Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vergunning-, Toezicht- en Handhaving Uitvoeringsplan gemeente Hoorn 2023 (Wabo, openbare ruimte en kindopvanglocaties) |
Citeertitel | Uitvoeringsplan Gemeente Hoorn 2023 Vergunning-, Toezicht- en Handhaving (Wabo, openbare ruimte en kindopvanglocaties) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Matrix VTH Uitvoeringsplan |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2023 | nieuwe regeling | 14-02-2023 | 2014843 |
3.2 Interbestuurlijk toezicht jaren 2021-2022
3. (Nieuwe) ontwikkelingen in 2023
3.4 Ondermijning met de aanpak op arbeidsuitbuiting/mensenhandel en drugs
3.5 Huisvesting arbeidsmigranten
3.6 Kengetallen capaciteit Omgevingswet taken
3.7 Dienstverleningsovereenkomst Risicobeheersing VR NHN
3.8 Samenwerking Gemeente Opmeer
3.9 Privacy en Wet politiegegevens
4. Activiteiten en instrumenten 2023
Dit uitvoeringsplan beschrijft de vergunning-, toezicht- en handhavingsactiviteiten (VTH-taken) van de gemeente Hoorn voor het jaar 2023. Het heeft betrekking op bouwen, brandveiligheid, ruimtelijke ordening, openbare ruimte en kinderopvang. Het heeft zijn basis voor de Wabo taken in het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving (Beleidsplan VTH 2021-2025). Voor de openbare ruimte is aansluiting gezocht bij de Veiligheidsambitie 2026 en meldingen uit Fixi. Voor handhaving op kinderopvang locaties is de norm voor het aantal inspecties afgestemd met de GGD HN. In dit uitvoeringsplan is beschreven op welke prioriteiten de meeste focus ligt en hoe we voor 2023 uitvoering geven aan deze taken. Voor de milieutaken heeft de Omgevingsdienst NHN (OD NHN) een VTH uitvoeringsprogramma 2023 opgesteld.
De basis voor het uitvoeringsplan, met uitzondering van de openbare ruimte en kinderopvang, wordt gevormd door het Besluit omgevingsrecht (Bor) en Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Het Bor bevat onder meer bindende kwaliteitseisen voor de thema’s bouwen, brandveiligheid, ruimtelijke ordening en milieu(-inrichtingen). Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet, naar verwachting 1 juli 2023, worden deze vervangen door artikelen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Gedeputeerde Staten beoordeelt met haar interbestuurlijk toezicht of het gemeentebestuur voldoet aan deze kwaliteitseisen.
De kwaliteitseisen uit het Bor/Mor voor het uitvoeringsplan zijn:
In dit uitvoeringsplan is de capaciteit geraamd voor de activiteiten die we in 2023 inzetten. De beschikbare capaciteit wordt zo optimaal mogelijk ingezet om de wettelijke taken én de doelstellingen te realiseren. Het vertalen van de capaciteit richt zich op de VTH-taken uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en heeft dus betrekking op met name bouwen, sloop, asbest, brandveiligheid, ruimtelijke ordening en onderwerpen uit lokale regelingen (onder andere de Algemene plaatselijke verordening Hoorn) zoals kappen en aanleggen van in- en uitritten. Met dit uitvoeringsplan en het VTH-beleid wordt invulling gegeven aan de bepalingen van de ‘Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht’. In de verordening heeft de raad kaders voor de uitvoering van de VTH-taken vastgelegd.
Voor het thema bodem, grondstromen en milieu is door de Omgevingsdienst NHN (OD NHN) een eigen uitvoeringsprogramma opgesteld, bestaande uit een algemeen en een Hoorns specifiek deel. De OD NHN voert de milieutaken uit namens de gemeente Hoorn. De activiteiten van de OD NHN zijn daarom niet opgenomen in dit document en bijbehorende matrix. Er is uiteraard wel afstemming over tussen beide organisaties. Het programma van de OD NHN voor 2023 is nog gebaseerd op het programma va n2022. De looptijd van dit programma wordt verlengd tot inwerkingtreding van de Omgevingswet. Reden hiervan is dat de OD NHN het programma 2023 in concept gereed had toen werd gemeld dat inwerkingtreding van de Omgevingswet zou worden uitgesteld tot 1 juli 2023. Uit praktisch oogpunt is er voor gekozen het huidige programma te verlengen. Dit bestaande programma wordt tegelijk met het gemeentelijk uitvoeringsplan aangeboden ter vaststelling.
Van VTH-beleid naar uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan is een concretisering van de activiteiten om de prioriteiten uit het VTH-beleid 2021-2025 te realiseren. Een gedetailleerde uitwerking van de prioriteiten in doelstellingen en activiteiten wordt gemaakt in hoofdstuk 4 en in de matrix bij dit uitvoeringsplan (zie bijlage 1). De matrix wordt gebruikt om de voortgang te monitoren. De beschikbare capaciteit in formatie en budget vormen een belangrijk randvoorwaarde bij het uitvoeren van het uitvoeringsplan.
In het VTH-beleid van de gemeente is onderscheid gemaakt tussen de doelgroepen burgers, bedrijven en recreatief. Ieder van deze doelgroepen kent een andere problematiek die vraagt om een eigen aanpak. In het VTH-beleid is aangegeven welke instrumenten worden ingezet om de doelen te realiseren. In hoofdstuk 4 bij ‘extra activiteiten’ is dit tevens benoemd. Hoe intensief de instrumenten worden ingezet, is afhankelijk van de toegekende prioriteit en specifieke omstandigheden van het geval. Het gaat om het leveren van maatwerk.
Vergunningverlening, toezicht erop en handhaving is geregeld in diverse wetten en regels. De meest relevante wetten voor voorliggend uitvoeringsplan zijn:
Vergunningverlening, toezicht en handhaving over milieu, bodem, bouwstoffen, woonurgenties, statushouders, leerplicht en sociale zekerheidswetgeving maken geen onderdeel uit van dit uitvoeringsplan.
In dit uitvoeringsplan wordt in hoofdstuk 2 teruggeblikt op 2022. Hoofdstuk 3 gaat over nieuwe ontwikkelingen. In hoofdstuk 4 wordt aandacht besteed aan de activiteiten in 2023. Hoofdstuk 5 bevat de taakverdeling en wordt de benodigde capaciteit bepaald. Hoofdstuk 6 tenslotte geeft een nadere toelichting op monitoren en evalueren van het uitvoeringsplan.
Een terugblik op het jaar 2022 is nodig om vast te stellen of de beleidsdoelstellingen al dan niet zijn behaald. Daarnaast is relevant of de activiteiten zijn uitgevoerd. Deze dragen immers bij aan het behalen van de doelstellingen.
Om hier inzicht in te krijgen vindt monitoring van de prioriteiten plaats. Het verzamelen van gegevens geeft inzicht of en in hoeverre het gevoerde beleid bijdraagt aan de gestelde doelen. Uit de volgende bronnen zijn gegevens gehaald:
Daarnaast zijn in het VTH beleidsplan 2021-2025 diverse indicatoren opgenomen bij de verschillende prioriteiten. Deze vormen de basis voor de tussentijdse en de jaarlijkse verslaglegging. Dit jaar is onderzocht hoe we monitoring kunnen inregelen. In het eerste kwartaal van 2023 is de verwachting dat hierover meer duidelijkheid komt.
Voor de verantwoording over de inspanningen en de resultaten wordt voor 2022 daarom alleen gebruik gemaakt van de gegevens uit het dashbord van team VBT en de kwalitatieve analyse voor wat betreft de Omgevingwet taken. Voor de openbare ruimte is met name gekeken naar de meldingen in Fixie.
