Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- a.
voorzitter: de voorzitter van de raad/van de commissie of diens vervanger;
- b.
amendement: voorstel tot wijziging van een besluit;
- c.
subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement;
- d.
motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
- e.
motie zonder raadsvoorstel: motie vreemd aan de orde, een motie over een niet
- f.
voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;
- g.
initiatiefvoorstel: een voorstel van een raadslid of raadsleden aan de raad;
- h.
raadsgriffier: de griffier of diens plaatsvervanger;
- i.
secretaris: de gemeentesecretaris;
- j.
Commissievergadering: voorbereidende vergadering van de raadsvergadering;
- k.
Commissievoorzitter: een benoemde voorzitter van een commissie of diens
plaatsvervanger, niet zijnde de voorzitter van de raad;
- l.
Commissielid: een niet-raadslid als zodanig door de raad benoemd.
Artikel 2. Het presidium
- 1.
De raad heeft een presidium, bestaande uit:
- a.
de voorzitter van de raad, tevens voorzitter van het presidium en de fractievoorzitters.
- b.
de griffier is in elke vergadering van het presidium aanwezig.
- 2.
Het presidium heeft als taak:
- a.
het jaarlijks vaststellen van het vergaderschema en desgewenst aangepast tussendoor;
- b.
voorstellen doen aan de raad over organisatorische aangelegenheden van de raad;
- c.
zorgdragen voor het regelen van de huishoudelijke zaken rondom de taken van de raad;
- d.
bewaken van de kwaliteit van het functioneren van de raad;
- e.
het instellen van (tijdelijke) werkgroepen van de raad met een omschreven heldere
opdracht. De griffier begeleidt en ondersteunt elke werkgroep dan wel diens vervanger;
- 3.
Elke fractievoorzitter kan een raadslid uit zijn fractie aanwijzen dat hem bij afwezigheid
- 4.
Van iedere vergadering wordt een beknopt verslag gemaakt en, voor zover de aard en
inhoud van de vergadering zich daartegen niet verzet, openbaar gemaakt.
- 5.
Het presidium fungeert tevens als agendacommissie en wijst bij de agenda’s van de
commissievergaderingen tevens de voorzitter aan uit de voorzitterspool.
- 6.
Het presidium stelt in elke vergadering de geactualiseerde lijst Moties en Toezeggingen
en de Lange Termijn Agenda (LTA) vast en publiceert deze bij de raadsvergadering.
- 7.
De griffier zorgt voor de geactualiseerde lijsten in overleg met de gemeentesecretaris.
Artikel 3. Raadscommissies
- 1.
Er is een Raadscommissie Maatschappij en Financiën (M&F) en een Raadscommissie Ruimte en Infrastructuur (R&I)
- 2.
De raadscommissie M&F bespreekt: Bestuurs- en Juridische zaken (waaronder P&O en automatisering), Burgerzaken, Markt, Brandweer, Financiën, Maatschappelijke zorg, Onderwijs, Sport en Sociaal Culturele onderwerpen.
- 3.
De Raadscommissie R&I bespreekt: Bouwen, Ruimtelijke ordening, Milieu, Wegen, Verkeer, Wonen, Gemeentewerken en Algemene begraafplaats.
- 4.
Beide commissies brengen advies uit aan de raad over raadsvoorstellen.
- 5.
Raadsleden en commissieleden nemen deel aan de commissie met een maximum van 2 leden per fractie, waarvan 1 het woord voert bij een agendapunt.
- 6.
Binnen de commissievergadering kunnen fracties hun leden wisselen per agendapunt.
- 7.
De raad benoemt de voorzitter van de raadscommissie M&F en R&I en diens plaatsvervanger.
Artikel 4. Seniorenconvent
- 1.
De raad heeft een seniorenconvent bestaande uit de fractievoorzitters en de voorzitter van de raad.
- 2.
Het seniorenconvent overlegt in beslotenheid over de volgende onderwerpen:
- a.
Personele aangelegenheden;
- b.
Informatie van vertrouwelijke aard gericht op openbare besluitvorming;
- c.
Vertrouwelijke mededelingen over openbare orde en veiligheid;
- d.
Alle niet politieke zaken met betrekking tot het functioneren van de raad.
- 3.
Het seniorenconvent komt op initiatief van de voorzitter of één van de fractievoorzitters
- 4.
Indien een bijeenkomst op verzoek van een fractievoorzitter c.q. de voorzitter wordt
belegd, vindt deze binnen vijf werkdagen plaats.
