Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenlanden

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Molenlanden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Molenlanden 2024
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning 2024 Molenlanden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpzorg en welzijn
Externe bijlagenBeschrijving maatwerk begeleiding Schema HHM Normenkader hh ondersteuning Schema HHM Normenkader hh ondersteuning Huishoudelijke ondersteuningsplan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 Molenlanden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024vervangt regeling 2023

28-11-2023

gmb-2023-511872

1160653

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Molenlanden 2024

 

Het college van de gemeente Molenlanden,

 

overwegende dat in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 2020 het college de bevoegdheid is gegeven Nadere regels vast te stellen voor in de Verordening genoemde onderwerpen;

 

besluit vast te stellen:

 

de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 202

 

Inhoudsopgave:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Persoonsbudget

2.1 Kwaliteit Pgb

2.2 Tarieven voor individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf

2.3 Tarief huishoudelijke ondersteuning

2.4 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en woningaanpassingen

2.5 Persoonsgebonden budget verhuiskosten

2.6 Persoonsgebonden budget individueel vervoer

2.7 Mantelzorgwaardering

2.8 Terugvordering

Artikel 3 Woonvoorzieningen

3.1 Woningsanering

Artikel 4 Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

Artikel 5 Grondslag eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen

5.1 Hoogte bijdrage

Artikel 6 Kwaliteit en deskundigheid beroepskrachten

Artikel 7 Indexering

Artikel 8 Hardheidsclausule

Artikel 9 Aanvraag verlenging of vervanging maatwerkvoorziening

Artikel 10 Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

Bijlagen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemeen gebruikelijke voorziening: Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, algemeen verkrijgbaar is, niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten, diensten, activiteiten of andere maatregelen en ook aangeschaft kan worden met een inkomen dat niet hoger is dan 130% van de bijstandsnorm.

  • b.

    Arrangement: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een cliënt afgestemd geheel van activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zolang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven;

  • c.

    Begeleiding: bestaat uit verschillende vormen: individuele begeleiding, dagbesteding, respijtzorg en kortdurend verblijf.

  • d.

    Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg voor overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

  • e.

    Mantelzorger: iemand die langdurig en onbetaald zorgt voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit zijn/haar omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis.

  • f.

    Mantelzorgwaardering: de regeling waarmee de gemeente jaarlijks haar blijk van waardering toont aan mantelzorgers van inwoners van de gemeente Molenlanden.

  • g.

    Ondersteuningsplan: de concrete weergave van de adviezen, verwijzingen en afspraken die door de gemeente in samenspraak met de cliënt zijn gemaakt naar aanleiding van zijn melding, als mede de beoogde resultaten, globale frequentie van de ondersteuning en de evaluatie daarvan;

  • h.

    Participatie: deelnemen aan het maatschappelijk verkeer;

  • i.

    Persoonsgebonden budget (Pgb): bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;

  • j.

    Persoonsgebonden budgetplan (Pgb-plan): plan dat ingevuld moet worden bij de aanvraag van een Pgb voor Begeleiding en Huishoudelijke ondersteuning;

  • k.

    Respijtzorg Thuis: tijdelijke overname van de mantelzorg om de mantelzorger te ontlasten;

  • l.

    Smart doelstellingen (Pgb-plan):

-Specifiek: is de doelstelling eenduidig?

-Meetbaar: onder welke voorwaarden of vorm is het doel bereikt?

-Acceptabel: is het doel acceptabel voor de cliënt?

-Realistisch: is het doel haalbaar?

-Tijdsgebonden: wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn?

  • m.

    Woningaanpassingen: nagelvaste/niet-roerende aanpassingen aan de woning;

  • n.

    Zelfredzaamheid: is de eigen vaardigheid en kennis om taken ten aanzien van zelfverzorging, zelfsturing en het onderhouden van sociale contacten te verrichten;

  • o.

    Zorg in natura (zin): hieronder wordt verstaan een maatwerkvoorziening in natura, geleverd door een gecontracteerde zorgaanbieder;

  • p.

    ZZP’er: een zelfstandige zonder personeel die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als zijnde een beroepskracht die valt onder de categorie gezondheids- en welzijnszorg van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008 versie 2017) en aan de daaraan verbonden bevoegde vaardigheden voldoet.

Artikel 2 Persoonsgebonden budget

2.1Kwaliteit Pgb (artikel 4.3 van de verordening)

2.1.1 Pgb-vaardigheidstoets (artikel 4.3 lid 1 onder a)

Het college toetst de Pgb-vaardigheid om te beoordelen of een cliënt (dat is de budgethouder of zijn vertegenwoordiger) in staat is op verantwoorde wijze de taken uit te voeren, die horen bij het gebruik van het persoonsgebonden budget. De toets geldt niet bij verlenging van een bestaande Pgb-voorziening.

