren. In bijlage I is de kaart met de eigendomssituatie opgenomen. ZHL en PZH zijn nauw betrokken bij de uitwerking van de natuurinrichtingsmaatregelen en het opstellen van de inrichtingstekeningen. Om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren dient het hoogheemraadschap gebruik te maken van de gronden van deze eigenaren. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden of zullen de benodigde gronden moeten worden onteigend.

 

De percelen van ZHL worden door de eigenaar beheerd, namelijk ZHL. De percelen van PZH worden door het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard beheerd. In paragraaf 3.6 van dit projectplan is beschreven welke partij verantwoordelijk is voor welk deel van het (peil)beheer en het onderhoud van het natuurgebied.

 

Voor de kunstwerken en peilscheidingen die door HHSK worden aangelegd op eigendom van derden, wordt een overeenkomst (recht van opstal en eventueel recht van overpad) opgesteld (zie ook hoofdstuk 7 van dit Projectplan).

 

Natuurbeheerders

De natuurbeheerders zijn verenigd in het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard (NBC). De inrichtingsmaatregelen zijn in overleg met de natuurbeheerders gekozen. Met hen zal ook intensief worden afgestemd tijdens de uitvoering van de werkzaamheden: zij zijn een van de toezichthouders op het werk

 

Pachters

De in te richten gronden worden (veelal) verpacht door het ZHL en NBC. Zij hebben nauw contact met de pachters over de uitvoering van de werkzaamheden en de mogelijkheden tot gebruik c.q. het beheer van de percelen tijdens en na afloop van de werkzaamheden.

 

Omwonenden/aanliggende percelen

In de directe omgeving van het in te richten natuurgebied wonen een aantal particulieren. Daarnaast zijn er nog een aantal percelen particulier eigendom die direct aangrenzend zijn aan het in te richten natuurgebied.

 

Het NBC is het loket voor het beheer van de natuurpercelen. Zij communiceren daarover met de omgeving, en informeren de omgeving en dienen als vraagbaak.

 

Provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland (PZH) is opdrachtgever voor de inrichting van de natuurgebieden. PZH is nauw betrokken bij de uitwerking van de natuurinrichtingsmaatregelen en het opstellen van de inrichtingstekeningen. Tevens is PZH eigenaar van een aantal percelen, zie ook “Eigenaren”.

 

Gemeente Krimpenerwaard

Gemeente Krimpenerwaard is samen met de provincie en het hoogheemraadschap aangewezen om de natuuropgave uit te voeren, zij neemt deel aan de Stuurgroep. Het bestemmingsplan Veenweiden Krimpenerwaard is op 5 maart 2019 vastgesteld door de gemeente.

 

ODMH

Met de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH) is meerdere malen overleg gevoerd over de bodemkwaliteit van het gebied en over archeologie. Er is een raamsaneringsplan opgesteld voorafgaand aan de uitvoering, de ODMH heeft middels een brief ingestemd met dit raamsaneringsplan. Voor werkzaamheden in bestaande dammen, waarin zich mogelijk asbest bevindt, wordt gewerkt conform een werkprotocol. Voor archeologie is afgesproken met ODMH dat er een booronderzoek wordt uitgevoerd voorafgaand aan de uitvoering.

 

Weggebruikers/verkeer

Alle in te richten gebieden grenzen aan paden of wegen van het hoogheemraadschap. In overleg met de wegbeheerder wordt bekeken of en in hoeverre er voor de uitvoering van de werkzaamheden van deze wegen gebruik gemaakt kan/mag worden.

 

Wegbeheerder

De wegbeheerder is HHSK. Binnen Oudeland worden er echter geen peilgebieden aangewezen waarbij een wegophoging aanwezig is. Afhankelijk van de uitvoeringsmethode van de aannemer, is er mogelijk wel een ontheffing wegenverordening nodig tijdens de realisatiefase.

 

Waterbeheerder

Natuurgebied Oudeland behoort tot het beheergebied van HHSK.

 

Nutsbedrijven

Naar aanleiding van de aanwezigheid van diverse kabels en leidingen loopt er afstemming met de diverse nutsbedrijven. Zie ook paragraaf 5.1.

6. Vergunningen en voorschriften

6.1 Vergunningen en procedures

De volgende ontheffingen en vergunningen zijn/worden aangevraagd en/of procedures worden gevolg:

  • Projectplan Waterwet;

  • Herziening Peilbesluit;

  • Ontheffing Wet Natuurbescherming;

  • Raamsaneringsplan Wet Bodembeheer (Wbb);

  • Omgevingsvergunning Wabo.

Daarnaast zal de aannemer nog diverse toestemmingen moeten verkrijgen voor tijdelijke werkzaamheden (lozen, toepassen grond, lozingen, afdammen van watergangen, ontheffing in het kader van de RVV, tijdelijke verkeersmaatregelen, etc.).

6.2 Calamiteiten en communicatie

In geval van calamiteiten zal de communicatie plaatsvinden binnen de vigerende calamiteitenorganisatie en procedure binnen HHSK. Binnen de projectorganisatie dient de aannemer een calamiteit onmiddellijk te melden bij de directievoerder. De directievoerder is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan HHSK en eventuele derde partijen zoals de gemeente. Vooruitlopend op de start van de werkzaamheden wordt een communicatieschema gemaakt met de verantwoordelijke personen en telefoonnummers.

7. Schade en nadeelcompensatie

Bij de voorbereiding van dit projectplan is onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van dit project voor omwonenden of bedrijven. De conclusies van het onderzoek zijn dat er mogelijk schade kan ontstaan op onderstaande aspecten.

