EILANDSBESLUIT, HOUDENDEALGEMENE MAATREGELEN van 4 DEC 2020 no. 8
ter uitvoering van artikel 2 en 3 van de Eilandsverordening Kinderopvang Bonaire 2020 (AB 2020, no.8 inzake instelling van een kwaliteitscommissie, afgifte van de exploitatievergunning en nadere uitwerking van enkele andere zaken in de handleiding voorschriften Kinderopvang en de checklist en modellen exploitatievergunning (Eilandsbesluit Kinderopvang Bonaire 2020)
HET BESTUURSCOLLEGE VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE
Overwegende :
Dat een volwaardige voor/naschoolse educatie en verantwoorde kinderopvang essentieel is voor de gezonde en veilige ontwikkeling van het kind;
Dat via het programma Bes(t) 4 kids gewerkt wordt aan de kwaliteitsslag voor kinderopvang op Bonaire;
Dat ter uitvoering van de Eilandsverordening Kinderopvang Bonaire door het Bestuurscollege een kwaliteitscommissie dient te worden ingesteld en een handleiding inzake de kwaliteitsvoorschriften voor de kinderopvang dient te worden vastgesteld;
Dat ter uitvoering van de Eilandsverordening Kinderopvang Bonaire door het Bestuurscollege exploitatievergunningen moeten worden afgegeven en checklisten en modellen inzake de kwaliteitsvoorschr iften dienen te worden vastgesteld.
Gelet op:
Artikel 2, 4 ,7, 13, 16, 18, 20 , 21, 27 van de Eilandsverordening Kinderopvang Bonaire 2020
Gelezen:
Het advies van afdeling Educatie en Welzijn van de Directie Samenleving & Zorg dd. 12 juni 2020 (archiefnummer 2020002180)
HEEFT BESLOTEN:
vast te stellen het volgende Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen:
Bijlage 1 A:
Aanvraagformulier Exploitatievergunning Kindercentrum Bonaire
Waarom dit formulier?
U wilt graag een exploitatievergunning aanvragen voor uw kindercentrum lokaliteit. lndien u meerdere lokaliteiten heeft dient u per lokaliteit een verzoek in te dienen.
Wanneer indienen?
U meet deze aanvraag indienen als uw organisatie neg niet is geregistreerd bij het Openbaar Lichaam Bonaire.
Meer informatie?
Kijk op www.PM of neem contact op met de secretaris van de kwaliteitencommissie (telefoonnummer: PM bereikbaar tussen PM).
1.Uw gegevens
Voorletters en achternaam
Adres
Plaats
Telefoon
Emailadres
2.Gegevens van uw organisatie
Formele naam
Handelsnaam
Adres
Plaats
Telefoon
Email adres
3.Nadere informatie
Hoeveel kinderen warden per dagdeel opgevangen bij uw kinderopvang?
............... (aantallen weergeven).
In welke leeftijdscategorie vallend e kinderen die bij u opvang genieten (per dagdeel) :
Dagdeel 1 tussen:
Leeftijd kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen |
0-1 | | | | |
1-2 | | | | |
2-4 | | | | |
Dagdeel 2
Leeftijd kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen |
0-1 | | | | |
1-2 | | | | |
2-4 | | | | |
Wat zijn de opening en sluitingstijden van uw kinderopvang?
De volgende documenten dienen (indien van toepassing) meegestuurd te warden:
- o
Kopie vestigingsvergunning bedrijf
- o
Uittreksel KvK niet ouder dan 3 maanden
- o
Uittreksel Bevolkingsadministratie
- o
Kopie verblijf/werk vergunning
- o
Bij rechtspersonen: NAW alle bestuursleden of directieleden en afschrift statuten
- o
VOG van medewerkers (niet ouder dan 2 maanden)
- o
- o
Meld code huiselijk geweld
- o
- o
- o
Plattegrond van de locatie waar kinderopvang wordt aangeboden (incl. gebruikersvergunning)
- undefined
Betalingsbewijs van de leges
Ondertekening
Bijlage 2 A:
Aanvraagformulier Exploitatievergunning gastouderopvang Bonaire
Waarom dit formulier?
Uwilt graag een exploitatievergunning aanvragen voor uw gastouderopvang. lndien u meerdere lokaliteiten heeft dient u per lokaliteit een verzoek in te dienen.
Wanneer indienen?
U meet deze aanvraag indienen als uw organisatie neg niet is geregistreerd bij het Openbaar Lichaam Bonaire.
Meer informatie?
Kijk op www.PM of neem contact op met de secretaris van de kwaliteitencommissie (telefoonnummer: PM bereikbaar tussen PM).
