Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwolle

Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwolle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling cultuur Zwolle 2023
CiteertitelSubsidieregeling cultuur Zwolle 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpAlgemene subsidieverordening Zwolle 2022
Externe bijlagetoelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-10-2023wijziging paragraaf 5

03-10-2023

gmb-2023-461457

cb 2023-03.10
24-05-202331-10-2023nieuwe regeling

16-05-2023

gmb-2023-223682

Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle tot vaststelling van de Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle;

overwegende dat een divers en laagdrempelig cultuuraanbod in Zwolle belangrijk is voor al haar inwoners;

overwegende dat het belangrijk is dat iedere inwoner van Zwolle zich cultureel kan ontplooien;

overwegende dat cultuur belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren;

overwegende dat cultuur belangrijk is voor het welzijn van de inwoners van Zwolle en aan sociale binding bijdraagt;

overwegende dat cultuur een belangrijke bijdrage levert aan het vestigingsklimaat voor bedrijven en de Zwolse economie;

overwegende dat een basisinfrastructuur voor culturele activiteiten is gewenst met organisaties die in staat worden gesteld op een structurele basis culturele activiteiten te ontwikkelen, te produceren en te presenteren, waarbij zij zich verbinden aan de Zwolse samenleving en de maatschappelijke actualiteiten daarvan;

overwegende dat het verstrekken van subsidies voor activiteiten aan het voorgaande bijdragen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zwolle 2022;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023.

Paragraaf 1: Algemeen

 

Artikel 1.1 Algemene definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviescommissie Cultuur: een door burgemeester en wethouders van Zwolle ingestelde commissie die adviseert over subsidieaanvragen in het kader van deze subsidieregeling;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Zwolle 2022;

  • c.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1), dan wel later daar voor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • d.

    amateurkunst: het vervaardigen, produceren van kunstproducten door kunstenaars die niet-beroepsmatig actief zijn in de kunsten;

  • e.

    Code Diversiteit & Inclusie: gedragscode om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren, te raadplegen via https://codeculturelediversiteit.com;

  • f.

    Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie, te raadplegen via https://www.fairpracticecode.nl;

  • g.

    Governance Code Cultuur: normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties, te raadplegen via https://bij.cultuur-ondernemen.nl/governance-code-cultuur/principe/introductie;

  • h.

    professionele kunst: het vervaardigen, produceren van kunstproducten door kunstenaars die beroepsmatig actief zijn in de kunsten.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid ASV

De ASV is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling nadrukkelijk wordt afgeweken.

Paragraaf 2: Culturele basisinfrastructuur

 

Artikel 2.1 Definities

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    culturele basisinfrastructuur: het geheel van professionele organisaties die samen het fundament vormen van de Zwolse culturele sector;

  • b.

    cultureel kernevenement: cultureel evenement met een bovenlokaal karakter dat bijdraagt aan het profiel van Zwolle als experimentele, creatieve en ondernemende Hanzestad;

  • c.

    exploitatietekort: verschil tussen het totaal van de exploitatiekosten en het totaal van de exploitatie-opbrengsten zoals blijkt uit de jaarrekening;

  • d.

    functie: categorie van bepaalde activiteiten of diensten, gericht op een bepaald resultaat, die door één of meer organisaties kunnen worden gerealiseerd en als zodanig door burgemeester en wethouders bepaalt in het besluit over het subsidieplafond voor deze paragraaf;

  • e.

    intermediaire organisatie: organisatie die cultuur- en kunstactiviteiten stimuleert en faciliteert zoals verhuur van atelier- en repetitieruimten, cultuureducatie- of participatie bevordert of als branchevereniging of archief;

  • f.

    presenterende organisatie: organisatie die cultuuraanbod programmeert en realiseert voor het algemene publiek.

Artikel 2.2 Doel

Deze paragraaf heeft als doel het faciliteren van de culturele basisinfrastructuur van Zwolle voor het ontwikkelen, produceren en presenteren van culturele activiteiten.

