Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de voorwaarden voor het verwerken van hemelwater in de gemeente Oosterhout (Verordening Hemelwater 2023) |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage Beslisboom verwerken hemelwater Oosterhout |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | nieuwe regeling | 19-12-2023 |
De raad van de gemeente Oosterhout,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2023 met nummer 1030108;
gelet op de artikel(en) 10.32a Wet milieubeheer en 149 en 156 Gemeentewet;
Verordening Hemelwater 2023 van de raad van de gemeente Oosterhout houdende bepalingen over het inzamelen, verwerken en afvoeren van hemelwater.
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
openbaar riool: voorziening voor de inzameling en afvoer van afvalwater en/of hemelwater, in beheer bij de gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast; met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, kolk- en perceelaansluitingen en werken en installaties van overeenkomstige aard. Ieder niet openbaar riool is een particulier riool;
Artikel 2 – Eigenaarschap openbaar hemelwatersysteem
Het college kan leidingen en bijbehorende werken voor de afvoer en inzameling van hemelwater op niet-openbare grond aanwijzen als openbaar riool en in die situaties streven naar het aangaan van een overeenkomst met de betrokken grondeigenaar over afspraken betreffende het beheer en onderhoud van die leiding en bijhorende objecten.
Indien bij nieuwbouw open en/of ondergrondse hemelwaterbergingen voor verwerking van hemelwater in de openbare ruimte worden benut voor afstromend hemelwater van niet-openbare grond kan het college streven naar het aangaan van een overeenkomst met de betrokken grondeigenaar over afspraken betreffende de realisatiekosten en beheer en onderhoud van die open en ondergrondse hemelwaterbergingen.
Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Bij wijziging door het college van de hoogteligging van het overnamepunt of bij aanpassing van de perceelaansluiting ten gevolge van een wijziging in het openbaar riool wordt de rechthebbende hierover door het college in kennis gesteld en dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden.
Artikel 4 - Verstoppingen en verstoringen
In geval van de in lid 4 bedoelde situatie zijn de door rechthebbende gemaakte kosten naar redelijkheid en billijkheid voor rekening van de gemeente. De rechthebbende kan de gemeente aansprakelijk stellen voor de gemaakte kosten met overleg van bewijs van de storing in de perceelaansluiting en bewijs van de gemaakte kosten.
Het is verboden om het riool of een hemelwaterberging op een onjuiste manier te gebruiken. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Artikel 7 – Hemelwater bergen en infiltreren
De aanvraag voor een aansluiting op het openbaar riool wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.
De rechthebbende aan wie toestemming voor een aansluiting op het openbaar riool, hemelwatersysteem of oppervlaktewater is verleend kan de gemeente verzoeken de (perceel)aansluiting of wijziging daarvan uit te voeren. Hiertoe kan de rechthebbende contact opnemen met de toezichthouder van de Gemeente Oosterhout, die met de uitvoering belast is.
De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluiting vindt slechts plaats als;
het particulier riool voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening van de gemeente Oosterhout te stellen eisen en na inwerkingtreding van de Omgevingswet aan het Besluit bouwwerken leefomgeving, Besluit activiteiten leefomgeving en (het tijdelijke deel van) het Omgevingsplan.
Artikel 15 - Hardheidsclausule
Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover van toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogd te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel door het college aan te wijzen personen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Oosterhout,
gehouden op: 19 december 2023
Voorzitter,
Griffier,
Met de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008 is onder andere de Wet milieubeheer gewijzigd. In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer staat dat gemeenteraden in het belang van de milieubescherming bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in de openbare vuilwaterriolering, maar ook in het openbare hemelwaterstelsel of openbare ontwateringsstelsel. Hiermee is een instrument geboden om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van hemel- en grondwater in de riolering te hebben.
Gemeente Oosterhout legt haar rioleringsbeleid vast in het gemeentelijk Programma Water en Riolering. Hemel- en grondwaterlozingen in de riolering zijn geregeld in het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Besluit lozen buiten inrichtingen en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2012 en de Afvalwaterverordening Oosterhout 2021. De onderhavige verordening is aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling – de “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit – voorgaan.
Bij bepaalde ontwikkelingen is naast de Verordening Hemelwater ook een watertoets nodig. De watertoets is een verplicht onderdeel in het geval van een bestemmingsplanwijziging of een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan waarmee het waterschap de voorgenomen ontwikkeling toetst aan de gevolgen voor de waterhuishouding. De resultaten van de watertoets moeten onderdeel worden van de voorgenomen ontwikkeling. De regels van het waterschap zijn te vinden via de keur.
