Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsdelta

Standplaatsenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsdelta
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid
CiteertitelStandplaatsenbeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 2 standplaatsenbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

20-12-2022

gmb-2022-572136

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid

 

 

1. INLEIDING

1.1 Inleiding

Standplaatsen dragen bij aan de levendigheid van de gemeente, verschaffen werkgelegenheid, en vormen een gewaardeerde voorziening voor veel inwoners en bezoekers. Standplaatsen kunnen vanwege de toeloop die ze veroorzaken de lokale middenstand stimuleren en worden beschouwd als een welkome aanvulling binnen de gemeente. Daarnaast kunnen standplaatsen inspelen op behoeften die er zijn op specifieke dagen of in specifieke perioden, zoals de oliebollenkramen. Standplaatsen kunnen echter ook negatieve effecten met zich meebrengen. Ze kunnen bijvoorbeeld de verkeersveiligheid in gevaar brengen en overlast veroorzaken. Een goede inpassing van standplaatsen in de openbare ruimte is daarom van belang.

 

De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) biedt enkele wettelijke kaders, maar niet voldoende om de gewenste ruimtelijke spreiding te realiseren binnen de gemeente. De noodzaak voor standplaatsenbeleid, om sturing te geven aan een gebalanceerd en ruimtelijk goed geordend standplaatsenbestand. Met dit standplaatsenbeleid wordt duidelijkheid gegeven aan de aanvragers en kan de gemeente gegrond tot een besluit komen. Hierdoor komen we niet alleen de initiatiefnemer tegemoet, maar zorgen we ook voor een goede verstandhouding met de lokale ondernemers en behouden we een redelijk verzorgingsniveau binnen de gemeente.

 

Buiten het toepassingsbereik van deze beleidsnotitie blijven de standplaatsen op de reguliere weekmarkten, jaarmarkten en evenementen als braderieën, kermissen en incidentele snuffel- en rommelmarkten

 

1.2 Juridisch kader

Op standplaatsen is een breed juridisch kader van toepassing. Beleid is altijd aanvullend op de relevante wettelijke en bij verordening geregelde voorschriften. Bij het ontwikkelen van dit standplaatsenbeleid is rekening gehouden met dit juridisch kader.

1.2.1 APV Eemsdelta 2022

Voor het innemen van een standplaats met een kraam of verkoopwagen van waaruit goederen worden verkocht is een vergunning nodig. Dit is geregeld in de artikelen 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eemsdelta 2022 (APV). In artikel 5:18 is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen, te laten nemen of te hebben. Verder worden in de APV de weigeringsgronden vermeld. Deze gronden geven het kader aan waarop een vergunningsaanvraag wordt getoetst. Dit toetsingskader is als volgt nader uitgewerkt en wordt als zodanig gebruikt bij de toetsing van vergunningsaanvragen.

 

De definitie van een begrip 'standplaats' is als volgt (artikel 5:17 van de APV)

  • 1.

    Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

 

1.2.2 Toetsingskader en weigeringsgronden

De aanvraag voor een standplaats wordt getoetst aan de artikelen 5:17 t/m 5:20 van de APV. Op basis van artikel 1:8 en 5:18 van de APV kan een aanvraag voor een standplaatsvergunning worden geweigerd. Deze weigeringsgronden zijn de volgende:

  • a.

    Openbare orde: Openbare orde is een ruim begrip. Bij openbare orde gaat het onder andere om overlast die een bedreiging vormt voor de veiligheid en rust in de openbare ruimte. De aanwezigheid van een standplaats op zich en de aantrekkende werking die ervan uit kan gaan, kan een verstoring van de openbare orde opleveren door bijvoorbeeld vervuiling van de omgeving, de aanwezigheid van publiek en overlast.

  • b.