Artikel 2.3 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een intermediaire organisatie;

  • b.

    een presenterende organisatie.

  • 2.

    De organisatie, bedoeld in het eerste lid, is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 2.4 Subsidievorm

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een periodieke subsidie.

  • 2.

    De subsidie wordt voor vier boekjaren verstrekt.

  • 3.

    Een boekjaar wordt gelijkgesteld aan een kalenderjaar.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid wordt de subsidie over de subsidieperiode 2023 en 2024 voor twee boekjaren verstrekt.

Artikel 2.5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie aan een presenterende organisatie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • a.

    het aanbieden van professionele kunst, voor zover het betreft:

  • i.

    het programmeren van podiumkunsten, zoals dans-, toneel-, cabaret-, jeugdtheater-, circus-, opera- en musicalvoorstellingen of concerten;

  • ii.

    het presenteren van beeldende kunst;

  • iii.

    het presenteren van erfgoed;

  • iv.

    het programmeren van artistiek hoogwaardige film;

  • v.

    literaire cultuur;

  • b.

    het organiseren van culturele kernevenementen;

  • c.

    het maken en produceren van podiumkunsten;

  • d.

    het maken van beeldende kunst.

  • 2.

    Subsidie aan een intermediaire organisatie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • a.

    ondersteuning van professionele kunst, voor zover het betreft:

    • i.

      verhuur van atelier- en werkruimten aan creatieve en culturele makers;

    • ii.

      kennisontwikkeling en kennisdeling van de beroepspraktijk binnen de culturele sector;

  • b.

    ondersteuningsactiviteiten met betrekking tot cultuureducatie;

  • c.

    ondersteuningsactiviteiten voor talentontwikkeling;

  • d.

    ondersteuningsactiviteiten voor amateurkunst;

  • e.

    ondersteuningsactiviteiten voor cultuurparticipatie;

  • f.

    activiteiten ten behoeve van een bibliotheekfunctie.

Artikel 2.6 Subsidievereisten voor activiteiten van een presenterende organisatie

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de subsidiabele activiteit, bedoeld in artikel 2.5, eerste lid:

  • a.

    voldoende artistieke kwaliteit heeft, blijkend uit de combinatie van voldoende vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid, en bijdraagt aan een gevarieerd aanbod;

  • b.

    voldoende zakelijke kwaliteit heeft, blijkend uit kwaliteit van de bedrijfsvoering, realistische raming van kosten en inkomsten, gedegen financieringsmix en marketingstrategie, een risicostrategie en een goede verhouding tussen gevraagde bedrag, de activiteiten en het verwachte resultaat; en

  • c.

    voldoende bijdraagt aan het cultureel imago van Zwolle en versterking van het culturele klimaat in Zwolle.

  • 2.

    Aan de subsidiabele activiteit wordt een score van maximaal 100 punten toegekend.

  • 3.

    De punten worden als volgt over de in het eerste lid genoemde subsidievereisten verdeeld:

  • a.

    maximaal 35 punten voor de vereiste, genoemd in onderdeel a;

  • b.

    maximaal 35 punten voor de vereiste, genoemd in onderdeel b;

  • c.

    maximaal 30 punten voor de vereiste, genoemd in onderdeel c.

  • 4.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt een minimum van 65 punten voor het totaal van de in het eerste lid genoemde subsidievereisten en een minimum van 20 punten voor elke vereiste afzonderlijk.

Artikel 2.7 Subsidievereisten voor activiteiten van een intermediaire organisatie

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 2.5, tweede lid:

  • a.

    voldoende zakelijke kwaliteit heeft; en

  • b.

    voldoende bijdraagt aan een gevarieerd ondersteuningsaanbod voor Zwolle.

  • 2.

    Aan de subsidiabele activiteit wordt een score van maximaal 50 punten toegekend.

