Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Erfgoedagenda Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingErfgoedagenda Rotterdam
CiteertitelErfgoedagenda Rotterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage Erfgoedagenda Rotterdam 2023-2027

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-06-2023nieuwe regeling

16-05-2023

gmb-2023-242528

2023, nummer 89

Tekst van de regeling

Intitulé

Erfgoedagenda Rotterdam

Artikel 1  

De Erfgoedagenda Rotterdam, zoals opgenomen in de bijlage, is vastgesteld op 16 mei 2023.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam.

Namens deze,

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Erfgoedagenda Rotterdam

 

Voorwoord

 

Rotterdam is een architectuurstad bij uitstek. Dat is niet alleen nu het geval maar dat was al zo in het verleden. Rotterdam heeft veel kenmerkende gebouwen uit verschillende tijdlagen. Deze verschillende tijdlagen samen maken de stad tot wat zij nu is.

 

Als wethouder zet ik in op behoud van bijzondere gebouwen op een manier die een positieve bijdrage kan hebben op de ontwikkeling van de stad.

 

De stad staat immers voor grote maatschappelijke uitdagingen: een tekort aan woningen, een klimaatopgave en een energietransitie. Ook het erfgoed van de stad kan hier een bijdrage aan leveren. Denk hierbij eens aan renovatie en transformatie van het bestaande gebouwen: liever het erfgoed zodanig benutten dat het weer een rol van betekenis kan spelen in de toekomst! Ook verduurzaming van monumenten en het gebouwde erfgoed kunnen een bijdrage leveren aan de moderne stad van nu die vraagt om innovatieve oplossingen.

 

Ik heb waardering voor al die monumenteigenaren die zich inzetten voor het behoud van de bijzondere gebouwen in deze stad. Het belang van erfgoed voor een rijke, veelzijdige en aantrekkelijke stad is groot. Het uitdragen van dat belang is zo mogelijk nog groter en belangrijker en kan alleen door enthousiasme van ambassadeurs zoals monumenteigenaren slagen. In de looptijd van deze Erfgoedagenda wil ik daarom ook meer aandacht geven aan deze ambassadeurs.

 

Daarnaast is de Erfgoedagenda een voortzetting van bestaand beleid met een vernieuwd uitvoeringsprogramma. Ook de komende jaren is deze agenda de rode draad voor het behoud maar voor ook de ontwikkeling van bijzondere gebouwen in deze bijzondere stad!

 

 

Said Kasmi,

wethouder Onderwijs, Cultuur en Evenementen

 

 

Gerestaureerd giraffenverblijf in het rijkmonument Diergaarde Blijdorp | E. Fecken

 

INLEIDING

Wat maakt Rotterdam tot Rotterdam? Waarom voelen mensen zich hier thuis?

Dat heeft alles te maken met het karakter van de stad. Dat karakter is door de eeuwen heen gevormd en gegroeid; het ligt verankerd in de geschiedenis. Alle ruimtelijke, economische, sociale en culturele ontwikkelingen van toen tot nu, dragen bij aan dat karakter. Dit karakter, of het DNA, is de basis van het verhaal van de stad en het vertrekpunt voor de toekomst. Het Rotterdams cultureel erfgoed speelt daarin een prominente rol. Ze houdt de geschiedenis zichtbaar, voelbaar en zorgt voor herkenning. De combinatie van verhalen, bouwwerken en de specifieke Rotterdamse omgeving maken de stad uniek.

 

Erfgoedagenda

Het begrip ‘Erfgoedagenda’ is in 2016 voortgekomen uit de stadsbrede discussie over het belang van cultuurhistorisch erfgoed en historisch besef. De gemeenteraad was nauw betrokken bij deze discussie over het erfgoed. Het met de raad actief gevoerde debat over erfgoed heeft in oktober 2015 geleid tot de kadernotitie ‘Kaders voor een nieuw Rotterdams erfgoedbeleid’, waarin de ingrediënten en discussiepunten werden aangereikt die mede hebben bijgedragen aan het ontstaan van de Erfgoedagenda Rotterdam. De Rotterdamse omgang met erfgoed heeft hiermee een nieuwe impuls gekregen.

 

Bij erfgoed gaat het over het verleden en over de wijze waarop daar in het heden mee om wordt gegaan. Dat verleden hoeft overigens niet heel ver terug in de tijd te liggen, want gisteren is immers ook verleden tijd. Het omgaan met erfgoed is een dynamisch proces. Wie bepaalt wat erfgoed is? Wat erfgoed is voor de één, is niet automatisch ook het erfgoed van de ander.

 

De afgelopen jaren is er in de stad veel debat over erfgoed gevoerd. Wat daarbij duidelijk naar voren komt, is dat de Rotterdammer zich soms krachtig laat horen en zich inzet voor het behoud van erfgoed uit alle tijdlagen. Het gemeentebestuur staat de komende jaren voor een aantal grote uitdagingen op het gebied van de bouw- productie en het verduurzamen van de bestaande bouwvoorraad. Tegelijkertijd geeft ze daarbij duidelijk aan dat dit niet ten koste mag gaan van het karakter en de eigenheid van de stad. Het is een belangrijke opgave om hier steeds de balans in te blijven vinden.

 

In de Erfgoedagenda Rotterdam geeft het College van B&W aan hoe er met het gebouwde en aangelegde erfgoed van de stad moet worden omgegaan. De omgang met het gebouwde en aangelegde erfgoed in de stad is vanaf 1986 vastgelegd in een monumentenverordening. Sinds dat jaar is er ook sprake van een stedelijk monumentenbeleid.

 

Erfgoed

In wettelijke termen is een monument een “onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed”. Het begrip cultureel erfgoed heeft een bredere betekenis. Het gaat over de zorg voor gebouwde en aangelegde monumenten, over de collecties in musea en archieven, over de kunstwerken in de openbare ruimte, over archeologische vindplaatsen en over de verhalen die over al deze zaken kunnen worden opgetekend en verteld.

Hoewel er in Nederland al vroeg belangrijke oude gebouwen werden beschermd en onderhouden, was er tot de twintigste eeuw geen wetgeving of (gemeentelijke) organisatie die hier zorg voor droeg. In Nederland werd in 1903 voor het eerst systematisch erfgoed geïnventariseerd op rijksniveau. Na de eerste Monumentenwet in 1961 volgde een tweede in 1988. In 2015 is deze wet vervangen door de huidige Erfgoedwet.

 

Na een aantal opeenvolgende monumentennota’s, wordt dit beleid sinds 2017 vastgelegd in de Erfgoedagenda Rotterdam. Het uitvoeringsprogramma dat aan deze Erfgoedagenda is gekoppeld bevat drie programmalijnen en wordt elke vijf jaar bekeken op actualiteitswaarde. Het programma bestaat gedeeltelijk uit wettelijke taken, aangevuld met onderdelen die gericht zijn op het in beeld brengen, het uitdragen en het vergroten van kennis over het bijzondere erfgoed van Rotterdam.

 

De Erfgoedagenda voor het gebouwde en aangelegde erfgoed is nadrukkelijk bedoeld als een instrument dat verbinding zoekt. Er wordt samenhang gezocht met activiteiten die het brede spectrum van de cultuurhistorie en de erfgoedzorg omvatten. Hierbij moet worden gedacht aan archieven, historische collecties, kunst in openbare ruimte, (erfgoed-)educatie en archeologie.

 

De bredere samenhang is in 2018 door het College van B&W benoemd in de nota ‘Schatten van Rotterdam, Visie op de Collectie Rotterdam’. Hierin wordt de gemeentelijke visie op het cultureel erfgoed tot 2025 beschreven. De looptijd van deze geactualiseerde Erfgoedagenda tot en met 2027 wordt onder meer gebruikt om samenwerking op het gebied van erfgoed verder te verdiepen en te intensiveren.

 

In de voorliggende actualisatie van de Erfgoedagenda Rotterdam en de uitvoeringsagenda worden de activiteiten die als rode draad van het erfgoedbeleid voor de gebouwde omgeving worden beschouwd, voortgezet. Er zijn ook nieuwe aandachtsvelden aan de uitvoeringsagenda toegevoegd. Dit maakt het mogelijk om de dialoog over het cultuurhistorisch besef in de stad op optimale wijze te blijven voeren.

 

 

De voormalige stelling Nordmole gelegen in het Voorduin te Hoek van Holland (gemeentelijk monument) | E. Fecken

 

 

Drie herbestemde kerkgebouwen – aangewezen als gemeentelijk monument - gelegen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht Heijplaat | E. Fecken

 

Terugblik

Met de Erfgoedagenda 2017-2020 die is vastgesteld op 22 december 2016 is in de afgelopen jaren veel bereikt. Vanzelfsprekend was daarbij een belangrijke plek ingeruimd voor de uitvoering van de wettelijke taken. In het kader daarvan vindt er op continue basis overleg plaats met betrokkenen in de stad en binnen de gemeentelijke organisatie over het verbouwen, herbestemmen en transformeren van beschermd erfgoed. Dit in het kader van te verlenen omgevingsvergunningen.

Daarnaast zijn er tal van activiteiten met betrekking tot het gebouwde erfgoed ontwikkeld en in uitvoering. Zo is vanuit het door het rijk opgestarte project ‘Kerkenvisie’ in 2019 en 2020 een basis gelegd voor de omgang met het religieuze erfgoed van Rotterdam.

 

Ook heeft het College van B&W eind 2019 besloten tot het versnellen van het bestaande aanwijzingsproject voor gemeentelijke monumenten om na afronding daarvan, in 2023, weer ruimte te kunnen maken voor nieuwe aanwijzingsprojecten. In de looptijd van de Erfgoedagenda 2017-2020 zijn 127 gemeentelijke monumenten aangewezen of zijn de voorbereidende procedures daarvoor gestart. In 2018 is bovendien het gebied Heijplaat aangewezen als het negende door het rijk beschermde stadsgezicht in Rotterdam.