Als het regent verdwijnt in de gemeente Oosterhout het meeste hemelwater nog in een gemengde riolering en wordt direct afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Door verandering van het klimaat wordt het bestaande rioolstelsel steeds zwaarder op de proef gesteld. Buien worden heviger en duren langer. Hierdoor neemt het risico op wateroverlast toe. Het blijven vergroten van de riolering is daarbij geen realistische optie, dat wordt uiteindelijk te kostbaar.
Met het oog op de lange termijn wordt het verwerken van extreme regenbuien steeds belangrijker om de overlast (met meer financiële schade) te beperken. Om in de toekomst droge voeten te blijven houden, wordt voor wat betreft hemelwater aangesloten bij de landelijke voorkeursvolgorde: (1) hergebruik en (2) infiltreren waar het kan, (3) bufferen waar mogelijk en als het niet anders kan (4) afvoeren. Perceeleigenaren hebben daarbij een onderzoek plicht om te kijken welk vorm kwalitatief het beste aansluit bij de situatie ter plaatse (kwaliteitstoets). Betonnen “starre” voorzieningen worden waar mogelijk voorkomen, makkelijk aan te passen en (deels) groene open hemelwaterbergingen (bijvoorbeeld wadi’s en oppervlaktewater) hebben de voorkeur. Om de doelstellingen uit het vigerend gemeentelijk Programma Water en Riolering voor hemelwater te bereiken heeft de gemeente Oosterhout de voorliggende hemelwaterverordening opgesteld op grond van artikel 10.32a Wet milieubeheer. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet, maakt deze verordening van rechtswege onderdeel uit van het (tijdelijk deel van het) Omgevingsplan. Gemeenten hebben vervolgens tot 2032 om de verordening daadwerkelijk te verwerken in het Omgevingsplan.
Voor hemelwater is één van de maatregelen het verplichten van eigenaren van nieuw te bouwen woningen en eigenaren van bestaande woningen die worden gerenoveerd, geherstructureerd, herbouwd, of uitgebreid waarbij het toegevoegde bebouwde oppervlak minimaal 30 m² bedraagt, om hemelwater zo mogelijk op eigen terrein te bergen en te infiltreren in de bodem. Voor bestaande gebouwen en percelen geldt dat de gemeente Oosterhout het hemelwater, als zij dat op het moment al doet, (voor nu) blijft inzamelen en transporteren via de gemeentelijke riolering. Dit kan in de toekomst veranderen.
In de in Oosterhout aanwezige grondwaterbeschermingsgebieden gelden tot slot aparte regels met betrekking tot het omgaan met hemelwater. Deze regels staan opgenomen in paragraaf 2.1.3 ‘Grondwaterbeschermingsgebied’ van de (Interim) Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant.
De bepalingen in deze hemelwaterverordening zijn zodanig opgesteld dat ze voldoen aan de eisen uit de Omgevingswet. Als een gemeente een hemelwaterverordening heeft, maakt deze bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege onderdeel uit van het omgevingsplan.
De Omgevingswet bevat een algemene zorgplicht. Dit houdt in dat overheden, bedrijven en burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving (artikel 1.6 Omgevingswet). Met deze zorgplicht dient rekening gehouden te worden wanneer wordt overgegaan tot bijvoorbeeld het hergebruiken of het infiltreren van hemelwater.
Onder de Omgevingswet komt er geen expliciete grondslag terug voor regels over lozingen van hemelwater en grondwater. Dit valt onder de algemene bevoegdheid van de gemeente om regels te stellen in het omgevingsplan. De gemeente behoudt dus onder de Omgevingswet de mogelijkheid om regels over afkoppelen en waterberging te stellen. In de artikelsgewijze toelichting komt dit nader aan bod.
Grondwaterbeschermingsgebieden
Binnen gemeente Oosterhout liggen twee grondwaterbeschermingsgebieden. Infiltreren binnen deze grondwaterbeschermingsgebieden is alleen toegestaan als wordt voldaan aan de vereisten van provincie Noord-Brabant. De grondwaterbeschermingsgebieden en vereisten zijn te vinden via: www.brabant.nl/onderwerpen/water-en-bodem/schoon-water/grondwaterbescherming-in-brabant
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.
Artikel 2 – Begrenzing openbaar riool
Het kan voorkomen dat de conditie van leidingen en bijhorende werken voor de afvoer en inzameling van afval- en hemelwater op niet- openbare grond belangrijk is voor de juiste werking van het openbaar rioolsysteem. De gemeente Oosterhout maakt in dat geval afspraken met de rechthebbende over afspraken betreffende beheer en onderhoud van het betreffend riool.
Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
De gemeente Oosterhout is verantwoordelijk voor de uitvoering van de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Voor hemelwater is dat een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Voor de instandhouding van het openbare riool is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging.
Artikel 3 geeft nadere regels over het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging van perceelaansluitingen. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt, gerekend vanaf het openbaar riool, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden uitgevoerd moeten worden ten gevolge van onjuist gebruik van het particulier riool. Zie daarvoor ook artikel 4.
Artikel 4 – Verstoppingen en verstoringen
In beginsel is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor het constateren, lokaliseren en oplossen van verstoppingen en storingen. Kosten voor het verhelpen van verstoppingen komen in principe altijd voor rekening van de rechthebbende. Indien is geconstateerd dat er een storing in de perceelaansluiting of het openbaar riool zit, dan moet de rechthebbende contact opnemen met de gemeente. De gemeente stuurt dan een aannemer om het probleem te verhelpen. Alleen de aannemer van de gemeente heeft toestemming om te werken in openbaar terrein en is dus de enige die de perceelaansluiting op mag graven en hier werkzaamheden aan mag verrichten.
De door de rechthebbende gemaakte kosten in het vooronderzoek zijn voor rekening van de gemeente als het probleem in het openbaar riool of de perceelaansluiting is gelegen. Mocht blijken dat de verstopping of verstoring alsnog de oorzaak is van rechthebbende dan heeft de gemeente een verhaalsrecht van de door de gemeente gemaakte kosten op de rechthebbende.
Voor panden die op drukriolering worden aangesloten geldt dat er alleen afvalwater op de perceelsgrens aangeboden mag worden. Lozing van (schoon) regenwater op het drukriool is verboden in verband met een adequate en zoveel mogelijk storingsvrije werking van het drukrioolsysteem.
Drukriolering wordt voornamelijk toegepast in het buitengebied. Afvoer van hemelwater in het buitgebied gaat voornamelijk via watergangen of bodeminfiltratie.
Artikel 6 – Verhard oppervlak en hemelwater hergebruiken
Bij nieuwbouw, herstructurering, herbouw of uitbreiding van bestaande woningen met 30 m² verhard oppervlak geldt een verplichting om hemelwater te verwerken op het eigen perceel. Hemelwater wordt vastgehouden met een waterberging. Deels wordt het hemelwater hergebruikt en deels wordt het hemelwater, indien mogelijk geïnfiltreerd en indien niet mogelijk, vertraagd afgevoerd naar oppervlaktewater of riool. Dit om wateroverlast te beperken en schade aan huizen en vitale infrastructuur te voorkomen.
De “Beslisboom verwerken van hemelwater” van gemeente Oosterhout geeft het principe van hoe om te gaan met hemelwater en begeleidt een initiatiefnemer in het selecteren van de juiste maatregelen voor het verwerken van hemelwater op het eigen perceel.
Het is lastig om te controleren hoeveel tuinverharding een aanvrager bij ontwikkeling van het perceel aanlegt. De gemeente kiest er daarom voor om met vaste hoeveelheden tuinverharding te werken per woning en voor appartementsgebouwen en bedrijven. Het is mogelijk af te wijken van het tweede lid middels de ontheffingsmogelijkheid.
Door de toenemende drinkwatervraag en klimaatverandering ligt er een steeds grotere druk op de drinkwatervoorziening. Goede opvang en hergebruik van regenwater voor bijvoorbeeld het sproeien van de tuin of wassen van de auto helpt om deze druk te verminderen. Hergebruik zorgt ook voor een besparing op de drinkwaterfactuur.
Voor woningen geldt dat minimaal 500 liter hemelwater wordt hergebruikt, bijvoorbeeld met een regenton of waterschutting. Indien meer dan 1000 liter hemelwater wordt hergebruikt mag dit verminderd worden op de hemelwaterbergingsopgave zoals aangegeven in artikel 7 lid 1.
Artikel 7 – Hemelwater bergen en infiltreren
Als sprake is van nieuwbouw met minimaal 30 m² verhard oppervlak geldt de verplichting van het aanleggen en in stand houden van een hemelwaterberging. Wordt het aantal m² nieuw verhard oppervlak niet gehaald, dan is de verordening ook niet van toepassing. Hierdoor wordt de reikwijdte van deze verordening beperkt.
De minimale eisen aan de hemelwaterbergingscapaciteit vloeien voort uit het vigerend gemeentelijk Programma Water en Riolering en de Uitvoeringsstrategie Klimaatadaptatie.
