Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BEELDKWALITEITSPLAN HEMBRUG |
Citeertitel | Beeldkwaliteitsplan Hembrug |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Participatieverslag Hembrug 2021 Bijlage 2 Extra bijlagen participatierapportage Bijlage 3 Gebiedspaspoorten |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2023 | nieuwe regeling | 13-10-2022 | 2022/16724 |
De welstandsnota van de gemeente Zaanstad is voor wat betreft het Hembrugterrein aangevuld met de Beleidslijn Gebiedskwaliteit. In deze beleidslijn zijn voor het Hembrugterrein de criteria en uitgangspunten voor de gebiedskwaliteit (welstand) en de buitenruimte geformuleerd inclusief reclamerichtlijnen. Dit beeldkwaliteitsplan voor Hembrug is opgesteld als nieuw aanvullend beoordelingskader met welstandscriteria. Dit plan geldt zowel voor de ontwikkelings- als beheerfase voor het Hembrugterrein.
Het beeldkwaliteitsplan wordt als onderdeel van de welstandsnota conform artikel 12a van de Woningwet vastgesteld door de gemeenteraad van Zaanstad. De algemene criteria en de criteria voor excessen uit de welstandsnota blijven van toepassing. Bij de vaststelling van dit beeldkwaliteitsplan als welstandsbeleid voor het Hembrugterrein wordt de beleidslijn Gebiedskwaliteit ingetrokken. De (reeds bestaande) Gebiedspaspoorten dienen bij de planbeoordeling waar nodig voor nadere duiding c.q. interpretatie van het beeldkwaliteitsplan. Bij mogelijke strijdigheden is het beeldkwaliteitsplan doorslaggevend vanwege voortschrijdend inzicht.
Het beeldkwaliteitsplan beschrijft op basis van vier kernwaarden de essenties en bijbehorende ontwerpprincipes van de gewenste beeldkwaliteit voor het Hembrugterrein, zowel voor de inrichting van de buitenruimte, de nieuwbouw als de bestaande, veelal monumentale, gebouwen. Zo worden de gebouwontwerpen op basis van dit plan beoordeeld door de gemeente Zaanstad en dient het plan samen met de Gebiedspaspoorten als leidraad voor architecten, vormgevers en opdrachtgevers om gebouwen te ontwerpen die goed aansluiten bij de Hembrugse Look & Feel.
Voor de buitenruimte geldt dat op basis van de essenties voor de beeldkwaliteit uit het beeldkwaliteitsplan voor het Hembrugterrein een masterplan voor de openbare ruimte (MOR) wordt opgesteld. De ‘Wegwijzer Inrichting Openbare Ruimte Zaanstad’ (WIORZ) is hierbij van belang, mede in relatie tot de overdracht van (delen van) de buitenruimte aan de gemeente Zaanstad en/of derden.
Het MOR wordt besproken in het supervisieteam en aansluitend door de gemeente Zaanstad vastgesteld en vormt het ontwerp- en afsprakenkader voor de inrichtingsplannen voor de (toekomstige) openbare ruimte op het Hembrugterrein. Bij de vaststelling van het MOR wordt het beeldkwaliteitsplan zo nodig geactualiseerd in relatie tot de essenties voor de buitenruimte.
Het beeldkwaliteitsplan beschrijft de essenties van de gewenste beeldkwaliteit voor het Hembrugterrein op grond van kernwaarden. Deze essenties vormen de welstandscriteria op basis waarvan ontwerpen worden beoordeeld. Elke essentie wordt nader geduid aan de hand van een reeks van ontwerpprincipes en waar nodig zijn ter aanvulling specifieke richtlijnen geformuleerd waaraan het ontwerp in principe moet voldoen. De ontwerpbeoordeling wordt op de essenties voor de beeldkwaliteit gebaseerd aangezien deze de welstandscriteria vormen.