1.Uw gegevens
Voorletters en achternaam
Adres
Plaats
Telefoon
Emailadres
2.Gegevens van uw organisatie
Formele naam
Handelsnaam
Adres
Plaats
Telefoon
Email adres
3.Nadere informatie
Hoeveel kinderen worden per dagdeel opgevangen bij uw gastouderopvang?
……………………… (aantallen weergeven).
In welke leeftijdscategorie vallend de kinderen die bij u opvang genieten (per dagdeel):
Wat zijn de opvangtijden van uw gastouderopvang?
De volgende documenten dienen (indien van toepassing) meegestuurd te warden
- o
Kopie vestigingsvergunning bedrijf
- o
Uittreksel KvK niet ouder dan 3 maanden
- o
Uittreksel Bevolkingsadministratie
- o
Kopie verblijf/werk vergunning
- o
Bij rechtspersonen: NAW alle bestuursleden of directieleden en afschrift statuten
- o
VOG van medewerkers (niet ouder dan 2 maanden)
- o
Meld code huiselijk geweld
- o
- o
- o
Plattegrond van de locatie waar kinderopvang wordt aangeboden (incl. gebruikersvergunning)
- o
Betalingsbewijs van de leges
Ondertekening
Bijlage 3: Handleiding/Beleid Kinderopvang Bonaire 2020 JUNI 2020
VOORWOORD
De openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (hierna: de openbare lichamen) en de ministeries van SZW, OCW, WVS en BZK (hierna: het Rijk) hebben de gezamenlijke ambitie de kinderopvang en de voor- en naschoolse voorzieningen in Caribisch Nederland te versterken . Ook willen zij, in samenspraak met het onderwijs en jeugdhulp- en jeugdzorgorganisaties, tot een integrale aanpak voor de kinderen in Caribisch Nederland komen.
Om deze ambitie te realiseren is het programma BES(t) 4 Kids ingericht. De focus van het programma ligt op het creeren van een veilige en zorgzame kinderopvang omgeving voor kinderen die voor alle ouders toegankelijk is. Hierin staat een veilige, optimaal doorlopende ontwikkeling van het kind voorop.
Elk openbaar lichaam draagt zorg voor een beleid/voorschriften ter uitvoering van de materiele vereisten voor de kinderopvang.
De formele vereisten worden opgenomen in het vergunningenstelsel.
Kwalitatief goede kinderopvang is van groot belang. Kinderen moeten zich veilig voelen en de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Om de huidige kwaliteit van de kinderopvang en voor- en naschoolse voorzieningen te versterken , is het nodig dat de organisaties (gaan) voldoen aan een aantal kwaliteitseisen. In de ontwerp Eilandsverordening zijn deze eisen opgenomen. Het gaat ender meer om:
- •
het hebben van een pedagogisch beleid waaronder een doorlopende ontwikkellijn met het basisonderwijs;
- •
de aanpak van ontwikkel- en leerachterstanden;
- •
de wijze waarop wordt omgegaan met kinderen die een bijzondere zorgbehoefte hebben en de afspraken daarover met ketenpartners;
- •
de opleiding van beroepskrachten;
- •
het minimum aantal beroepskrachten op een vaste groep kinderen;
- •
eisen aan de omvang en inrichting van de binnen-en buitenruimte;
- •
een verklaring omtrent gedrag voor al het personeel;
- •
een meld code huiselijk geweld en kindermishandel ing;
- •
een veiligheids- en gezondheidsbeleid;
- •
ouderbetrokkenheid en een klachtenprocedure.
- •
een deugdelijke administratie waarin overzichtelijk is hoeveel kinderen per leeftijdscategorie per dagdeel aanwezig zijn bij een kindercentrum dan wel een gastouderopvang.
- •
deugdelijke administratie waarin overzichtelijk is hoeveel de ouderlijke bijdrage is per kind per maand
De voorschriften in deze handleiding hebben betrekking op een 5-tal aandachtsgebieden te weten:
Vereisten voor de locatie
De voorschriften vloeien voort uit de vereiste van de verordening om een Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen (EBHAM) op te stellen ten einde de randvoorwaarden beter in te kaderen (artikel 9 lid 2, artikel 14 lid3, artikel 17 lid 4, artikel 19 lid 7, artikel 20 lid 3 en artikel 30 kinderopvang verordening Bonaire)
Deze handleiding vormt integraal onderdeel van de Verordening Kinderopvang Bonaire 2020 waarin de minimum kwaliteitsvoorschriften waaraan aanbieders van kinderopvang zich aan moeten houden, wordt geregeld.
Deze handleiding is een aangepaste versie van de handleiding uit 2011.