Er is gebruikt gemaakt van gegevens tot 1 december 2022. Het volledige beeld wordt gerapporteerd in de jaarverantwoording over 2022. De verantwoording op de milieutaken vindt plaats in de door de OD NHN aangeleverde documenten.
Bouwen en Ruimtelijke ordening
Dit jaar werd team VBT de eerste maanden nog geconfronteerd met corona perikelen. Dit betekende dat in die periode minder fysieke controles zijn uitgevoerd. Een ander punt was en is de krapte op de arbeidsmarkt van (vooral) vergunningverleners en toezichthouders. In combinatie met een toegenomen complexiteit van de aanvragen, maakte dat we een langere doorlooptijd nodig hadden om vergunningen te behandelen. Er was extra capaciteit nodig om de vergunningaanvragen te behandelen. Gelukkig lukte het om personeel te kunnen werven, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt.
Het aantal aanvragen om een omgevingsvergunning bleef in 2022 nagenoeg gelijk met 2021. Verwacht wordt voor heel 2022 uit te komen op ruim 1100 vergunningsaanvragen. Het aantal verzoeken om handhaving is tijdens de coronaperiode wel flink toegenomen. Meer mensen thuis, leidde ook tot meer bezwaren op vergunningen. In de periode na corona is in het aantal verzoeken geen significante afname te zien.
Dit jaar stond vooral in het teken van het wegwerken van achterstanden, opgelopen in de coronaperiode waarin het toezicht beperkt kon worden uitgevoerd. Ook op dit front is extra personele capaciteit aangetrokken. Vooral op het dossier huisvesting arbeidsmigranten en toezicht op plaatsing zonnepanelen is extra ingezet. Voor het toezicht ontbreekt het mede daardoor aan capaciteit om op alle verzoeken snel in te springen. Hierin wordt dus een afweging gemaakt. Controle tijdens de bouw is tijdelijk afgeschaald naar de minimale vereisten, zoals wapeningkeuringen, specifiek toegepaste bouwconstructies en de eindopleveringen. Tussentijdse controles zijn daarin beperkt. De bedoeling is dat in een latere fase weer te intensiveren.
In de periode 1 januari tot 1 december is het volgende aantal producten ontvangen:
* Per abuis is in de raming van het aantal producten een fout geslopen. Bij bouwcontroles stond dat we 4 uur nodig hadden voor een controle. Dat getal klopt op zichzelf wel, maar bestaat uit meerdere onderdelen die op zichzelf niet meer dan een half uur per activiteit kosten. Als gevolg van scherper inzicht en data-analyse is om die reden het aantal onderdelen gehalveerd en de benodigde tijd per controle ook bijgesteld. Het aantal controles had moeten zijn: 3563
** Cijfers over deze beide producten zijn niet voorhanden. Zodra met Centric Leefomgeving (= CLO) wordt gewerkt is er inzicht in deze producten.
Daarnaast is geconstateerd dat de bouwinspecteurs meer en meer meldingen van burgers en bedrijven ontvangen over kleine (illegale) bouwactiviteiten in de directe omgeving. Het gaat dan om schuttingen, bergingen, etc. Het gaat niet om de al genoemd (formele) ‘Handhavingsverzoeken’. De bouwinspecteurs beoordelen vervolgens of deze activiteit vergunningsvrij of vergunningplichtig is.
Gezien de toename van meldingen is er een afzonderlijk product van gemaakt onder de productnaam: ‘Handhavingsmeldingen burgers en bedrijven Bouwtoezicht”. In 2022 betrof het ongeveer 75 meldingen. In het VTH Uitvoeringsplan 2023 wordt dit product toegevoegd.
De coronaperiode vergde ook voor team Veiligheid en Toezicht inzet op de naleving van de corona regels. Het ging met name om de naleving van sluitingstijden van contactberoepen, placeerplicht in de horeca, quarantaine plicht en sluitingstijden horeca. Daartegenover stond dat toezicht op evenementen niet plaatsvond.
Voor het toezicht op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderbureaus door GGD HN is afgesproken dat 100% van de 93 opvanglocaties worden bezocht. Voor de gastouderopvang is bepaald dat 20% van de 97 locaties steeksproefsgewijs wordt onderzocht (wettelijk verplicht is jaarlijks 5% te onderzoeken).
In beide gevallen zijn deze activiteiten door de GGD HN gehaald. Uit controle van de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang is gebleken dat ruim tien procent van de locaties de regels van de Wet Kinderopvang in onvoldoende mate naleven. Als aandachtspunt valt op dat kinderopvanglocaties grote moeite hebben voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken en personeel vast te houden. Het aantal overtredingen geconstateerd door de GGD HN neemt per locatie toe. Dit vraagt vervolgens extra capaciteit bij Team JA in het kader van juridische handhaving.
Verbeterslagen VTH beleidsplan en uitvoeringsplan
Op de volgende onderwerpen is actie ondernomen:
Het operationaliseren van de indicatoren in een monitoringsystematiek. In de systematiek moet duidelijk worden omschreven op welke wijze en met welke gegevens de indicatoren in het VTH beleidsplan 2021-2025 gemonitord kunnen worden. Dit vormt de basis voor de tussentijdse en jaarlijkse verslaglegging. Het operationaliseren van de indicatoren in een monitoringsystematiek is nog niet zo ver gevorderd dat dit al voor dit uitvoeringsplan kan worden gebruikt. De verwachting is dat dit voor het volgende plan ingezet kan worden.
Binnen team Vergunningen en Bouwtoezicht is het afgelopen jaar gewerkt aan de realisatie van een digitaal dashboard, waarin gegevens uit verschillende databases binnen het team samengevoegd zijn tot een realtime sturingsoverzicht. Het maakt het mogelijk om meer datagestuurd te werken, bewaking op processen te borgen en snel gegevens voor rapportages te kunnen leveren. Dit bespaard het team veel uitzoekwerk en tijd.
In het VTH uitvoeringsplan 2022 is aangegeven dat de ureninzet op diverse extra activiteiten beperkt zou zijn. Op voorhand was niet aan te geven bij welke concrete taken / onderwerpen dit zou gaan spelen. In de praktijk zijn de volgende activiteiten niet opgepakt:
Omgevingswet (Ow) en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
Voor de Omgevingswet activiteiten was de verwachting in 2022 hiervoor 3.300 VTH-uren nodig te hebben. Voor de voorbereiding op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen was de inschatting in 2022 2200 VTH-uren, exclusief uren van de externe projectleider om de Wkb in te bedden in de eigen organisatie.
Het aantal besteedde uren in 2022 voor de Omgevingswet is redelijk binnen de begroting gebleven. Een uitzondering hierop is de benodigde tijd die nodig is om het nieuwe digitale stelsel in Centric Leefomgeving (CLO) in te richten voor de vergunningverlening. Er waren hiervoor fors meer uren nodig. Dit is deels ingevuld door eigen capaciteit hiervoor vrij te maken en anderzijds met behulp van extra ingehuurd personeel. Voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zijn minder uren gemaakt dan begroot. De oorzaak daarvan lag deels verscholen in het uitstel van deze wet.
In 2022 waren voor het transformeren naar het digitaal werken binnen het domein van de Wabo 2200 uren geraamd. Hieronder vallen ook de extra inzet op managementinformatie en wegwerken van achterstanden in het bouwarchief.