  • 3.

    De punten worden als volgt over de in het eerste lid genoemde subsidievereisten verdeeld:

  • a.

    maximaal 25 punten voor de vereiste, genoemd in onderdeel a;

  • b.

    maximaal 25 punten voor de vereiste, genoemd in onderdeel b.

  • 4.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt een minimum van 35 punten voor het totaal van de in het eerste lid genoemde subsidievereisten en een minimum van 15 punten voor elke vereiste afzonderlijk.

Artikel 2.8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.5.

  • 2.

    Loonkosten van werknemers zijn subsidiabel, voor zover die bestaan uit brutoloon conform de voor de aanvrager relevante CAO, vakantiegeld, 13e maand en de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen en -premies voor de werkgever.

Artikel 2.9 Niet-subsidiabele kosten

  • In aanvulling op artikel 6 van de ASV zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • a.

    kosten ten behoeve van de exploitatie van horeca;

  • b.

    kosten van arbeid door derden voor zover het tarief meer bedraagt dan 160% van het voor het werk relevante loon op basis van de voor de aanvrager van toepassing zijnde cao, exclusief niet verrekenbare btw.

Artikel 2.10 Subsidiehoogte

Een subsidie bedraagt maximaal 100% van het exploitatietekort.

Artikel 2.11 Subsidieplafond

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond vast.

  • 2.

    In het subsidieplafond wordt het beschikbare bedrag per functie aangegeven alsmede het maximale aantal subsidies per functie.

Artikel 2.12 Wijze van verdeling subsidie presenterende organisaties

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie worden voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuur.

  • 2.

    De Adviescommissie Cultuur beoordeelt of een subsidieaanvraag voldoet aan een artikel 2.5, eerste lid, genoemde subsidiabele activiteit en aan de in artikel 2.6 genoemde subsidievereisten en adviseert burgemeester en wethouders over de toekenning van punten zoals genoemd in het derde lid van artikel 2.6.

  • 3.

    Aanvragen worden op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst in elke door burgemeester en wethouders in het plafondbesluit benoemde functie.

  • 4.

    De in het vorige lid genoemde rangorde wordt bepaald door toepassing van de in artikel 2.6 genoemde subsidievereisten met de daaraan gegeven weging. Het totaal aantal punten dat na toepassing van de subsidievereisten wordt behaald, bepaalt de plaats in de rangorde.

  • 5.

    Er wordt subsidie verleend volgens de rangorde, te beginnen met de aanvraag met de meeste punten, totdat het voor de functie beschikbare aantal plekken is bereikt of door verlening van de subsidie het subsidieplafond voor de functie zou worden overschreden.

Artikel 2.13 Wijze van verdeling subsidie intermediaire organisaties

  • 1.

    Aanvragen worden op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst in elke door burgemeester en wethouders in het plafondbesluit benoemde functie.

  • 2.

    De in het vorige lid genoemde rangorde wordt bepaald door toepassing van de in artikel 2.7 genoemde subsidievereisten met de daaraan gegeven weging. Het totaal aantal punten dat na toepassing van de subsidievereisten wordt behaald, bepaalt de plaats in de rangorde.

  • 3.

    Er wordt subsidie verleend volgens de rangorde, te beginnen met de aanvraag met de meeste punten, totdat het voor de functie beschikbare aantal plekken is bereikt of totdat door verlening van de subsidie het subsidieplafond voor de functie zou worden overschreden.

Artikel 2.14 Indieningsvereisten

In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV overlegt de aanvrager een activiteitenplan en een begroting overeenkomstig het daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde model activiteitenplan en model meerjarenbegroting.

Artikel 2.15 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV wordt een subsidieaanvraag ingediend binnen de periode van 1 februari tot en met 31 maart voorafgaand aan het eerstvolgende kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    In afwijking van het voorgaande lid wordt een aanvraag voor de subsidieperiode 2023 en 2024 voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder b, c, en d uiterlijk 1 september 2022 ingediend en voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder a en tweede lid uiterlijk 1 november 2022 ingediend.