    Openbare veiligheid: Als gevolg van een standplaats mag de openbare veiligheid niet in het geding komen. De standplaats mag geen aanleiding geven voor onveilige situaties. Daarbij wordt gekeken naar brandveiligheid, sociale veiligheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid van hulpdiensten. Door het beperken van het aantal standplaatsen in het algemeen en het zorgvuldig selecteren van mogelijke standplaatslocaties komt de verkeersveiligheid minder snel in het gedrang. Ook dient per locatie te worden gekeken naar de parkeermogelijkheden ter plaatse en de verkeersaantrekkende werking die het innemen van een standplaats oplevert.

  • c.

    Volksgezondheid: Bij standplaatsen dient rekening te worden gehouden met de volksgezondheid. De weigeringsgrond volksgezondheid kan samenvallen met openbare veiligheid wanneer het belang het voorkomen van verkeersslachtoffers betreft. Daarnaast valt er bij deze weigeringsgrond te denken aan besmettelijke ziekten waardoor verkoop middels standplaatsen niet wenselijk is of aan bijvoorbeeld het aanbieden van bedorven etenswaar.

  • d.

    Bescherming van het milieu: Wanneer wordt verwacht dat het milieu wordt aangetast door het innemen van een standplaats, is het mogelijk om de aanvraag te weigeren. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarbij een standplaats het broedseizoen zal verstoren dan wel indien de milieunormen (geluid of stank) worden overtreden.

  • e.

    Strijd met geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit: Wanneer sprake is van strijd met het geldend bestemmingsplan of de geldende beheersverordening is het niet mogelijk om de standplaatsvergunning voor de desbetreffende locatie te verlenen. Mocht het mogelijk zijn om door middel van een procedure als omschreven in artikel 2.12 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontheffing te verlenen voor de functie in afwijking van de betreffende bestemming, dan kan een standplaatsvergunning worden verleend nadat deze procedure is gevolgd.

  • f.

    Redelijke eisen van welstand: Er zijn situaties denkbaar waarbij het niet wenselijk is dat er een standplaats wordt gevestigd. Het is mogelijk dat de verkoopgelegenheid niet in een behoorlijke staat is onderhouden. Hierdoor kan een standplaats zorgen voor een ernstige verstoring van de omgeving of het straatbeeld. Daarnaast weegt het aspect van de bescherming van het stadsschoon of het landschapsschoon ook mee. De welstandscommissie kan desgevraagd advies geven.

  • g.

    Verzorgingsniveau van de consument: Het verzorgingsniveau van de consument kan als weigeringsgrond worden meegewogen. Echter, terughoudendheid met betrekking tot deze weigeringsgrond is gewenst. Het reguleren van concurrentieverhoudingen wordt niet als huishoudelijk belang van de gemeente aangemerkt, tenzij het voorzieningenniveau voor de consument in een gedeelte van de gemeente in gevaar komt. Bovendien staat de Europese Dienstenrichtlijn deze weigeringsgrond niet toe, omdat het wordt beschouwd als een economische belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het is daardoor slechts mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren bij een standplaats voor de verkoop van goederen.

 

Naast de APV zijn voor het reguleren en innemen van standplaatsen verschillende wettelijke regelingen van toepassing. Het juridisch kader voor het beoordelen van een standplaatsvergunning wordt gevormd door:

  • artikel 1.8, 2.10, 5.14, 5.17, 5.18, 5.19 en 5.20 van de APV;

  • dit standplaatsenbeleid;

  • relevante wet- en regelgeving;

    • Grondwet;

    • Winkeltijdenwet;

    • Alcoholwet;

    • Wet milieubeheer;

    • Handelregisterwet 2007;

    • Warenwet;

    • Wet ruimtelijke ordening;

    • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • Europese Dienstenrichtlijn.

 

1.2.3 Vergunningsprocedure

Voor de ambulante handelaar die een standplaats wil innemen is met name van belang hoe in de praktijk met het beleidskader wordt omgegaan en hoe de trajecten voor vergunningverlening en handhaving zijn vormgegeven. Daarnaast spelen ook de leges voor de vergunning een rol.

 

Proces vergunningverlening

Een vergunning voor een vaste standplaats moet schriftelijk bij het college worden aangevraagd. In de aanvraag dient men, naast naam- en adresgegevens, de afmetingen, en liefst een foto, aan te geven welke producten men wil verkopen op welke locatie, dag en tijden. In overleg met de gemeente wordt vervolgens gekeken of deze locatie geschikt is.