De Pgb-vaardigheidstoets maakt onderdeel uit van het onderzoek en bestaat uit de volgende 10 punten waarop de Pgb-vaardigheid wordt beoordeeld. De uitkomst wordt in het gespreksverslag vastgelegd.

 

De budgethouder of zijn vertegenwoordiger:

Begeleiding

Huishoudelijke Ondersteuning

Woonvoorziening

Vervoer

Rolstoelen

Sportvoorziening

  • 1.

    is in staat zijn eigen situatie dan wel die van de zorgvrager te overzien en heeft een duidelijk beeld van de zorgvraag.

X

X

X

  • 2.

    is op de hoogte van regels en verplichtingen die horen bij het Pgb of weet deze zelf bij de desbetreffende instanties te vinden.

X

X

X

  • 3.

    is in staat om een overzichtelijke Pgb-administratie bij te houden.

X

X

X

  • 4.

    is voldoende vaardig om te communiceren met gemeente, SVB en/of zorgverleners/leveranciers.

X

X

X

  • 5.

    is in staat zelfstandig te handelen en onafhankelijk voor een zorgverlener/leverancier te kiezen.

X

X

X

  • 6.

    is in staat om afspraken te maken en vast te leggen en om dit te verantwoorden aan de gemeente.

X

X

X

  • 7.

    kan beoordelen en beargumenteren of de geleverde zorg/voorziening passend en kwalitatief goed is.

X

X

X

  • 8.

    kan de inzet van zorgverleners coördineren waardoor de zorg door kan gaan, ook bij verlof en ziekte.

X

X

n.v.t.

  • 9.

    is in staat om als werk- of opdrachtgever de zorgverleners aan te sturen en aan te spreken op hun functioneren.

X

X

n.v.t.

  • 10.

    heeft voldoende juridische kennis over het werk- of opdrachtgeverschap of weet deze kennis te vinden.

X

X

n.v.t.

 

2.1.2 Persoonsgebondenbudget-plan (Pgb-plan)

De noodzakelijke functionele en kwaliteitseisen van Begeleiding (individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf) en Huishoudelijke ondersteuning in de vorm van een persoonsgebonden budget moeten worden vermeld in het Pgb-plan van cliënt. Het Pgb-plan geeft aan op welke wijze de veiligheid, doeltreffendheid, doelmatigheid en cliëntgerichtheid van de ondersteuning is gewaarborgd en afgestemd is op de behoeften van de cliënt.

Cliënt levert het Pgb-plan binnen drie weken na het keukentafelgesprek in bij de gemeente. Bij verlenging van een bestaande Pgb-voorziening is een Pgb-plan in beginsel niet verplicht. Bij wijziging van de zorgverlener volgt een nieuwe zorgovereenkomst en is een nieuw Pgb-plan wel verplicht.

De hieronder genoemde eisen a. tot en met n. zijn niet toepassing bij woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen en sportvoorzieningen.

 

In het Pgb-plan staan de doelen, te behalen resultaten en de termijn waarin die te behalen zijn. Uit het Pgb-plan blijkt verder dat:

Begeleiding

Huishoudelijke Ondersteuning

  • a.

    de zorgverlener voor het verlenen van de ondersteuning werkt volgens een planmatige aanpak waarover is overlegd met de cliënt en waaruit in elk geval blijkt dat zo SMART mogelijk wordt gewerkt aan de geformuleerde doelen.

X

X

  • b.

    de voortgang van de gestelde doelen tenminste 1x per jaar wordt geëvalueerd en indien nodig bijgesteld door de cliënt en de zorgverlener.

X

X

  • c.

    de zorgverlener beschikt over een werkend systeem voor het beheersen, bewaken, borgen en verbeteren van de kwaliteit van de ondersteuning. Aandachtpunten: Is er een evaluatiecyclus? Op welke manier worden klachten en incidenten afgehandeld en de uitvoering van verbeterpunten getoetst?

X

n.v.t.

  • d.

    de zorgverlener bij het verlenen van de ondersteuning – indien nodig - actief en integraal samenwerkt met andere zorgverleners en legt dit vast.

X

X

  • e.

    de zorgverlener ervoor zorgt dat de hulp aansluit bij hulp die wordt geboden vanuit het sociale netwerk van de cliënt.

X

X

  • f.

    de zorgverlener in staat is de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden in te schatten en kan aangeven wanneer andere ondersteuning is gewenst of wanneer op- of afgeschaald kan worden. Dit wordt door de cliënt of zijn vertegenwoordiger tenminste 1x per jaar geëvalueerd.

X

X

  • g.

    de zorgverlener aantoonbaar beschikt over competenties die passend zijn bij de te verrichten ondersteuning. Dit kan blijken uit opleiding en/of (werk)ervaring.

X

n.v.t.

  • h.