In de vroege fasen van de planvorming vindt de kwaliteitsbeoordeling voor het Hembrugterrein plaats in het kwaliteitsteam ‘Supervisie Zaandam Zuid’. Dit kwaliteitsteam is ingericht met een door de gemeenteraad aangestelde supervisor, een door de gemeenteraad aangestelde geluidsarchitect, een gemandateerd lid vanuit de adviescommissie Welstand en Monumenten Zaanstad (AWMZ), een burgerlid en de ambtelijke adviseurs Erfgoed en Stedenbouw. Het kwaliteitsteam beoordeelt planontwikkelingen op basis van genoemde kaders. In de vergunningsfase wordt de eindbeoordeling met betrekking tot welstand en monumenten uitgevoerd door de AWMZ of zijn opvolger onder Omgevingswet (als bepaald in artikel 3.7 van de Fysieke Leefomgeving Zaanstad). Via het gemandateerde lid in het kwaliteitsteam is de AWMZ betrokken bij de advisering in de vroege ontwerpfasen. Bij de finale advisering neemt de AWMZ de uitgebrachte adviezen c.q. het adviesdossier uit het kwaliteitsteam ‘Supervisie Zaandam Zuid’ mee in de afweging.
De beleidslijn voor gebiedskwaliteit is opgesteld om de ruimtelijke kwaliteit op het Hembrugterrein te borgen. Deze beleidslijn is in 2018 door de gemeenteraad van Zaanstad vastgesteld. In deze beleidslijn zijn de criteria en uitgangspunten voor de gebiedskwaliteit (welstand) van het Hembrugterrein en de buitenruimte geformuleerd en zijn verder reclamerichtlijnen bepaald. Bij de vaststelling van het beeldkwaliteitsplan als welstandsbeleid voor het Hembrugterrein wordt de beleidslijn Gebiedskwaliteit ingetrokken. Op een enkel punt bevat de beleidslijn zeer uitgebreide kwaliteitscriteria. Deze zijn waar nodig overgenomen in het beeldkwaliteitsplan voor Hembrug.
De Gebiedspaspoorten zijn in 2017 door Steenhuis Meurs opgesteld voor het Hembrugterrein op basis van een aantal documenten zoals de ‘Cultuurhistorische Analyse Hembrugterrein’ uit 2009. Het Hembrugterrein wordt voor vier zones beschreven: waterfront, productiegebied, bosgebied en groene rand. Per zone zijn de uitgangspunten voor vervanging, toevoeging en invulling aangegeven. De Gebiedspaspoorten dienen bij de planbeoordeling waar nodig voor nadere duiding c.q. interpretatie van de welstandscriteria uit het beeldkwaliteitsplan. Bij mogelijke strijdigheden is het beeldkwaliteitsplan doorslaggevend vanwege voortschrijdend inzicht.
In 2021 is samen met ondernemers, bewoners en ontwerpers de gebiedsidentiteit voor het Hembrugterrein benoemd. Hembrug is een uniek gebied met een robuust gezicht en een groen hart, waar stedelijke dynamiek en rust hand in hand gaan. Er zijn vier kernwaarden voor Hembrug gedefinieerd, te weten:
Open: Wat ooit een afgesloten terrein was, is nu voor iedereen toegankelijk.
Authentiek: Met zijn omvang, geschiedenis, architectuur en ligging brengt Hembrug iets echt unieks.
Verrassend: Het geheim van elk aantrekkelijk gebied is het vermogen om zich voortdurend aan te passen en daarmee te blijven verrassen.
Verbindend: Een interessant gebied trekt interessante mensen aan – ruimdenkende mensen die graag contact willen maken, delen en communiceren met anderen.
Deze kernwaarden vormen een belangrijke basis voor de omschrijving van de essenties van de beeldkwaliteit voor het Hembrugterrein.
In 2021 is het Masterplan Hembrug vastgesteld door de gemeenteraad van Zaanstad. In dit masterplan is de beeldkwaliteit voor het Hembrugterrein op hoofdlijnen beschreven vanuit ‘stedenbouw’. Dit betreft de uitbreiding van de bestaande gebouwcollectie van Hembrug, de inpassing van hoogteaccenten, het belang van diversiteit en samenhang in de nieuwe collectie en de omgang met de bestaande gebouwcollectie. Deze punten zijn nader uitgewerkt in dit beeldkwaliteitsplan voor Hembrug.