 

Een aanvraag voor een standplaatsvergunning kan worden ingediend tussen 1 oktober en 1 november in het voorafgaande jaar binnen (één van) de aangewezen zones (zie bijlage). Dit is een praktisch juridisch hulpmiddel om aanvragers een gelijke kans te bieden voor het beperkte aantal af te geven standplaatsvergunningen. Uitzondering hierop zijn de standplaatsen die bij ingang van het onderhavige beleid specifiek zijn aangegeven.

 

Nieuwe aanvragen, evenals verlengingen, worden getoetst aan de APV van de gemeente, in combinatie met de richtlijnen zoals opgenomen in dit standplaatsenbeleid.

 

Op aanvragen wordt in principe binnen zes weken beslist. Indien een aanvraag voldoet aan de APV en de richtlijnen in deze nota en er positief wordt geadviseerd, wordt de vergunning verleend.

 

Publicatie

Verleende vergunningen worden gepubliceerd in een daartoe door het college aangewezen weekblad.

 

Weigeren van een vergunning

Indien een aanvraag voor een vergunning moet worden geweigerd (omdat deze de toetsing niet doorstaat en er geen bijzondere omstandigheden zijn die vergunningverlening noodzakelijk maakt), neemt het college hierover een besluit.

 

Intrekken van een vergunning

Een aanvraag kan worden ingetrokken. In Hoofstuk 3.8 onder lid 28 zijn voorwaarden opgenomen.

 

De kosten van een standplaats

Voor het innemen van een standplaats is vanwege de vergunningsplicht een vergoeding verschuldigd. De leges voor een standplaatsenvergunning staan opgenomen in de legesverordening. Hoofstuk 3,10 biedt meer duiding over de kosten van een standplaats.

 

Handhaving

Na het vaststellen van het niet naleven van de voorschriften door een vergunninghouder volgt een waarschuwing. Bij herhaling van onregelmatigheden zal het middel van schorsing of intrekken van de vergunning worden toegepast. Indien een eventuele nieuwe aanvraag wordt ingediend, kan de voorgeschiedenis mee worden gewogen.

 

Indien wordt geconstateerd dat zonder vergunning een standplaats wordt ingenomen, zal er handhavend worden opgetreden. Daarnaast zijn politie en gemeentelijke toezichthouders bevoegd tot toezicht, controle en handhaving. 

2. STANDPLAATSEN

2.1 Definitie

Standplaats (ex artikel 5:17 APV): het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Onder standplaats wordt niet verstaan:

  • a.

    een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

  • b.

    een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

 

In de gemeente wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Vaste standplaatsen

  • Seizoensstandplaatsen

  • Incidentele standplaatsen

 

Uitgangspunt bij alle standplaatsen is dat deze in principe een mobiel karakter moeten hebben en dagelijks na sluitingstijd verwijderd moeten worden. Tevens geldt voor alle standplaatsen dat zij dienen te beschikken over een rustig, verzorgd uiterlijk aanzien.

 

Vaste standplaatsen zijn standplaatsen die gedurende een of meerdere dagen per week gedurende het gehele jaar of een groot gedeelte van het jaar op een vaste locatie worden ingenomen.

 

Een seizoensstandplaats geldt alleen voor de verkoop van oliebollen en kerstbomen. Het is een standplaats waar vergunninghouders op aangewezen vaste locaties handelen.

 

Een incidentele standplaats is een standplaats die voor enkele vastgestelde dagen wordt ingenomen.

 

2.2 Vaste standplaatsen

2.2.1 Maximumstelsel en branchering

Vaste standplaatsen zijn standplaatsen die gedurende een of meerdere dagen per week gedurende het gehele jaar of een groot gedeelte van het jaar op een vaste locatie worden ingenomen.