 

In de periode 2017-2022 zijn er veel Cultuurhistorische Verkenningen uitgevoerd waarin de erfgoedkwaliteiten in de stad in kaart zijn gebracht en gewaardeerd. Inmiddels is voor ruim driekwart van de stad een gebiedsgerichte cultuurhistorische verkenning vastgesteld. In veel gebieden is erfgoed vervolgens goed verankerd in de bestemmingsplannen. Dit zal worden gecontinueerd in de omgevingsplannen na invoering van de Omgevingswet in 2024.

 

Op 28 januari 2021 is, ook met het oog op die Omgevingswet, de nieuwe Erfgoedverordening Rotterdam 2020 door de gemeenteraad vastgesteld ter vervanging van de in 2010 voor het laatst aangepaste Monumentenverordening.

 

Het verbreden van draagvlak en het vergroten van de kennis over het Rotterdamse erfgoed is belangrijk. De gemeente draagt daarom inhoudelijk en financieel bij aan de jaarlijks terugkerende Open Monumentendag in het tweede weekend van september. Het door de Stichting Open Monumentendag Rotterdam georganiseerde evenement is een belangrijk en succesvol instrument om zoveel mogelijk mensen te bereiken en het maatschappelijk belang van erfgoed blijvend en laagdrempelig te benadrukken.

 

Dat belang geldt ook voor de activiteiten van het Platform Wederopbouw Rotter dam die op geheel andere wijze verhalen over de naoorlogse stadsgeschiedenis samenbrengen en presenteren.

 

Ook is de afgelopen jaren goed samengewerkt met Stichting Stadsherstel historisch Rotterdam die zich inzet voor het behoud en exploitatie van monumenten en historisch waardevolle gebouwen. Organisaties als de stichting Open Monumentendag, Platform Wederopbouw en Stadsherstel zijn belangrijke ambassadeurs van het Rotterdams erfgoed.

 

 

Het Slaakhuis, het voormalige kantoor van dagblad Het Vrije Volk (rijksmonument) | E. Fecken

 

Het Rotterdams erfgoed

Monumenten, beeldbepalende gebouwen en beschermde stadsgezichten vormen de bewezen kwaliteiten van de stad en vertellen samen met andere cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, objecten en gebieden de geschiedenis en ontwikkeling van Rotterdam. Dat is al lang niet meer het verhaal dat eindigt bij het bombardement op de stad in 1940, maar juist ook het verhaal van de Wederopbouw en van de moderne invulling van de stad tot op de dag van vandaag.

De aandacht voor het behoud van het bestaande valt in Rotterdam, bijna vanuit traditie, samen met de gevraagde ruimte voor vernieuwing. Het komt nog regelmatig voor - gelukkig steeds minder - dat er ontwikkelingen worden voorgesteld, zonder dat er goed wordt gekeken naar de cultuurhistorie. Elke nieuwe ontwikkeling voor een bestaand gebouw of gebied moet beginnen met het duiden van de historische betekenis en het bepalen van de actuele gebruikswaarde ervan. Ook in de Erfgoedagenda Rotterdam en de uitvoeringsagenda 2023 - 2027 blijft dit aspect benadrukt en aandacht vragen.

 

Daarvoor worden enerzijds de wettelijke instrumenten voor bescherming en instandhouding ingezet. Anderzijds kan er ook richting aan ontwikkelingen gegeven worden door de actuele opgaven in de stad actief, nadrukkelijk en nog meer vanuit de bestaande kwaliteiten te benaderen en daar - als basis voor nieuwe ontwikkelingen - het gesprek over te voeren.

 

Rotterdam kiest voor goede groei. Groei die bijdraagt aan het welzijn van de inwoners, aan een duurzame samenleving en aan economische vooruitgang. Groei die het Rotterdamse erfgoed en de identiteit daarvan ondersteunt en versterkt en waarbij de Rotterdammers betrokken worden in het proces van verandering. Cultuurhistorisch erfgoed draagt bij aan de ontwikkelkracht van de stad en vertegenwoordigt daarmee een economisch belang. Het succes van kluswoningen, de herbestemming en transformatie van karakteristieke gebouwen en de grote aantrekkingskracht van de bestaande bebouwing in ontwikkelgebieden tonen dit aan. Het is een feit dat nieuwe ontwikkelingen steeds vaker op positieve wijze door de aanwezigheid van erfgoed worden gestimuleerd.

 

Een gebouw als het Slaakhuis is in de Wederopbouwperiode (1954) gebouwd als kantoor en drukkerij voor het avondblad Het Vrije Volk en heeft een voor die periode kenmerkende en bijzondere architectuur. Het rijksmonument heeft na divers gebruik en lange leegstand in de afgelopen decennia een nieuw leven gekregen als Hotel The Slaak. In combinatie met een nieuwe buurtsupermarkt zorgt het gebouw nu voor een nieuwe impuls in dit gebied, waarbij het oorspronkelijke karakter van het gebouw bewaard is gebleven.

 

In het in maart 2019 uitgebrachte sectoradvies Monumenten en Archeologie van de nationale Raad voor Cultuur is over Rotterdam een korte beschouwing opgenomen die ingaat op het belang van herbestemming in onze stad. Onder verwijzing naar een artikel op het digitale platform Voer wordt gesteld: “Dat kennis en waarden hand in hand gaan, bewijst de aanwijzing van naoorlogse monumenten in Rotterdam. Toen in 2007 de Top 100 wederopbouw 1940 – 1959 werd voorgedragen voor bescherming, stonden er op de lijst maar liefst 20 monumenten uit Rotterdam. De meeste Rotterdammers deed het destijds weinig, maar sindsdien is er wat veranderd in de havenstad die een haat-liefdeverhouding heeft met haar eigen geschiedenis. ‘Rotterdam is een stad, achtervolgd door haar verleden, nostalgisch naar de toekomst en niet in staat om in het heden te leven’, schreef Crimson Architectural Historians in 2009 nog. Het draagvlak om de historie te respecteren, doorstond in november 2013 de vuurproef toen de gemeenteraad een motie aannam van de ChristenUnie-SGP voor meer ‘historisch besef’. Hoewel de sloopkogelangst bleef, is Rotterdam tegelijk koploper in herbestemming en transformatie geworden. De wederopbouwmonumenten uit de Top 100 zijn inmiddels omarmd en zijn richtinggevend bij herontwikkeling geworden”.

 

 

Korenmolen en molenaarswoning De Hoop in Rozenburg (rijksmonument) | E. Fecken

 

De stad in lagen

Rotterdam is bekend vanwege haar diverse samenleving, de uitgestrekte havens en haar spraakmakende architectuur. Haar aantrekkingskracht ontleent de stad ook aan haar rijke verleden en aan het gebouwde erfgoed dat daar nog aan herinnert. Aan unieke gebouwen zoals de Van Nellefabriek, de silogebouwen aan de Rijnhaven, de Euromast en het tuindorp Vreewijk. Maar ook aan voormalige dorpskernen als Oud-Charlois, Hillegersberg en Overschie en aan de na de oorlog grotendeels opnieuw gebouwde en vernieuwde binnenstad. Ook de gebouwen uit periode na 1965 en uit de voor Rotterdam zo typerende stadsvernieuwing verdienen inmiddels nadere beschouwing en waardering. Daarom heeft het College van B&W al heel vroeg besloten om een aantal exemplarische voorbeelden uit die periode, waaronder de Kubuswoningen en de gebouwen van de Erasmus Universiteit, aan de gemeentelijke monumentenlijst toe te voegen. In de komende jaren zal in Rotterdam nader onderzoek worden verricht naar deze jonge architectuur, die door nieuwe ontwikkelingen steeds vaker onder druk komt te staan.

De biografie van de stad wordt verteld door haar bewoners en verbeeld door haar gebouwen, straten, pleinen, buurten en wijken. De geschiedenis biedt een stevig fundament voor de verdere ontwikkeling van de stad. Met meer geschiedenis is er ook meer inspiratie voor de toekomst.

 

Het behoud van het bestaande en de gewenste vernieuwing kunnen goed samengaan. Rotterdam verbindt de zorg voor behoud van het gebouwde erfgoed met de hedendaagse opgaven van de stad. Door het opsporen en benutten van cultuurhistorisch waardevolle karakteristieken en het creëren van ruimte voor hergebruik en transformatie, komen steeds meer tijdlagen uit het verleden van de stad met elkaar in verbinding. De beschermde monumenten, de beeldbepalende gebouwen en de beschermde stadsgezichten spelen hierbij een belangrijke rol.

 

Omgevingswet

In heel Nederland is de invoering van de omgevingswet, waarvan de invoer gepland staat in januari 2024, van grote invloed op de omgang met de leefomgeving.

De Omgevingswet verbindt en vervangt 26 wetten die over de fysieke leefomgeving gaan. Het doel van de Omgevingswet is het vereenvoudigen van procedures en het beter integreren van de verschillende deelbelangen. De Omgevingswet legt daarbij meer verantwoordelijkheid bij de samenleving en lokale overheden.

In het Omgevingsplan worden de regels over ruimtelijke kwaliteit opgenomen. Bij de invoering van de Omgevingswet moet de ruimtelijke regelgeving zijn afgerond en aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet heeft de gemeenteraad op 21 december 2021 een Omgevingsvisie vastgesteld: ‘De Veranderstad, werken aan een wereldstad voor iedereen’. Het ruimtelijk erfgoed wordt in de toekomst nog essentiëler voor de omgevingskwaliteit en de verbindende waarde van erfgoed in brede zin speelt hierbij een belangrijke rol.