Hoofdstuk 1 Veiligheid
1.1 Locatie
- •
De ligging van het kindercentrum mag geen gevaar opleveren voor de veiligheid en/of brandveiligheid van de gebruikers. De volgende criteria moeten getoetst worden:
(Verhoogd) risico op ongelukken,
Brand- en ontploffingsgevaar.
Bij de toetsing zal rekening moeten worden gehouden met de volgende locaties:
Zeer drukke verkeerswegen/verkeersituaties ,
Nabijheid benzine/olieopslag,
Bepaalde soort bedrijvigheid en/of werkplaatsen.
1.2 Gebouw
1.2.1 Bereikbaarheid
- •
Het gebouw waarin het kindercentrum is gevestigd meet geed bereikbaar zijn voor eerstehulpdiensten zeals ambulance, politie, brandweer. Tevens meet het gebouw toegankelijk zijn voor de hulpverlening in geval van nood. Het halen en brengen van de kinderen dient zodanig geregeld te zijn dat er geen verkeersgevaarlijke situatie ontstaat voor de kinderen. Een deur die toegang geeft tot de openbare weg meet aan de binnenzijde zodanig beveiligd zijn dat kinderen niet alleen op straat kunnen. Uit oogpunt van brandveiligheid mag deze deur niet op slot zijn. De deur dient beveiligd of zelfsluitend te zijn tegen onverwacht dichtslaan door bv de wind. De volgende criteria moeten getoetst worden:
- o
Veilige parkeerruimte/mogelijkheid in directe nabijheid van het kindercentrum. Het betreft de mogelijkheid voor kort parkeren,
- o
Een afsluitbaar hek tussen de hoofdingang en de openbare weg dat kinderen onder de 4 jaar niet kunnen openen.
- •
De opgang naar het gebouw en de ingang tot het gebouw dienen sociaal veilig te zijn. De volgende criteria worden getoetst:
- o
Er dient voldoende verlichting aanwezig te zijn,
- o
Er dient vanuit de directe omgeving en omringende bebouwing zicht en overzicht te zijn op de toegang,
- o
Er dient vanuit tenminste 1 gebruiksruimte zicht zijn op de ingang om te zien of ongewenst bezoek wil binnenkomen,
- o
De hoofdingang en de van buitenaf gemakkelijk bereikbare ramen en deuren dienen afsluitbaar te zijn met deugdelijk (inbraakwerend) hang- en sluitwerk.
- •
Er meet rekening worden gehouden met hoogteverschillen bij de toegang van een kindercentrum voor 0-4 jarigen.
- •
Trappen -niet zijnde een speelelement- die dagelijks door kinderen warden gebruikt dienen afsluitbaar te zijn in een kindercentrum waar 0-4 jarigen warden opgevangen. Trappen met meer dan 2 treden dienen voorzien te zijn van een deugdelijke leuning.
- •
Elk kindercentrum heeft een rampenplan en/of vluchtplan in geval van ontruiming vanwege een calamiteit (brand, noodweer, overstroming ed) met minimaal 1x per jaar een oefening voor personeel en kinderen, dit in samenwerking met de brandweer.
1.2.2 Gevaarlijke stoffen/ situaties
- •
In het gebouw mogen geen (bouw)materialen zijn gebruikt die bij bewerking of contact met water of vuur gevaar opleveren voor de brandveiligheid of volksgezondheid. Plafonds boven hittebronnen zeals een kookplaat/gaspit moeten bestaan uit brandvertragend materiaal. Toetsing hiervan dient door de Brandweer te warden gedaan.
- •
Vloeren in een kindercentrum en de vloer van de entree moeten zodanig zijn afgewerkt dat deze splintervrij zijn, niet glad (oak bij nat warden) en goed te reinigen. Vloeren van sanitaire ruimten en keuken moeten goed nat te reinigen zijn en van zodanig materiaal dat deze bij nat zijn stroef blijven.
- •
Schoonmaakmiddelen en toiletspullen die gevaarlijk kunnen zijn moeten buiten bereik van kinderen warden bewaard in afgesloten kasten of op een hoogte van minimaal 150cm.
- •
Kasten of ruimten waar apparatuur of spullen staan die gevaar kunnen opleveren voor kinderen, moeten afsluitbaar zijn. Dit geldt in ieder geval voor de was- en droogruimte.
- •
Stopcontacten in ruimten waar kinderen jonger dan 4 jaar (kunnen) komen moeten voorzien zijn van een kinderbeveiliging en aangesloten zijn op een aardlekschakelaar. Snoeren moeten buiten bereik zijn van kinderen.