 

Iedere gemeente kan een maximum aantal af te geven vergunningen vaststellen voor de gemeente als geheel en voor de diverse deelgebieden. Een maximumstelsel is een praktisch toetsingscriterium bij het beoordelen en het weigeren van standplaatsvergunningen. Een maximumstelsel houdt in, dat op grond van openbare orde, verkeersveiligheid en dergelijke een maximum aantal standplaatsen per gebied wordt bepaald. Er mag geen sprake zijn van verkapte marktvorming. In de toekomst hoeft niet iedere aanvraag afzonderlijk op alle aspecten beoordeeld te worden om tot een verlening of weigering te besluiten, wanneer het maximaal aantal uit te geven standplaatsvergunningen is bereikt. Het voordeel van een maximumstelsel is dat het duidelijkheid geeft aan zowel aanvragers, inwoners als andere belanghebbenden. Het hanteren van een maximumstelsel betekent niet per definitie dat iedere aanvraag wordt geweigerd. Per geval dient te worden beoordeeld of afwijking van dit stelsel in geval van bijzondere omstandigheden gewenst is.

 

Binnen de gemeente staan wij in principe per aangewezen zone niet meer dan één standplaats per dag toe. Binnen het maximumstelsel wordt ruimte geboden aan verschillende branches. Het college kan een vaste standplaats toewijzen voor bepaalde, nader aan te wijzen dag(en), tijden en branches per week. Een locatie kan, verspreid over verschillende dagen, aan meer dan één persoon worden toegewezen. Het komt daarom voor dat binnen één zone meerdere standplaatsen verspreid over de week zijn gevestigd. De zones zijn af te lezen in de bijlages en te raadplegen via de gemeentelijke website.

 

Het doel van branchering is om diversiteit in het aanbod te bewaken en zo aan te sluiten bij de behoeften van de inwoners en bezoekers van de gemeente. In het toedelen van de vaste standplaatsen wordt derhalve zoveel mogelijk gestreefd naar een gevarieerd aanbod ten behoeve van een goed verzorgingsniveau voor de consument. Het streven naar een evenredige verdeling van de branches houdt tevens in dat, als er op een locatie een standplaats verdwijnt, er wordt beoogd deze locatie toe te wijzen aan een ondernemer die een aanvraag doet in dezelfde branche.

 

In bijlage 1 zijn de huidige vaste standplaatsen in de gemeente weergegeven, verleend voor 2022. Meer gedetailleerde informatie omtrent deze standplaatsen wordt opgenomen in de desbetreffende vergunningen.

 

De vergunning voor vaste standplaatsen wordt verleend voor de duur van één jaar. Verlening voor een kortere duur dan één jaar is mogelijk. Zodra een vaste standplaats vrijkomt beoordeelt het college of de betreffende standplaats opnieuw wordt ingevuld. Indien een standplaats opnieuw wordt ingevuld, wordt deze in beginsel na openbare inschrijving (evt. via loting) vergund. Indien omstandigheden zulks noodzakelijk maken, zoals een herinrichting van een gebied of verhuur of verkoop van gemeentegrond, kan het college besluiten geen nieuwe vergunning te verlenen aan of wijzigingen aan te brengen in de situering van de standplaatsen en/of elders in de gemeente een andere locatie aan te wijzen.

 

Een vaste standplaatsvergunning wordt, zoals hiervoor vermeld, voor één jaar verleend. Een vergunninghouder van een vaste standplaatsvergunning kan maximaal vijf dagen per week een standplaats innemen omdat anders sprake is van een meer (semi) permanent karakter, terwijl standplaatsen een mobiel karakter dienen te behouden. Kiosken (winkeltje van een permanent karakter) zijn binnen het kader van standplaatsen niet toegestaan. Het verkoopmateriaal dient buiten verkooptijden verwijderd te zijn.