Samenhang planproducten Hembrug
Parallel aan het opstellen van dit beeldkwaliteitsplan voor Hembrug is het noordelijk deel van het Hembrugterrein op basis van de visie en ambities zoals verwoord in het Masterplan Hembrug uitgewerkt. Dit in de vorm van een stedenbouwkundig plan en ontwerp bestemmingsplan. Er wordt nadrukkelijk gestuurd op de onderlinge samenhang en demarcatie. De beeldkwaliteit is ook in het stedenbouwkundig plan voor het noordelijk deel een belangrijk onderwerp en met name de beeldkwaliteit van de buitenruimte wordt in dit plan nader omschreven, passend binnen het kader zoals verwoord in dit beeldkwaliteitsplan, maar nog niet te gedetailleerd. De detailuitwerking volgt in de vorm van inrichtingsplannen. Deze worden in de loop van de tijd opgesteld. Voor een aantal essenties in het beeldkwaliteitsplan zijn richtlijnen geformuleerd.
Deze richtlijnen worden niet gelijk gesteld aan de planregels uit het bestemmingsplan. Een enkele regel uit het beeldkwaliteitsplan is bewust omwille van het belang opgenomen in het bestemmingsplan zoals bijvoorbeeld de maximale footprint van het hoogteaccent en het hogere hoogteaccent.
Het beeldkwaliteitsplan voor Hembrug geeft een kader en omschrijft een bandbreedte, bijvoorbeeld voor kleurgebruik van de nieuwbouw en materialisatie van de buitenruimte. Er wordt een masterplan voor de openbare ruimte voor het Hembrugterrein (MOR opgesteld. Op basis van de MOR wordt nader bepaald hoe de ruimtelijke bouwstenen (‘toolbox’) voor de (toekomstige) openbare ruimte eruit komt te zien. Dit op basis van enerzijds de Hembrug Look & Feel zoals verwoord in dit beeldkwaliteitsplan en anderzijds de Wegwijzer Inrichting Openbare Ruimte Zaanstad (WIORZ).
In 2021 zijn bewoners en ondernemers op en rondom het Hembrugterrein geïnformeerd over en gevraagd om te reflecteren op de ideeën voor de beeldkwaliteit voor Hembrug. Hiervoor zijn twee inloopavonden georganiseerd. Op deze avonden konden bezoekers de informatiepanelen lezen en vragen beantwoorden zoals: ‘Zijn de ontwerpprincipes passend voor Hembrug? En mis je iets, waardoor er misschien iets verloren gaat van de Hembrug Look & Feel of waarmee we deze juist kunnen versterken? Ook zijn bewoners en ondernemers gevraagd om de beste vijf referentiebeelden aan te wijzen (zo ook de minst aansprekende beelden). De opkomst op deze avonden was laag.
De informatie over de ideeën voor de beeldkwaliteit van Hembrug was ook op de website www.hembrugontwikkelt.nl terug te vinden en ook kon iedereen nog via dit kanaal reageren.
Op basis van de verzamelde feedback komt het beeld naar voren dat de essenties voor de gebouwen aanslaan. Een aantal mensen vindt dat het architectonisch beeld van de nieuwbouw meer industrieel mag ogen en sommigen vinden een aantal principes te rigide. Maar over het geheel genomen, is er vertrouwen dat de essenties bijdragen aan het behoud en versterking van de Hembrug Look & Feel. Er is wel een behoefte geuit om duurzaamheid (biodiversiteit, klimaat en energie) meer nadrukkelijk naar voren te laten komen in de beeldkwaliteit en niet onder de essentie ‘een gebouw mag verrassen’ te duiden. Het beeldkwaliteitsplan is hierop aangepast. En verder wordt nogmaals bevestigd dat over smaak niet te twisten valt. Veel referentiebeelden van gebouwen kregen zowel groene als rode stickers bij de inloopavond. De referentiebeelden van gebouwen met een groene en/of natuurlijke uitstraling werden vaker positief gewaardeerd in verhouding tot referentiebeelden met stenige gebouwen.
Ook op de essenties voor de buitenruimte van Hembrug is overwegend positief gereageerd. Bewoners en ondernemers op en rondom het Hembrugterrein zijn te spreken over het behoud van het groen en de bomen. En ook het (aanmoedigen van) collectief gebruik van de buitenruimte spreekt mensen aan en het (in standhouden van) het onaangeharkte karakter van de buitenruimte wordt gewaardeerd. Door sommigen is de zorg geuit over de referentie voor de voormalige schietbaan in het Hembrugbos. Dit in relatie tot mogelijke verstoring van de flora en fauna ter plekke. Verder is een aantal mensen van mening dat de overgang privé-openbaar minder strikt vormgegeven moet worden. En een ander persoon zou graag zien dat aan de openbare ruimte meer in het oog springende elementen worden toegevoegd, bijvoorbeeld door artefacten meer uit te lichten (in kleur, met licht etc.).