De voorkeur voor hemelwaterberging gaat uit naar open en groene infiltratievoorzieningen. Een voorbeeld van een dergelijke voorziening is een wadi of infiltratievijver c.q. regenwatervijver. In het geval van een open hemelwaterberging moet het oppervlak van de voorziening ook meegenomen worden in de berekening voor het bepalen van de waterbergingsopgave.
De aanvrager gaat een perceel ontwikkelen met daarop één woning. De woning heeft een bebouwd oppervlak van 70 m2 en een oppervlak tuinverharding van 30 m2. De aanvrager gebruikt twee regentonnen voor de 500 liter hergebruik en legt een regenwatervijver aan, met een oppervlak van 10 m2, voor waterberging. De bergingsopgave bedraagt: (70 + 30 + 10) m2 x 40mm = 4,4 m3. In de vijver zal dan een peilstijging mogelijk moeten zijn van 44 cm (4,4 m3 : 10 m2 )
Daarnaast moet aangetoond worden dat er geen inpandige wateroverlast ontstaat bij een zeer intensieve regenbui van 70 mm regen in een uur. Dit om de toekomstige klimaatbuien het hoofd te kunnen bieden. De openbare ruimte en tuinen mogen daarbij helemaal vol water staan als het maar niet in het pand kan stromen.
De “Beslisboom verwerken van hemelwater” van gemeente Oosterhout geeft het principe van hoe om te gaan met hemelwater en begeleidt een initiatiefnemer in het selecteren van de juiste maatregelen voor het verwerken van hemelwater op het eigen perceel.
Een hemelwaterberging heeft een maximale capaciteit, die (deels) gevuld is na een flinke regenbui. Om geen wateroverlast te krijgen bij een volgende regenbui moet de berging binnen afzienbare tijd weer leeg zijn. De hemelwaterberging moet daarvoor het geborgen water binnen maximaal één etmaal kunnen infiltreren of afvoeren, zodat de hemelwaterberging weer beschikbaar is voor een volgende regenbui.
Indien een groen dak wordt toegepast, dan mag daarvoor in ieder geval 20 mm per m2 worden gerekend. Dat geldt dus ook voor groene daken met een bergingscapaciteit kleiner dan 20 mm per m2. De resterende waterbergingsopgave moet dan nog wel gerealiseerd worden. Hiermee worden groen daken gestimuleerd zodat daarmee ook een bijdrage geleverd wordt aan het verbeteren van de biodiversiteit. Bij een werkelijk grotere waterberging dan 20 mm per m2 moet dit aantoonbaar gemaakt worden voor vermindering van de bergingsopgave.
Bij een omgevingsvergunning moet aangegeven worden hoe de regenwaterverwerking plaatsvindt. Om de bergingsopgave te kunnen toetsen en om controle mogelijk te maken moeten een aantal zaken bij de vergunningsaanvraag worden ingediend.
Inrichtingen type B en C zoals bedoeld in de Wet milieubeheer zijn inrichtingen die meer milieubelastende activiteiten uitvoeren. Afvloeiend hemelwater van deze typen inrichtingen is mogelijk vervuild en daarmee niet geschikt voor infiltratie of afvoer naar oppervlaktewater vanwege het mogelijk lozen van (gevaarlijke) afvalstoffen. In de Wet milieubeheer staat aangegeven hoe inrichtingen type B en C dienen om te gaan met afvloeiend hemelwater.
Artikel 8 – Hemelwater afvoeren
Als infiltratie niet mogelijk is dan wordt hemelwater bij voorkeur afgevoerd naar oppervlaktewater of naar een hemelwaterriool. Vanuit een doelmatigheidsoverweging is er een hoeveelheid af voeren regen (verhard oppervlak) in relatie gebracht met een te overbruggen afstand.
Als de afstand tussen oppervlaktewater of een hemelwaterriool en het perceel te groot is dan wordt dit niet meer als doelmatig gezien en mag afgevoerd worden naar een overig openbaar riool.
Er is gekozen voor een maximale afvoercapaciteit zodat het oppervlaktewater niet wordt overbelast. Als er een grotere afvoer noodzakelijk is dan moet eerst waterberging op het eigen perceel plaatsvinden met een vertraagde afvoer conform de gestelde norm. Het waterschap stelt ook regels aan het lozen op oppervlaktewater. Deze zijn te raadplegen via de keur van het waterschap.
Er is gekozen voor een maximale afvoercapaciteit zodat het riool niet wordt overbelast. Als er een grotere afvoer noodzakelijk is dan moet eerst waterberging op het eigen perceel plaatsvinden met een vertraagde afvoer conform de gestelde norm.