 

 

Tijdlagen aan het Haagseveer met op de voorgrond bebouwing uit de jaren 80, daarachter de wederopgebouwde binnenstad met de gedeeltelijk herbouwde Laurenskerk uit de 15de eeuw (rijksmonument) | Gemeente Rotterdam

 

Het gesprek over en met de stad

Het historisch bewustzijn in Rotterdam neemt toe. De betrokkenheid van bewoners, ondernemers en verenigingen bij het cultuurhistorisch erfgoed in de stad is sterk gegroeid en erfgoedinitiatieven ontstaan steeds vaker vanuit de betrokkenheid van de omgeving. Daarbij hoeft het niet altijd om hele bijzondere of grote gebouwen te gaan. Ook woningen die in de late negentiende en in de twintigste eeuw zijn gebouwd om de toegenomen bevolking van de stad te huisvesten, kunnen als belangrijk voor een aantrekkelijke woonbuurt worden gezien. Ze zijn soms onderwerp van verhit debat bij discussies over behoud of sloop. De discussies over de Fazantstraat en de Tweebosbuurt die in 2021 werden gevoerd, spreken voor zich.

Bij voorgenomen veranderingen in oudere gebieden moet worden nagedacht over het evenwicht tussen behoud en vernieuwing en is het belangrijk dat de afwegingen zorgvuldig zijn. Niet alleen beschermde monumenten kunnen hier het verschil maken. Een gebied kan ook om heel andere redenen aantrekkingskracht uitoefenen en van belang te zijn voor het goede evenwicht in de stad en haar wijken en buurten.

 

Soms is het bestaande daarbij een vanzelfsprekend vertrekpunt. Het succes van de aanpak van delen van Oud-Katendrecht of de revitalisatie van de winkelstraten als de Nieuwe Binnenweg, de Middellandstraat en Boulevard Zuid zijn goede voorbeelden. De aanpak van de Beijerlandselaan en de Groene Hilledijk werd in november 2021 zelfs beloond met de Transformatie Award 2021. Door goed doordacht hergebruik kan de bestaande stad ook voor nieuwe waarden zorgen. Een goede afstemming hierover met bijvoorbeeld woningbouwcorporaties en ontwikkelaars is hierbij van groot belang.

 

Naast discussies over sloop en behoud van karakteristieke gebouwen zijn er ook steeds vaker initiatieven voor onderzoek naar de geschiedenis van buurten, voor het overdragen van kennis met betrekking tot karakteristieke gebouwen en voor het voeren van de dialoog over wat ertoe doet in de gebouwde omgeving. Daarbij is niet alleen de zichtbare geschiedenis van belang, maar wordt ook aandacht gevraagd voor het onzichtbare, of voor soms vergeten of verdrongen aspecten uit het verleden. Er ligt een belangrijke opgave om het erfgoed van Rotterdam representatiever te maken voor álle burgers van de stad en de geschiedenis zo ook completer te presenteren. Met de komst van de Omgevingswet ligt er in de toekomst meer nadruk op de betrokkenheid van burgers, op initiatieven ‘van onderop’, op toegankelijkheid, inclusiviteit en diversiteit. Erfgoed raakt, net als architectuur, iedere Rotterdammer en is daarom ook een actueel en continu onderwerp van gesprek. De komende jaren zal er met de Erfgoedagenda nog meer worden ingezet op het verbindende aspect van erfgoed.

 

 

Tijdlagen: De Afrikaanderwijk met 19de eeuwse bebouwing – rijksmonument Pakhuis Santos – recente bebouwing op de Wilhelminapier | H. Grootenhuijs

 

 

Zichtlijn vanaf de Korte Lijnbaan, onderdeel van het complex Lijnbaan (rijksmonument), op het Stadhuis (rijksmonument) | E. Fecken

 

INSTRUMENTEN

De gemeente heeft verschillende middelen tot haar beschikking om het behoud van het gebouwde erfgoed te stimuleren en daar richting aan te geven. Deze instrumenten hebben een basis in de Erfgoedwet of de Erfgoedverordening Rotterdam. Ze vormen de wettelijke en bestuurlijke kaders waarmee aan het erfgoed van Rotterdam wordt gewerkt.

De belangrijkste formele instrumenten die worden ingezet voor gebouwde en aangelegde beschermde monumenten en beschermde stadsgezichten, zijn het aanwijzingsbesluit, het bestemmingsplan (onder de Omgevingswet het Omgevingsplan) en de omgevingsvergunning.

 

Vergunningverlening

Het vergunningstelsel voor beschermde monumenten en beschermde stadsgezichten is gericht op een goede omgang met de beschermde kwaliteiten. Het goed benutten van de cultuurhistorische kwaliteiten van een gebied of gebouw zorgt ervoor dat nieuwe ontwikkelingen werkelijk iets kunnen toevoegen.

Gebouwen als de Rotterdamse Bank Vereniging aan de Coolsingel (Forum), het Timmerhuis in hartje centrum, of de Nieuwe Maaskant aan de Schiehaven zijn voorbeelden van hedendaagse transformaties, zorgvuldig ontworpen met oog voor de karakteristieken van de bestaande bebouwing en de omgeving waarin zij staan. Nieuw toegevoegde kwaliteiten zorgen ervoor dat oud en nieuw worden samengebracht.

 

Het experiment hoeft hierbij niet altijd uit de weg te worden gegaan, mits de cultuurhistorische kenmerken en de kracht van de locatie nauwkeurig zijn onderzocht en wezenlijk onderdeel uitmaken van het debat over behoud, vernieuwing of transformatie.

 

Bescherming en instandhouding gaan ook over het ondersteunen van eigenaren bij het maken van (restauratie-)plannen voor hun monument en het mogelijk maken van de uitvoering daarvan. De begeleiding van restauratie-, transformatie- en herbestemmingsplannen en het verlenen van omgevingsvergunningen, vormen voor de gemeente een essentiële wettelijke taak die specifieke expertise vraagt. Deze wordt ingezet om de eigenaar of initiatiefnemer maximaal van dienst te kunnen zijn.

 

Toezicht en handhaving

Op het naleven van de wet- en regelgeving door eigenaren, aannemers en ondernemers wordt nauwlettend toegezien door de gemeentelijke afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Wanneer er afwijkingen in de uitvoering van een omgevingsvergunning geconstateerd worden of werkzaamheden zonder vergunning uitgevoerd worden, wordt in gesprek gegaan met de betrokken partijen. Het vertrekpunt voor dergelijke gesprekken is het behoud en herstel van de monumentale kwaliteiten van een gebouw of complex. Als het nodig is kan er gehandhaafd worden. Met de invoering van de instandhoudingsplicht in de Erfgoedwet in 2016 en overgenomen in de Erfgoedverordening Rotterdam 2020 is er op dit gebied ook een meer actieve rol voor de gemeente gekomen. Voor een goed toezicht op en handhaving van deze wettelijke plicht is het noodzakelijk dat hiervoor de juiste kennis wordt opgebouwd en gedeeld. De strategische positie van bureau Monumenten en Cultuurhistorie als onderdeel van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de dienst Stadsontwikkeling maakt het mogelijk om logisch gevolg te geven aan deze opgave.

 

Aanwijzing gemeentelijke monumenten

Op basis van de Erfgoedverordening Rotterdam 2020 heeft het College van B&W de bevoegdheid om bijzonder gebouwd of aangelegd erfgoed aan te wijzen als gemeentelijk monument. Het aanwijzen van gemeentelijke monumenten gebeurt op basis van vastgestelde waarderingscriteria.

 

Vanaf 2023 heeft het College van B&W het voornemen om bij het aanwijzen van nieuwe gemeentelijke monumenten vooral te gaan werken met thematische onderzoeksprogramma’s. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om objecten vanuit een breder inhoudelijk afwegingskader te inventariseren en aan te wijzen als beschermd monument.

 

Dit is deels een andere werkwijze dan voorheen. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat de tijdrovende procedures met betrekking tot aan te wijzen objecten te veel op ad hoc basis worden doorlopen. Op deze manier kan het gemeentelijke monumentenbestand van Rotterdam structureel en vanuit een totaaloverzicht worden verbeterd. Diverse (erfgoed-)partijen in Rotterdam worden hierbij betrokken.

 

Adviescommissies

Het College van B&W wordt voorafgaand aan het besluit op aanvragen voor een omgevingsvergunning geadviseerd door de Commissie voor Welstand en Monumenten. Deze door de gemeenteraad ingestelde commissie adviseert in regel op verzoek en in het kader van vergunningaanvragen maar kan ook uit eigen beweging adviseren over onder meer de toepassing van de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening en het monumentenbeleid. Wanneer de omgevingswet in werking treedt wordt de Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam van kracht, zoals die op 24 februari 2022 door de gemeenteraad vastgesteld is. De naam van de commissie verandert dan in Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam. Onder de nieuwe verordening behoudt de commissie haar huidige taken en worden deze uitgebreid.

 

Als vergunningaanvragen betrekking hebben op beschermde rijksmonumenten wordt in voorkomende gevallen ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om advies gevraagd. Beide instanties brengen onafhankelijke adviezen uit. Het College van B&W baseert haar uiteindelijke besluit op een vergunningaanvraag mede op basis van deze adviezen. Als het college daarbij afwijkt van de adviezen, dient dit gemotiveerd te worden.

 

Op dit moment zijn er in Rotterdam 660 beschermde rijksmonumenten en 614 gemeentelijke monumenten.