 

2.2.2 Appingedam

Voor het innemen van vaste standplaatsen in het centrumgebied van Appingedam worden geen vergunningen verleend (gebied 8 bij de bij dit behorende standplaatsenbeleidskaart). Dit is een voortvloeisel uit het voormalige beleid waarbij het voorkomen van aantasting van de cultuurhistorische en architectonische kwaliteit prevaleert boven het innemen van standplaatsen. Dit in verband met de bijzondere functie van de openbare ruimte als visitekaartje van de stad en de kwaliteitseisen die dit met zich meebrengt. Bij een levendig en attractief stadshart hoort een hoogwaardig ingerichte openbare ruimte die het kader moet vormen voor steeds afwisselende activiteiten.

 

Vanwege het sfeerverhogende karakter wordt een uitzondering gemaakt voor het seizoensgebonden innemen van een standplaats voor een oliebollenkraam op het kerkplein bij de Nicolaïkerk. Voorts kunnen alleen vaste (seizoen-/jaar)standplaatsen worden ingenomen op:

  • het Harddraversplein (winkelcentrum Opwierde) op de daarvoor gecreëerde locatie voor maximaal 1 dag per week en alleen voor branches die niet in het winkelcentrum Opwierde zijn gevestigd;

  • het Woonplein aan de Farmsumerweg, indien toestemming is verkregen van de eigenaar.

 

2.2.3 Delfzijl strand

In de raadsvergadering van 1 juni 2022 is de strandvisie vastgesteld. Het doel van deze visie is om het stadsstrand van Delfzijl toeristisch-recreatief te ontwikkelen. Een van de conclusies van de visie is dat er ruimte moet worden geboden voor maximaal drie standplaatsen op het strand van Delfzijl. Daarom zijn er voor het deelgebied 'Delfzijl Strand' (gebied 15 bij de bij dit behorende standplaatsenbeleidskaart), in tegenstelling tot de andere deelgebieden binnen Eemsdelta, drie vaste standplaatsen gereserveerd.

 

Naast de regels voor standplaatsen die uit dit beleid voortvloeien, worden aan de standplaatsen op het strand van Delfzijl extra kwaliteitseisen gesteld. Voor het strand van Delfzijl geldt (na vaststelling van dit beleid) een traject waarbij de gemeente de regie voert en extra eisen kan stellen aan de beeldkwaliteit. Wanneer het beeldkwaliteitsplan voor het strand van Delfzijl wordt vastgesteld (verwachting tweede kwartaal 2023), is het beeldkwaliteitsplan leidend voor de toetsing van de beeldkwaliteit voor het strand van Delfzijl.

 

Ook voor het strand van Delfzijl geldt dat, indien een vergunning op privaat terrein wordt aangevraagd, toestemming dient te worden verkregen van de eigenaar.

 

2.3 Seizoensstandplaatsen

Een seizoensstandplaats geldt alleen voor de verkoop van oliebollen en kerstbomen. Het is een standplaats waar vergunninghouders op vaste locaties handelen. Voor seizoensstandplaatsen in de gemeente zijn geen vaste locaties en tijdstippen aangewezen waarvoor jaarlijks vergunningen worden verleend. Bij een aanvraag wordt in overleg met de gemeente gekeken of de locatie geschikt is. Indien nodig wordt er gekeken naar een alternatieve optie.

  • a.

    Oliebollenkramen: Tijdens het winterseizoen kunnen jaarlijks in oktober, november, december en januari vergunningen worden verleend voor een oliebollenkraam. In 2022 zijn hiervoor de volgende locaties in gebruik:

  • a.

    Woonplein Appingedam

  • b.

    Kerkplein Nicolaïkerk Appingedam

  • b.

    Kerstbomenverkoop: Voor de periode december kan jaarlijks een vergunning worden verleend voor het verkopen van kerstbomen.

 

Aanvragen voor oliebollenkramen en kerstbomenverkoop dienen tussen 1 mei en 1 juli van een kalenderjaar te worden ingediend.