    (Indien van toepassing) de locatie passend (geschikt, veilig) is bij de doelgroep.

X

n.v.t.

  • i.

    de zorgverlener, of personen die namens zorgverlener direct en indirect cliëntencontact hebben, beschikken over een geldige en toepasselijke Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), niet ouder dan 6 maanden vanaf het moment van indiensttreding.

X

X

  • j.

    de zorgverlener niet degene is die de administratieve en financiële taken rondom het persoonsgebonden budget verricht.

X

X

  • k.

    de zorgverlener en de bewindvoerder niet degene zijn, die de regie voeren over de zorgverlening.

X

X

 

Aanvullende voorwaarden:

 

Aanvullende voorwaarden als de zorgverlener een gecertificeerde zorgaanbieder of een zzp‘er is:

Begeleiding

Huishoudelijke Ondersteuning

  • l.

    de zorgverlener is ingeschreven in het handelsregister en uit de omschrijving van deze inschrijving blijkt dat zijn activiteiten gedeeltelijk of volledig bestaan uit het verlenen van ondersteuning zoals bedoeld in de Wmo 2015.

X

X

  • m.

    de zorgverlener bij het verrichten van de ondersteuning aantoonbaar voldoet aan de relevante professionele en branchegerichte standaarden.

X

X

  • n.

    de eigenaar, medewerkers, hulpverleners, die als gecertificeerde zorgaanbieder of ZZP-er de ondersteuning bieden, geen eerstegraads, tweedegraads familie of inwonende zijn van degene aan wie ze ondersteuning bieden, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om van deze bepaling af te wijken. Deze bepaling geldt derhalve niet voor een zorgverlener vanuit het sociaal netwerk, tenzij die de ondersteuning biedt als gecertificeerde zorgaanbieder of ZZP-er.

X

n.v.t.

2.1.3 Overige eisen aan de zorgverlener (niet in Pgb-plan):

 

Overige eisen aan de zorgverlener

(niet in Pgb-plan):

Begeleiding

Huishoudelijke ondersteuning

WoonvoorzieningVervoer

Rolstoelen

Sportvoorziening

De zorgverlener (of leverancier) is bij de gemeente niet bekend vanwege ondeskundige zorg, handelen in strijd met relevante wetgeving of beleidsregels, misleiding, fraude en/of uitbuiting van personeel.

 

X

 

X

 

X

De zorgverlener is verplicht om de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling na te leven. Huiselijk geweld en kindermishandeling worden gemeld bij Veilig Thuis.

 

X

 

X

 

n.v.t.

De zorgverlener heeft bij een calamiteit of een geweldsincident een meldplicht aan de Toezichthouder Wmo.

 

X

 

X

 

n.v.t.

2.2 Tarieven voor individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een arrangement individuele begeleiding, dagbesteding en/of kortdurend verblijf wordt bepaald op basis van een kostprijs resp. per uur, per dagdeel of per etmaal wanneer deze voorziening in natura zou zijn verstrekt.

Hiervoor gelden de volgende percentages:

  • Gecertificeerde zorgaanbieders: 100% van het natura tarief;

  • ZZP’er (zelfstandige zonder personeel): 85% van het natura tarief;

  • Ondersteuning vanuit sociaal netwerk: 50% van het natura tarief.

Tabel van de verschillende arrangementen met de bijbehorende tarieven.

 

Arrangement

Zorg-

aanbieder

ZZP’er

Sociaal netwerk

Individuele begeleiding

(tarief per uur)

 

VVT (Verpleging, verzorging, thuiszorg)

€ 73,47

€ 62,45

€ 36,73

 

GGZ (Geestelijke gezondheidszorg)

€ 85,99

€ 73,10

€ 43,00

 

GZ (Gehandicaptenzorg)

€ 77,52

€ 65,89

€ 38,76

 

NAH (Niet-aangeboren hersenletsel)

€ 80,01

€ 68,00

€ 40,00

 

Arrangement

Omschrijving

Zorg-

aanbieder

Dagbesteding Basis

(tarief per dagdeel)

  • Begeleiding in groepsverband;

  • Aanbrengen van een dag/weekstructuur;

  • Zinvolle dagbesteding;

  • Gericht op behoud of ontwikkeling van vaardigheden.

€ 45,90

 

Dagbesteding Speciaal

(tarief per dagdeel)

  • Begeleiding in groepsverband;

  • Aanbrengen van een dag-/weekstructuur;

  • Zorg is vaker niet planbaar;

  • Cliënt heeft beperkt tot geen inzicht in de eigen vermogens.

 

€ 70,72

 

Vervoer

Omschrijving

Zorg-

aanbieder

Taxivervoer (regulier)

(tarief per dag)

 

Vervoer naar en van de locatie waar dagbesteding wordt geboden.

 

€ 20,03

Rolstoeltaxivervoer

(tarief per dag)

Vervoer naar en van de locatie waar dagbesteding wordt geboden.