De kwaliteiten van het Hembrugterrein worden zichtbaar in tal van aspecten zoals de stedenbouw, het erfgoed, de architectuur, het landschap, de inrichting van de openbare ruimte, de artefacten etc.. In het beeldkwaliteitsplan wordt afzonderlijk ingegaan op de essenties voor de buitenruimte (deel A) en voor de nieuwbouw en bestaande gebouwen (deel B). Los van deze indeling zal de ontwerpopgave integraal benaderd en beoordeeld gaan worden. Juist door integraal te ontwerpen, dat wil zeggen met oog voor samenhang en wisselwerking tussen voornoemde aspecten, ontstaat kwaliteit en wordt het Hembrugterrein verrijkt.
ESSENTIES VOOR DE BUITENRUIMTE
De Hembrugse sfeer wordt naast de bestaande, veelal monumentale, gebouwen gevormd door de straten, het groen, het waterfront en de artefacten, die allen verwijzen naar het militair-industriele verleden van Hembrug. De continuïteit van het groen is essentieel, evenals de aanwezigheid van vrij te gebruiken, flexibele (buiten)ruimten.
De verhardingen in Hembrug zijn doelmatig. In essentie zijn het gelijkvloerse straten in een grid, met daaromheen groen. De materialisatie is industrieel, met vooral stelconplaten en klinkers. Met deze middelen is een rijke Hembrugse variatie mogelijk in wegbreedtes, bochtafsnijdingen, laad- en losplekken. Met de komst van nieuwe bewoners wordt een nieuwe laag toegevoegd met soms verbijzonderingen in materialisatie, passend bij het Hembrugse materialenpalet.
GROENE BOUWSTENEN ALS BINDMIDDEL
Op het Hembrugterrein is al veel groen aanwezig en kan op verschillende plekken worden uitgebreid. Het bestaande groen wordt ontwikkeld tot een ecologisch waardevolle groenstructuur en nieuw groen wordt als een eenheid in sortiment en beheer met het bestaande groen ontwikkeld. Het Hembrugse palet aan beplanting en waterlopen vormt hiervoor de basis met een geleidelijke overgang tussen bos en waterfront.
GROENE INRICHTING VAN DE OPENBARE RUIMTE
Het groen loopt vrijwel van gevel tot gevel en is niet te ‘aangeharkt’, met bijvoorbeeld bloembakken of haagjes. De privé-buitenruimten zijn in verhouding relatief beperkt in grootte en ondiep (gemeten vanaf de gevel).
Het Hembrugterrein heeft in essentie twee gezichten naar buiten toe. Aan de zuidoostzijde aan het water tussen het Pontplein en Lab-44 is de rand formeel en robuust en sluit aan op het Noordzeekanaal. De bebouwing heeft een formele zijde aan het water. Aan de noordzijde zijn de randen groen en gesloten, waardoor het terrein vanaf de buitenkant als een in het groen verscholen wereld wordt ervaren.
In het Hembrugbos en in de polders aan de westzijde van het terrein liggen waterlopen. Ze geven het bos een bijzondere sfeer, en zorgen ook voor natuurlijke afsluiting van sommige delen van het terrein, wat het bos spannend maakt. Daarnaast is de waterstructuur een belangrijk buffer van zoetwater.
BUITENRUIMTE NODIGT UIT TOT GEBRUIK
De buitenruimte van Hembrug is vrijwel onbestemd. Er zijn geen omheinde speeltuinen, uitlaatveldjes voor honden, privétuinen etc. Iedereen is voor buitenactiviteiten aangewezen op de openbare ruimte. De collectiviteit, de betrokkenheid en ontmoeting die daarbij horen, worden gezien als een grote kwaliteit. Een verbijzondering in de vorm van een plek of aantal plekken in afwijking van het openbaar of collectief gebruik van buitenruimte van Hembrug, zorgen voor verrassing zoals een privétuin bij een publieke (museale) functie.