 

 

Landgoed De Tempel aan de Delftweg te Overschie (rijksmonument) | E. Fecken

 

Beschermde stadsgezichten en bestemmingsplannen

Rotterdam heeft negen door het rijk aangewezen beschermde stadsgezichten en twee wederopbouwgebieden van nationaal belang. De bescherming van deze gebieden worden geregeld via het bestemmingsplan. De bestemmingsplannen voor deze gebieden zijn gericht op het beschermen van de bijzondere stedenbouwkundige en architectonische kernwaarden. Dat houdt onder andere in dat bestemmingen op gedetailleerde wijze worden vastgelegd en er gewerkt wordt met een zogenaamde dubbelbestemming ‘waarde cultuurhistorie’. Deze dubbelbestemming gaat uit van een ‘behoud, tenzij…” -principe en vormt een beperking voor sloop. Het doel van de dubbelbestemming is om het gesprek over de waarde van het gebouwde erfgoed te voeren en sloop minder vanzelfsprekend te maken.

 

Om nog beter te kunnen sturen op ingrepen in de beschermde stadsgezichten zijn er aanvullende bijzondere welstandscriteria vastgesteld door het College van B&W.

 

Rotterdam heeft geen gemeentelijk beschermde stadsgezichten, maar zet in lijn met het beleid van de rijksoverheid in op bescherming van beeldbepalende gebouwen en karakteristieke structuren door middel van het bestemmingsplan.

 

Sinds 2012 moet de gemeente in ruimtelijke plannen en bij ontwikkelingen expliciet aangeven hoe omgegaan wordt met de aanwezige cultuurhistorische waarden. In Rotterdam worden cultuurhistorische waarden in de bestemmingsplannen opgenomen op basis van gebiedsonderzoeken, de Cultuurhistorische Verkenningen.

 

Cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek

Om erfgoed mee te nemen in (ruimtelijke) opgaven is het van groot belang dat cultuurhistorische waarden zo vroeg mogelijk benoemd, beschreven en gewaardeerd worden en er ruimte wordt gemaakt om die waarden ook onderdeel te laten zijn van de ruimtelijke opgaven. Hiervoor moet tijdig cultuurhistorisch en/of bouwhistorisch en archeologisch onderzoek worden gedaan.

Cultuurhistorische Verkenningen (CV’s), maar ook waardestellingen en Bouwhistorische Onderzoeken zijn hierbij vaak gebruikte instrumenten.

 

Een Bouwhistorisch Onderzoek richt zich daarbij meer op de waarden van een specifiek gebouw en een CV meer op de waarden in een gebied. Het College van B&W stelt CV’s bij gebiedsontwikkelingen verplicht en heeft hiervoor in 2017 het ‘Handboek voor het opstellen en borgen van Cultuurhistorische Verkenningen’ vastgesteld.

 

Ook een Bouwhistorisch Onderzoek kan voor beschermde monumenten verplicht worden gesteld via de Erfgoedverordening Rotterdam. Een Bouwhistorisch Onderzoek moet voldoen aan de Richtlijnen zoals die zijn opgesteld door de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed.

 

 

Het Park en de Euromast (beide rijksmonument) | E. Fecken

 

Vuistregels voor het bouwen

Het unieke karakter van Rotterdam wordt breed gedragen, zo ook in de in 2019 vastgestelde Architectuurnota ‘Rotterdam Architectuurstad’. Hierin wordt de trots op de stad en haar geschiedenis als uitgangspunt benoemd voor nieuwe ontwikkelingen. In de in 2019 vastgestelde hernieuwde ‘Vuistregels voor het bouwen’ wordt bij nieuwbouwinitiatieven als voorwaarde gesteld dat er een passende verhouding moet zijn tot de cultuurhistorie van de betreffende plek. Ook moet bij elk initiatief eerst worden gekeken of hergebruik van waardevolle bestaande gebouwen mogelijk is. Dit geldt zowel voor het bouwen in de binnenstad als in de stadswijken, de uitbreidingswijken en de kleine kernen. In de Vuistregels wordt verwezen naar de Cultuurhistorische Verkenningen per deelgebied.

 

Samenwerking, communicatie en draagvlak

De aanpassingen die met de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden doorgevoerd leggen steeds nadrukkelijker een verantwoordelijkheid voor het gebouwde erfgoed bij de burgers en de lokale overheid. Gemeenten, burgers, eigenaren, ontwikkelaars en erfgoed gerelateerde partijen moeten met elkaar in gesprek waar het gaat om behoud, vernieuwing en verandering van de leefomgeving.

Ook binnen de gemeente bestaat de ambitie om de afstemming en samenwerking tussen de gemeentelijke afdelingen waar het gaat om erfgoed, de komende periode te versterken. De uitwerking van een aantal ingediende moties zoals van de ‘Canon voor Rotterdam’ (2020), de ‘Facelift voor de Stadsvernieuwing’ (2019), de uitwerking van de initiatiefnotitie ‘Behoud architectuurgebonden (wederopbouw) kunst’ (2019) en de zoektocht naar een nieuwe stadsmuseale functie (2021) zorgen voor nieuwe samenwerkingsverbanden binnen en buiten de gemeente. Dit biedt ook weer kansen voor andere initiatieven, draagvlakverbreding en kennisoverdracht en daarmee ook voor meer bewustzijn met betrekking tot het gebouwde en aangelegde erfgoed.

 

Naast de samenwerkingstrajecten blijft ook de inzet op het communiceren overerfgoed onverminderd nodig. Toegankelijkheid en gelijke informatievoorziening zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. De bestaande stad wordt digitaal ook beter ontsloten en het continu aanvullen daarvan met nieuwe kennis over de geschiedenis maakt de weg vrij voor een open discussie over ons verleden in de toekomst.

 

Financiële ondersteuning

Voor de instandhouding van beschermde rijksmonumenten bestaat er een aantal landelijke regelingen. De gemeente Rotterdam kan eigenaren van gemeentelijk beschermde monumenten ondersteunen bij een restauratie door middel van een lening tegen een lage rente uit het Rotterdams Restauratiefonds (RRF). Om hier adequaat in te kunnen blijven voorzien, wordt de huidige regeling voor gemeentelijke monumenten herijkt en waar mogelijk op onderdelen vernieuwd.

 

Erfgoed binnen de gemeente Rotterdam

Bureau Monumenten en Cultuurhistorie is verantwoordelijk voor het beleid rond het Rotterdamse gebouwde en aangelegde erfgoed. Binnen het cluster Stadsontwikkeling vormt de omgang met erfgoed onderdeel van de ontwikkeling en het beheer van de bestaande stad.

 

Naast bureau Monumenten en Cultuurhistorie zijn er bij de gemeente Rotterdam meerdere partijen actief bezig met erfgoed. Binnen Stadsontwikkeling begeleidt het ingenieursbureau bijvoorbeeld opdrachten voor restauraties van beschermde monumenten in gemeentelijk bezit. Hierbij gaat het om zowel kleinere bouwwerken maar ook om grote en complexe projecten als de Maastunnel. Verder treedt de afdeling Vastgoed namens de gemeente op als eigenaar en beheerder van diverse rijks- en gemeentelijke monumenten.

 

Archeologie Rotterdam is gehuisvest bij het cluster Stadsbeheer en draagt daar zorg voor het opzetten en uitvoeren van het archeologisch beleid. Ook de zorg voor de monumentale bomen en parken is ondergebracht bij het cluster Stadsbeheer. Het Stadsarchief met haar rijke collectie is onderdeel van het cluster Dienstverlening. En het beleidsveld Kunst en Erfgoed wordt vertegenwoordigd door de afdeling Cultuur in het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling.

 

Een goede samenwerking tussen de (gemeentelijke) instanties die zich met erfgoed bezighouden is van groot belang. Deze samenwerking wordt in de toekomst nog verder versterkt.

 

 

Het standbeeld van Erasmus (rijksmonument) op het Grotekerkplein voor de Laurenskerk met op de achtergrond het gemeentelijk monument De Heuvel | Eric Fecken

 

Uitvoeringsagenda 2023-2027

 

PROGRAMMALIJN 1: BESCHERMING EN INSTANDHOUDING

 

Het historisch besef is in Rotterdam de afgelopen jaren fors toegenomen en het behoud van bijzonder gebouwd en aangelegd erfgoed vormt inmiddels een van de uitgangspunten voor beleid en wet- en regelgeving. Toch blijft de omgang met erfgoed bij ontwikkelingen een belangrijk aandachtspunt. De gemeente Rotterdam zet in op behoud van het gebouwde erfgoed door dit te beschermen met een bijzondere (juridische) status, treedt op als vergunningverlener en houdt toezicht bij renovatie, herbestemming en vernieuwing. Dit is de kern van het erfgoedbeleid. Monumenteigenaren en gebruikers spelen een belangrijke rol bij het in stand houden van het gebouwde erfgoed. De gemeente begeleidt eigenaren en initiatiefnemers bij de procedures die zij moeten doorlopen in het kader van te verkrijgen omgevingsvergunningen.

 

Bescherming van gebouwd en aangelegd erfgoed

Er bestaan in Rotterdam verschillende niveaus van bescherming. Zo heeft de stad een UNESCO Werelderfgoed en zijn er rijksmonumenten en rijksbeschermde stadsgezichten, gemeentelijke monumenten en beeldbepalende objecten en structuren.

 

Werelderfgoed

Het Koninkrijk der Nederlanden telt momenteel twaalf UNESCO Werelderfgoedsites. Daarvan liggen er elf in Nederland en een in Curaçao. Eén van deze twaalf sites is de Van Nellefabriek in de Spaanse Polder. Dit unieke complex is in 2014 na een nominatieproces van vele jaren, ingeschreven als Werelderfgoed. Het complex ligt in een zogenaamde ‘bufferzone’ van 94.6 ha, waarvoor in de vijf bestemmingsplannen die het gebied betreffen strenge ontwikkelregels zijn opgenomen. De gemeente Rotterdam is samen met de eigenaar van het complex verantwoordelijk voor de instandhouding van dit erfgoed. Ze rapporteren daarover vier keer per jaar aan elkaar en als ‘siteholders’ gezamenlijk aan de minister OCW en aan UNESCO. De formele regelgeving voor het Werelderfgoed Van Nellefabriek is dezelfde als die voor beschermde rijksmonumenten.