Er is veel tijd gestoken in het digitaliseren van het fysieke bouwarchief, waarmee vrijwel de helft van het begrootte aantal uren werd benut. Zoals al bij de urenverantwoording voor de Omgevingswet is benoemd, was daarnaast meer tijd nodig om het digitaal verwerken van vergunningen in CLO mogelijk te maken. Door extra personele uren in te kopen kon wel voortgang hierop worden geboekt. De extra inhuur bedroeg circa 800 uur.
Ondermijning met de aanpak op arbeidsuitbuiting/mensenhandel en drugs
In 2022 is er sprake van een gelijkblijvend aantal ontvangen bestuurlijke meldingen van politie over drugslocaties/hennepkwekerijen. Tot 1 december zijn, evenals in 2021, zeven meldingen ontvangen. In vergelijk met 2020 ontving de gemeente 10 meldingen. Daarnaast heeft de politie dit jaar zeven bestuurlijke rapportages opgesteld over drugshandel op straat. In 2021 ontving de gemeente drie rapportages. In 2022 zijn er vijf prostitutiecontroles gedaan en beide exploitatievergunningen voor escort zijn gecontroleerd op de voorwaarden. Verder is het mensenhandel beleid verder vormgegeven en wordt binnenkort voorgelegd aan bestuur.
Voor de inzet van de VTH-medewerkers bij de aanpak van illegale bewoning door arbeidsmigranten (controle bestemmingsplan) waren 1500 uren geraamd.
Van de geraamde uren kwam ongeveer tweederde van deze uren voor rekening van extra ingehuurde capaciteit op dit dossier, ongeveer 1000 uur. Na twee jaar controlebeperking vanwege corona is gebleken dat er veel meer overtredingen waren op huisvesting van arbeidsmigranten dan verwacht. Dat heeft een negatieve uitwerking gehad in het aantal uren die nodig waren voor aanschrijving en handhaving. Geschat wordt dat hierop 750 tot 1000 uur extra zijn besteed in 2022.
Ontwikkelingen uit VTH uitvoeringsplan 2022 (Stand van zaken tot 1-12-2022 op prioriteiten)
Dit onderdeel houdt verband met de opbrengsten uit het VTH Uitvoeringsplan 2022, die verband houden met de geprioriteerde taken. Het betreft informatie over de maanden januari tot 1 december 2022. De volgende zaken vallen op.
Verstandhouding tussen burgers:
Er is geen registratie van het aantal handhavingsverzoeken van burgers; dus geformuleerde doel ‘Verminderen van het aantal handhavingsverzoeken’ is niet in te schatten.
Constructieve - en brand- veiligheid bij zorg-, publieks- en onderwijs functies
De meeste constateringen betreft het onjuist of onvolledig afwerken van brandwerende scheidingen, deuren in scheidingen, doorvoeringen en leidingschachten. Overtredingen worden na de eerste aanmaning opgelost.
Illegaal (strijdig) gebruik van bedrijfspanden (wonen, incl. arbeidsmigranten)
Vanaf april zijn de frequenties van de controles van woningen en bedrijfspanden opgevoerd van eenmaal in de maand een controle avond naar eenmaal een controle avond in de twee weken. Daarmee is een start gemaakt met het inlopen van de nog openstaande 120 adressen: 51 controles uitgevoerd. 17 overtredingen zijn opgeheven. 34 zaken zijn nog in behandeling.
Verrommeling rond bedrijfsgebouwen op bedrijfsterreinen o.a. drugshandel/-productie, illegale bouwwerken, reclame
Een bedrijfspand gesloten in verband met een hennepkwekerij. 49 vergunningen tot nu toe gecontroleerd. Gerealiseerde reclames waren conform vergunning uitgevoerd. Een keer is een reclame verwijderd.
Illegale activiteiten (slopen/asbest) zijn voor wat betreft slopen niet geconstateerd. Er zijn twee meldingen van illegale asbest verwijdering geweest bij particulieren. ODNHN heeft hierop actie ondernomen.
Bouwen in overeenstemming met vergunning / melding (nadruk op constructieve - en brandveiligheid)
Aantal verstrekte omgevingsvergunningen in 2022 t.o.v. zelfde periode 2021 nagenoeg gelijk: 383 in 2022 om 399 in 2021. Negen keer illegale situatie geconstateerd. Een keer mocht het pand niet in gebruik worden genomen. Illegale situaties zijn naderhand opgeheven.
75 bestaande bouwwerken bezocht. Bij 60 bouwwerken waren geen overtredingen, of met een laag risico op (brand)veiligheidsaspecten. Bij 15 bouwwerken zijn overtredingen met risico "middel" geconstateerd. Deze bouwwerken zijn extra bezocht door toezichthouder.
Instandhoudingsplicht Monumenten
Er zijn 56 controles geweest. Een keer zijn de werkzaamheden stilgelegd voor bouwen in afwijking van de bouwregelgeving. Erfgoed is bij twee monumenten (boerderijen) betrokken in verband met instandhouding van de objecten.
Op punt 1. is nog geen actie geweest. Het ontbreekt aan capaciteit bij team Erfgoed om het punt brandveiligheid bij monumenten op te pakken. Er is op dit moment geen zicht wanneer dit wordt opgepakt.
Ten aanzien van punt 2, het beleid voor plaatsing van zonnepanelen is verruimd.
Deze constateringen in samenhang met de kwalitatieve analyse van oktober 2022 zijn betrokken bij de beoordelingen van de prioriteiten en bijbehorende activiteiten voor het jaar 2023. Zie hierover hoofdstuk 4.
In 2022 is de capaciteit bij team VBT uitgebreid met tijdelijk personeel. Dit is nodig om:
Zie tevens eerdergenoemde punt in paragraaf 2.1 onder kopje: ’Verbeterslagen VTH beleidsplan en uitvoeringsplan’.
De toezicht capaciteit bij team Veiligheid en Toezicht is stevig gewijzigd. Met name na de zomervakantie was sprake van groot verloop. Acht toezichthouders vertrokken. Dit heeft in het derde en vierde kwartaal van geleid tot afname van toezichtintensiteit op diverse onderwerpen. Inmiddels is de toezichtcapaciteit weer op orde. Per 1 januari 2023 is budget beschikbaar gesteld voor 3 fte extra boa capaciteit.
2.3 Interbestuurlijk toezicht jaren 2021 en 2022
De provincie Noord-Holland heeft de beleids- en uitvoeringsplannen van gemeente en OD NHN in 2021 aangemerkt als adequaat. Er waren verbeterpunten voor de gemeente en OD NHN:
Voor het jaar 2022 is naar aanleiding van de positieve beoordelingen over de voorgaande jaren gemeente Hoorn onder het versoberd toezicht geplaatst. In het kader van de bevindingen en het versoberd toezicht vond er geen ambtelijk gesprek met uw gemeente plaats. In de brief zijn de volgende verbeterpunten benoemd. Het punt over personele en financiële middelen is vaker benoemd. Met de provincie zal overlegd worden hoe de informatie hierover nog inzichtelijk kan worden gemaakt.
Ten aanzien van de informatie is naar gemeente en OD NHN aangegeven:
Reactie: De verwachting is dat dit volgend jaar wel wordt aangeleverd.
Reactie: Met de vaststelling van deze uitvoeringsplannen voor 2023 is voldaan aan dit verbeterpunt.
Over de doelen en de personele en financiële middelen is aan gemeente en OD NHN het volgende aangeven (het aandachtspunt over de middelen is vorig jaar tevens genoemd);
Reactie: Om meer te kunnen sturen op de VTH-productiecijfers en -ureninzet zijn kentallen beschreven voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de Omgevingswettaken. Dit is uitgewerkt per genoemd ‘product’. Op basis van deze kentallen kan een betere inschatting worden gemaakt of met de huidige capaciteit de geraamde producten en daarbij horende (extra) activiteiten gerealiseerd kunnen worden.