- •
Klapramen of draairamen dienen beveiligd te zijn met een kierstandhouder die kinderen niet kunnen bedienen.
- •
Ramen op verdiepingen moeten voorzien zijn van een beveiliging of een gedegen kierstandhouder die kinderen niet kunnen bedienen.
- •
Speeltoestellen , speelgoed en inrichting dienen deugdelijk en veilig te zijn qua materiaal en gebruik (splinters, giftige verf, verhoogd risico vallen, ongelukken door kapotgaan door slechte kwaliteit materiaal, geen scherpe hoeken of randen, gemakkelijk te reinigen)
- •
Elk kindercentrum beschikt over een brandblusapparaat dat 1x per jaar wordt gekeurd door (een) daartoe bevoegd(e) instantie.
- •
De babyruimte mag niet aan de keuken grenzen met oog op brandveiligheid.
1.2.3 Voorzieningen
- •
Sanitaire voorzieningen die door kinderen vanaf ongeveer 2 jaar zelfstandig gebruikt kunnen warden zeals een toilet en handwasgelegenheid , moeten veilig en eenvoudig door kinderen kunnen warden gebruikt.
- •
Bij een aparte sanitaire ruimte voor kinderen jonger dan 4 jaar die zelfstandig door kinderen kan warden bezocht, moet zicht mogelijk zijn op de sanitaire ruimte via een raam in de wand op de deur of halfhoge toegangsdeur.
- •
Beerputten, sceptic tanks en/of regenbakken dienen volkomen afgesloten te zijn.
- •
De keuken dient zodanige afmetingen te hebben dat de keukenactiviteiten er op verantwoorde en veilige wijze kunnen plaatsvinden. In de keuken waar kinderen jonger dan 5 jaar kunnen komen, moeten kookplaten/gaspitten en ovens veilig zijn voor kinderen. Een magnetron moet buiten handbereik van kinderen zijn . Laden en kasten dienen voorzien te zijn van kindersluiting ter beveiliging tegen bestek, afwasmiddel en dergelijke. Een voor kinderen onveilige keuken dient door middel van een deur of hekje afgesloten te kunnen warden.
- •
Bij spijlenbedjes is de afstand tussen de spijlen 6-7,5 cm. Spijlen lopen door tot aan de bodem. De zijkanten vanaf de bodem van een bed dient minimaal 60cm te zijn voor een kind dat kan staan. Er mag geen ruimte zijn tussen de bedbodem en de zijkanten van het bed. Weg klapbare zijkanten van een bed of spijlen die verwijderd kunnen warden, mogen niet door kinderen bediend kunnen warden.
- •
Het buitenspeelterrein moet voldoende veiligheid bieden voor het aantal spelende kinderen dat tegelijkertijd er gebruik van maakt. De volgende criteria warden getoetst:
- o
Het terrein moet voldoende ruimte bieden voor grof motorisch spel en gevarieerde buitenspelvormen,
- o
Het terrein moet voldoende groot zijn opdat kinderen niet te snel met elkaar of (speel)objecten in botsing komen (richtlijn: 3m2 per spelend kind),
- o
Vanuit de leefruimte dient direct toegang tot en zicht op de buitenspeelruimte te zijn,
- o
In het buitenspeelruimte zitten geen gaten of andere oneffenheden tenzij deze een specifieke (spel)functie hebben.
- o
De bodemafwerking van de buitenspelruimte dient stroef te zijn
- o
Het buitenspeelterrein dient voorzien te zijn van een veilige omheining
- o
Voldoende hoog (richtlijn: 150cm)
- •
Opening tussen bodem en omheining maximaal 5 cm,
- •
Geen klimmogelijkheid tussen 20 en 70 cm,
- •
Geen grote ruimte tussen de verticale spijlen (richtlijn : 10cm)
- •
Maximale gaaswijdte van 4x4 cm
- •
De sluiting van het hek moet niet door kinderen tot 4 jaar geopend kunnen worden.
- o
De ondergrond bij speeltoestellen met een valhoogte van meer dan 60cm moet een val/springzone hebben van schokdempend materiaal (zand, speciale tegels enz).
- •
Elk kindercentrum dient in het centrum zelf over een telefoon te kunnen beschikken met in de directe nabijheid en op een duidelijk zichtbare plaats een lijst van telefoonnummers voor noodgeval (dokter, ziekenhuis, politie, brandweer e.d.)
- •
Elk kindercentrum dient tijdens de openingsuren altijd 1 persoon te zijn (werknemer of vrijwilliger) die beschikt over een geldig rijbewijs en de beschikking heeft over een auto.