- 5.
Het seniorenconvent kan één of meer wethouders en/of de gemeentesecretaris uitnodigen
in de vergadering aanwezig te zijn.
- 6.
De griffier is in elke vergadering van het seniorenconvent aanwezig.
- 7.
Elke fractievoorzitter kan een lid van de raad uit zijn fractie aanwijzen dat hem bij zijn
afwezigheid in het seniorenconvent vervangt.
Artikel 5 Vragenhalfuur
- 1.
In de raadsvergadering is er voor de raadsleden gelegenheid tot het stellen van vragen bij het vaste agendapunt ‘Vragen half uur’.
- 2.
Vragen worden een dag van te voren, voor 12 uur bij de griffie aangeleverd per mail.
- 3.
Het vragen half uur is bedoeld voor korte actuele vragen aan het college.
- 4.
Daarnaast kunnen er vervolgvragen worden gesteld n.a.v. de antwoorden op schriftelijke gestelde vragen.
Artikel 6 Spreekrecht voor inwoners of vertegenwoordigers van organisaties
1. In de vergadering kunnen inwoners of vertegenwoordigers van organisaties inspreken. In de commissie is die mogelijkheid bij elk agendapunt over een onderwerp.
In de raadsvergadering is inspreken mogelijk bij het agendapunt spreekrecht, in principe over een niet geagendeerd onderwerp, maar over een geagendeerd onderwerp is mogelijk.
2. Het woord kan niet gevoerd worden:
a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
b. over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Deze noteert de naam, telefoonnummer en mailadres en het onderwerp waarover.
4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
5. Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Hierna krijgen de fracties de gelegenheid om één verduidelijkende vraag te stellen. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
Artikel 7. Commissie Onderzoek geloofsbrieven
- 1.
Bij de toelating van nieuwe raadsleden en benoeming van nieuwe commissieleden stelt
de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden;
- 2.
Deze commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende
stukken van de nieuwe raadsleden en de te benoemen commissieleden en brengt hierover vervolgens advies uit aan de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheids-standpunt melding gemaakt in dit advies.
- 3.
Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste
raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.
- 4.
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste
raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring af te
- 5.
In geval van een tussentijdse benoeming roept de voorzitter een nieuwbenoemd raadslid
of te benoemen commissielid op voor die raadsvergadering waarin over diens toelating of
benoeming wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring af te leggen.
Artikel 8. Benoeming wethouders
1. Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie onderzoek
geloofsbrieven in bestaande uit drie raadsleden.
2. Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten
volgens de artikelen 36a, 36b, 41b, en 41c van de Gemeentewet.
3. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de te benoemen wethouder.
4. De burgemeester kan voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht geven om
de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen.
De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad.
De risicoanalyse en de eindconclusie zijn niet openbaar.
Artikel 9. Fracties
1. Raadsleden, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn
verklaard, worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.
2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding is geplaatst, voert de fractie in de raad
deze aanduiding als naam. Bij geen aanduiding, deelt de fractie in de eerste raads-
vergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.
3. De naam van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger wordt zo spoedig mogelijk
doorgegeven aan de voorzitter.
4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden
of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk
mededeling gedaan aan de voorzitter.
5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van
de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na
Hoofdstuk 2. Vergaderingen
Artikel 10. Oproep en agenda
- 1.
De griffie publiceert tenminste 7 dagen, maar zo vroeg mogelijke voor een raads- (commissie)vergadering de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken op de website via het digitale vergadersysteem.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de raadsvoorzitter een aanvullende agenda opstellen voor een raadsvergadering. De daarbij behorende stukken zijn uiterlijk 48 uur vóór aanvang van de vergadering beschikbaar.
- 3.
De agenda wordt bij aanvang van de vergadering vastgesteld.
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Beschikbare vergaderstukken staan op de website van de gemeente en zijn in principe
voor een ieder makkelijk te vinden en daarmee toegankelijk.
- 2.
Informatie van de raad of aan de raad waar geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking
van het eerste lid alleen toegankelijk voor commissie- en raadsleden.
Artikel 12. Openbare kennisgeving
- 1.
Raads- en commissievergaderingen worden aangekondigd in het Larens Journaal en op
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving langs alleen elektronische weg
Artikel 13. Presentielijst
- 1.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van de presentielijsten van de raad en die van
de commissieleden bij een commissievergadering.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden en/of de commissieleden
de presentielijst, de griffier en de voorzitter ondertekenen ter vaststelling.