Reactie: De beschikbare financiële middelen zijn opgenomen in het VTH beleidskader 2021-2025. Deze zullen ieder jaar tevens worden opgenomen in het VTH uitvoeringsplan.
Reactie: De doelen uit het VTH beleidsplan zijn zo meetbaar mogelijk gemaakt en verbonden met de activiteiten in het VTH uitvoeringsplan. Er is niet voor gekozen de activiteiten in het beleidsplan op te nemen. Het beleidsplan heeft een looptijd van vier jaar. Aanpassing van activiteiten gedurende die periode is reëel. Gevolg is dat het beleidsplan hierop aangepast dient te worden. Dit is een onwenselijk situatie.
Reactie: Binnen de OD NHN wordt het beleid verantwoord in twee sporen, namelijk de begroting en jaarrekening, volgens de BBV en het Uitvoeringsprogramma (UP) dat worden opgebouwd n.a.v. de productendienstencatalogus (PDC). In de PDC is bepaald (op basis van ervaringscijfers) hoeveel tijd er nodig is voor een product uit het UP. Het uurtarief dat hiermee wordt vermenigvuldigd wordt berekend door de totale begroting te delen door het aantal productieve uren.
Reactie: Zowel de financiële middelen alsook de (meetbare) doelen worden vertaald naar het VTH-UP. Als blijkt dat de financiële middelen niet meer in verhouding staan met de activiteiten om te komen tot een adequaat programma wordt de keuze aan het bevoegd gezag voorgelegd hoe hier mee om te gaan.
3. (Nieuwe) ontwikkelingen in 2023
Een aantal ontwikkelingen is van invloed op dit uitvoeringsplan. Het gaat dan met name over het voorbereiden op de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), inwerkingtreding is voorlopig gepland op 1 juli 2023. Maar ook andere ontwikkelingen die te maken hebben met de uitvoering van het plan 2023 komen aan bod zoals hoe wordt omgegaan met de VTH-taken bij de huisvesting van arbeidsmigranten. Dit plan zal daarop dan worden aangepast.
De Omgevingswet bundelt de wetgeving en de regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Hierdoor zijn minder regels nodig en ontstaat meer ruimte voor initiatief. De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 juli 2023 in werking. De periode tot de komst van de Omgevingswet wordt gebruikt om de betreffende teams hierop voor te bereiden. Inwerkingtreding kan ertoe leiden dat dit uitvoeringsplan maar ook het VTH beleid 2021-2025 dient te worden aangepast.
De activiteiten in 2023 voor de Omgevingswet zijn met name gericht op:
Voor de activiteiten a t/m g verwachten we in 2023 4000 VTH-uren nodig te hebben.
3.2 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treedt gelijktijdig met de Omgevingswet in werking. Deze wet - die als doel heeft om de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren - zal samen met de Omgevingswet ingrijpende gevolgen hebben voor het proces van bouwen en vergunningverlening. Zo zullen private kwaliteitsborgers toezicht houden op een specifiek deel van het bouwproces, zal de aansprakelijkheid van aannemers worden verruimd, zal het bouwproces moeten worden ingericht volgens toegelaten instrumenten en zal in sommige gevallen geen vergunningplicht meer gelden maar een meldingsplicht.
Na inwerkingtreding van de Wkb wordt van een groot aantal bouwwerken de bouwplannen niet meer preventief door gemeente getoetst (dus in het kader van de vergunningverlening) aan de bouwtechnische voorschriften (zoals nu neergelegd in het Bouwbesluit). De rol van het bevoegd gezag gaat daarmee ingrijpend veranderen.
Op een melding hoeft geen bevestiging of goedkeuring van het bevoegd gezag te volgen (zoals bij een vergunningaanvraag). De wetgever heeft niet gewild dat het bevoegd gezag de bouwmelding inhoudelijk moet beoordelen. Het bevoegd gezag kan ook geen leges heffen voor een melding. De volledigheid van de melding moet nog wel worden beoordeeld.
Bij de gereedmelding van het bouwwerk ontvangt het bevoegd gezag de verklaring van de kwaliteitsborger die onderdeel uitmaakt van het dossier bevoegd gezag en moet het bevoegd gezag toetsen of aan de formaliteiten is voldaan. Het bevoegd gezag voert na oplevering van het bouwwerk het toezicht uit op het bestaande bouwwerk.
Ter voorbereiding op deze wet zijn er diverse initiatieven in gang gezet. Dit varieert van proefprojecten, aanpassen van systemen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, het opleiden van VTH-medewerkers en het begeleiden en initiëren van proefprojecten. Daarnaast is de legessystematiek en de dekking van de bouwactiviteiten aangepast, met een doorwerking in 2023.
Voor de voorbereiding op de Wet kwaliteitsborging bouwen zijn in 2023 750 VTH-uren geraamd, exclusief uren van de externe projectleider om de Wkb in te bedden in de eigen organisatie.
De ambitie is om het ontvangen, het behandelen en het besluiten van en over aanvragen / meldingen zoveel mogelijk digitaal af te handelen. Daarmee bevorderen we een efficiënte procesgang, worden meer gegevens digitaal geregistreerd voor analyse en monitoring én wordt onnodig papiergebruik beperkt. Het digitaal werken wordt gemeentebreed gestimuleerd.
Extra capaciteit wordt dit jaar gestoken in het op orde krijgen van de nieuwe Omgevingswet-applicatie CLO (Centric Leefomgeving). Dit wordt voor Hoorn de vervangende registratie-applicatie voor alle inkomende en uitgaande vergunningsaanvragen. We nemen dan afscheid van de oude applicatie Key2Vergunningen. Ook worden slagen gemaakt aan de APV-kant. Met de applicatie Digitale Checklisten wordt een belangrijke stap voorwaarts gemaakt in de goede registratie van toezicht bij horecagelegenheden. Later dit jaar staan opname van toezicht bij evenementen en kansspelinrichtingen gepland in dit systeem.
Vanwege de renovatie van het gemeentehuis is reeds gestart met het volledig digitaliseren van het bestaande bouwarchief. Op dit moment wordt hieraan de laatste hand gelegd. Er is extern personeel ingehuurd om hier invulling aan te geven. In het eerste kwartaal van 2023 ronden we deze klus volledig af.
Dat de wereld om ons heen in rap tempo digitaliseert, vraagt ook van team VBT om snel de juiste en volledige informatie over vergunningen en het lopende proces rond vergunningverlening inzichtelijk te kunnen maken.
In 2022 is in samenwerking met de dataspecialist gewerkt aan de realisatie van een digitaal dashboard. Informatie uit verschillende registratiesystemen is hierin samengevoegd. Het stelt de organisatie in staat sneller gegevens te raadplegen en deze informatie toe te passen voor managementsturing en rapportages. In 2023 willen de een verdere doorontwikkeling realiseren en de bestaande output verder verfijnen. Zo stelt het dashboard ons in staat gericht te sturen op termijnbewaking op vergunningen. De eerste resultaten hiervan zijn veelbelovend, maar vragen wel om een nadere uitwerking.
In 2023 zijn voor het transformeren naar het digitaal werken binnen het domein van de Wabo 1250 uren geraamd. Hieronder vallen ook de extra inzet op managementinformatie en het afronden van de digitalisering van achterstanden in het bouwarchief.