Artikel 2.16 Beslistermijn

In afwijking van artikel 11, eerste lid, van de ASV beslissen burgemeester en wethouders binnen 26 weken nadat de termijn voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.15 is verstreken.

Artikel 2.17 Verplichtingen

  • In aanvulling op de verplichtingen genoemd in de ASV worden aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    bij een subsidie hoger dan € 125.000 per jaar wordt binnen 6 maanden na afloop van elk boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft aan burgemeester en wethouders gerapporteerd over de uitvoering van de activiteiten en de daarop betrekking hebbende subsidiabele kosten;

  • b.

    indien voor de onder a bedoelde rapportage een formulier beschikbaar is gesteld door burgemeester en wethouders, geschiedt de rapportage met gebruikmaking daarvan;

  • c.

    de subsidieontvanger past de volgende codes toe:

  • i.

    Governance Code Cultuur;

  • ii.

    Fair Practice Code;

  • iii.

    Code Diversiteit & Inclusie.

Artikel 2.18 Voorlopige vaststelling

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie, vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de subsidie voor de hele subsidieperiode, voor een boekjaar voorlopig vaststellen op basis van de in artikel 2.17, onder a, genoemde rapportage, indien die is voorzien van een door een onafhankelijk accountant opgestelde controleverklaring.

Artikel 2.19 Staatssteun

Subsidie in het kader van deze paragraaf wordt verstrekt voor zover dat in overeenstemming is met artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Paragraaf 3: Professionele kunst

 

Artikel 3.1 Definities

  • In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    kunstactiviteit: het geheel van artistieke creatie, ontwikkeling en uitvoering van een nieuwe uiting binnen één of meer van de volgende kunstdisciplines: muziek, theater, beeldende kunst en vormgeving, film, nieuwe media en literaire cultuur;

  • b.

    kunstevenement: georganiseerde samenhangende kunstactiviteiten gericht op het grote publiek;

  • c.

    openbaar karakter: voor éénieder toegankelijk, al dan niet tegen betaling;

  • d.

    professionele organisatie: privaatrechtelijk rechtspersoon of een natuurlijk persoon die beroepsmatig actief is op de kunstdisciplines zoals genoemd bij kunstactiviteit.

Artikel 3.2 Doel

Deze paragraaf heeft als doel het stimuleren en versterken van de professionele kunst in Zwolle.

Artikel 3.3 Aanvrager

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een professionele organisatie.

Artikel 3.4 Subsidievorm

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 3.5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • a.

    een kunstactiviteit;

  • b.

    een kunstevenement.

  • 2.

    Subsidie kan niet worden verstrekt als de subsidiabele activiteit, bedoeld in het eerste lid:

  • a.

    een kunstactiviteit is die geheel of gedeeltelijk worden ondernomen door studenten of scholieren in het kader van hun opleiding of studie;

  • b.

    een cursus, workshop of andere vorm van educatie betreft, tenzij het een ondergeschikt deel is van de subsidiabele activiteit en voldoet aan de criteria van artikel 3.7;

  • c.

    een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk doel nastreeft;

  • d.

    een uitgave van beeld- of muziekdragers zoals cd, dvd en lp, of vergelijkbare uitgave betreft;

  • e.

    een publicatie van een literair werken of register betreft;

  • f.

    beeldende kunst voor permanente plaatsing in de openbare ruimte.

Artikel 3.6 Subsidievereisten

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt als de subsidiabele activiteit, bedoeld in artikel 3.5:

  • a.

    voldoende artistieke kwaliteit heeft, blijkend uit de combinatie van vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid;

  • b.

    voldoende zakelijke kwaliteit heeft, blijkend uit het financieringsplan, marketingplan en de organisatie;

  • c.

    voldoende bijdraagt aan het cultureel imago van Zwolle en het culturele klimaat versterkt en in het geval van een kunstevenement tevens aan de profilering van Zwolle als een levendige en aantrekkelijke stad en bijdraagt aan de toeristische aantrekkingskracht van Zwolle.