- •
Tijdens openingsuren van een kindercentrum dient altijd 1 persoon (werknemer of vrijwilliger) aanwezig te zijn die in het bezit is van een geldig kinder EHBO-diploma.
- •
Elk kindercentrum heeft een EHBO-kast en moet minimaal de artikelen bevatten zeals aangegeven in de richtlijnen van het Rode Kruis
Hoofdstuk 2 Gezondheid en hygiene
2.1 Locatie
- •
De ligging van het kindercentrum mag geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de gebruikers. De volgende criteria worden getoetst:
Bij de toetsing zal rekening moeten worden gehouden met de volgende locaties:
- o
Zeer drukke verkeerswegen/verkeersituaties,
- o
- o
Nabijheid benzine/olieopslag,
- o
Bepaalde soort bedrijvigheid en/of werkplaatsen
- •
De akoestiek in de leefruimten mag geen negatieve invloed hebben op de spraak- en gehoorontwikkeling van kinderen. (Richtlijn: een nagalmtijd van niet meer dan 0,6 seconde)
2.2 Gebouw
2.2.1 Inrichting
- •
Voor kinderen van 0-1,Sjaar is een aparte slaapruimte noodzakelijk die geen andere functie heeft dan slaapruimte.
- •
Voor kinderen vanaf 1,Sjaar die langer dan 4 uur achtereen in een kindercentrum verblijven, is een rust/slaapplek noodzakelijk . Er dient eventueel vanuit een aangrenzende ruimte toezicht en vrij zicht te zijn op rustruimten van kinderen. Tijdens de uren dat in deze rustruimte(n) niet geslapen wordt kan de rustplek voor een andere functie worden gebruikt.
- •
In leefruimten meet zoveel daglicht binnenkomen dat overdag geen kunstlicht noodzakelijk is (uitgezonderd donkere dagen). De volgende criteria worden getoetst:
- o
Tenminste 1 raam dient op zodanige hoogte te zijn dat een kind naar buiten kan kijken.
- o
Aanbevolen wordt een glas/raamoppervlak van tenminste 5% van het vloeroppervlak.
- o
Onderkant van het raam meet op maximaal 60cm hoogte zijn voor kinderen van 0-4 jaar.
- •
Wanden van badkamer, wc en keuken dienen tot tenminste een hoogte van 120cm voorzien te zijn van glad en gemakkelijk te reinigen stootvast materiaal of verf.
- •
Wanden in leefruimten dienen tot een hoogte van 120cm splintervrij en afwasbaar te zijn. Boven de 120cm dienen wanden stofvrij te zijn. Vloeren in de keukens en bij keuken voorzieningen dienen vochtbestendig te zijn en goed schoon te maken.
- •
De plafondafwerking dient zodanig te zijn dat zich geen stof kan ophopen.
- •
Door middel van goede ventilatie dient de lucht in de leef- en slaapruimten niet alleen regelmatig ververst te worden maar dient ook zorggedragen te worden dat de temperatuur niet te hoog oploopt. Voor kinderen jonger dan 4 jaar dienen bovendien maatregelen te worden getroffen tegen tocht. In sanitaire ruimten dient permanente ventilatie aanwezig te zijn. De keuken dient vanwege het vrijkomen van gassen en geuren tijdens het koken extra geventileerd te worden.
- •
Elk kindercentrum beschikt over voldoende wasgelegenheid en sanitair voor kinderen voor het aantal kinderen dat van het kindercentrum gebruik maakt/kan maken.
(richtlijn: kijken naar aantal kinderen en stamgroep)
- •
De keuken mag niet in directe relatie staan met sanitaire ruimten.
- •
Een aankleedtafel en aanrecht in dezelfde ruimte moeten zodanig gescheiden zijn dat beiden werkvlakken elkaar niet raken en er dient gebruik te worden gemaakt van minimaal 2 verschillende kranen.
- •
Een spoelgelegenheid van po's dient gescheiden te zijn van de handwasgelegenheid van. De kinderen of het keuken sanitair.
- •
In geen enkele verblijfruimte mag gerookt worden.
- •
Met mag niet met buitenschoenen de babykamer betreden.
- •
Afval moet afgedekt worden bewaard en zodanig dat kinderen en dieren er niet bij kunnen.
2.2.2 Gevaarlijke stoffen/situaties
- •
Elke ruimte dient dagelijks schoongemaakt te worden. Dit mag niet in het bijzijn van kinderen gebeuren. Alleen na het eten of bepaalde activiteiten in de stamgroep, mag er op de plek opgeruimd/schoongemaakt worden.
- •
Een zandbak dient na gebruik te worden afgedekt met een net of deksel.