3.4 Ondermijning met de aanpak op arbeidsuitbuiting/mensenhandel en drugs
De aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is een van de prioriteiten genoemd in de Veiligheidsambitie 2026. Van deze vorm van criminaliteit is sprake als onder- en bovenwereld verweven raakt. Criminelen maken gebruik van de bovenwereld om hun illegale activiteiten te kunnen uitvoeren. De bovenwereld faciliteert zo de onderwereld. Het gaat dan bijvoorbeeld om drugslocaties/hennepteelt, mensenhandel en witwassen. Een effectieve aanpak vraagt om een georganiseerde overheid die haar instrumenten in de volle breedte inzet. We werken daarbij samen met onder meer de woningcorporatie, politie, Belastingdienst, RIEC NH en het Openbaar Ministerie. De samenwerking uit zich in het versterken van de informatiepositie en een effectief vergunning-, toezicht- en handhavingsproces, zoals ook verwoord in de Veiligheidsambitie 2026. Ook in 2023 ligt de focus op de aanpak van drugs(hennep)productielocaties. Met Parkmanagement wordt tevens gezocht naar een aanpak om deze vorm van ondermijning op bedrijventerreinen tegen te gaan. In 2022 zijn hierover gesprekken met Parkmanagement gevoerd. Inzet is in 2023 hierover concrete afspraken te maken. Het gaat met name om vergroten van bewustwording bij ondernemers/verhuurders van panden.
3.5 Huisvesting arbeidsmigranten
Bij de huisvesting van arbeidsmigranten zijn in het verleden veel misstanden geconstateerd. Een aantal locaties is in beeld waar het toezicht geïntensiveerd dient te worden en waar mogelijk handhavend dient te worden opgetreden. Ook 2023 wordt gebruikt om meldingen uit 2020/2021 en nieuwe gevallen uit 2022 aan te pakken. Hiervoor is externe capaciteit aangewend om de achterstand in te lopen. Er liggen uit de periode 2020-2022 nog circa 75 te controleren objecten. De controlefrequentie is fors opgevoerd en dossiers worden voortvarend opgepakt. Deze aanpak leidt er wel toe dat ook aan de juridische kant veel meer aanschrijvingen te verwerken zijn.
Voor de inzet van de VTH-medewerkers bij de aanpak van illegale bewoning door arbeidsmigranten (controle bestemmingsplan) zijn 1000 uren geraamd.
3.6 Kentallen capaciteit Omgevingswet taken
In het uitvoeringsplan 2023 is bepaald hoeveel capaciteit benodigd is voor de uitvoering van de reguliere Omgevingsrecht (Wabo) taken (bebouwde omgeving) conform het VTH-beleid en de VTH-taken in de openbare ruimte. Voor de deze taken is opgenomen dat het van belang is om met kentallen te gaan werken. Hiermee kunnen de activiteiten tegenover de capaciteit worden gezet. Tot op heden is de inschatting gemaakt op basis van ervaringen van de medewerkers en een inschatting over de gevolgen van de implementatie van de Omgevingswet en Wkb voor het bouwen. De inschatting is dat er onvoldoende capaciteit is voor de uitvoering van alle taken. Zie hiervoor hoofdstuk 4.
Inmiddels is de urenraming gemaakt gebaseerd op P*Q (productie * uren kengetal). Op basis hiervan kan een betere inschatting gemaakt worden of met de huidige capaciteit de geraamde producten (zie hoofdstuk 4) gerealiseerd kunnen worden. Op basis van deze kentallen kan gedurende het jaar de activiteiten worden bijgestuurd. Indien nodig zal dit leiden tot aanpassing van dit uitvoeringsplan.
In de ambtelijke beoordelingsrapportage gemeente Hoorn (Interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht 2021 en 2022) van Gedeputeerde Staten NH is het punt van de middelen capaciteit en financiën) tevens benoemd. Gevraagd is de beschikbare personele en financiële middelen inzichtelijk te maken in het VTH-beleidsplan. Ook de vertaalslag van beschikbare naar benodigde personele en financiële middelen is nog niet inzichtelijk gemaakt. Het inzicht in de kentallen in samenhang met het nieuwe dashbord is de basis om dit punt meer inzicht te verkrijgen.
3.7 Dienstverleningovereenkomst Riscobeheersing VR NHN
Aan het eind van 2022 zijn afspraken gemaakt met de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord over de taken risicobeheersing. VR NHN maakt hierin een stap naar de voorkant van de keten en richt zich in toenemende mate op de risico-objecten. Hoorn neemt nu nog het gehele pakket af van taken risicobeheersing, maar zal in de komende jaren trapsgewijs steeds minder taken bij de Veiligheidsregio op dit vlak (kunnen) beleggen. Het aantal afgenomen uren in 2022 was begroot op 2.600 uur. Dat wordt in 2023 verminderd naar 2.300 uur. Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet voorlopig is uitgesteld, vindt zeker tot 1 juli 2023 nog toezicht en advisering plaats op basis van de huidige afspraken en uren. Wel zijn afspraken gemaakt om het jaarlijkse toezicht op brandveiligheid te verminderen voor objecten die ieder jaar op orde zijn. Zij worden als het ware beloond voor goed gedrag door een minder frequent toezichtregime. De meest risicovolle objecten blijven wel aan jaarlijks toezicht onderhevig.
3.8 Samenwerking Gemeente Opmeer
Binnen de VTH-keten bestond al een samenwerkingsverband met de gemeente Opmeer voor wat betreft de werkzaamheden van de constructeur (Team VBT). Wegens grote personeels-tekorten aan de zijde van Opmeer is eind 2022 de verkenning gestart om de samenwerking ook voor andere VTH-taken verder uit te breiden. In 2023 wordt verder onderzocht of en op welke wijze deze samenwerking verder gestalte kan krijgen.
Hoewel deze samenwerking verstrekkende gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering in Hoorn, is dit niet van invloed op het VTH-uitvoeringsplan 2023 van Hoorn. In deze rapportage zijn daarom geen uren verwerkt voor deze samenwerking, behoudens een bescheiden gedeelte binnen de kaders ‘Nieuwe ontwikkelingen’.
3.9 Privacy en Wet politiegegevens
De Wet politiegegevens (Wpg) is vergelijkbaar met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Ze gaan beide over een zorgvuldige behandeling van persoonsgegevens. De Wpg is van toepassing voor boa’s op verwerkingen van politiegegevens voor hun opsporingstaak. Persoonsgegevens worden in de Wpg politiegegevens genoemd. Voor alle andere verwerkingen van persoonsgegevens binnen de gemeente geldt de AVG. De Wpg is nog niet geïmplementeerd binnen de gemeente Hoorn.
Het is verplicht dat werkgevers (het college van B&W) van boa’s met opsporingstaken jaarlijks een interne audit uitvoeren. Ook is het verplicht om een audit te laten uitvoeren door een externe auditor:
De interne audit is afgerond en verstuurd naar externe audit. Inmiddels zijn in 2022 de audit gesprekken met de externe afgerond en de rapportage opgeleverd. Er zijn diverse verbeterpunten. Op basis van de externe audit volgt er in 2023 een plan van aanpak met verbeterpunten. Zodra de externe audit is afgerond dient deze te worden aangeboden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
4. Activiteiten en instrumenten 2023
De activiteiten die we in 2023 uitvoeren zijn gebaseerd op ons VTH-beleid 2021-2025, uitkomsten van het VTH uitvoeringsplan 2022 (periode januari t/m juni) en kwalitatieve analyse 2022. De problemen en risico’s uit het VTH beleid 2021-2025 die daarin een hoge prioriteit hebben gekregen, krijgen ook in dit Uitvoeringsplan 2023 de meeste aandacht, tenzij de opbrengst uit het VTH uitvoeringsplan 2022 en de kwalitatieve analyse 2022 ander inzichten opleveren. Daarvan is voor wat de prioriteiten niet gebleken. De activiteiten zijn op enkele punten gewijzigd ten op zicht van 2022. In dit uitvoeringsplan specificeren we onze inzet op basis van de ervaringen uit het afgelopen jaar én de verschuivende problematiek.