 

€ 28,16

 

 

Arrangement

Omschrijving

Zorg-

aanbieder

ZZP’er

Sociaal netwerk

Kortdurend Verblijf

(tarief per etmaal)

Hotelfunctie inclusief benodigde ondersteuning in de vorm van individuele begeleiding en/of dagbesteding.

 

€ 113,82

 

€ 96,75

 

€ 56,91

 

Arrangement

Omschrijving

Zorg-

aanbieder

Respijtzorg Thuis

(tarief per uur)

Overname in de thuissituatie van de ondersteuning aan de zorgvrager met als doel de mantelzorger tijdelijk te ontlasten (vervangende mantelzorg).

 

€ 35,48

 

2.2.1Arrangementen individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf

  • a.

    Arrangement individuele begeleiding (zie ook bijlage 1):

    Er zijn vier grondslagen voor individuele begeleiding: GZ (Gehandicaptenzorg), GGZ (Geestelijke gezondheidszorg), NAH (Niet aangeboren hersenletsel) en VVT (Verpleging, verzorging, thuiszorg, ook wel aangeduid als ‘verpleging en verzorging’). De omvang is afhankelijk van de gestelde doelen, de uit te voeren taken en de benodigde frequentie van ondersteuning in de individuele situatie van de cliënt. Er wordt rekening gehouden met de stabiliteit van de situatie, het lerend vermogen van de cliënt, de prognose van de beperkingen, de mogelijkheden van voorliggende voorzieningen en dagbesteding.

  • b.

    Arrangement dagbesteding (zie ook bijlage 1):

    Er zijn twee arrangementen dagbesteding: basis en speciaal. Er wordt geïnventariseerd waaraan de cliënt en/of zijn netwerk behoefte heeft in relatie tot participeren in de samenleving, een zinvolle dagbesteding, de ontlasting van de mantelzorger en de aanwezigheid en mogelijkheden van voorliggende voorzieningen. Er worden standaard zes dagdelen per week toegekend. Bij een behoefte van meer dan zes dagdelen vindt onderzoek plaats. De omvang is afhankelijk van de doelen van cliënt en/of zijn netwerk. Het maximum is negen dagdelen per week.

  • c.

    Geldigheidsduur arrangement dagbesteding:

  • Het arrangement dagbesteding wordt voor onbepaalde tijd toegekend aan:

    • 1.

      Inwoners van 80 jaar en ouder en aan

    • 2.

      Inwoners tot 80 jaar in een stabiele situatie, bij wie sprake is van een levenslange beperking of aandoening en geen zicht op verbetering/verandering in de zelfredzaamheid. Bijvoorbeeld door een chronische aandoening. Ook een aandoening of beperking die progressief van aard is, valt hieronder. De ondersteuningsbehoefte zal niet afnemen.

  • Als één van deze twee voorwaarden niet van toepassing is, wordt het arrangement dagbesteding voor een bepaalde tijd toegekend op basis van maatwerk.

  • d.

    Omvang vervoer ten behoeve van het arrangement dagbesteding:

    Vervoer wordt bepaald aan de hand van het aantal dagdelen dagbesteding, met een maximum van vijf dagen waarop vervoer plaats kan vinden.

  • e.

    Omvang arrangement kortdurend verblijf:

    De omvang is gemaximeerd op 50 etmalen per jaar. Er wordt rekening mee gehouden of cliënt de benodigde persoonlijke verzorging en begeleiding meeneemt vanuit het arrangement individuele begeleiding en/of dagbesteding dat eventueel aanwezig is.

  • f.

    Omvang arrangement Respijtzorg Thuis: maximaal 104 uur per kalenderjaar per mantelzorger op basis van gemiddeld 2 uur per week. Van dit maximum kan worden afgeweken als voorliggende voorzieningen niet toereikend zijn. Als de cliënt (zorgvrager) in aanmerking kan komen voor een Wlz-indicatie kan Respijtzorg Thuis ter overbrugging worden ingezet.

2.3 Tarief huishoudelijke ondersteuning

  • a.

    De vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning vindt plaats op basis van het aantal geïndiceerde uren.

  • b.

    Er wordt een uurtarief gehanteerd van maximaal €19,45 indien de budgethouder beschikt over een geldige arbeidsovereenkomst met een particuliere hulp of vanuit het netwerk, niet zijnde een gecertificeerde zorgaanbieder;

  • c.

    Er wordt een uurtarief gehanteerd van maximaal €35,00 indien de budgethouder beschikt over een geldige arbeidsovereenkomst met een gecertificeerde zorgaanbieder.

 

2.3.1Resultaten en omvang huishoudelijke ondersteuning

De huishoudelijke ondersteuning is onderverdeeld in zes verschillende resultaten:

  • 1.