Artikel 14. Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de vergadering anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Raadsleden dan wel commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.
- 5.
Het spreken over een voorstel van orde telt niet als zijnde woordvoering.
Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen
De raad dan wel de commissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslagingen.
Artikel 16. Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hierover terstond.
Artikel 17. Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 18. Beslissing
- 1.
De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.
Artikel 19. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen met eventueel de vermelding van onthoudingen van stemming.
- 2.
Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 3.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid en verloopt verder op de dan afgesproken volgorde.
- 4.
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.
- 5.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd.
- 6.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.
Artikel 20. Volgorde stemming over amendementen en moties
- 1.
Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 2.
Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.
- 3.
Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.
Artikel 21. Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.
- 2.
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een verstrekt stembriefje in te leveren.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één stembriefje.
- 4.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.
Artikel 22. Verslag en besluitenlijst
1. De griffier draagt zorg voor verslagen van vergaderingen in de vorm van een kort verslag, dan wel een audio-opname; een audiotranscript en een besluitenlijst van de raadsvergaderingen.
2. De besluitenlijst van de raad bevat:
a. de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raads- en commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord hebben gevoerd;
b. de namen van de raadsleden die afwezig waren bij de raadsvergaderingen;
c. de besluiten die door de raad zijn genomen en eventuele toezeggingen die zijn gedaan;
d. een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding van de fracties die voor of tegen stemden, dan wel de namen van de raadsleden;
e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen.
3. De besluitenlijst wordt ondertekend door de voorzitter en de griffier.
4. De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.
5. De audio-opname van de raadsvergadering is (live) te beluisteren via het raadsinformatiesysteem van de gemeentelijke website. Het audiotranscript wordt na de raadsvergadering op de gemeentelijke website beschikbaar gesteld.
Artikel 23. Ingekomen stukken
- 4.
Bij de raad ingekomen stukken worden op de lijst ingekomen stukken geplaatst en gepubliceerd bij agendapunt 6 van de eerstvolgende raadsvergadering.
- 5.
Anonieme stukken of stukken over personen worden niet geplaatst op de lijst, maar op andere wijze ter kennis gebracht van de raad.
- 6.
De raad stelt op voorstel van de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.
Artikel 24. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 25. Verslag besloten vergadering
- 1.
Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen zijn niet openbaar maar worden verspreid via het digitale systeem achter het slotje.
- 2.
De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 26. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 28. Amendementen en subamendementen
- 1.
Raadsleden dienen amendementen en subamendementen vóór het sluiten van de beraadslaging schriftelijk in over het voorstel waarop deze betrekking hebben, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.
- 2.
De indienende raadsleden hebben de presentielijst getekend.
- 3.
Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.
Artikel 29. Moties
- 1.
Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.
- 2.
De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.
- 3.
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.
- 4.
Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.
Artikel 30. Initiatiefvoorstel
- 1.
Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel via de griffier zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.
- 2.
Het college reageert zo snel mogelijk met een schriftelijk advies met wensen en bedenkingen tot het voorstel dat daarna ter kennis van de raad wordt gebracht samen met het advies van het college.
- 3.
Het voorstel komt via het presidium op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering dan wel de daaropvolgende raadsvergadering.
Artikel 31. Collegevoorstel
Als de raad van oordeel is dat voorstel voor advies teruggaat naar het college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 32. Interpellatie
- 1.
Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.
- 2.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.
- 3.
Over verzoeken die ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend of in, naar het oordeel van de voorzitter, spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.
- 4.
De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan éénmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 33. Schriftelijke vragen
- 1.
Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.
- 2.
De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.
- 3.
Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen twintig dagen nadat de vragen zijn ingediend.
- 4.
De antwoorden van het college of de burgemeester worden schriftelijk ingediend bij de griffier die deze publiceert middels de lijst van ingekomen stukken.
- 5.
De vragensteller kan in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 34. Inlichtingen
- 1.
Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.
- 2.
De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.
- 3.
De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.
Artikel 35. Uitleg reglement
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Artikel 36. Intrekking oude reglement en verordening op de raadscommissies
- 1.
Het ‘Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Laren’ zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2018 wordt ingetrokken.
- 2.
De verordening op de raadscommissie Laren 2021 wordt ingetrokken
Artikel 37. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Dit reglement treedt in werking na vaststelling;
2. Dit reglement wordt aangehaald als: “Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Laren 2023.