In de matrix in bijlage 1 zijn de hoge prioritieten van de Omgevingswet taken genoemd. Voor de openbare ruimte is onderscheid gemaakt in hoge, normale en lage prioriteit. Hiervoor gelden de volgende definities:
Hoog: Het onderwerp krijgt bijzondere aandacht bij de toepassing van de preventie-, vergunning-, toezicht- als sanctiestrategie uit ons VTH-beleid; er wordt specifiek op het onderwerp gecontroleerd (overtreders worden pro-actief opgespoord) en voor de Wabo zijn er ‘extra activiteiten’ benoemd;
Normaal: het onderwerp krijgt de reguliere toepassing van een van de onder ‘hoog’ genoemde strategieën zonder bijzondere aandacht. Tevens wordt er op basis van klachten projectmatig gecontroleerd. De controle vindt steekproefsgewijs of gebieds- / objectgericht plaats.
Laag: Toepassen van VTH-strategieën wordt uitgevoerd op basis van klachten / meldingen / verzoeken en indien er signalen zijn van een excessief geval. Er is sprake van reactief optreden.
De focus is gericht op de hoge prioriteiten. De gemiddelde en lage prioriteiten zullen in een lagere frequentie worden aangepakt. Komend jaar ligt het accent van het beleid op het beheersbaar houden en terugdringen van omgevingsrisico’s en het voorkomen van nieuwe omgevingsrisico’s.
Kwalitatieve omgevingsanalyse 2022
Deze analyse is opgesteld met medewerkers van de teams VBT, JA, Erfgoed en VRNHN. Het is een verbijzondering van de meerjarige omgevingsanalyse uit het VTH-beleid en geeft een beeld over de opvallende zaken in 2022. De opbrengst kan aanleiding geven de prioriteiten en daarbij behorende activiteiten aan te passen. Voor 2023 heeft dat niet geleid tot wijziging van de prioriteiten. Gevolgen voor de activiteiten komen hieronder aan de orde.
Het gaat om de extra activiteiten die worden ingezet bij de hoge prioriteiten. De voortgang op deze activiteiten vindt plaats in de matrix (zie bijlage 1). Halverwege het jaar is het eerste meetmoment en aan het begin van het volgende jaar voor het jaarverslag het tweede meetmoment. Wijziging in de activiteiten stemmen we af met de portefeuillehouder en kunnen voor besluitvorming aan het college worden voorgelegd. In dit VTH uitvoeringsplan zijn de volgende nieuwe activiteiten toegevoegd:
Voor het realiseren van onze reguliere taken en de in dit beleidsplan genoemde doelstellingen, hebben we in onze begroting voor de periode 2021-2025 jaarlijks een budget geraamd. Voor 2023 is dit een bedrag van ruim 2.450.000 euro. De uitgaven voor uitvoering van VTH taken betreffen de kosten voor personeel (vast en inhuur). Daarnaast zijn er diverse overheadkosten. Het percentage is voor 2023 gesteld op: 60%.
Daarnaast kunnen er jaarlijks projecten worden benoemd, die gefinancierd worden met extra middelen. Voor de onderbouwing hiervan wordt een uitvoeringsplan opgesteld. In dit plan staan de activiteiten en benodigde uren die nodig zijn om de reguliere werkzaamheden én meerjaren doelstellingen te realiseren.
Voor het bepalen van de prioriteiten in de bebouwde omgeving, is in de omgevingsanalyse van het VTH-beleidsplan per thema ingezoomd op de risico’s. Er is met name getoetst aan de criteria veiligheid, gezondheid en leefbaarheid in relatie tot (spontane) naleving van de regels. Meer risico en negatief effect betekent een hogere prioriteit.
Eind 2021 is een omgevingsanalyse gehouden met collega’s uit het werkveld. Dit heeft niet geleid tot aanpassing van de prioriteiten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Criteria om een onderwerp tot prioriteit te maken, is met name de veiligheid en gezondheid van mensen en de leefbaarheid van wijken. Om de risico’s op deze prioriteiten te beperken / voorkomen zijn tevens doelstellingen uitgewerkt, uitgesplitst naar de doelgroepen “burgers”, “bedrijven” en “recreatief”. De extra activiteiten om de doelstellingen te realiseren zijn genoemd in de hierna opgenomen overzichten. De matrix (zie bijlage 1) wordt gebruikt om de voortgang te monitoren.
Een groot deel van onze werkzaamheden bestaat uit de reguliere VTH-taken: het voeren van vooroverleg, intake en behandeling van aanvragen, meldingen, klachten, handhavingsverzoeken en zienswijzen, behandeling bezwaar en beroep, toetsing en toezicht op basis van toetsprotocol. Het betreft de taken:
In 2023 verwachten we, op basis van productiecijfers van de afgelopen twee jaren én gevolgen van nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen de volgende productie voor de reguliere VTH-taken:
*Zodra CLO wordt gebruikt zullen het aantal producten hierin worden bijgehouden.
De genoemde producten omvatten het overgrote deel van de werkzaamheden.
We verwachten op basis van bovengenoemde productiecijfers in 2023 ongeveer 18.800 VBT-uren aan deze werkzaamheden te besteden onderverdeeld in: vergunningverlening 11.300 uur; toezicht 5.000 uur; handhaving 2.500 uur.
Een groot deel van de aanvragen voor vergunningen ontvangen we van onze burgers. Het betreft met name bouw en verbouw van woningen en bouwwerken nabij woningen. De bouwtechnische toets en het bouwtechnische toezicht op deze bouwwerken komt met de inwerkingtreding van de Wkb bij private kwaliteitsborgers te liggen. Tot die tijd verzorgen we de bouwtechnische toetsing en toezicht conform ons VTH-beleid. Het zwaartepunt ligt bij constructieve veiligheid van bouwwerken en brandveiligheid van bestaande- en nieuwbouw. Met onze inspanningen op deze onderwerpen leveren we een bijdrage aan een veilige, leefbare en duurzame stad.
Asbest tijdens bouw en sloop is opgenomen als een aspect waar prioriteit aan wordt toegekend i.v.m. de gezondheidsrisico’s. De gemeente en de OD NHN werken samen om de risico’s van asbest zo klein mogelijk te houden.
1Het aantal aanvragen is afgelopen twee jaar fors toegenomen. In 2023 verwachten we een stabilisatie van reguliere kleine aanvragen, maar een toename van het aantal complexe en grote bouwvergunnings-aanvragen .
2In lijn met de aanvragen voor vergunningen bouw, verwachten we bij het bouwtoezicht een fors toename van het aantal benodigde controles volgens ons toezichtprotocol. Voor 2022 een toename van gereed meldingen te verwachten i.v.m. wegwerken achterstand.
De Omgevingsdienst NHN verzorgt voor de milieutaken een groot deel van de vergunningverlening voor, beoordeling van meldingen van en het toezicht op bedrijven. De activiteiten die zij ondernemen, zijn opgenomen in hun uitvoeringsprogramma 2023 voor gemeente Hoorn.