Indien lozing van afvloeiend hemelwater op het openbaar riool plaatsvindt wordt er één perceelaansluiting voor hemelwater aangelegd. Dit om onnodig leidingwerk in de openbare ruimte te voorkomen gezien de grote hoeveelheid kabels en leidingen die vanuit andere infrastructuren (nog) noodzakelijk zijn.
Het college kan ontheffing verlenen van hetgeen bepaald in artikel 6, 7 en 8. Dit kan aan de orde zijn als:
Te allen tijde is afstemming met de gemeente noodzakelijk waarbij het college voor het verlenen van de ontheffing de doelstellingen uit het vigerend gemeentelijk Programma Water en Riolering en de Uitvoeringsstrategie Klimaatadaptatie in acht neemt.
Aansluiting van een particulier riool op een openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting is verboden zonder toestemming. Bij de toestemming zijn voorschriften opgenomen over het particulier riool zoals dat aanwezig moet zijn op het moment dat de aansluiting tot stand wordt gebracht. Daarnaast worden bij de toestemming mogelijk regels vermeld met betrekking tot het onderhoud, renovatie, vervanging en sloop van de aansluiting. Graafwerkzaamheden zijn voorbehouden door of namens de gemeente.
Voor lozingen van bronnerings- en/of drainagewater op een openbare voorziening is altijd toestemming nodig van het college.
De gemeente kan de toestemming voorschriften aangeven, waaronder de plaats waar de perceelaansluiting komt te liggen. Rechthebbende is dan verplicht op die locatie het particulier riool op de perceelgrens aan te bieden.
De toestemming moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met het daartoe bestemde formulier.
Indien de gegevens incompleet zijn krijgt de aanvrager, na daarover geïnformeerd te zijn, vier weken de tijd om de gegevens aan te vullen. Als na het verstrijken van deze periode de gegevens nog steeds onvolledig zijn of opnieuw een onvolledige aanvraag wordt ingediend, kan het college op basis van de Algemene wet bestuursrecht besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Artikel 12 – Weigering van de toestemming
Een weigering voor de toestemming tot aansluiten of lozen is op basis van technische, juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden. Een technische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de hoogte ligging. Een milieuhygiënische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de lozing van betreffende stoffen op het openbaar riool. Een juridische weigeringsgrond is bijvoorbeeld dat de verlening van andere benodigde vergunningen, zoals de omgevingsvergunning, is geweigerd.
Het moment voor uitvoering van het werk wordt bepaald in overleg met de rechthebbende. Het volstaat om telefonisch contact op te nemen met Gemeente Oosterhout, daarbij dienen de gegevens doorgegeven te worden zoals vermeld in het tweede lid.
De perceelaansluiting mag uitsluitend door of vanwege de gemeente aangelegd of gewijzigd worden. Het is ieder ander verboden werken uit te voeren in of aan de openbare ruimte zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.
Een aansluiting vindt alleen plaats als het particulier riool voldoet aan de daaraan te stellen bouwtechnische eisen. Deze bepaling moet gezien worden als een vangnetbepaling. In de meeste gevallen zal op basis van de eisen die gesteld zijn in de bouwvergunning al een particulier riool aanwezig zijn dat voldoet aan de eisen. Daarnaast vormt ook het feit dat een particulier riool niet goed is aangelegd een grond om de toestemming tot aansluiten te weigeren. In het geval al een toestemming is verleend en nadien bijvoorbeeld het particulier riool nog is verlegd of beschadigd, kan toch worden afgezien van aansluiting.
Een niet standaardrioolaansluiting is over het algemeen complexer en lastiger te realiseren. Voorbeeld zijn bedrijfsaansluitingen, aansluiten op drukriolering, aansluitingen onder een rijbaan van asfalt of diepe aansluitingen waarbij bronnering noodzakelijk is.
Het is mogelijk dat de kosten voor de aansluiting reeds zijn verhaald bij de bouw van de woning of het bedrijf, bijvoorbeeld op grond van een overeenkomst. In dat geval kan de gemeente niet nogmaals kosten in rekening brengen aan de particulier.
Artikel 15 - Hardheidsclausule
Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen van deze verordening in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid is een mogelijkheid geboden om af te wijken van de bepalingen in deze verordening.
Voor het handhaven van gemeentelijke verordeningen geldt op grond van hoofdstuk vijf van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid van dwangsom en bestuursdwang. De dwangsom komt voor dit type overtreding het eerst in aanmerking.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.