    Schoon en leefbaar huis;

  • 2.

    Wasverzorging;

  • 3.

    Boodschappen;

  • 4.

    Regie en organisatie;

  • 5.

    Maaltijdverzorging;

  • 6.

    Kindzorg.

     

  • Het HHM Normenkader als richtlijn voor de normering van de resultaten:

    Voor de onderbouwing van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning wordt gebruik gemaakt van het ‘HHM Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019’ (MW/22/1235 | juni 2019 –september 2022 | © Bureau HHM), hierna te noemen HHM Normenkader. Dit normenkader maakt als bijlage deel uit van deze Nadere regels (bijlage 3).

  •  

  • Uitgangspunten bij de resultaten (uit het HHM Normenkader):

  •  

  • Definitie van het resultaat:

    Een huis is schoon en leefbaar indien het normaal bewoond en gebruikt kan worden en voldoet aan basale hygiëne-eisen. Schoon staat voor: een basishygiëne borgen, waarbij vervuiling van het huis en gezondheidsrisico’s van bewoners worden voorkomen. Leefbaar staat voor: opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.

  • De afbakening van de ruimtes waarop de voorziening betrekking heeft:

    De inwoner moet gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, slaapvertrekken, de keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap.

  • De afbakening van activiteiten die onder de voorziening vallen en welke niet:

    Het schoonmaken van de buitenruimte bij het huis (ramen, tuin, balkon, etc.) maken geen onderdeel uit van huishoudelijke ondersteuning.

  • Activiteiten en frequentie:

    De activiteiten en de frequentie van uitvoering van de activiteiten zijn per resultaat uitgewerkt in de tabellen in bijlage 2 van deze Nadere regels onder: ‘2. Normenkader: activiteiten en frequenties’. Deze tabellen komen uit het HHM Normenkader. Afhankelijk van de situatie van de cliënt kan gemotiveerd worden afgeweken.

  • Omvang huishoudelijke ondersteuning:

    De omvang van de activiteiten is per resultaat uitgewerkt in bijlage 2 van deze Nadere regels onder: ‘Normenkader Huishoudelijke Hulp (in minuten per week)’. De tabel komt uit het HHM Normenkader. Afhankelijk van de situatie van de cliënt kan gemotiveerd worden afgeweken.

  • Geldigheidsduur huishoudelijke ondersteuning:

  • Huishoudelijke ondersteuning wordt voor onbepaalde tijd toegekend aan inwoners in een stabiele situatie, bij wie sprake is van een levenslange beperking of aandoening en er is geen zicht op verbetering/verandering in de zelfredzaamheid. Bijvoorbeeld door een chronische aandoening. Ook een aandoening of beperking die progressief van aard is, valt hieronder. De ondersteuningsbehoefte zal niet afnemen. De indicatie wordt regelmatig geëvalueerd. Wijzigingen, zoals in de samenstelling van het huishouden waardoor sprake kan zijn van gebruikelijke hulp, kunnen leiden tot herziening of aanpassing van het besluit.

  • Als er geen sprake is van een stabiele situatie, wordt de huishoudelijke ondersteuning voor een bepaalde tijd toegekend op basis van maatwerk.

  • Indicatiestelling huishoudelijke ondersteuning:

  • De omvang wordt bepaald aan de hand van het huishoudelijk ondersteuningsplan, dat is gebaseerd op het HHM Normenkader. Het huishoudelijk ondersteuningsplan maakt als bijlage deel uit van deze Nadere regels (bijlage 4).

  • Afronding op 5 minuten:

  • De uiteindelijk te verstrekken indicatie voor huishoudelijke ondersteuning wordt afgerond op 5 minuten volgens het kassasysteem. Dit houdt in dat indien de totale geïndiceerde omvang per week eindigt op 1 of 2 minuten dit wordt afgerond op 0 (nul) minuten. Eindigt de omvang op 3 of 4 minuten, wordt de totale geïndiceerde omvang per week afgerond op 5 minuten.

2.4 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en woningaanpassingen

2.4.1 Vaststellen budget

  • a.

    De hoogte van een Pgb voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de cliënt op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Het bedrag is inclusief aanpassing, onderhoud en verzekering van de voorziening.

  • b.

    Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met aanpassing, onderhoud en verzekering.

  • c.

    Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met aanpassing, onderhoud en verzekering.

  • d.

    Indien uit onderzoek blijkt dat een fiets met elektrische trapondersteuning voor een aanvrager onder de 16 jaar niet algemeen gebruikelijk is, bedraagt het Pgb voor de aanschaf maximaal €1.400,00 op basis van de factuur. Diefstalverzekering wordt voor een periode van 3 jaar apart vergoed na indiening van de factuur van de verzekeringsmaatschappij. De kosten voor vervanging, reparatie en onderhoud komen voor eigen rekening.