  • 2.

    Aan de subsidiabele activiteit wordt een score van maximaal 50 punten toegekend.

  • 3.

    De punten voor een kunstactiviteit worden als volgt over de subsidievereisten verdeeld:

  • a.

    maximaal 20 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder a;

  • b.

    maximaal 20 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder b;

  • c.

    maximaal 10 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder c.

  • 4.

    De punten worden voor een kunstevenement als volgt over de subsidievereisten verdeeld:

  • a.

    maximaal 20 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder a;

  • b.

    maximaal 15 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder b;

  • c.

    maximaal 15 punten voor de vereiste, genoemd in het tweede lid, onder c.

  • 5.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt een minimum van 35 punten voor het totaal van de in het tweede lid genoemde subsidievereisten met voor een:

  • a.

    kunstactiviteit een minimum van 10 punten voor de vereisten onder a en b afzonderlijk en een minimum van 5 punten voor de vereiste onder c;

  • b.

    kunstevenement een minimum van 10 punten voor de vereisten onder a, b en c afzonderlijk.

Artikel 3.7 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 12 van de ASV wordt een subsidie geweigerd als:

  • a.

    de activiteit geen openbaar karakter heeft;

  • b.

    de activiteit niet in Zwolle wordt ontwikkeld en niet in Zwolle plaatsvindt;

  • c.

    de activiteit een herneming of reprise is;

  • d.

    aan aanvrager op grond van deze paragraaf in hetzelfde kalenderjaar al twee keer subsidie is verstrekt;

  • e.

    voor de activiteit op grond van paragraaf 2 van deze regeling subsidie is verstrekt.

Artikel 3.8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Loonkosten van werknemers zijn subsidiabel, voor zover die bestaan uit brutoloon conform de voor de aanvrager relevante cao, vakantiegeld, 13e maand of bonus en de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen en -premies voor de werkgever.

  • 3.

    Voor aangeschafte en aan te schaffen apparatuur en andere bedrijfsmiddelen zijn afschrijvingskosten subsidiabel.

Artikel 3.9 Niet-subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 6 van de ASV zijn de kosten voor arbeid door derden niet subsidiabel voor zover het tarief meer bedraagt dan 160% van het voor die functie relevante loon op basis van de voor de aanvrager van toepassing zijnde cao, exclusief niet verrekenbare btw.

Artikel 3.10 Subsidiehoogte

  • 1.

    Een subsidie voor een kunstactiviteit bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 25.000.

  • 2.

    Een subsidie voor een kunstevenement bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000.

Artikel 3.11 Subsidieplafond

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV stellen burgemeester en wethouders bij vaststelling van het subsidieplafond de aanvraagtermijn vast.

Artikel 3.12 Wijze van verdeling subsidies kunstactiviteiten

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie worden voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuur.

  • 2.

    De Adviescommissie Cultuur beoordeelt of een subsidieaanvraag voldoet aan de in artikel 3.7, eerste lid, genoemde subsidievereisten en adviseert burgemeester en wethouders over de toekenning van punten zoals genoemd in het derde en vierde lid van artikel 3.7.

  • 3.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden per kunstdiscipline op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst, waarbij de volgende kunstdisciplines worden onderscheiden:

  • a.

    podiumkunsten;

  • b.

    beeldende kunsten;

  • c.

    overige kunsten.

  • 4.

    De rangorde per kunstdiscipline wordt bepaald door toepassing van de in artikel 3.7 genoemde subsidievereisten met de daaraan toegekende punten. Het totaal aantal punten dat na toepassing van deze vereisten wordt behaald, bepaalt de plaats in de rangorde, waarbij de aanvraag met de in totaal hoogste score bovenaan in de rangorde komt te staan.