In Hembrug zijn de overgangen tussen openbaar en privé informeel vormgegeven. De tussenruimtes zijn vaak groen ingericht en waar nodig bestraat, bijvoorbeeld voor het laden en lossen en de (vuil)opslag. In de bestaande, veelal gesloten gebouwen wordt gewerkt waardoor het openbare groen tot vrijwel aan de gevel lijkt te komen. Door de komst van de woningbouw ontstaat op Hembrug een nieuwe relatie tussen openbaar en privé. De ambitie is om deze overgangen ook informeel en ‘open’ vorm te geven met Hembrugse oplossingen zodat het karakter wordt behouden en versterkt.
De privé-buitenruimte van een woning is minimaal 1,5 meter diep, gemeten vanaf de buitengevel. Hierbij wordt uitgaan van een doorlopende zone, een herkenbaar onderscheid ten opzichte van de aangrenzende verharding of groen en worden geen vaste erfafscheidingen toegepast. Het onderscheid kan worden gemaakt door afwijkend materiaalgebruik of verband bij verharding en bijvoorbeeld grasklinkers bij groen.
PARKEREN LOCATIE-SPECIFIEK VORMGEVEN
Voetgangers en fietsers zijn de hoofdgebruikers op het Hembrugterrein. De auto wordt niet geweerd maar is te gast. Het auto-parkeren wordt geclusterd en de parkeerplaatsen voegen zich in hun directe omgeving.
In geval van aanpassing of vernieuwing van de bestaande parkeervelden wordt uitgegaan van puinverharding en/of stelcons, geen markering van plekken, beplanting in de vorm van bomen op of rondom de velden, een kadering passend bij de omgeving (geen hagen, evt. wel schanskorven) en grote parkeervelden worden bij voorkeur opgedeeld in clusters van maximaal 200 plekken.
Parkeerpockets in het bos worden groen, eenvoudig vormgegeven en zijn beperkt in omvang (ca. 15 plekken): bos tot aan de parkeerplaats, uitgaan van puinverharding, geen markering van plekken. Parkeerpockets in het bos worden groen, eenvoudig vormgegeven en zijn beperkt in omvang (ca. 15 plekken). Meer grote parkeerterreinen in het bos worden opgedeeld in pockets can ca. 15 plekken, bijvoorbeeld met beplanting.
ELEMENTEN IN DE OPENBARE RUIMTE
In de openbare ruimte wordt een reeks van uiteenlopende elementen geplaatst. Denk aan de straatverlichting, straatmeubilair, bewegwijzering, speelobjecten, reclame- uitingen, verkeerspaaltjes, nutsvoorzieningen enbruggen. Enerzijds wordt gezocht naar rust en eenheid in de elementen, anderzijds mogen elementen juist verrassen met aandacht voor de totale balans in de openbare ruimte.
De Hembrugse artefacten zoals de bovengrondse leidingnetwerken, ondergrondse schietbanen, bliksemafleiders, groen structuurlijnen en aarden wallen worden behouden, blijven zichtbaar in de openbare ruimte en worden waar mogelijk ingezet voor nieuw gebruik mits de erfgoedwaarde zichtbaar blijft.
BIODIVERS EN TOEKOMSTBESTENDIG
Een toekomstbestendig Hembrug betekent dat er rekening wordt gehouden met de natuur en met een veranderend klimaat. De aanwezigheid van het bos met de waterlopen is een belangrijke uitgangswaarde voor natuur en water(opslag).
Daarnaast kan veel worden bereikt door ontwikkelingen natuurinclusief te maken.
De nieuwe gebouwen versterken de gevarieerde collectie van bestaande gebouwen op Hembrug op eigentijdse wijze en houden de collectie divers én in balans. Gebouwen van verschillende maat en schaal staan als een verzameling solitairen in een ‘dragend’ en overwegend groen landschap. De verschillende ‘korrels’ dragen bij aan wisselende openbare ruimtes, met doorzichten naar elkaar. Het samenspel tussen gebouwen en buitenruimte is kenmerkend voor het Hembrugterrein en belangrijk voor de Hembrug look and feel (zie ook essenties voor de buitenruimte).