  • e.

    In een programma van eisen, toegevoegd aan de beschikking, worden de vereisten en kwaliteit van de aan te schaffen maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing zo nauwkeurig mogelijk omschreven.

  • f.

    Voor een sportvoorziening bedraagt het Pgb maximaal €5.000,00. Dit is inclusief de kosten voor verzekering, onderhoud en reparatie.

2.4.2 Duur

  • a.

    Een met een Pgb aangeschafte woonvoorziening, vervoersvoorziening of rolstoelvoorziening wordt geacht, bij ongewijzigde omstandigheden, minimaal 7 jaar te voorzien in de opheffing van de beperking, tenzij de leverancier van de voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn aangeeft (bijvoorbeeld voor kindvoorzieningen 5 jaar). Voor een fiets met elektrische trapondersteuning wordt van mimimaal 3 jaar uitgegaan.

  • b.

    Een met een Pgb aangeschafte sportvoorziening wordt geacht minimaal 3 jaar te voorzien in de mogelijkheid tot participeren via sport.

  • c.

    Er kan alleen opnieuw een Pgb worden verstrekt als een afkeuringsrapport van de voorziening wordt overgelegd en de vastgestelde afschrijvingstermijn van de voorziening is verstreken.

  • d.

    Er kan alleen tussentijds opnieuw een Pgb worden verstrekt indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden of indien er sprake is van niet aan cliënt verwijtbare calamiteiten.

     

2.5 Persoonsgebonden budget verhuiskosten

Het Pgb voor een maatwerkvoorziening als tegemoetkoming in de verhuiskosten bedraagt:

  • a.

    €3.575,00 bij verhuizing naar een adequate en/of beter aanpasbare woning;

  • b.

    €6.550,00 indien op verzoek van de gemeente een voor meer dan €15.000,00 aangepaste woning wordt vrijgemaakt door achterblijvende gezinsleden na overlijden of definitieve opname elders van de cliënt. De vergoeding wordt in principe uitbetaald aan de medehuurder.

Uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats na overlegging van het getekende huurcontract of het getekende koopcontract. Als de verhuizing niet plaatsvindt, moet het uitbetaalde bedrag per omgaande te worden terugbetaald.

 

2.6 Persoonsgebonden budget individueel vervoer (artikel 4.9 van de Verordening)

2.6.1.Hoogte budget

Bij de vaststelling van de hoogte van het Pgb voor auto- en (rolstoel-)taxikosten wordt op grond van artikel 4.9 lid 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 uitgegaan van maximaal 2.000 km op jaarbasis:

  • a.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto geldt een maximumbedrag van €1.060,00 op jaarbasis (2.000 km à €0,53);

  • b.

    De onder a. genoemde vergoeding wordt per kwartaal á €265,00, zonder declaratie, uitbetaald;

  • c.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi geldt - op basis van indienen van declaraties - een maximumbedrag van €6.280,00 op jaarbasis (2.000 km à €3,14);

  • d.

    Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi geldt - op basis van indienen van declaraties - een maximumbedrag van €8.060,00 op jaarbasis (2.000 km à €4,03);

  • e.

    Aan het eind van elk kwartaal kan een declaratieformulier worden ingediend bij het Sociaal loket, waarbij maximaal 22 km per enkele reis in aanmerking komt voor vergoeding;

  • f.

    De declaratie over het vierde kwartaal moet uiterlijk 1 februari van het volgend kalenderjaar zijn ingediend;

  • g.

    De ingangsdatum van het Pgb start op de eerste van de maand;

  • h.

    Personen met een beperking die aantonen dat zij structureel deelnemen aan regulier vrijwilligerswerk, kunnen de voor hun rekening blijvende extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2000 kilometer per jaar. Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden;

  • i.

    Indien ten behoeve van een aanvraag voor een Wmo-maatwerkvoorziening een medische keuring op locatie buiten de gemeente noodzakelijk is, kunnen de reiskosten á €0,23 per kilometer worden vergoed voor zover men geen beroep kan doen op voorliggende oplossingen.

2.6.2Vrijwilligerswerk

Inwoners met een beperking die structureel vrijwilligerswerk doen, kunnen de voor hun rekening zijnde extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2000 kilometer per jaar (afhankelijk van de individuele vervoersvergoeding waar recht op bestaat). Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden.

 

2.7Mantelzorgwaardering

Een mantelzorger kan in aanmerking komen voor een jaarlijkse vorm van mantelzorgwaardering verstrekt door de gemeente, als wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    De mantelzorger ondersteunt een zorgvrager die in de gemeente Molenlanden woont.

  • b.

    De mantelzorger en de zorgvrager staan geregistreerd in het gemeentelijk mantelzorgbestand.

