Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

Landsverordening Sociaal-Economische Raad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLandsverordening Sociaal-Economische Raad
CiteertitelLandsverordening Sociaal-Economische Raad
Vastgesteld doorGouverneur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbestuur en recht
Externe bijlagen1 2 3

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze Landsverordening is in ontwerp vastgesteld door de Eilandsraad voorafgaand aan 10 oktober 2010, en na 10-10-10 als GT afgekondigd ingevolge Additioneel Artikel II van de Staatsregeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 79 van de Staatsregeling

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Reglement van orde Sociaal-Economische Raad (AB 2011, no. 34)

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 1 februari 2012 tot vaststelling van de geldelijke voorzieningen van de leden, hun plaatsvervangers en van de secretaris van de Sociaal-Economische Raad (AB 2012, no. 8)

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 4 mei 2012 tot regeling van de inrichting en de organisatie van het secretariaat van de Sociaal-Economische Raad (AB 2012, no. 17)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-202301-01-2020artikel 2, 3, 3a, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 16, 18

22-08-2023

AB 2023, no. 38

Tekst van de regeling

Intitulé

Landsverordening Sociaal-Economische Raad

 

 

Hoofdstuk 1. Instelling en taak

Artikel 1

Er is een Sociaal-Economische Raad, hierna genoemd de Raad.

Artikel 2
  • 1.

    De Raad heeft tot taak de regering en de Staten van advies te dienen over alle belangrijke onderwerpen van sociaal-economische aard, over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal en economisch beleid, aangelegenheden van sociale of economische aard en over wettelijke regelingen van sociaal-economische aard.

  • 2.

    De Raad brengt zijn adviezen uit op daartoe strekkend schriftelijk verzoek van een of meer ministers, De Raad brengt zijn adviezen uit op daartoe strekkend verzoek van één of meer ministers, of van de voorzitter van de Staten.

  • 3.

    De Raad kan eveneens uit eigen beweging de regering van advies dienen over onderwerpen van sociaal-economische aard.

Hoofdstuk 2. Inrichting en samenstelling

Artikel 3
  • 1.

    De Raad bestaat uit negen leden die bij landsbesluit, op voordracht van de Minister van Algemene Zaken, worden benoemd.

  • 2.

    Er worden zes leden benoemd die kunnen worden beschouwd als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Van deze zes leden zullen drie afkomstig zijn uit werkgeverskringen en drie uit de werknemerskring.

  • 3.

    De drie uit werkgeverskring afkomstige personen worden benoemd op schriftelijke voordracht van representatieve organisaties van werkgevers, waar zij deel van uitmaken. De drie uit werknemerskring afkomstige personen worden benoemd op schriftelijke voordracht van representatieve organisaties van werknemers, waar zij deel van uitmaken.

  • 4.

    Of een organisatie representatief is als bedoeld in het tweede en derde lid, wordt elke vijf jaar aangetoond door overlegging van gegevens waaruit het aantal actieve leden blijkt. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verificatie van deze gegevens.

  • 5.

    Drie personen worden benoemd die niet beschouwd kunnen worden als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Deze personen mogen ook niet actief dienend ambtenaar zijn.

Artikel 3a
  • 1.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt een profielschets voor de leden en de plaatsvervangende leden van de Raad vastgesteld.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen kunnen regels worden gesteld omtrent de benoeming van de leden en hun plaatsvervangers.

Artikel 4

Voor elk lid wordt een plaatsvervanger benoemd. Artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

Tot lid of plaatsvervangend lid van de Raad kunnen alleen ingezetenen van Sint Maarten worden benoemd.

Artikel 6
  • 1.

    Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van de Raad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de Staten;

    • b.

      het lidmaatschap van de Raad van Advies;

    • c.

      het ambt van minister of gevolmachtigde minister;

    • d.

      het ambt van ombudsman;

    • e.

      de functie van actief dienend ambtenaar;

    • f.

      andere bij landsverordening incompatibel verklaarde openbare ambten.

  • 2.

    Met ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, onder e, worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van het landsbestuur op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

Artikel 7

De leden van de Raad worden bij met redenen omkleed landsbesluit geschorst:

  • a.

    indien zij zich in voorlopige hechtenis bevinden;

  • b.

    indien tegen hen een gerechtelijk vooronderzoek terzake van een misdrijf is ingesteld;

  • c.

    wanneer zij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hun bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    wanneer zij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

Artikel 8

De leden van de Raad worden bij met redenen omkleed landsbesluit ontslagen:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar;

  • c.

    wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hun bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld;

  • e.

    indien zij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn geworden hun functie te vervullen;

  • f.

    bij de aanvaarding van een ambt of betrekking, dat of die op grond van artikel 6 onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Raad;

  • g.

    bij verlies van het ingezetenschap;

  • h.

    bij overtreding van artikel 18.

Artikel 9

Indien het voornemen bestaat een van de leden van de Raad te schorsen of te ontslaan, anders dan in de gevallen als bedoeld in artikel 8, onderdelen a en b, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld hierover zijn mening kenbaar te maken.

Artikel 10
  • 1.

    De voorzitter en vicevoorzitter worden op voordracht van de Raad bij landsbesluit uit de negen leden benoemd en ontslagen.

  • 2.

    Bij belet, afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter wordt de voorzitter vervangen door de vicevoorzitter.

  • 3.

    Bepalingen betreffende de voorzitter zijn van overeenkomstige toepassing op de vicevoorzitter.

Artikel 11
  • 1.

    De Raad heeft een secretaris, die, de Raad gehoord, bij landsbesluit wordt benoemd en ontslagen. De secretaris staat aan het hoofd van het secretariaat.

  • 2.