  • 5.

    De totaalrangorde van alle aanvragen wordt bepaald door samenvoeging van de rangorde per kunstdiscipline, met dien verstande dat:

  • a.

    de aanvraag met de in totaal hoogste score bovenaan komt te staan, gevolgd door de aanvraag met de in totaal hoogste score in een andere discipline en de aanvraag met de in totaal hoogste score in de resterende discipline;

  • b.

    vervolgens volgen steeds in dezelfde volgorde van disciplines als uit a naar voren komt, de eerstvolgende aanvragen in de rangorde van hun discipline.

  • 6.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die binnen een kunstdiscipline een gelijk aantal punten hebben, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 7.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor een aanvraag aan aanvrager in dezelfde aanvraagtermijn meer dan één subsidie zou worden verstrekt, wordt aan aanvrager slechts voor die aanvraag subsidie verstrekt die op basis van de in lid 5 bedoelde rangorde als eerste in aanmerking komt voor subsidie.

Artikel 3.13 Wijze van verdeling subsidies kunstevenementen

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst.

  • 2.

    De rangorde wordt bepaald door toepassing van de in artikel 3.7genoemde subsidievereisten met de daaraan toegekende punten. De aanvraag met de in totaal hoogste score komt in de rangorde bovenaan te staan.

  • 3.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen met een gelijk aantal punten het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door loting de onderlinge rangorde van die aanvragen bepaald.

  • 4.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor een aanvraag aan aanvrager in dezelfde aanvraagtermijn meer dan één subsidie zou worden verstrekt, wordt slechts voor de aanvraag met in totaal de hoogste score subsidie verstrekt.

Artikel 3.14 Indienvereisten

In aanvulling op de vereisten bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de ASV is het CV van de artistieke en - indien betrokken - zakelijke uitvoerende onderdeel van de aanvraag.

Artikel 3.15 Beslistermijn

In afwijking van artikel 11, eerste lid, van de ASV beslissen burgemeester en wethouders binnen 13 weken nadat de termijn voor het indienen van een aanvraag, bedoeld in artikel 3.11, tweede lid, is verstreken.

Artikel 3.16 Bijzondere verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht om de activiteiten binnen 18 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.

  • 2.

    De subsidieontvanger past de volgende codes toe:

  • a.

    Governance Code Cultuur;

  • b.

    Fair Practice Code;

  • c.

    Code Diversiteit & Inclusie.

Artikel 3.17 Staatssteun

Subsidie in het kader van deze paragraaf wordt verstrekt voor zover dat in overeenstemming is met hoofdstuk 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Paragraaf 4: Amateurkunst

 

Artikel 4.1 Definities

  • In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunstorganisatie: organisatie die op niet-beroepsmatige wijze kunstactiviteiten beoefent;

  • b.

    artistieke leiding: professionele dirigent, regisseur, instructeur, repetitor en choreograaf die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid, zoals opgesteld door de landelijke vakorganisaties;

  • c.

    kunstactiviteit: het geheel van artistieke creatie, ontwikkeling en uitvoering van een uiting binnen de kunstdisciplines: theater, dans, muziek of een mengvorm van deze kunstdisciplines;

  • d.

    openbaar karakter: voor éénieder toegankelijk, al dan niet tegen betaling.

Artikel 4.2 Doel

Deze paragraaf heeft als doel het stimuleren en versterken van de amateurkunst in Zwolle.

Artikel 4.3 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een in Zwolle gevestigde amateurkunstorganisatie met rechtspersoonlijkheid.

  • 2.

    Een amateurkunstorganisatie die in hoofdzaak activiteiten verricht binnen een godsdienstige gemeenschap of binnen een onderwijsinstelling komt niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4.4 Subsidievorm

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie voor de duur van maximaal een kalenderjaar.