 

2023-2027: De Van Nellefabriek en de gemeente Rotterdam werken als siteholders met het rijk aan de voortgangsrapportage voor UNESCO. Ook wordt er vanuit de kernwaarden van het Werelderfgoed een studie uitgevoerd naar de ontwikkelmogelijkheden binnen de bufferzone. Er vindt driemaandelijks overleg plaats tussen eigenaar, gemeente en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

 

 

UNESCO Werelderfgoed Van Nellefabriek (UNESCO Werelderfgoed) | Eric Fecken

 

Rijksmonumenten

Het betreft hier erfgoed dat van nationaal belang wordt geacht. Het aanwijzen van rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten is een bevoegdheid van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Rotterdam heeft op dit moment 615 beschermde rijksmonumenten en negen beschermde stadsgezichten. De rijksoverheid heeft sinds een aantal jaren een terughoudend aanwijzingsbeleid. Rijksmonumenten worden aangewezen op grond van aanwijzingsprogramma’s waarvan de Wederopbouwperiode 1959-1965 het laatste was. Er wordt momenteel wel een aantal nieuwe thema’s verkend, waaronder het militair erfgoed, het herinnerings- en herdenkingserfgoed, de archeologie en de periode 1965-1990. Voor het laatstgenoemde thema is op door de staatsecretaris Cultuur en Media opdracht gegeven voor het opstarten van een aanwijzingsprogramma. Voor de andere thema’s zijn nog geen aanwijzingsprogramma’s gestart.

 

2023-2027: De gemeente Rotterdam is het bevoegd gezag voor de processen rond de vergunningverlening voor de beschermde rijksmonumenten en de rijksbeschermde stadsgezichten. Dit is een wettelijk en continu proces. Het College van B&W vraagt daarbij advies aan de Commissie voor Welstand en Monumenten en – bij grote ingrepen aan rijksmonumenten – de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ambtelijk wordt maandelijks met de RCE overlegd. Het overleg met de Commissie voor Welstand en Monumenten vindt tweewekelijks plaats.

 

Gemeentelijk monumenten

Gemeentelijk beschermde objecten en structuren zijn van bijzonder lokaal belang. Het College van B&W wijst regelmatig bijzondere gebouwen en structuren aan als gemeentelijk monument. Toen de gemeente in de jaren ‘80 van de vorige eeuw voorzichtig startte met het aanwijzen van monumenten ging dit vooral per gebied. Nadat er lang geen nieuwe monumenten werden aangewezen, is in 2015 door het College van B&W besloten om het Gemeentelijk Monumenten Selectie Project (GMSP) met een inhaalslag weer op te pakken. Hiermee kon duidelijkheid ontstaan over de lijst met nog niet in procedure gebrachte objecten die al jaren in de ‘wacht’ stonden. In samenwerking met de erfgoedpartijen Bond Heemschut, Historisch Genootschap Roterodamum en Stichting Cuypersgenootschap is dit proces doorlopen.

 

2023-2027: In 2022 is de inhaalslag met betrekking tot de aanwijzing van gemeentelijke monumenten afgerond. De aanwijzing van nieuwe gemeentelijke monumenten wordt in de jaren daarna bij voorkeur uitgevoerd vanuit specifieke thematische onderzoeksprogramma’s. In de looptijd van deze uitvoeringsagenda wordt vooral gewerkt aan onderzoeksprogramma’s voor de onderwijsgebouwen, het religieuze erfgoed en de jongste bouwkunst tussen 1965 en 1990. Vervolgens wordt een start gemaakt met aanvullend onderzoek naar sociale woningbouw. Op basis van de resultaten uit deze onderzoeksprogramma’s wordt overwogen of hieruit nieuwe gemeentelijke monumenten moeten en kunnen worden voorgedragen. Hierbij worden de erfgoedpartijen in de stad betrokken.

 

Beschermde stadsgezichten en wederopbouwaandachtsgebieden

Rotterdam kent naast monumentale gebouwen ook gebieden die vanwege hun historische betekenis of bijzondere stedenbouwkundige opzet van grote betekenis zijn. Zij zijn kenmerkend voor de identiteit van de stad en van het karakter van de verschillende wijken.

 

Er worden door het rijk geen nieuwe beschermde stads- en dorpsgezichten meer aangewezen maar de wetgeving daaromtrent blijft bestaan en wordt opgenomen in de Omgevingswet.

 

In 2016 zijn delen van Ommoord en van de Oostelijke binnenstad door het rijk uitgeroepen tot ‘Toonbeeldgebied van de Wederopbouw’. In totaal hebben in Nederland dertig gebieden deze titel ontvangen. In een intentieverklaring tussen rijk en de betrokken gemeenten is afgesproken de cultuurhistorische karakteristieken van deze gebieden ruimtelijk goed te borgen. De gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk. De cultuurhistorische karakteristieken van Ommoord zijn inmiddels opgenomen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan en de welstandscriteria vormen de instrumenten om de cultuurhistorische kwaliteiten van deze gebieden goed te kunnen borgen.

 

2023-2027: Voor de Oostelijke binnenstad, waar behalve het Hoogkwartier en de wijk Wereldhaven (tussen de Goudsesingel en de Warande) ook een deel van het Laurenskwartier in valt, zal de borging nog plaats vinden. Ook zullen de bestemmingsplannen die door de jaren heen voor de bestaande rijksbeschermde stadsgezichten zijn vastgesteld, nog geactualiseerd worden en waar nodig meer in lijn met de beschermde waarden gebracht. Dit, omdat gebleken is dat sommige van deze bestemmingsplannen meer ontwikkelruimte bevatten dan voor deze beschermde gebieden wenselijk is. Onder de Omgevingswet worden de mogelijkheden uitgebreid om bijzondere gebieden te benoemen en op te nemen in het Omgevingsplan.

 

Beeldbepalende objecten en structuren

In Rotterdam worden de gebouwen, structuren en gebieden die belangrijk zijn voor het verhaal en karakter van een wijk of buurt opgenomen in de bestemmingsplannen met een zogenaamde dubbelbestemming ‘waarde cultuurhistorie’. Dit gebeurt op basis van de waarderingen in de Cultuurhistorische Verkenningen (CV’s) die per gebied worden opgesteld. Als een beeldbepalend object is voorzien van een dubbelbestemming, dan wordt er bij planontwikkeling bij de beoordeling in eerste instantie uitgegaan van het ‘behoud, tenzij…’- principe. Het doel van een dubbelbestemming is om het gesprek over de waarde van het gebouwde erfgoed op het goede moment te kunnen voeren en om sloop minder vanzelfsprekend te maken. Voor beeldbepalende (groen-)structuren kan een aanlegvergunning vereist worden voor werkzaamheden die de structuur zouden kunnen aantasten.

 

2023-2027: In deze periode wordt de werkwijze voortgezet waarbij de waarderingen uit de CV’s via een dubbelbestemming ‘waarde cultuurhistorie’ worden opgenomen in de bestemmingsplannen. De dubbelbestemming blijft onderdeel van de Omgevingswet en de daarbij behorende Omgevingsplannen. Dit sluit aan bij een van de principes uit de Omgevingsvisie: ontwikkelen vanuit de eigen identiteit en met de bestaande kwaliteiten.

 

 

De voormalige Hogere Zeevaartschool aan de Willem Buytewechstraat, beter bekend als De Machinist (gemeentelijk monument) | E. Fecken

 

 

Overzicht behandelde omgevingsvergunningen tussen 2001 en 2023 | Statistiek Bouw- en Woningtoezicht, peildatum januari 2023

 

Vergunningverlening

In 2021 zijn er in Rotterdam 206 aanvragen ingediend voor een omgevingsvergunning voor een beschermd monument, is er 80 maal vooroverleg gevoerd en hebben er zo’n 77 oriëntatiegesprekken over verbouwingsinitiatieven voor beschermde monumenten plaatsgevonden. In 2022 was er sprake van 186 aanvragen, 64 vooroverleggen en 76 oriëntatiegesprekken. Het aantal en omvang van de initiatieven en aanvragen nam de afgelopen jaren toe.

Naast de vergunningverlening vinden er met betrekking tot deze wettelijke taken ook andere initiatieven plaats. Zo wordt er voor het dynamische winkelhart van Rotterdam, het rijksmonument de Lijnbaan, in overleg met de winkeliersvereniging een handboek voor wijzigingen en aan te brengen reclame opgesteld om vergunningprocedures gemakkelijker te laten verlopen en de aandacht voor de cultuurhistorische aspecten te verbreden.

 

2023-2027: De vergunningverlening voor beschermde monumenten behoort tot de wettelijke taken en is de rode draad voor het werkproces van de monumenteninspecteurs van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. De verwachting is dat het aantal vergunningprocedures voor beschermde monumenten in de looptijd van de Erfgoedagenda zal toenemen als gevolg van de toenemende verdichting, de groei van het aantal karakteristieke en beschermde objecten in de stad en het toenemende aantal initiatieven met betrekking tot het stedelijk erfgoed. Daarbij speelt ook de invoering van de Omgevingswet een rol.