- •
Op het buitenspeelterrein mogen geen giftige of stekelige planten of struiken te staan.
- •
Elk kindercentrum heeft in het kader van bestrijding van infectieziekten en ziekteoorzaken protocol voor het handelen ter preventie van en in geval van ziekte en ongeval, zowel voor personeel van het kindercentrum als voor de kinderen. Dit geldt ook voor de hygiene maatregelen die gehanteerd moeten worden in het kader van Covid-19. (als een kind symptomen van Covid-19 vertoont mag hij/zij niet naar de opvang. Overige protocollen voor Covid-19 blijven onverkort van toepassing dan)
- •
In geval van vermoedens van (ernstige) kindermishandeling of misbruik dient het personeel dit te bespreken met de leiding van het kindercentrum. De leiding is verplicht de vermoedens te melden bij Centrum Jeugd en Gezin. De exploitant zorgt dat er een meld code voor huiselijk geweld en kindermishandeling wordt opgesteld en geïmplementeerd.
- •
Speelgoed dat kinderen in de mand stoppen moet dagelijks schoongemaakt worden. Al het andere speelgoed dient maandelijks schoongemaakt te worden.
- •
Kinderen in een kindercentrum hebben bij voorkeur een eigen po die na gebruik wordt gespoeld en tenminste 2x per week wordt gedesinfecteerd. lndien de po door meerdere kinderen wordt gebruikt, dient die na elk gebruik niet alleen te worden gespoeld maar ook gedesinfecteerd.
2.2.3 Voorzieningen
- •
Bij gebruik van matrassen/rustbedjes dienen deze voldoende lichaamsondersteuning te bieden door voldoende soortelijk gewicht van het materiaal of compensatie daarvan in dikte.
- •
Wanneer gebruik wordt gemaakt van losse matrassen dienen deze na gebruik hygiënisch en geed geventileerd te worden opgeborgen.
- •
Voedingsmiddelen dienen gescheiden van was- en schoonmaakmiddelen te worden bewaard.
- •
Keukengerei dient in goede staat te zijn.
- •
In het kader van gezonde en gevarieerde voeding dient een kindercentrum zich te houden aan richtlijnen van gezondheidsdienst en het consultatiebureau.
- •
Maaltijden dienen te worden bereid conform de geldende voedingsrichtlijnen voor de leeftijdsgroep bij het kindercentrum. Elk kindercentrum stelt een weekmenu samen op basis van gezonde en gevarieerde voeding. Hiertoe zal men 2 keer per jaar advies inwinnen van een voedingsdeskundige of diëtiste.
- •
Voor beroepskrachten en kinderen dient te alien tijde drinkwater beschikbaar te zijn. Beroepskrachten (in opleiding) van een kindercentrum dienen erop toe te zien dat kinderen regelmatig drinken tijdens de periode van opvang.
2.3 Persoonlijke voorzieningen
- •
leder kind beschikt over eigen persoonlijke benodigdheden als washandje, tandenborstel , baddoek en kam (bij hele dagopvang)
- •
ledere wastafel dient vloeibare zeep te hebben en papieren handdoeken.
- •
inentingsbewijzen moeten overlegd warden indien ze beschikbaar zijn. lndien kinderen niet zijn ingeënt dient contact te warden opgenomen met het consultatiebureau binnen de afdeling publieke/jeugdgezondheidszorg. Op het inschrijfformulier moeten ouders aangeven of hun kind(eren) ingeënt zijn.
Hoofdstuk 3 Pedagogisch Beleid
3.1 Werkplan
- •
Elk kindercentrum dient te beschikken over een werkplan . Het werkplan bevat tenminste de volgende onderdelen:
- o
Beschrijving hoe de verzorging, het toezicht en de begeleiding van de kinderen plaats vindt, met inachtneming van de leeftijd van de kinderen.
- o
Het werkplan is gebaseerd op pedagogische uitgangspunten en houdt activiteiten in die de ontwikkeling van het kind op elk gebied stimuleert.
3.2 Benodigdheden afspraken
- •
Elk kindercentrum beschikt over voldoende , verantwoord en deugdelijk speelgoed voor de kinderen, gericht op de leeftijdsgroep(en) die door het kindercentrum word(t)en opgevangen.
- •
Elk groep kinderen heeft een programma van activiteiten dat op een duidelijk zichtbare plaats in het kindercentrum is opgehangen.
- •
Elk kindercentrum stimuleert ouderenbetrokkenheid en ouderparticipatie, door minimaal 2x per jaar ouderavonden te organiseren.