Gebouwen hebben een heldere en functionele hoofdvorm en het beeld is alzijdig. Gebouwen worden ontworpen als een duidelijke eenheid, passend bij de rationele opzet van veel bestaande gebouwen op Hembrug, en dragen bij aan de continuïteit en kwaliteit van de buitenruimte.
Een verscheidenheid aan dakvormen is belangrijk voor behoud en versterking van de Hembrugse look and feel. De balans in verschillende dakvormen is herkenbaar als een drager van beeldkwaliteit, zowel nu als in de toekomst.
• Er mogen maximaal twee gebouwen met een gelijke dakvorm direct naast of bij elkaar staan.
De hoogteaccenten vormen bij uitstek een verrijking van de gebouwcollectie. Verspreid over het terrein steken ze hier en daar uit boven het bos of de rest van de gebouwen. Door een grotere zichtbaarheid vanuit de omgeving zulle hoogteaccenten zorgvuldig beoordeeld worden op de Hembrugs Look en feel.
HERKENBARE ENTREE, GEACCENTUEERD IN HET HOOFDVOLUME
De begane grond (‘plint’) van een gebouw (en zeker de hoofdentree) vormt de schakel tussen het publieke en private domein en is hierdoor de aangewezen ontmoetingsplek. De plint is van belang om het open karakter van het gebied te bevorderen. Het accentueren van de hoofdentree is een nieuw ontwerpelement op Hembrug maar kan in haar uitwerking refereren aan de industriële elementen van de bestaande gebouwen.
ELK GEBOUW EEN EIGEN VANZELFSPREKENDE GEVELOPBOUW
Elk gebouw heeft een eigen logische gevelopbouw met een samenhangende en eenduidige uitstraling. Daarbij zijn balkons, galerijen, loggia’s en dergelijke geïntegreerd in de hoofdvorm en het architectonisch gebouwconcept. Deze ‘gebouw gebonden buitenruimten’ voegen een nieuwe DNA laag toe op Hembrug.
EEN GEBOUW BESTAAT UIT ÉÉN HOOFDMATERIAAL
Continuïteit in materialisatie zorgt voor een samenhangende verschijningsvorm van een gebouw.
EEN GEBOUW BESTAAT UIT ÉÉN HOOFDKLEUR
Eenduidig kleurgebruik (één kleur of een combinatie van tinten die qua kleur of grijswaarden dicht bij elkaar liggen) binnen een ‘Hembrug- kleurenspectrum’ zorgt voor samenhang in de verschijningsvorm van een gebouw afzonderlijk en samen met andere gebouwen op Hembrug.
EEN GEBOUW SLUIT AAN OP DE BUITENRUIMTE
Een openbaar toegankelijke en prettige buitenruimte is belangrijk voor het open karakter van Hembrug. De overgang van privé naar openbaar staat in dienst van de gewenste samenhang in de buitenruimte. Het helder en zorgvuldig ontwerpen van deze overgang is nodig om het gewenste gebruik en uitstraling te borgen (zie ook Buitenruimte-essentie 5).
Het ‘onaangeharkte’ karakter van het Hembrugterrein mag blijven bestaan. Op Hembrug is volop ruimte voor experimenten. Ontwerpers hebben de vrijheid om iets verrassends te creëren en hiermee de bestaande gebouwcollectie te verrijken, echter zonder schreeuwerig te zijn.
EEN GEBOUW WORDT LOCATIESPECIFIEK ONTWORPEN
Verschillende locatiespecifieke kenmerken in en rondom het Hembrugterrein zijn van invloed op het ontwerp van gebouwen. Deze worden integraal en in een vroeg ontwerpstadium meegenomen. Losse last minut toevoegingen of wijzigingen op de verschijningsvorm worden hierdoor voorkomen.
De gebouwen en bouwwerken op het Hembrugterrein zijn alzijdig en kennen geen achterkanten. Alle ingrepen en/of toevoegingen worden gelijkwaardig zwaar beoordeeld en, ongeacht of ze nu groot of klein zijn, met zorg ontworpen en gemaakt. De kleine bouwwerken spelen een ondergeschikte rol ten opzichte van het hoofdgebouw en/of vallen in zijn geheel weg met de achtergrond. Omdat deze in maat, schaal en impact afwijken zijn aanvullend extra ontwerpprincipes geformuleerd voor de meest voorkomende typen van kleine bouwwerken.