 

 

De transformatie van het Huis van Bewaring aan de Noordsingel tot appartementencomplex. Project opgeleverd najaar 2021 | R. Stoute

 

 

De cultuurhistorische waarden van het dorp Overschie zijn op basis van de Cultuurhistorische Verkenning vertaald naar specifieke ruimtelijke regelgeving en vastgelegd in een bestemmingsplan | E. Fecken

 

Cultuurhistorie in ruimtelijke plannen

De beschermde stadsgezichten zijn de grote cultuurhistorische en ruimtelijke dragers van de stad. Maar eigenlijk vertelt elke wijk in Rotterdam een historisch verhaal. Het kan hierbij gaan om een voormalig dorp dat langzamerhand onderdeel is geworden van de stad, of bijvoorbeeld om een planmatig ontworpen stadsuitbreiding. Om het karakter en bijzondere elementen van een wijk in beeld te brengen en te waarderen, worden er Cultuurhistorische Verkenningen opgesteld (CV). De resultaten van deze onderzoeken dienen als kennis- en inspiratiebron voor ontwikkelaars, ontwerpers en initiatiefnemers en bieden kansen voor ruimtelijke plannen en ontwikkelingen. Gebiedsgerichte CV’s worden in Rotterdam gekoppeld aan de bestemmingsplannen (straks Omgevingsplan). Ook in Nota’s van Uitgangspunten (NvU) voor gebiedsontwikkelingen wordt de informatie uit de CV’s opgenomen zodat de historische context betrokken kan worden bij nieuwe ontwikkelingen.

 

In de afgelopen jaren is er een inhaalslag gemaakt zodat inmiddels voor driekwart van het grondgebied van de gemeente Rotterdam een Cultuurhistorische Verkenning beschikbaar is.

 

2023-2027: De werkwijze met de Cultuurhistorische Verkenningen wordt in de komende periode voortgezet. Voor het gebied Kralingen is in 2021-2022 een Cultuurhistorische Verkenning opgesteld. Deze wordt in 2022 opgenomen in het bestemmingsplan.

Daarna worden de onderzoeken naar de zuidelijke rand en de Post 65 wijken van Rotterdam opgestart. Via de website van de gemeente Rotterdam zijn de bestemmingsplan/omgevingsplan gebiedsonderzoeken door iedereen op te vragen. In de komende periode wordt deze informatie breder toegankelijk gemaakt.

 

Ondersteuning van monumenteigenaren

Rotterdam heeft veel waardering voor de vele eigenaren van monumenten die zich blijvend inzetten voor het behoud en de instandhouding van Rotterdams erfgoed.

Naast haar adviserende en wettelijke taken kan de gemeente de eigenaren van gemeentelijk beschermde monumenten ondersteunen bij een restauratie door middel van een hypothecaire lening tegen een lage rente uit het Rotterdams Restauratiefonds. Voor rijksmonumenten bestaan er rijksregelingen.

 

Behoud en hergebruik van de bestaande voorraad is vaak duurzamer dan sloopnieuwbouw. Hiermee sluit het monumentenbeleid goed aan bij de gemeentelijke ambitie om de bestaande stad te verduurzamen. De gemeente heeft een actief beleid om eigenaren en beleggers te stimuleren om te verduurzamen. Monumenten, gebouwen in beschermde stadsgezichten, cultuurhistorisch waardevolle panden en structuren worden hier nog niet actief in meegenomen. Dit heeft vaak te maken met het spanningsveld tussen duurzaamheidsingrepen en het behoud van monumentale waarden. Dit, terwijl er wel wensen zijn bij eigenaren om hun pand te verduurzamen. Dat geldt niet alleen voor woonhuizen maar ook voor grote gebouwen zoals scholen, gebedshuizen en bedrijfsgebouwen.

 

In 2018 publiceerde Bureau Monumenten en Cultuurhistorie een eerste handreiking en een stappenplan voor het verduurzamen van gebouwd erfgoed. Inmiddels zijn er op dit vlak veel ontwikkelingen en is het van belang de bestaande informatie, dienstverlening en instrumenten onder de loep te nemen en te kijken hoe erfgoed op de goede wijze kan worden aangesloten op het duurzaamheidsbeleid van de gemeente.

 

 

Overzicht vergunningsaanvragen voor zonnepanelen totaal aantal en voor rijks- en gemeentelijke monumenten in de periode tussen 2018 en 2023. | Gemeente Rotterdam

 

2023-2027: De huidige regeling voor gemeentelijke monumenten, het Rotterdams Restauratiefonds, wordt geëvalueerd en waar mogelijk gedeeltelijk vernieuwd. Vanuit het fonds kunnen nu leningen met een lage rente verstrekt worden ten behoeve van de restauratie van gemeentelijke monumenten. Het streven is om een fonds te creëren dat inspeelt op de toekomstige uitdagingen met betrekking tot het erfgoed.

Uit een eerste inventarisatie blijkt dat er ook behoefte is aan ondersteuning op het gebied van duurzaamheid en op het gebied van kleine onderhoudswerkzaamheden. Een al eerder opgestarte pilot tot verduurzaming van religieus erfgoed zal worden geëvalueerd en uitgewerkt tot een vervolg. Denk hierbij aan kennisdeling, advisering en begeleiding rond verduurzamingsmogelijkheden. Samen met de afdeling Duurzaamheid wordt ook in brede zin gekeken naar de bestaande instrumenten en werkwijzen in relatie tot verduurzaming van monumenten en dienstverlening richting eigenaren. Onderzocht wordt of een lening bij het Rotterdams Restauratiefonds ook inzetbaar kan worden gemaakt voor een aantal verduurzamingsmaatregelen. In het coalitieakkoord ‘Eén stad’ wordt verder de ambitie uitgesproken om meer duurzaamheidsmaatregelen toe te passen bij monumenten en beschermde stadsgezichten, als de karakteristieke waarden van een monument dat toelaten.

 

 

De instandhouding en verduurzaming van (monumentale) religieuze gebouwen is een grote landelijke opgave. Rotterdam heeft een pilot rond de verduurzamingsopgave van tien religieuze monumenten. Voor elk van deze gebouwen is een duurzaamheidsscan uitgevoerd en wordt onderzocht hoe ze verduurzaamd kunnen worden met aandacht voor de cultuurhistorische en architectonische waarden | Gemeente Rotterdam

 

 

De Centrale bibliotheek aan de Hoogstraat is aan vernieuwing toe. Momenteel wordt het winnend schetsontwerp verder uitgewerkt naar een concept ontwerp voor transformatie en uitbreiding van het beeldbepalende gebouw. Voor een compleet afwegingskader is voor dit pand uit 1983 - zonder monumentale status - een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd | M. Knibbeler

 

PROGRAMMALIJN 2: KENNISONTWIKKELING GEBOUWD EN AANGELEGD ERFGOED

 

Kennis van de stadsgeschiedenis en inzicht in de ruimtelijke, architectonische en (bouw- ) historische achtergrond van gebieden en gebouwen vormen het fundament van het erfgoedbeleid. Onderzoek over bijvoorbeeld de ontstaans- of gebruiksgeschiedenis en de achtergrond van een ontwerp draagt bij aan waardering en begrip van cultureel erfgoed en biedt inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen.

 

Cultuurhistorische Verkenningen en Bouwhistorisch onderzoek

Jaarlijks verstrekt en begeleidt Bureau Monumenten en Cultuurhistorie diverse onderzoeksopdrachten. Deze kunnen gaan over gebouwen, ensembles, wijken, gebieden of specifieke thema’s. Op basis hiervan wordt geadviseerd bij gebieds- en herontwikkelingen zodat cultuurhistorie goed ingebed wordt in het bestaande weefsel van de stad.

Erfgoed geeft identiteit aan een gebied. Cultuurhistorische Verkenningen (CV’s) vormen steeds vaker het vertrekpunt van nieuwe gebiedsontwikkelingen. Een Cultuurhistorische Verkenning is een onafhankelijk opgesteld, gebiedsgericht onderzoek naar cultuurhistorische waarden. In een dergelijk onderzoek worden die waarden benoemd, beschreven en gewaardeerd. Cultuurhistorische waarden zijn een verplicht onderdeel van nieuwe bestemmingsplannen. Ook kunnen ze worden vertaald naar ruimtelijke planinstrumenten, zoals stedenbouwkundige visies en nota’s van uitgangspunten.

Voor het verbouwen of herbestemmen van een monument is een Omgevingsvergunning verplicht. Om rekening te houden met monumentale waarden bij het vormen en beoordelen van plannen is in veel gevallen onafhankelijk bouwhistorisch onderzoek nodig. Dergelijk onderzoek levert niet alleen informatie over de waarden van een bepaald gebouw of interieur, het geeft ook in veel gevallen aan waar de mogelijkheden voor verandering zitten en draagt in algemene zin bij aan het vergroten van de kennis over het erfgoed en de geschiedenis van de stad.

 

2023-2027: De bestaande werkwijze met betrekking tot Cultuurhistorische Verkenningen en Bouwhistorisch Onderzoek wordt voortgezet. Waar nodig wordt bij toekomstige ontwikkelingen een CV uitgevoerd als deze nog niet voor het betreffende gebied beschikbaar is.

 

Thematische benadering

Naast een gebouwgerichte benadering kan het in sommige gevallen waardevol, of zelfs noodzakelijk zijn om cultuurhistorie thematisch te benaderen. Zoals wanneer het wenselijk is een overzicht te verkrijgen van een specifieke groep gebouwen omdat er veel van zijn, of ze symbool staan voor een specifiek sociaal thema, of een ruimtelijke of maatschappelijke ontwikkeling daarom vraagt. Voor het maken van goede afwegingen over een lokale herbestemming of transformatie kan overzicht op stedelijk niveau van belang zijn.

 

Gebedshuizen

Een voorbeeld is de groep religieuze gebouwen. Landelijk gezien dreigt leegstand voor een op drie kerkgebouwen. Naast onderzoek naar de cultuurhistorische waarde van religieuze gebouwen is de afgelopen periode onderzocht wat de verwachtingen in Rotterdam zijn. Ook hier speelt de problematiek rond instandhouding en de daaropvolgende leegstand. Steeds vaker verliezen religieuze gebouwen hun oorspronkelijke functie. Om op verwachte leegstand te anticiperen of deze te voorkomen, is de gemeente in gesprek met eigenaren van religieuze gebouwen. Hierbij is aandacht voor onderhoudsvraagstukken, toekomstverwachtingen, exploitatie(-mogelijkheden) en verduurzaming. Het onderzoek en de gesprekken met eigenaren hebben geleid tot een aanpak waarbij de gemeente vijf maatregelen inzet om behoud van waardevolle religieuze gebouwen te faciliteren.