3.3 Indeling groepen
- •
Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij groepen waar alle kinderen dezelfde leeftijd hebben (horizontale groepen):
Leeftijd kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen |
0-1 | 1 | 4 | 2 | 10 |
1-2 | 1 | 6 | 2 | 12 |
2-4 | 1 | 8 | 2 | 16 |
- •
Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aarwezige kinderen bij groepen waar kinderen verschillende leeftijden hebben (verticale groepen):
Leeftijd kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen |
0-2 | 1 | 5 1 | 2 | 102 |
0-4 | 1 | 63 | 2 | 124 |
2-4 | 1 | 8 | 2 | 16 |
- •
Het minimaal in te zetten beroepskrachten en de maximale groep in de buitenschoolse opvang:
Leeftijd kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen | Minimaal aantal beroepskrachten | Maximaal aantal kinderen |
4 tot 7 | 1 | 10 | 2 | 20 |
7 tot leeftijd waarop basisonderwijs eindigt5 | 1 | 12 | 2 | 24 |
4 tot leeftijd waarop basisonderwijs eindigt | 1 | | 2 | 226 |
- •
Gedurende een beperkte tijd, doch niet meer dan 1, uur na opening en voor sluiting van het kindercentrum en in bijzondere omstandigheden, kan een beroepskracht minder ingezet warden, met dien verstande dat er altijd minimaal een beroepskracht wordt ingezet.
Hoofdstuk 4 Lokaliteit
4.1.1 Binnenruimte
- •
Per kind is minimaal 3m2 netto speel/werkoppervlakte nodig.
- •
Er dient genoeg binnenspeelmateriaal aanwezig te zijn en dit dient veilig verankerd te zijn. In de leefruimten dienen afhankelijk van de leeftijdsgroep minimaal de volgende activiteitenplekken aanwezig ten zijn:
1-2 jaar
- o
- o
- o
- o
Speelgoed op kinderhoogte
- o
2-4 jaar
- o
- o
- o
- o
Speelgoed op kinderhoogte
- o
Een variatie van speelplekken7
4- 12 jaar
- o
- o
- o
- o
- o
Huiswerkmogelijkheid en computerplek
- o
Sport en spel mogelijkheid
4.2 Buitenruimte
- •
Er dient genoeg buitenspeelmateriaal aanwezig te zijn en dit dient veilig verankerd te zijn. Het buitenspeelterrein dient voorzien te zijn van een omheining. Deze dient aan de veilig te zijn gelet op de stamgroepen bij de kinderopvang.
- •
In de buitenruimte voor baby's dient permanent aanwezig te zijn:
- o
- o
Zitgelegenheid voor een volwassene
- o
Afscherming van de rest van het terrein
- •
In de buitenruimte voor dreumesen en peuters dient permanent aanwezig te zijn:
- •
Een verharde oppervlakte voor gebruik van fietsjes e.d.
- •
Een beschutte plek met zacht oppervlak (bv. Gras, zand of rubberen tegels)
- •
- •
Minimaal 3 speelelementen8
- •
In de buitenruimte voor de buitenschoolse opvang dient permanent aanwezig te zijn minimaal 3 speelplekken die gepast zijn voor de doelgroep
Hoofdstuk 5 Bedrijfsvoering
1 1Personeel(opleiding/scholing/bijscholing)
- •
Een kindercentrum dient te beschikken over voldoende gekwalificeerde beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen en de leeftijdsgroepen die door het kindercentrum warden opgevangen.
- •
De beroepskrachten dienen minimaal te beschikken over een pedagogisch opleiding MB0-3 opleiding. lndien dit niet het geval is moeten ze kunnen aantonen dat ze MBO 3 werk/denkniveau hebben. Tevens warden relevante certificaten meegenomen in de afweging. De situatie wordt per kinderopvang bekeken. De exploitant moet zorgen dat er minimaal een beroepskracht aanwezig is met een pedagogisch MBO 4 opleiding. Voor grate kinderopvangcentra (meer dan 50 kinderen) is een HBO opleiding gewenst.
- •
Een vrijwilliger kan alleen zelfstandig op een groep kinderen staan indien deze qua opleiding voldoet aan de minimale eisen van een beroepskracht in opleiding in een kindercentrum.
- •
De exploitant van het kindercentrum dient minimaal te voldoen aan de aan een beroepskracht gestelde minimale opleidingseisen.
- •
Gastouders dienen minimaal te beschikken over een certificaat basistraining van het gastouderbureau gericht op praktische scholing met betrekking tot verzorging, pedagogische vaardigheden, veiligheid en praktische eerste hulp in thuissituaties.
- •
Elk beroepskracht is verplicht minimaal 1x per jaar deel te nemen aan een cursus/workshop in het kader van bijscholing/deskundigheidsbevordering.