Reclame-uitingen worden als zelfstandig element maar niet vrijstaand op het Hembrugterrein vormgegeven. De uitingen zijn ondergeschikt aan de architectuur van een gebouw en in maat, vorm en detaillering afgestemd op en harmoniëren met de architectuur van het gebouw en de samenhang en ritmiek van de belendingen c.q. straatwand. Een verrassende reclame- uiting, uitsluitend in de vorm van een kunstzinnig object en in relatie tot de bezoekers voor culturele en/of kunstvoorzieningen op het Hembrugterrein, is mogelijk mits niet schreeuwerig en geen hinder (licht, geluid) voor de omgeving ontstaat.
Een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is uitsluitend toegestaan voor collectief gebruik, bijvoorbeeld in de vorm van een fietsenstallings- of vuilopslagruimte voor bewoners en/of gebruikers samen, een gezamenlijke kweekkas, een stallingsplek/uitgiftepunt voor deelmobiliteit etc.. Een vrijstaand bijbehorend bouwwerk voor bijvoorbeeld stalling en/of opslag valt bij voorkeur in zijn geheel weg tegen de achtergrond door begroeiing of gelijk materiaal en kleurgebruik of vormt een eigenstandig kleine ‘korrel’ en voldoet dan aan de overige essenties voor gebouwen in dit beeldkwaliteitsplan.
Specifiek voor reclame-uitingen
Het beperken van de reclame-uiting bij ‘niet-wonen’ functies tot maximaal 15% van het geveloppervlak in de zone onder de raamkozijnen van de eerste verdieping, niet hoger dan 60% van de bandbreedte tussen de bovenkant van de gevel van de begane grond tot de onderkant van het kozijn van de eerste verdieping (en indien dit niet valt te definiëren maximaal 0,6 meter hoog) en niet langer dan 60% van de gevelbreedte of gebruikseenheid van het gebouw als het gaat om verlichte reclame.
Tijdelijke reclame is slechts met een daarvoor gegeven vergunning mogelijk uitgezonderd makelaarsborden direct bij de gevel of tegen het raam van een gebouw tot een oppervlak van maximaal 1,0 m² en één vrijstaand bouw- of projectbord per project, geplaatst achter de bouwhekken met een rechthoekige vorm en voor zolang deze feitelijk betekenis hebben.
AANVULLENDE ESSENTIES VOOR BESTAANDE GEBOUWEN
Bij ingrepen in bestaande gebouwen is het van belang dat in de architectuur aansluiting wordt gezocht op de karakteristieken van de bestaande gebouwgeneraties. Deze generaties vormen een belangrijke drager van het DNA van Hembrug. Het Hembrugterrein is door haar geschiedenis echter alles behalve doorsnee en van interventies en nieuwe toevoegingen wordt verwacht dat ze passen bij het karakter van het Hembrugterrein maar ook alles behalve doorsnee zullen worden.
De bestaande gebouwen op Hembrug stammen uit vier verschillende bouwperioden. Karakteristieken van al deze gebouwgeneraties behoren tot het DNA van Hembrug. Met uitzondering van restauratie zijn aanpassing en uitbreiding geen letterlijke vertaling van bestaande karakteristieken maar tonen ze zich nadrukkelijk als een eigentijdse laag in het Hembrugterrein. Zowel bij grote als kleine ingrepen is er balans in de differentiatie van de gebouwcollectie.
In de gebiedspaspoorten zijn heel specifieke aanwijzingen opgenomen met betrekking tot de monumenten. Deze aanwijzingen (zie onderstaand) blijven van kracht. Ze kunnen gezien worden als gebouwspecifieke beperkingen van de “toolbox” (B14).
Gebied 2: Monument 197a is van de eerste generatie gebouwen. Aanbouwen aan monument 197a zijn toegestaan mits deze ondergeschikt van karakter zijn en zich ten westen van het gebouw bevinden. Aanbouwen niet hoger dan de goothoogte van het monument maken. Materialen en kleuren passend maken bij het karakter van het monument.