De gemeente ziet samen met de Veiligheidsregio NHN toe op het bouwtechnisch, brandveilig gebruik van bouwwerken, passend binnen bestemmingsplan. Het toezicht op de brandveiligheid ligt bij de Veiligheidsregio NHN, de (juridische) handhaving ligt bij de gemeente.
Dit sluit aan bij de speerpunten van het gemeentebestuur als het gaat om het verbeteren van de woon- en leefkwaliteit in Hoorn. Dat gebeurt niet alleen door sloop- en nieuwbouw maar ook transformatie van bestaande gebouwen. Vanuit vergunningverlening wordt meegedacht over mogelijkheden van bouw - en verbouw activiteiten en wordt zo nodig maatwerk geboden.
Stedelijke ontwikkeling verbindt het college aan ontwikkelingen over duurzaamheid / energietransitie van gebouwen. Deze ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd. Plannen die op dit punt worden ingediend worden benaderd vanuit een ja, tenzij gedachte.
De gemeente en Veiligheidsregio NHN gaan zich de komende planperiode richten op:
Voor de openbare ruimte is de aanpak op risico’s afwijkend ten opzichte van de Wabo aanpak. Er zijn bij de hoge prioriteiten geen ‘extra activiteiten’ benoemd. Het verschil in de prioriteiten zit evenals voorgaande jaren om de intensiteit van het toezicht. Er is tevens geen onderscheid gemaakt naar het aantal uren over de prioriteiten. Tevens is er voor gekozen in de matrix voor de openbare ruimte vast te houden aan het onderscheidt in ‘hoge, normale en lage prioriteiten’. Dit heeft te maken met de dynamiek in de toezichtstaken in de openbare ruimte.
Het toezicht in de openbare ruimte richt zich op de volgende reguliere VTH-taken:
Daarnaast heeft het toezicht in de openbare ruimte de laatste jaren te maken met een intensivering van het takenpakket. Dat geldt ook voor 2023. Het toezicht op de kusstrook zal worden uitgebreid na oplevering van het Stadsstrand in de zomer van 2023.
Met het toezicht in de openbare ruimte leveren we een bijdrage aan een leefbare en veilige stad. We lichten er een aantal werkzaamheden uit die juist bij de burgers tot ergernis leiden. De capaciteit wordt veelal ingezet op de onderwerpen waarover het KCC de meeste meldingen ontving: parkeren, overlast en vandalisme, afval, overlast van (brom)fietsen en aanhangers / autowrakken. Het betreft de meldingen over de maanden januari tot en met juni 2022.
Parkeeroverlast: met name in de Binnenstad en Kersenboogerd Zuid. Van de ontvangen meldingen (totaal: 270) vindt meer de helft in deze gebieden plaats, waarvan het grootste deel in de Binnenstad.
Verkeerd geparkeerde voertuigen: met name in de Binnenstad en Kersenboogerd Zuid. Betreft meer dan helft van het aantal meldingen (totaal: 198).
Opvallende locaties: Nieuwland en Leliestraat: parkeerproblemen i.v.m. bevoorrading winkels. Er is contact met winkeliers, omgeving en team Verkeer om een oplossing te vinden.
Er zijn 30 meldingen over overlast van hangjongeren ontvangen, verspreid over heel Hoorn: Binnenstad, Risdam-Noord, Grote Waal en Hoorn Noord. Kanttekening: verwachting is dat het aantal meldingen aanmerkelijk hoger is, vanuit Fixie is vaak niet te herleiden of het om overlast door hangjongeren gaat.
Actieve controle op hangplekken in Kersenboogerd en Grote Waal. Geen overlast. Toezicht komt dezelfde jongeren op verschillende plekken in Hoorn tegen. Samenstellingen van groepen verschilt steeds.
Voor drugshandel op straat is drie keer een last onder dwangsom opgelegd; in 2 gevallen is de last in voorbereiding. Voor illegale kansspelen geldt dat in twee gevallen een pand is gesloten. In een geval is hiertegen een juridische procedure gestart.
Voor wat betreft de Kersenboogerd:
49 meldingen ontvangen. De meeste meldingen betreffen geluidsoverlast. Beperkt aantal gaat over drugsoverlast (dealen, geur van hennep). Extra aandacht is er voor de Rondeelstraat over veelal harde muziek. Personen zijn overigens goed aanspreekbaar. Ook vanuit cameratoezichtcentrale weinig incidenten gemeld; een melding geluid, 1 melding afval en een keer een vechtpartij).
Meldingen over zwerfafval en vuil bij openbare prullenbakken komen met name uit Binnenstad, Grote Waal, Kersenboogerd-Zuid en Risdam Noord- en Zuid.
Meldingen over verkeerd aanbieden van afval komen veelal uit Binnenstad, Grote Waal, Kersenboogerd Noord en -Zuid en Risdam Noord en - Zuid. Het grootste deel van de meldingen betreft vuilniszakken op straat.
De doelstellingen en de activiteiten zijn genoemd in de matrix (bijlage 1). Voor de openbare ruimte vindt er geen vertaling plaats naar capaciteit (uren) zoals bij de Wabo taken. De dynamiek van het toezicht in de openbare ruimte leent zich hier minder goed voor. Hieronder de taken met prioriteit ‘hoog’. In de matrix worden tevens de prioriteiten met aanduiding ‘normaal’ en ‘laag’ genoemd.
Het toezicht wordt op grond van de Wet kinderopvang (Wko) onder verantwoordelijkheid van de gemeente uitgevoerd door de GGD Hollands Noorden. Zij houden toezicht op:
Het toezicht richt zich naast het toezien op de kwaliteit van bestaande voorzieningen tevens op de exploitatie van nieuwe voorzieningen voor kinderopvang. De toezichthouders adviseren over het al dan niet voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wko van nieuwe voorziening. Op grond van de inspectierapporten die de toezichthouders van de GGD Hollands Noorden aanleveren, worden – indien nodig – handhavingsmaatregelen genomen.
In de maanden januari tot en met juni 2022 waren van de 97 kinderopvang locaties (KDV, BSO en GOB) 49 locaties bezocht. Van de gastouderopvang locaties waren 16 van de 22 locaties bezocht, op een totaal van 108 voorzieningen.
Voor 2023 is de inspectienorm 100 procent van de KDV, BSO en GOB opvanglocaties te bezoeken. Voor de Gastoudervang gaat het om 20 procent van het aantal voorzieningen.
De doelstellingen en activiteiten zijn genoemd in de matrix (bijlage 1).
5.1 Gemeentelijke (Wabo) organisatie
Voor het realiseren van de ontwikkelingen (in hoofdstuk 3) en de activiteiten (in hoofdstuk 4), is voor de uitvoering van de taken in de bebouwde omgeving (team VBT) is een inschatting gemaakt dat 25.800 uren in 2023 zijn benodigd. Deze uren zijn verdeeld over:
Het aantal beschikbare uren voor de VBT-taken (vergunningen en toezicht) bedraagt 24.440. Uitgaande van 1.363 uur productieve uren op jaarbasis (Bron: Handleiding overheidstarieven 2023) gaat het om 10,63 fte vaste formatie en 7,6 fte extern ingehuurd personeel, exclusief management uren. Er staat nog een vacature open voor het aantrekken van 1 fte een junior vergunningverlener Wabo. Dit verklaard het verschil in uren. Voor de handhaving op de Wabo taken van team JA betreft de formatie 2,1 fte vaste formatie en 0,8 fte externe inhuur. De ondersteuning vanuit JA voor de Wabo taken bedraagt 3 fte.
Voor de totale formatieve bezetting is een bedrag in de begroting opgenomen van ruim 2.450.000 euro.