- •
Elk beroepskracht die niet over een geldige kinder EHBO-diploma beschikt is verplicht als eerste cursus deel te nemen aan een kinder EHBO-cursus.
- •
Elk kindercentrum stimuleert de deelname van vrijwilligers aan cursussen welke in het belang zijn van het kindercentrum.
- •
Elk beroepskracht dient zich te houden aan de hygiënische voorschriften zoals deze zijn afgekondigd door de afdeling hygiënische diensUvector controle van het openbaar lichaam .
- •
Elk kindercentrum heeft een WA-verzekering voor het personeel in loondienst, de kinderen, stagiaires en vrijwilligers.
- •
Beroepskrachten van een kindercentrum dienen representatief te zijn conform algemeen geldende maatschappelijke normen:
- o
Persoonlijke hygiëne: adequate lichaamsverzorging zoals schone haren, nagels, aangename lichaamsgeur.
- o
Kleding: geen aanstootgevend of niet geschikt om tin te werken kleding zoals bv: te kart, te strak, te bloot en te doorzichtig.
- o
Taalgebruik: niet vloeken of andere groffe taal welke niet passend is in het bijzijn van kinderen.
- o
Gedrag: geen alcohol- en/of drugsgebruik en geen agressie.
5.2Dienstverlening
- •
Elk kindercentrum is niet eerder open dan 06.00 uur en niet later gesloten dan 19:00 uur. In geval van flexibele opvang is de sluitingstijd niet later dan 23:00 uur. Een kind mag niet !anger dan 11 uur per dag in een kinderopvang verblijven, dit geldt ook voor flexibele opvang .
- •
Elk kindercentrum beschikt over een protocol met betrekking tot:
- o
Het beleid en pedagogisch beleid van het kindercentrum
- o
Maximum aantal toegestane aaneengesloten opvanguren per dag voor het zelfde kind
- o
Welke opvangmogelijkheden er warden geboden: baby's, dreumesen, peuters, naschoolse opvang
- o
- o
- o
Het inschrijvings- en aannamebeleid van kinderen
- o
De ouderbijdrage en betaling van de ouderbijdrage
- o
Externe contacten van het kindercentrum en externe informatievoorziening
- o
Procedures in dringende aangelegenheden en noodsituaties
5.3Algemeen en financieel beleid
- •
Een kindercentrum dient te beschikken over een exploitatievergunning . Aan de exploitatievergunning zijn formele voorwaarden aan verbonden . Deze warden opgenomen in het vergunningenstelsel.
- •
Elk kindercentrum beschikt over een systeem voor de inschrijving van de kinderen en beschikt over noodzakelijke informatie van de kinderen ten behoeve van de opvang zelf en de ouders.
- •
Elk kindercentrum heeft een collectieve WA-verzekering voor de kinderen, inclusief voor excursies buiten het kindercentrum.
- •
Een kindercentrum met meer dan 4 personeelsleden dient te beschikken over een huishoudelijk reglement waarin:
- o
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastliggen van elke medewerker functiebeschrijving)
- o
Regels zijn opgenomen die verband houden met
- •
Aanname/ontslagprocedures personeel
- •
Werktijden/rusttijden personeel
- •
Vakantie: aantal en minimaal aaneengesloten vakantieperiode
- •
Vrije dagen: regels voor opname, buitengewoon verlof
- •
Ziekteverzuim beleid: wijze en tijdstip van ziekmelding , regels tijdens de het ziekteverzuim die snel herstel moeten bevorderen, consequenties bij het niet nakomen van het ziekteverzuim beleid
- •
Werkhouding/attitude : regels met betrekking tot op tijd komen
- •
Persoonlijke hygiëne en lichaamsverzorging
- •
- •
Meldcode voor het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
- •
Elk kindercentrum dient te beschikken over een reglement voor ouders waarin zij ouders tijdig informeren over regels met betrekking tot:
- o
Het halen en brengen van kinderen zoals tijdstip en veiligheid
- o
Kleding en verschoning van kinderen
- o
- o
- o
Ziekte en besmettelijke ziekten
- o
- o
Betaling van de ouderbijdrage
- o
Beëindiging van de opvang
- o
Het indienden en behandelen van klachten (klachtenprocedure)
- •
Elk kindercentrum dient een verantwoord financieel beleid te voeren ten opzichte van de ouders, subsidienten en andere donoren door te werken volgens een begroting met maandelijks overzichten van inkomsten en uitgaven ter inzage door de toezichthouder.
- •
Elk kindercentrum met een of meer personeel dient qua betaling van personeel te voldoen aan de vigerende regelgeving.