BALANS IN ARCHITECTUURHISTORISCHE WAARDEN EN IMPACT VAN INGREPEN
Veel bestaande gebouwen op Hembrug hebben een monumentenstatus. Op het terrein zijn plekken en gebieden waar het van belang is om de impact van mogelijke ingrepen op gebouwniveau relatief bescheiden te houden. Dit zodat de architectuurhistorische waarde van een gebouw of gebouwensemble (dus meerdere bestaande gebouwen) voldoende herkenbaar blijft. Dit mede in relatie tot de inpassing van nieuwe gebouwen (‘acupunctuur’). Deze plekken zijn op basis van uiteenlopende eigenschappen van bestaande gebouwen zoals korrelmaat, karakteristiek en positie in de buitenruimte te duiden. Voorbeelden hiervan zijn aangegeven in het kaartje.
Aanpassingen aan de bestaande gebouwen vallen in één (of meerdere) van de onderstaande categorieën. Per categorie zijn basisregels opgenomen wat betreft beeldkwaliteit.
Als de bestaande situatie daar voldoende aanleiding toe geeft kan er voor worden gekozen de oude situatie plaatselijk te herstellen of te restaureren.
Afhankelijk van de nieuwe functie: let er op dat hedendaagse bouwfysische eisen het terugrestaureren niet in de weg zitten. Als er te veel afwijking ontstaat t.o.v. de historische situatie dient allerleerst te worden gekeken of de gewenste nieuwe situatie door middel van een van de andere ingrepen kan worden gerealiseerd.
Als de bestaande situatie daar voldoende aanleiding toe geeft kan er voor worden gekozen de oude situatie plaatselijk te herstellen of te restaureren.
A2 SLOOP (NIET ORIGINELE) BIJGEBOUWEN
Als bijgebouwen duidelijk ondergeschikt zijn of in een later stadium zijn “bijgebouwd” kan er voor worden gekozen het bijgebouw te slopen.
Als bijgebouwen duidelijk ondergeschikt zijn of in een later stadium zijn “bijgebouwd” kan er voor worden gekozen het bijgebouw te slopen.
Een doos-in-bestaand kan worden gebruikt om een comfortabel binnenklimaat te realiseren zonder de bestaande gevel geweld aan te doen. Binnen het gebouw ontstaan verschillende zones (temperatuur, geluid, ...)
Een doos-in-bestaand kan worden gebruikt om een comfortabel binnenklimaat te realiseren zonder de bestaande gevel geweld aan te doen. Binnen het gebouw ontstaan verschillende zones (temperatuur, geluid, ...)
Om de daglichttoetreding te vergroten kan een vide of patio in een bestaand gebouw worden gemaakt.
Om de daglichttoetreding te vergroten kan een vide of patio in een bestaand gebouw worden gemaakt.
Gevelopeningen en ondergeschikte aanbouwen kunnen gerealiseerd worden om veranderd gebruik van de bestaande gebouwen mogelijk te maken.
Gevelopeningen en ondergeschikte aanbouwen kunnen gerealiseerd worden om veranderd gebruik van de bestaande gebouwen mogelijk te maken.
Een aanbouw of nieuwbouw kan gerealiseerd worden als onderdeel van een bestaand ensemble.
Een aanbouw of nieuwbouw kan gerealiseerd worden als onderdeel van een bestaand ensemble.
Een bestaand gebouw kan uitgebreid worden met een kelderlaag, of een bestaand gebouw kan opgetild worden.
Een bestaand gebouw kan uitgebreid worden met een kelderlaag, of een bestaand gebouw kan opgetild worden.
Bestaande gebouwen kunnen worden opgetopt.
Bestaande gebouwen kunnen worden opgetopt.
Bestaande gebouwen kunnen worden opgetopt.
In bijzondere situaties kan een gebouw worden opengewerkt en gebruikt voor circulatie of openbare ruimte.
Er kan voor worden gekozen gevels volledig te vervangen als daar vanuit de (nieuwe) functie een duidelijke aanleiding voor is.
Er kan voor worden gekozen gevels volledig te vervangen als daar vanuit de (nieuwe) functie een duidelijke aanleiding voor is.
Het is theoretisch denkbaar dat een gebouw of delen van een bestaand gebouw worden verplaatst.
Op het Hembrugterrein worden in principe alle gebouwen behouden. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor niet- monumentale gebouwen. Als door omvang of staat hergebruik niet mogelijk is en de ruimte nodig is voor nieuwbouw kan weloverwogen besloten worden tot sloop.