 

2023-2027: In 2023 wordt de huidige aanpak religieuze gebouwen afgerond met een evaluatie en geadviseerd over het vervolg en de nodige borging. Tot die tijd worden de maatregelen voor eigenaren voortgezet en signaleert en handelt de coördinator van de aanpak op basis van de vragen, problemen en kansen die zich voordoen. Ook worden samen met partners activiteiten georganiseerd om een breed publiek te betrekken bij religieuze gebouwen en het nadenken over hun toekomst. In juni 2022 hebben een groot aantal religieuze gebouwen en instellingen deelgenomen aan de week van de ‘Heilige Huisjes’ in het kader van Rotterdam Architectuurmaand. Hieraan wordt in 2023 een vervolg gegeven.

 

Onderwijsgebouwen

Een andere categorie maatschappelijke, karakteristieke en beeldbepalende gebouwen vormen de scholen. Ze zijn niet alleen verbonden met herinneringen van veel Rotterdammers maar vormen vooral vanaf de eerste helft van de 20e eeuw een verbijzondering van het straatbeeld en staan vaak op markante hoeken of locaties. Na de Tweede Wereldoorlog is met name ingezet op standaardisering en ontwikkeling van snelle bouwmethodes. Naoorlogse schoolgebouwen bevatten vaak gebouwgebonden kunst waarvan de waarde op stedelijk niveau nog niet goed bekend is. De huidige eisen die gelden voor onderwijsgebouwen maar ook veranderende onderwijsconcepten en financieringsvormen leiden ertoe dat veel scholen verhuizen, fuseren en uitbreiden. Dit leidt tot verbouwing of complete transformaties van bestaande onderwijsgebouwen. Hierbij is het belangrijk om onderbouwde afwegingen te maken ten opzichte van de cultuurhistorische en architectonische waarden.

Een thematisch onderzoek naar schoolgebouwen in Rotterdam brengt deze in beeld. Dit helpt bij het maken van een afwegingskader voor vragen rond renovatie, uitbreiding en transformatie of de verkoopstrategie van gemeentelijk vastgoed.

 

Ook brengt dit onderzoek gebouwen in beeld die waardevol zijn maar nog niet beschermd via het bestemmingsplan of een monumentenstatus. Inmiddels is een eerste totaaloverzicht van alle onderwijsgebouwen gereed.

 

 

De Oude kerk in Oud-Charlois (rijksmonument) | R. Stoute

 

 

De Kubuswoningen, ontworpen door Piet Blom in 1978 en gebouwd in 1984, zijn een bijzonder voorbeeld van Post 65 architectuur. Dit ensemble is in 2009 aangewezen als gemeentelijk monument. Het zijn gewilde woningen in het centrum en tegelijk een van de best bezochte toeristische attracties van Rotterdam | E. Fecken

 

2023-2027: Het cultuurhistorisch onderzoek naar schoolgebouwen wordt in 2023 voortgezet met een analyse en waardering van schoolgebouwen in Rotterdam. Vervolgens wordt gewerkt aan een aanpak met een afwegingskader, maatregelen en een voorselectie voor een mogelijke gemeentelijke monumentenstatus. Hiervoor stemt bureau Monumenten en Cultuurhistorie af met relevante afdelingen binnen de gemeente, zoals de afdeling Onderwijshuisvesting, schoolbesturen en andere belanghebbenden.

 

Architectuur tussen 1965 en 1990

De Wederopbouw was gezichtsbepalend voor Rotterdam. Hoewel er soms nog wederopbouwpanden worden gesloopt, is de waardering van gebouwen uit deze periode gegroeid en is een deel inmiddels beschermd. Ondertussen dient ook de bouwlaag uit de periode daarna zich aan als mogelijk erfgoed. De term ‘Post 65’ wordt gebruikt als aanduiding voor de gebouwde omgeving van de periode tussen 1965 en 1990. Jaren waarin volop werd gebouwd en geëxperimenteerd, waarin de stadsvernieuwing op gang kwam en Rotterdam de stap maakte naar de kenmerkende hoogbouw. Een invloedrijke periode dus. Toch staat deze bouwlaag door alle snelle ontwikkelingen onder druk. Hoewel de aandacht voor Post 65 landelijk groeit, moet het echte gesprek hierover in Rotterdam nog op gang komen.

In Rotterdam zijn tot nu toe 15 gebouwen uit de Post 65-periode beschermd als rijks- of gemeentelijk monument. Denk hierbij aan De Doelen (1966), het Medische Faculteitsgebouw (1968) of de oudste delen van de Erasmus Universiteit op de Campus Woudestein (1970). Het bekendste en tegelijk jongste Post 65- monument in Rotterdam is het complex met de Kubuswoningen uit 1984.

 

Een totaaloverzicht van gebouwen uit deze periode is er echter nog niet. Daarom is gestart met onderzoek naar de karakteristieke bebouwing (architectuur), stedenbouw (ensembles en wijken), (omgevings-)kunst, infrastructuur en groenaanleg uit 1965-1990 in Rotterdam. Deze inventarisatie raakt ook andere actuele thema’s zoals religieuze en schoolgebouwen en (sociale) woningbouw. Op dit moment heeft de inventarisatie nog de vorm van een quickscan waarbij ook in beeld wordt gebracht welke gebouwen al zijn verdwenen, ingrijpend getransformeerd of waarvoor concrete sloopplannen bestaan. Naast inventariseren moet de context van gebouwen ook worden geduid, zoals met informatie over ontwerpachtergronden, maatschappelijke ontwikkelingen en belangrijke thema’s. Ook moet het Post 65-onderzoek leiden tot een afwegingskader voor toekomstige ontwikkelingen en een borging van erfgoed uit deze periode.

 

Uiteindelijk is draagvlak voor behoud van groot belang. Gezocht wordt naar manieren om Rotterdammers bij het onderzoek te betrekken. Voor de inventarisatie is het al mogelijk om objecten aan te dragen.

 

2023-2027: Het onderzoek naar Post 65-erfgoed krijgt een vervolg en wordt uitgebreid. De inventarisatie is online te volgen via www.wakelet.com/@post65010. Deze site is interactief; iedereen kan hiervoor objecten aandragen. Er wordt een tijdlijn opgezet waarin met name maatschappelijke en ruimtelijke gebeurtenissen centraal staan en gebouwen worden verbonden met belangrijke thema’s. Ook wordt gekeken naar een waarderingsmethodiek en worden herontwikkelingsvoorbeelden verzameld. Met eigenaren van te herbestemmen of te transformeren gebouwen wordt het gesprek aangegaan. Er zal ook een aantal publieksactiviteiten worden georganiseerd. In juni 2022 is er in het kader van Rotterdam Architectuurmaand een eerste publiek debat geweest over dit onderwerp. Dit wordt tijdens de architectuurmaand in 2023 vervolgd.

 

Sociale woningbouw

Evenals veel andere grote steden heeft Rotterdam een belangrijke rol gehad op het gebied van sociale woningbouw. Vanaf de invoering van de woningwet in 1901 zijn er vernieuwende woningcomplexen gebouwd, zoals het Justus van Effenblok of de experimentele betonwoningbouw in Rotterdam Zuid. In de wederopbouwperiode zijn er enorme aantallen sociale woningen gebouwd om het tekort aan woningen na de oorlog en het bombardement aan te pakken. Ook zijn daarbij vernieuwende woningtypologieën ontwikkeld en zijn diverse experimentele bouwmethodes toegepast. Vanaf circa 1974 heeft Rotterdam volop ingezet op de stadsvernieuwing in de oude wijken. Zowel bij de renovatie als bij nieuwbouw werd op een vernieuwende manier gewerkt waarbij een belangrijke rol gegeven werd aan de bewoners van deze wijken. Een aantal complexen uit de vooroorlogse periode en enkele woongebouwen uit de wederopbouwperiode is inmiddels aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Maar dit doet onvoldoende recht aan de vele bijzondere woningbouwcomplexen die er in Rotterdam te vinden zijn. In de Cultuurhistorische Verkenningen naar gebieden en wijken zijn daar vele voorbeelden van te vinden, deze hebben inmiddels wel een bescherming gekregen door middel van de dubbelbestemming ‘waarde cultuurhistorie’ in de bestemmingsplannen. Dit leidt echter steeds vaker tot discussies over sloop of toch een ingrijpende renovatie. Om daarbij goede afwegingen te kunnen maken is een stadsbreed overzicht voorzien.

 

2023-2027: Op basis van de Cultuurhistorische Verkenningen voor de gebieden wordt een overzicht gemaakt van historisch belangrijke en beeldbepalende sociale woningbouw gebouwen en complexen. Indien nodig, wordt aanvullend onderzoek gedaan. Daarmee kan het gesprek gevoerd worden over de toekomst van de complexen met de betrokken partijen, zoals woningcorporaties, bewonersorganisaties en erfgoedpartijen.

 

 

Het Justus van Effencomplex (rijksmonument) | E. Fecken

 

Gebouwgebonden kunst.

Beeldende kunst en architectuur zijn allebei vormen van cultureel erfgoed en vaker wel dan niet verweven met elkaar. Bij (her-)ontwikkeling wordt op dit moment nog onvoldoende rekening gehouden met gebouwgebonden kunst.