2.8 Terugvordering

Bij terugvordering ingevolge artikel 6.4 van de verordening dient het ten onrechte toegekende Pgb te worden terugbetaald met inachtneming van de reeds betaalde (eigen) bijdrage. Voor zover van toepassing wordt het terug te vorderen Pgb berekend op basis van de actuele marktwaarde. Als deze niet bekend is, wordt het terug te vorderen Pgb naar rato berekend.

Artikel 3 Woonvoorzieningen

3.1Woningsanering (artikel 4.7 van de Verordening)

Als sprake is van plotselinge beperkingen ten gevolge van COPD of continu rolstoelgebruik waardoor vervanging van vloerbedekking noodzakelijk is kan hiervoor (onder voorwaarden) een maatwerkvoorziening worden verstrekt.

Woonvoorziening/-sanering:

De leeftijd van de huidige vloerbedekking is van belang bij het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen. Maximum normbedrag vloerbedekking: €15,00 per m2. De vloerbedekking mag niet ouder zijn dan 8 jaar. Vaststelling afschrijvingspercentage:

Leeftijd vloerbedekking.- Vergoeding op basis van normbedrag

0 - 2 jaar oud -.100%

2 - 4 jaar oud -.75%

4 - 6 jaar oud -.50%

6 - 8 jaar oud -.25%

De vergoeding wordt pas uitbetaald als bewijsstukken van de gemaakte kosten worden ingediend.

 

Artikel 4 Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (artikel 4 en 5.3 lid 2 van de Verordening)

  • a.

    Met de vervoerspas kan per enkele reis maximaal 5 openbaar vervoerszones worden gereisd tegen een gereduceerd tarief. Bij een enkele reisafstand vanaf 25 km is de landelijke vervoersregeling ‘Valys’ de aangewezen voorziening voor reizigers met een beperking;

  • b.

    De bijdrage in de kosten voor een vervoerspas is €7,50. Deze bijdrage wordt voldaan nadat de vervoerspas is opgestuurd;

  • c.

    De bijdrage in de kosten voor een vervangende vervoerspas vanwege verlies, diefstal of een gewijzigde vervoersindicatie is €7,50. Deze bijdrage wordt voldaan nadat de vervangende vervoerspas is opgestuurd;

  • d.

    Aan een vervoerspas die alleen is toegekend voor vervoer naar een door de gemeente in natura toegekende dagbesteding zijn geen kosten verbonden;

  • e.

    Met de vervoerspas kan per kalenderjaar circa 500 reiszones (circa 2.000 km) worden gereisd tegen een ritbijdrage van €0,80 per zone;

  • f.

    Voor ritten in de primaire vervoersregio, zijnde de gemeenten Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Molenlanden en Vijfheerenlanden, en voor ritten naar de ziekenhuizen in Gorinchem, Dordrecht en Nieuwegein kan per kalenderjaar een zesde vervoerszone worden aangevraagd;

  • g.

    Bij oneigenlijk gebruik van de zesde zone kan deze extra zone worden ingetrokken;

  • h.

    Als op grond van de Wmo sprake is van een grotere vervoersbehoefte dan 500 reiszones per kalenderjaar, kan er een aanvraag worden ingediend voor uitbreiding van het aantal reiszones;

  • i.

    Bij een aanvraag voor meer dan 500 reiszones wordt onderzocht of de eerste 500 zones zijn besteed aan Wmo-vervoer. De cliënt toont dit aan of geeft toestemming voor inzage in zijn ritbestanden, zodat dit objectief kan worden vastgesteld;

  • j.

    De vervoerskosten voor een begeleider, die op grond van een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer meereist met de cliënt (= begeleiderspas), komen voor rekening van de gemeente;

  • k.

    Inwoners komen enkel voor een begeleiderspas in aanmerking als de noodzaak bestaat om tijdens het vervoer medisch-verzorgende handelingen te verrichten en/of gedragsproblemen te reguleren;

  • l.

    Inwoners met een verstandelijke beperking, die zijn opgenomen in een Wlz-instelling, komen zonder onderzoek in aanmerking voor een vervoerspas zonder een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer;

  • m.

    Inwoners van 80 jaar en ouder komen zonder onderzoek in aanmerking voor een vervoerspas zonder een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer.

 

Artikel 5 Grondslag bijdrage maatwerkvoorziening (artikel 5.3 van de Verordening)

5.1Hoogte bijdrage

Voor iedere maand dat een cliënt gebruik maakt van een Wmo-maatwerkvoorziening geldt een vaste eigen bijdrage van €20,60 per maand (het zogenaamde ‘abonnementstarief’).