Artikel 4.5 Subsidiabele activiteiten

  • Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    de artistieke leiding;

  • b.

    de uitvoering van kunstactiviteit.

Artikel 4.6 Subsidievereisten

  • Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4.5 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de aanvrager heeft een aantal actieve leden of deelnemers van:

  • i.

    minimaal 16 in geval het een harmonie, fanfarekorps, brassband, drumband, majorettepeloton, symfonieorkest, zangvereniging of dansvereniging betreft;

  • ii.

    minimaal 10 in overige gevallen;

  • b.

    minimaal 50% van de actieve leden of deelnemers, bedoeld in sub a, is woonachtig in Zwolle;

  • c.

    de aanvrager geeft minimaal een keer per jaar een openbare uitvoering in Zwolle.

Artikel 4.7 Subsidiehoogte

  • 1.

    Een subsidie, als bedoeld in artikel 4.5, onder a, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum voor:

  • a.

    harmonie, fanfare, brassbands, majorettes, drumbands, symfonieorkesten en opera- en operetteverenigingen van € 8.000;

  • b.

    overige amateurkunstorganisaties van € 2.000.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 4.5, onder b, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 3.000.

Artikel 4.8 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 4.9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen als bedoeld in artikel 4.5, onder a, die in dezelfde aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4.11, eerste lid zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvrager naar rato verdeeld.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 4.5, onder b, wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 3.

    In aanvulling op het voorgaande lid geldt dat voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 4.10 Indieningsvereisten

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 van de ASV vindt een aanvraag voor subsidie krachtens deze paragraaf plaats met gebruikmaking van het hiertoe door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    In aanvulling op het voorgaande lid wordt bij een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.5, onder b een begroting voorzien onderbouwing overlegt.

Artikel 4.11 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 10, eerste lid van de ASV wordt een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 4.5, onder a ingediend in de periode 1 september tot en met 30 september voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 4.12 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 11, eerste lid, van de ASV binnen 13 weken nadat de termijn voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 10 is verstreken.

Artikel 4.13. Verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht om de activiteit, bedoeld in artikel 4.5, onder b, binnen 12 maanden na subsidieverlening uitgevoerd te hebben.

Paragraaf 5 Impuls cultuurparticipatie jongeren
Artikel 5.1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve cultuurparticipatie: het actief betrekken van jongeren bij onderzoek, productie of presentatie van kunstdisciplines;

  • b.

    ASV 2022: Algemene subsidieverordening gemeente Zwolle 2022;

  • c.

    kunstdiscipline: muziek, theater, beeldende kunst en ontwerp, film, nieuwe media en literaire cultuur of hybride vorm hiervan;

  • d

    inclusiefalles en iedereen omvattend, niemand uitsluitend;

  • e.

    jongere: natuurlijk persoon in de leeftijdscategorie van 14 tot en met 27 jaar.

Artikel 5.2 Doel

Deze subsidieregeling heeft als doel om een extra impuls te geven aan cultuurbeoefeningen voor en door jongeren in Zwolle.

Artikel 5.3 Subsidie vorm

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 5.4 Aanvrager

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon die faciliterend of uitvoerend beroepsmatig actief is in één of meer kunstdisciplines.

Artikel 5.5 Subsidiabele activiteiten
  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a.

    activiteiten gericht op actieve cultuurparticipatie voor of door jongeren;

  • b.

    het faciliteren van actieve cultuurparticipatie.

  • 2.

    De activiteit, bedoeld in het voorgaande lid, vindt plaats in één of meerdere kunstdisciplines

Artikel 5.6 Subsidiecriteria
  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteit is inclusief en verhoogt de actieve cultuurparticipatie van jongeren in Zwolle;

  • b.

    de activiteit heeft voldoende zakelijke kwaliteit blijkend uit de kwaliteit van de bedrijfsvoering, realistische raming van kosten en inkomsten, marketingstrategie en het verwachte resultaat;

  • c.

    de activiteit heeft een duurzaam karakter, hetgeen betekent dat de activiteit ook na de impuls nog blijft bestaan of wordt herhaald en bijdraagt aan het culturele klimaat voor jongeren;

  • d.

    de activiteit heeft voldoende artistieke kwaliteit blijkend uit de combinatie van voldoende vakmanschap, zeggingskracht, en oorspronkelijkheid.