Door het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) en het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) wordt in samenspraak met Bureau Monumenten een leidraad opgesteld voor de omgang met gebouwgebonden kunst bij (her-)ontwikkeling. Hiervoor wordt eerst geinventariseerd en zal daarna een handelingskader worden opgesteld.

 

2023-2027: In deze periode wordt door de afdeling Cultuur de basisinventarisatie van gebouwgebonden kunst uitgevoerd. Een deel van deze kunst is nog niet in beeld bij de gemeente maar bijvoorbeeld wel bij eigenaren en gebruikers vangebouwen of erven van kunstenaars. Die zullen daarop worden bevraagd. Daarnaast wordt gewerkt aan een waardering en bekendmaking van de meest waardevolle kunstwerken. Dit moet leiden tot een attentielijst waarop getoetst kan worden bij herontwikkeling en vergunningverlening door Bouw- en Woningtoezicht dienst Stadsontwikkeling. Daarmee wordt gestreefd te voorkomen dat gebouwgebonden kunst ongemerkt verdwijnt.

 

 

Dit glas-in-beton kunstwerk van Johan Verheij uit de voormalige Vredevorstkerk in Schiebroek is gered van sloop en zorgvuldig gedemonteerd en opgeslagen. Op dit moment wordt gezocht naar een herbestemming van het kunstwerk | gerbenkijkt

 

 

Lang is luitenant-admiraal Piet Hein als heldhaftige zeevaarder van de West-Indische Compagnie gezien. In de afgelopen jaren is dat verhaal genuanceerder geworden. Met het Stadsarchief wordt gezocht naar manieren om gevoelig erfgoed beter te belichten. In het coalitieakkoord ‘Eén Stad’ wordt de ambitie gesteld om QR-codes te plaatsen die een toelichting geven bij alle straatnamen, beelden of andere historische verwijzingen en objecten met een koloniaal verleden | Stadsarchief Rotterdam

 

PROGRAMMALIJN 3: KENNISOVERDRACHT GEBOUWD EN AANGELEGD ERFGOED

 

Bijzondere gebouwen en gebieden zijn altijd verbonden met verhalen. Verhalen over het ontstaan, het gebruik en de manier van leven en werken in een bepaalde periode. Verhalen helpen bij het creëren van bewustwording en draagvlak voor behoud en het gesprek over de betekenis en waarde van gebouwen en bepaalde plekken voor de stad. Gebouwen maken onderdeel uit van de leefomgeving van Rotterdammers. Het gaat ook om hun verhalen en nieuwe betekenislagen die niet vanzelfsprekend aan het licht komen maar wel van waarde zijn in discussies over herontwikkeling of sloop.

 

Netwerk, bewustwording en draagvlak

Het verhaal van het Rotterdamse erfgoed is zo divers als de stad zelf en kan daarom geen eenzijdig betoog zijn. Het historisch besef in de stad lijkt te groeien; burgers melden zich steeds vaker wanneer het gaat over het verhaal van hun buurt of wijk, of met gebouwen die met sloop worden bedreigd. Kennis en betrokkenheid van Rotterdammers bij het gebouwde erfgoed kan andere, nieuwe inzichten geven en het gesprek openen over wat van waarde is en aandacht of bescherming behoeft. Voor de thema’s die uit de nieuwe Erfgoedagenda volgen, wordt zoveel mogelijk samenwerking en uitwisseling gezocht met belanghebbenden.

Hoewel bijvoorbeeld de Wederopbouwperiode inmiddels een redelijk erkend onderdeel is van de Rotterdamse geschiedenis en identiteit, geldt dit nog niet voor de periode 1965 en 1990. Het uitwisselen en verspreiden van kennis over de toenmalige denkbeelden, bedoelingen en gemaakte keuzes helpt om deze periode in de Rotterdamse geschiedenis te duiden. Met deze kennis kan de stedelijke ontwikkeling van cultuurhistorische uitgangspunten worden voorzien.

 

Erfgoed is dynamisch en geen vast gegeven. We ‘erven’ het weliswaar van onze voorgangers maar de perspectieven erop veranderen en verschillen. Een voorbeeld is het koloniale erfgoed. In 2020 is in opdracht van de gemeente Rotterdam een groot onderzoek gepubliceerd naar het koloniale en slavernijverleden van de stad. Er wacht nu een belangrijke vervolgstap in het delen en vertalen van de uitkomsten naar het Rotterdam van nu. Dit vraagt ook voor het gebouwde erfgoed om een actieve houding en aansluiting bij relevante partners en initiatieven, zoals het educatieve programma ‘History Matters’ van Stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst.

 

Het is van blijven belang om ruimte te maken voor de verbinding van erfgoed met actuele ontwikkelingen en discussies over de waarde van en omgang met erfgoed.

 

2023-2027: De komende periode wordt gewerkt aan het vergroten van de representativiteit en toegankelijkheid van (verhalen over) het gebouwde en aangelegde erfgoed van Rotterdam. Hiervoor wordt samengewerkt met bestaande en nieuwe partners. Aandacht voor eerder onderbelichte verhalen en perspectieven is hierbij het uitgangspunt.

 

Er wordt in deze periode door de gemeente aan een Erfgoednetwerk Rotterdam gewerkt, bedoeld om de kennis van verschillende partijen die zich bezighouden met het gebouwde erfgoed te bundelen en informatie uit te wisselen. De Erfgoedagenda zal hierbij de leidraad vormen.

 

Naast een professioneel netwerk wil de gemeente ook de banden aanhalen met monumenteigenaren om de dienstverlening beter aan te laten sluiten bij hun wensen en benodigdheden maar ook om informatie over nieuwe ontwikkelingen te delen en vooral om waardering te uiten voor het dagelijkse werk van monumenteigenaren. Dit zal zowel door middel van bijeenkomsten als verbetering van de website en informatieproducten nagestreefd worden.

 

Erfgoed digitaal

De cultuurhistorische waardenkaart staat online en is door iedereen te raadplegen. Op de kaart zijn de monumenten, beeldbepalende panden en beschermde stadsgezichten weergegeven. De informatie op de kaart wordt voortdurend aangevuld met informatie en documenten, verkregen uit onder andere het monumentenregister en nieuwe Cultuurhistorische Verkenningen. Het interne registratiesysteem voor monumenten is vernieuwd. Op de gemeentelijke webpagina staan de belangrijkste (beleids-)documenten en verwijzingen aangegeven (https://Rotterdam.nl/monumenten).

 

2023-2027: De cultuurhistorische waardenkaart staat online en is voor iedereen te raadplegen. Hierop zijn de monumenten, beeldbepalende panden en beschermde stadsgezichten weergegeven. De informatie op de kaart wordt periodiek geactualiseerd.

 

 

Open Monumentendag

Jaarlijks is elk tweede weekend van september gereserveerd voor de Open Monumentendagen. Een belangrijk publieksevenement voor het vergroten van de zichtbaarheid en toegankelijkheid van monumenten. Diverse monumenten zijn in dat weekend open voor publiek. Elk jaar stijgen de bezoekersaantallen van dit evenement.

Stichting Open Monumentendag Rotterdam coördineert het weekend, verzorgt de publiciteit en organiseert een stadsbreed programma. Bureau Monumenten en Cultuurhistorie levert een financiële bijdrage en denkt mee. Elk jaar staat een ander landelijk thema centraal. In 2022 was het thema duurzaamheid en in het kader van het thema ‘inclusiviteit’ in 2021 greep de organisatie de kans aan om voor het eerst aandacht te vragen voor de sporen van het koloniale en slavernijverleden in Rotterdam met een erfgoedroute, filmpjes en activiteiten. Bureau Monumenten en Cultuurhistorie publiceerde een erfgoedboekje over de Rotterdamse koopmanshuizen. De organisatie richt zich de laatste jaren op het bereiken van een bredere en jongere doelgroep. Ook de bestaande liefhebbers van de Open Monumentendagen zijn nog steeds een belangrijk publiek. Vanaf 2021 wordt ook aangesloten bij het Architectuurbeleid en de jaarlijkse Dag van de Architectuur.

 

2023-2027: De samenwerking met en de steun aan Open Monumentendag Rotterdam wordt voortgezet.

 

Publicatiereeks‘Het Rotterdams Erfgoed’

Een aantal maal per jaar verschijnt er bij speciale gelegenheden zoals een opening van een gerestaureerd of getransformeerd gebouw een nieuw boekje in de reeks ‘Het Rotterdams Erfgoed’. Dit zijn kleine boekjes in een beperkte oplage die de cultuurhistorische achtergrond schetsen van een bijzonder gebouw of gebied.

In deze serie zijn de afgelopen jaren 21 boekjes verschenen. De eerste 15 zijn gebundeld in een doosje en verkocht in Rotterdamse boekhandels. Het laatste boekje deze serie is samen met de Alliantie Hand-in-Hand gemaakt over de Beijerlandselaan. Dat boekje geeft ook een blik naar de toekomst van deze laan. De komende tijd wordt er gewerkt aan de tweede serie boekjes die in 2023 wordt afgesloten met een tweede verzameldoos.

 

Er zullen in de komende periode ook andere mogelijkheden worden verkend om het gebouwde erfgoed onder de aandacht te brengen. Zo is in 2021 de stadswandeling ‘Skyline van religies’ gemaakt, een route langs religieuze gebouwen voor de app Rotterdam Routes.

 

2023-2027: Bij alle programmaonderdelen van de Erfgoedagenda zal communicatie richting de stad en bewoners een belangrijke rol spelen. Het bereiken van een bredere doelgroep en het vergroten van toegankelijkheid zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.

 

 

Jaarlijks verschijnt er een aantal boekjes in de reeks Het Rotterdams Erfgoed. De kleine boekjes over het Rotterdams erfgoed zijn gelinkt aan actuele thema’s en worden gepresenteerd bij speciale gelegenheden | Gemeente Rotterdam