 

Nadeelcompensatie

Indien een belanghebbende als gevolg van de uitvoering van het projectplan schade lijdt, kan hij bij het hoogheemraadschap een verzoek om nadeelcompensatie indienen. Het hoogheemraadschap keert een schadevergoeding uit voor zover de schade redelijkerwijs niet ten laste van de indiener moet komen en de schade niet al anderszins is verzekerd of is overeengekomen. Schade die binnen het normaal maatschappelijke risico valt, wordt derhalve niet vergoed. Een belanghebbende kan haar verzoek indienen tot uiterlijk vijf jaar nadat hij heeft vastgesteld dat hij in een wezenlijk nadeliger positie is komen te verkeren door de uitvoering van het projectplan. Twintig jaar na het afgerond zijn van de werkzaamheden verjaart elke mogelijkheid om nadeelcompensatie te vragen. Bij de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie past het hoogheemraadschap de Nadeelcompensatieverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2011 toe.

 

Nadeelcompensatie kabels en leidingen

De nutsbedrijven die schade leiden door het intrekken van eventuele vergunningen of verzoek tot aanpassing, kunnen passend binnen de Nadeelcompensatieverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2011 een verzoek tot schadevergoeding indienen. In deze nadeelcompensatieregeling is de NKL1999 van kracht verklaard voor het afwikkelen van schades als gevolg van het verleggen van kabels en leidingen.

 

Niet waterkerende objecten

Binnen het werkterrein bevinden zich enkele ‘niet waterkerende objecten’ die ten behoeve van de uitvoering van het projectplan (al dan niet tijdelijk) moeten wijken, bijvoorbeeld bankjes, hekwerken, kabels en leidingen en prullenbakken. Afhankelijk van de juridische grondslag waarop de objecten aanwezig zijn (opstalrecht, vergunning, huurcontract, pacht, etc.) maakt het hoogheemraadschap met de eigenaren/exploitanten afspraken over compensatie van eventueel nadeel.

 

Opstallen

Voor de kunstwerken en peilscheidingen (m.u.v. gronddammen) die door HHSK worden aangelegd en hierna in onderhoud komen bij HHSK op eigendom van derden, wordt bij of voor oplevering van de werkzaamheden een overeenkomst opgesteld tussen het hoogheemraadschap en de perceeleigenaar waarin onder andere afspraken over de realisatie, beheer, onderhoud, eventuele schadeloosstelling en de bereikbaarheid voor het uitvoeren van toekomstig (vervangings)onderhoud worden vastgelegd.

 

Uitvoeringsschade

Tijdens de realisatie van het projectplan kan sprake zijn van niet voorziene situaties waarbij als gevolg van werkzaamheden fysieke schade wordt toegebracht aan de eigendommen van derden (doorgaans gebouwen, grondstructuur, gewassen e.d.). Als deze schade onverhoopt optreedt en aan de werkzaamheden zijn toe te schrijven (causaal verband), moet het hoogheemraadschap de eigenaar/gebruiker schadeloosstellen.

 

Gedoogplichten

Op grond van artikel 5.24 van de Waterwet kan het hoogheemraadschap rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting opleggen om de aanleg en wijziging van een waterstaatswerk (waaronder ook een peilscheiding) en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen, indien naar het oordeel van het hoogheemraadschap de belangen van de rechthebbenden geen onteigening vorderen. Het streven van HHSK is om minnelijk overeenstemming te bereiken en indien dat onverhoopt niet mogelijk is, dat dan een gedoogplicht zal worden opgelegd. De gedoogplicht wordt in individuele gevallen bij beschikking van het hoogheemraadschap opgelegd. Het evenredigheidsbeginsel brengt vanzelfsprekend met zich mee dat een gedoogplicht op grond van de Waterwet alleen kan worden opgelegd, indien de rechthebbenden geen toestemming verlenen voor de aanleg of wijziging van het waterstaatswerk.

 

Ook zijn rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van het hoogheemraadschap (artikel 5.23 Waterwet).

8. Procedure

De procedure die gevolgd wordt voor dit projectplan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Zienswijze ontwerpfase

Bij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt het ontwerp projectplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode tegen het ontwerp projectplan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp indienen bij HHSK. Na de terinzageleggingtermijn stelt het hoogheemraadschap het projectplan, inclusief een naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen opgestelde nota van beantwoording vast.

 

Beroep

Na vaststelling van het projectplan kunnen belanghebbenden tegen het projectplan beroep instellen. Beroep dient binnen zes weken na de bekendmaking van het projectplan ingesteld te worden bij de Rechtbank Rotterdam. Een beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het projectplan waartegen het beroepschrift is gericht en de gronden van beroep.

 

Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd.

 

Een beroepschrift moet worden gericht aan de Rechtbank Rotterdam, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 50950, 3007 BL Rotterdam onder overlegging van een afschrift van dit projectplan. Het beroep kan ook digitaadl ingesteld worden bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Na de uitspraak van de rechtbank kan eventueel hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Voorlopige voorziening

Aangezien het instellen van beroep geen schorsende werking heeft (dat wil zeggen dat het projectplan direct in werking treedt), kan een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing) worden ingesteld indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op het bovengenoemde adres. Een voorwaarde hiervoor is dat ook beroep wordt ingesteld.

 

Voor het verzoek tot voorlopige voorziening is opnieuw griffierecht verschuldigd.

Het projectplan is op 23 april 2024 door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld.

Bijlage I: Kaart eigendomssituatie

 

Bijlage II: Ontwerptekeningen