    De secretaris kan bij met redenen omklede beschikking van de Minister van Algemene Zaken, op voorstel van de Raad, worden geschorst.

  • 3.

    Het personeel van het secretariaat wordt op voordracht van de Raad, bij landsbesluit benoemd en, gehoord de Raad, bij landsbesluit geschorst en ontslagen.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de secretaris wordt de secretaris vervangen door een door de secretaris aan te wijzen lid van het secretariaat.

Artikel 11a

De inrichting en organisatie van het secretariaat van de Raad wordt bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld.

Artikel 12
  • 1.

    De leden van de Raad en hun plaatsvervangers treden om de drie jaar af.

  • 2.

    Degene die tot lid of plaatsvervangend lid is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene, wiens plaats was opengevallen, had moeten aftreden.

  • 3.

    Elk lid en elk plaatsvervangend lid kan slechts eenmaal worden herbenoemd.

Hoofdstuk 3. Werkwijze

Artikel 13
  • 1.

    De secretaris nodigt alle negen leden uit voor de allereerste vergadering van de nieuw benoemde Raad. In deze vergadering worden de voorzitter en de vicevoorzitter uit de negen leden gekozen.

  • 2.

    De voorzitter roept daarna de Raad bijeen wanneer hem dat nodig of wenselijk voorkomt, onder mededeling van de aangelegenheden die behandeld zullen worden.

  • 3.

    Wanneer tenminste twee leden van de Raad dit schriftelijk en gemotiveerd aan de voorzitter hebben verzocht, roept deze de Raad binnen veertien dagen na de datum van het verzoek bijeen onder de mededeling van het gemotiveerde verlangen van de desbetreffende leden.

Artikel 14
  • 1.

    Een vergadering van de Raad vindt geen doorgang indien niet tenminste de helft van het aantal leden waaruit de Raad is samengesteld, vertegenwoordigd is.

  • 2.

    Nadat de Raad tweemaal tot een vergadering is bijeengekomen zonder dat aan het vereiste in het eerste lid blijkt te zijn voldaan, vindt de vergadering van de daarna bijeengeroepen Raad doorgang, ongeacht het aantal opgekomen leden.

Artikel 15

De leden en in voorkomende gevallen de plaatsvervangende leden nemen aan de beraadslaging en de stemmingen van de Raad deel zonder last.

Artikel 16
  • 1.

    De leden en in voorkomende gevallen de plaatsvervangende leden nemen geen deel aan de beraadslagingen en stemmen niet mee indien de zaak hun, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten tot en me de tweede graad persoonlijk aangaat.

  • 2.

    De leden, en de plaatsvervangende leden van de Raad mogen niet tot elkaar door bloedverwantschap of zwagerschap tot in de tweede graad verwant zijn.

Artikel 17
  • 1.

    De Raad is bevoegd anderen voor een vergadering van de Raad uit te nodigen en met een adviserende stem tot zijn beraadslagingen in de vergadering toe te laten.

  • 2.

    Iedere minister kan de Raad verzoeken een of meer door hem aangewezen ambtenaren als waarnemer tot de vergadering van de Raad toe te laten indien daarin aangelegenheden, zijn ministerie betreffende, worden behandeld. Indien de Raad het verzoek inwilligt, hebben deze ambtenaren in de desbetreffende vergadering van de Raad een adviserende stem.

Artikel 18
  • 1.

    Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijze moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van de gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht, of uit zijn taak bij de uitvoering van deze wet noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

  • 2.

    De leden van de Raad en hun plaatsvervangers zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en geheimen, welke zij in hun hoedanigheid vernemen, en voorts van alle aangelegenheden, ten aanzien waarvan de Raad of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd, of waarvan zij het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen.

  • 3.

    Het verstrekken van informatie ingevolge deze landsverordening blijft achterwege voor zover dit: De sociaaleconomische of financiële belangen van het Land zou kunnen schaden; het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke- of rechtspersonen dan wel van derden; bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke- of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; het belang, dat de voorzitter en leden erbij hebben als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie.

Artikel 19

De Raad stelt bij reglement van orde nadere regels vast betreffende zijn werkwijze.

Hoofdstuk 4. Adviezen

Artikel 20

De regering verstrekt de Raad alle door deze, in verband met zijn adviezen, verlangde inlichtingen, tenzij naar het oordeel van de regering het landsbelang zich daartegen verzet.

Artikel 21
  • 1.

    De adviezen van de Raad worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 2.

    De adviezen van de Raad worden opgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 3.

    In de adviezen wordt van afwijkende gevoelens van de minderheid desverlangd melding gemaakt.

  • 4.

    De leden kunnen minderheidsnota's bij het advies voegen, indien het daaruit uitgesproken gevoelen is verdedigd in de vergadering, waaruit het uit te brengen advies werd behandeld.

Hoofdstuk 5. Beheer

Artikel 22

De geldelijke voorzieningen van de leden van de Raad, hun plaatsvervangers en van de secretaris worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 23
  • 1.

    In overeenstemming met de Raad en de betrokken minister stellen de Staten de Raad alle faciliteiten beschikbaar voor een goede en onafhankelijke taakuitoefening.

  • 2.

    De voorzitter voert het beheer.

Hoofdstuk 6. Slotbepaling

Artikel 24

Deze landsverordening kan worden aangehaald als Landsverordening Sociaal-Economische Raad.

Memorie van toelichting Landsverordening Sociaal-Economische Raad

Memorie van toelichting Landsverordening Sociaal-Economische Raad

Translation of the National Ordinance Social-Economic Council

Translation of the National Ordinance Social-Economic Council

Translation of the Explanatory Memorandum of the National Ordinance Social-Economic Council

Translation of the Explanatory Memorandum of the National Ordinance Social-Economic Council