  • 2.

    Aan de subsidiabele activiteit wordt een score van maximaal 100 punten toegekend.

  • 3.

    De punten worden als volgt over de criteria verdeeld:

  • 1.

    maximaal 40 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder a;

  • 2.

    maximaal 20 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder b;

  • 3.

    maximaal 20 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder c;

  • 4.

    maximaal 20 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder d.

  • 4.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen geldt een minimum van 55 punten voor het totaal van de in het eerste lid genoemde subsidievereisten en een minimum van 20 punten voor het subsidievereiste onder a en een minimum van 8 punten voor de subsidievereisten onder b en c en d.

Artikel 5.7 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 12 van de ASV 2022 wordt subsidieverlening geweigerd als:

  • a.

    de activiteit niet plaats vindt in Zwolle;

  • b.

    de activiteit niet in hoofdzaak gericht is op in Zwolle woonachtige jongeren;

  • c.

    de activiteit geheel of gedeeltelijk ondernomen wordt door studenten of scholieren in het kader van hun opleiding of studie;

  • d.

    met de activiteit een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk doel wordt nagestreefd;

  • e.

    voor de activiteit al op andere wijze financiële ondersteuning van gemeente wordt verkregen;

  • f.

    de activiteit is gestart voor 1 januari 2023 of is gestart na 1 januari 2023 en is afgerond voor indiening van de aanvraag.

Artikel 5.8 Subsidiabele kosten
  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 5.5.

  • 2.

    Voor aangeschafte en aan te schaffen apparatuur en andere bedrijfsmiddelen zijn afschrijvingskosten subsidiabel.

  • 3.

    Kosten gemaakt voor indiening van de aanvraag komen in aanmerking voor subsidie voor zover deze betrekking hebben op een subsidiabele activiteit die is gestart op of na 1 januari 2023.

Artikel 5.9 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 6 van de ASV 2022 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten voor eten en drinken;

  • b.

    reis- en verblijfkosten.

Artikel 5.10 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 30.000 en een maximum van € 100.000.

Artikel 5.11 Subsidieplafond
  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV 2022 stellen burgemeester en wethouders bij vaststelling van het subsidieplafond de aanvraagtermijn vast

Artikel 5.12 Wijze van verdeling
  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst.

  • 2.

    De rangorde wordt bepaald door toepassing van de in artikel 5.6 opgenomen criteria met de daaraan gegeven weging. Het totaal aantal punten dat na toepassing van deze criteria wordt behaald, bepaalt de plaats in de rangorde.

  • 3.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen met een gelijk aantal punten het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door loting de onderlinge rangorde van die aanvragen bepaald.

Artikel 5.13 Indieningsvereisten

In afwijking van artikel 9, tweede lid, sub a, van de ASV 2022 maakt de aanvrager gebruik van het vastgestelde format voor het activiteitenplan, dan wel stelt een activiteitenplan op met daarin in ieder geval de elementen zoals opgenomen in het voorgenoemde format.

Artikel 5.14 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 11, eerste lid, van de ASV 2022 binnen 13 weken nadat de termijn voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 5.11, tweede lid, is verstreken.

Artikel 5.15 Verplichtingen

De subsidieontvanger heeft de verplichting de activiteit, als bedoeld in artikel 6, binnen 24 maanden na aanvraag van de subsidie af te ronden.

Paragraaf 6 Bijzondere bepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Paragraaf 2 heeft een terugwerkende kracht tot 1 juni 2022.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cultuur Zwolle 2023.