Overeenkomstig artikel 5.3 lid 4 van de Verordening wordt geen bijdrage gevraagd voor het collectief vraagafhankelijk vervoer, sportvoorzieningen, verhuiskostenvergoedingen, vervoersvergoedingen (zijnde autokosten- en (rolstoel-)taxikosten), woningaanpassingen die worden toegekend aan thuiswonende minderjarige kinderen en ook niet voor woonvoorzieningen, die voor 1 januari 2020 zijn verstrekt. Cliënten die bij een eerdere toekenning van een vervoersvoorziening de eigen bijdrage in 39 termijnen aantoonbaar al hebben voldaan, hoeven voor de desbetreffende vervoersvoorziening geen bijdrage meer te betalen.

 

Artikel 6 Kwaliteit en deskundigheid beroepskrachten (artikel 7.1 lid 2 van de Verordening)

  • a.

    Zorgaanbieder:

  • De zorgaanbieder is verplicht bij het verstrekken van de maatwerkvoorziening de CAO Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT of soortgelijke), de Collectieve Arbeidsovereenkomst Geestelijke Gezondheidszorg (CAO GGZ), de CAO Gehandicaptenzorg of de CAO Welzijn, afhankelijk van welke CAO van toepassing is, in acht te nemen.

  • De zorgaanbieder zet personeel in dat beschikt over de gangbare, aantoonbare competenties en vaardigheden die nodig zijn om de benodigde activiteiten uit te voeren. De competentie en vaardigheden moeten in overeenstemming zijn met de functieprofielen in de genoemde CAO’s en/of de wettelijke eisen en/of door de branche vastgestelde basisprofielen. Deze eisen gelden zowel voor medewerkers als voor ingehuurd personeel zoals zzp’ers. De zorgaanbieder dient zijn dienstverlening van voldoende kwaliteit te laten zijn, blijkend uit het insturen van een geldig, binnen zijn branche gangbaar, kwaliteitscertificaat (HKZ), in ieder geval betrekking hebbend op de zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening of een gelijkwaardig bewijs of certificaat.

  • b.

    Zelfstandige zonder personeel (ZZP’er):

  • De competenties en vaardigheden van een ZZP’er moeten in overeenstemming zijn met een functieprofiel en/of door de branche vastgesteld basisprofiel voor de betreffende beroepsgroep. De ZZP’er kan gevraagd worden een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen.

Artikel 7 Indexering (artikel 9.4 Verordening)

  • a.

    De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door burgemeester en wethouders worden aangepast conform het CBS-indexcijfer ‘cao-lonen particuliere bedrijven, contractuele loonkosten en arbeidsduur (inclusief bijzondere beloningen); indexcijfer (2010 = 100; Q gezondheidszorg en welzijnszorg)’ en conform navolgende formule:

  • index T-1

  • (------------ x 100) = mutatiepercentage

  • index T-2

    Hierbij geldt: T = maand Juli van het kalenderjaar waar dit besluit betrekking op heeft;

    T-1 = maand juli van het voorgaande kalenderjaar.

  • b.

    De Pgb-tarieven voor (rolstoel)taxivervoer kunnen jaarlijks worden aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn met de vervoerders (NEA-index).

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte afwijken van dit besluit, als toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Aanvraag verlenging of vervanging maatwerkvoorziening (art. 2.4 Verordening)

Bij vervanging en/of verlenging van een maatwerkvoorziening door dezelfde maatwerkvoorziening kan het college in afwijking van artikel 2.4 lid 1 van de Verordening, beslissen dezelfde maatwerkvoorziening toe te kennen zonder dat de cliënt hiervoor een ondertekend aanvraagformulier heeft ingediend.

Artikel 10 Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2024;

  • 2.

    Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze Nadere regels worden de ‘Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 2023’ ingetrokken;

  • 3.

    Deze Nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 2024’.

 

Vastgesteld tijdens de collegevergadering van de gemeente Molenlanden, gehouden 28 november 2023.

de gemeentesecretaris,

drs. L. Anink

de burgemeester,

drs. T.C. Segers MBA

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

  • AMvB: Algemene maatregel van bestuur

  • CAK: Centraal Administratie Kantoor

  • CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst

  • CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek

  • CVV: Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (ook wel MolenHopper genoemd)

  • GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg

  • HKZ: Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ stelt kwaliteits- en veiligheidsnormen op voor branches in Zorg en Welzijn).

  • HO: Huishoudelijke Ondersteuning

  • Pgb: Persoonsgebonden budget

  • Pgb-plan: Persoonsgebonden budgetplan

  • VOG : Verklaring Omtrent Gedrag

  • VVT: Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg

  • Wlz: Wet langdurige zorg

  • Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning (volledig: Wmo 2015)

  • ZIN : Zorg in natura

  • Zvw: Zorgverzekeringswet

  • ZZP’er: Zelfstandige zonder personeel

 

BIJLAGEN

Bijlage 1: Beschrijving Maatwerk Begeleiding

Bijlage 2: Schema HHM Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning

Bijlage 3: HHM Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning

Bijlage 4: Huishoudelijk ondersteuningsplan (HOP) o.b.v. HHM Normenkader