Ten opzichte van 2022 is de capaciteit binnen team VBT gelijk gebleven voor wat betreft het tijdelijke personeel. Inhuur is nodig om de grote aantallen vergunningsverzoeken aan te kunnen, projectcapaciteit te generen (Omgevingswet, Wet kwaliteitsborging), een digitaliseringsslag te kunnen maken (CLO en Digitale Checklisten), achterstanden weg te kunnen werken bij bouwcontroles en inzet op huisvesting van buitenlandse werknemers. De inschatting is dat het aantal te besteden uren aan de implementatie van Omgevingswet en Wkb in de loop van 2023 zal verminderen. Er is in 2022 fors op deze thema’s geïnvesteerd qua inzet en tijd, waardoor er in 2023 minder capaciteit nodig is om deze implementaties in goede banen te leiden. Ook dit jaar zal de ureninzet op de extra activiteiten daarom beperkt zijn. Het zal daarnaast ten koste gaan van de uren genoemd bij de reguliere activiteiten en eventueel de nieuwe ontwikkelingen. Het is op voorhand niet aan te geven bij welke concrete taken / onderwerpen dit gaat spelen.
Van de volgende teams is formatie beschikbaar:
Voor de taken in de openbare ruimte is in totaal 31 fte beschikbaar, verdeeld over:
De inzet op vergunningverlening en toezicht en handhaving wordt geleverd door diverse teams.
Team Vergunningen en Bouwtoezicht
Dit team handelt alle schetsplannen, omgevingsvergunningsaanvragen en meldingen af evenals Wabo gerelateerde APV-vergunningen en vergunningen/ontheffingen bijzondere wetten zoals Alcoholwet.
Binnen het team VBT adviseert Erfgoed over aanvragen omgevingsvergunningen die betrekking hebben op monumenten. VBT handelt vergunningen aanvragen af en verleent deze.
Dit team richt zich op handhavingstaken die voortvloeien uit de wet- en regelgeving op het gebied van bestaande/nieuw bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, kinderopvang, ondermijning en horeca en handhavingsthema’s die onder het taakveld ‘openbare orde’ vallen.
In 2023 levert het team naast de juridische handhaving, ook behandeling van bezwaren, juridische vraagbaak, sparringpartner en juridische kwaliteitszorg, de deelname in teams van de Omgevingswet en Wkb, regionaal juristen overleg, werkgroep huisvestingsverordening én de actualisatie van de Apv en Bouwverordening.
Dit team is verantwoordelijk voor de toezicht- en handhavingstaken op grond van diverse bijzondere wetten zoals de Apv, de Afvalstoffenverordening, de Alcoholwet en parkeren. Andere thema’s die bij deze afdeling zijn ondergebracht zijn onder andere ondermijning, jeugdoverlast/persoonsgerichte overlast, gebiedsgerichte aanpak (havens, wijken) thema’s die te maken hebben met openbare orde en veiligheid.
De Veiligheidsregio voert voor de gemeente het toezicht op brandveiligheid uit, evenals de advisering ten aanzien van brandveiligheid bij bouwaanvragen.
Het zwaartepunt ligt bij constructieve veiligheid van bouwwerken en brandveiligheid van bestaande - en nieuwbouw. Met de toezichtinspanningen op deze onderwerpen levert VR NHN een bijdrage aan een veilige, leefbare en duurzame stad.
De uren van de Veiligheidsregio NHN zijn opgenomen in de tussen beide partijen ondertekende overeenkomst.
De OD NHN voert voor de gemeente de VTH-taken op het gebied van milieu uit. Door prioriteiten te stellen maakt de OD NHN duidelijk op welke terreinen de beschikbare capaciteit kan worden ingezet teneinde de risico’s in het werkgebied zo klein mogelijk te houden. Het toezicht wordt zoveel mogelijk risico- en informatiegericht uitgevoerd. Voor de risicovolle bedrijven betekent dit dat de OD NHN zich concentreert op toezicht op de aanwezige risicofactoren binnen het bedrijf. Bij de overige bedrijven maakt de OD NHN een afweging op risico- en omgevingswinst. Per deelnemer kan op basis van lokale keuzes een rangorde worden aangebracht.
De taken die de OD NHN op het gebied van toezicht en handhaving uitvoert zijn verwoord in het OD NHN VTH uitvoeringsprogramma, bestaande uit een algemeen en een Hoorns specifiek deel op basis van de Producten- en Diensten Catalogus 2022.
De GGD HN houdt toezicht op de Wet kinderopvang (Wko) en. Het toezicht wordt op grond van de Wet kinderopvang (Wko) onder verantwoordelijkheid van de gemeente uitgevoerd door de GGD Hollands Noorden. Zij houden toezicht op:
Samen met de toezichthouders van de GGD Hollands Noorden wordt bepaald welke gastouders worden bezocht.
Het toezicht richt zich naast het toezien op de kwaliteit van bestaande voorzieningen tevens op de exploitatie van nieuwe voorzieningen voor kinderopvang. In opdracht van de gemeente wordt door de toezichthouders geadviseerd over of een nieuwe voorziening naar verwachting conform de kwaliteitseisen uit de Wko zal verlopen.
Op grond van de inspectierapporten die de toezichthouders van de GGD Hollands Noorden aanleveren, worden – indien nodig – handhavingsmaatregelen genomen. De GGD adviseert team JA hierover.
Vanaf 2017 is Landelijk door het ministerie van SZW, VNG, GGD, GHOR Nederland, BOinK en de brancheorganisaties gewerkt aan herijking van de Wko. De focus is hierbij meer komen te liggen op het pedagogisch klimaat. Ook hebben de houders van kinderopvangvoorzieningen meer vrijheid gekregen om zaken beleidsmatig in te vullen middels meer vormvrije regelgeving. Uiteraard blijven bepaalde harde regels ook van kracht (denk hierbij aan het aantal vierkante meters binnen- en buitenspeelruimte, de verplichting tot het hebben van een actueel een veiligheid- en gezondheidsbeleid, de beroepskracht kind-ratio).
De branche heeft vorig jaar aangegeven bij het gemeentebestuur dat er tekort is aan goed opgeleide pedagogisch medewerkers, terwijl de vraag naar opvang toeneemt. De sector wil voorkomen dat kinderen naar huis worden gestuurd of groepen te moeten sluiten. Verzocht is de GGD HN coulanter om te laten gaan met overtredingen. De gemeenten in de regio zijn hier geen voorstander van. Wel is afgesproken in de handhaving, als het gaat om het opleggen van bestuurlijke maatregelen, rekening te houden met de specifieke situatie op een kindlocatie.
De uren van de GGD HN zijn opgenomen in tussen partijen ondertekende overeenkomst.
We monitoren en rapporteren over de resultaten. Dit vindt plaats op basis van:
Ieder jaar doen we verslag over de uitvoering van dit plan. De nadruk in het verslag ligt op de hoge prioriteiten. De normale of lage prioriteiten worden benoemd als op het punt van risico’s, uit bijvoorbeeld de kwalitatieve omgevingsanalyse, iets te melden valt.
De gemeenteraad krijgt via het jaarverslag inzicht in de resultaten van de toezichtinspanningen. In het jaarverslag lichten we toe of de doelen wel of niet zijn gehaald. Als we behoorlijk afwijken van de gestelde doelen lichten we voor zover mogelijk toe wat hiervan de reden geweest kan zijn. Een afschrift van het jaarverslag sturen we tevens naar de provincie Noord-Holland in het kader van interbestuurlijk toezicht. Dit toezicht beperkt zich tot de Omgevingsrecht taken.