 

Binnen de gemeente staan we in principe per aangewezen zone niet meer dan één seizoensstandplaats per dag toe. Locaties voor seizoensgebonden standplaatsen worden per aanvraag bekeken. Indien in deze periode voor dezelfde locatie meerdere aanvragen binnenkomen, en andere locaties niet gewenst zijn, zal door middel van een openbare loting worden bepaald wie in aanmerking komt voor de seizoensstandplaats. De aanvrager van wie de naam wordt getrokken krijgt de standplaats toegewezen. Van de loting wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Dit verslag wordt toegestuurd aan alle aanvragers die zich hebben ingeschreven voor de betreffende seizoensstandplaats. Indien de aanvrager aan wie de standplaats is toegewezen zich terugtrekt, wordt teruggevallen op het resultaat van de loting en wordt de volgende aanvrager op de lijst benaderd en de standplaats aangeboden. Een aanvrager komt slechts voor één seizoensstandplaats tegelijk in aanmerking.

 

Voorwaarden voor de inname van een seizoensgebonden standplaats is voornamelijk gelegen in de verkeersveiligheid. Geen standplaats kan worden ingenomen:

  • langs in – en uitvalswegen;

  • langs wegen met vrijliggende fietspaden;

  • binnen een afstand van 20 meter van een kruispunt;

  • langs wegen die worden gebruikt door streekbussen;

  • op plaatsen waar al een vaste standplaatshouder staat;

  • op plaatsen met een hoge verkeersdruk.

 

2.4 Incidentele standplaatsen

Een incidentele standplaats is een standplaats die voor maximaal 3 aaneengesloten vastgestelde dagen wordt ingenomen. Dit zijn standplaatsen met een bijzonder karakter zoals standplaatsen ten behoeve van:

  • het verkopen van artikelen ten bate van een ideëel doel;

  • het verstrekken van informatie;

  • het verlenen van (al dan geen commerciële) diensten. Diensten worden beschouwd als dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden.

 

2.5 Standplaatslocaties

Voor een goede inpassing van een standplaats in de omgeving, moet een standplaatslocatie aan enkele voorwaarden voldoen:

  • standplaatsen mogen de vrije doorgang van hulpdiensten (minimaal 4,5 meter) niet hinderen;

  • standplaatsen mogen niet zorgen voor verkeersonveilige situaties;

  • standplaatsen mogen niet direct voor toegangen of nooduitgangen van winkels, woningen en bedrijven worden ingenomen;

  • parkeerplaatsen en groenvoorzieningen mogen niet op onredelijke wijze in het gedrang komen;

  • standplaatsen mogen geen onredelijke hinder, vervuiling of overlast veroorzaken.

 

In de gemeente worden geen vaste standplaatsen opgenomen, omdat we de flexibiliteit willen bieden om in overleg met de aanvrager naar een geschikte locatie te kijken. Op het moment zijn geen signalen van overlast of wildgroei. Wanneer dit in de toekomst wel aan de orde dan is er de mogelijkheid om het beleid te herijken.

 

2.6 Maximale grootte van een standplaats

Aangezien door het innemen van een standplaats ruimte aan andere openbare functies wordt onttrokken, is het wenselijk de grootte van standplaatsen beperkt te houden. De maximale grootte van een standplaats wordt in dit beleid niet vastgelegd, maar er wordt wel gekeken naar de voorwaarden genoemd in de APV, artikel 1.8. Zo mag een standplaats geen verstoring van de openbare orde en veiligheid opleveren.

 

2.7 Persoonsgebondenheid standplaatsvergunningen

Een vergunninghouder, of iemand verbonden aan het bedrijf van de vergunninghouder, dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De rol van de gemeente is dat erop toegezien moet worden dat de beschikbare plaatsen op rechtvaardige wijze worden verdeeld. Een standplaatsvergunning is niet overdraagbaar omdat anders handel in vergunningen mogelijk wordt. Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf is niet mogelijk. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij overlijden van de vergunninghouder, kan het college besluiten hiervan af te wijken.

 

2.8 Voorwaarden innemen standplaats

Gelet op artikel 1:4 APV worden verschillende voorwaarden verbonden aan een standplaatsvergunning. Deze voorwaarden kunnen worden aangemerkt als standaardvoorschriften bij de vergunning. Deze voorwaarden worden hieronder weergegeven. Het kan echter voorkomen dat aan een standplaatsvergunning, vanwege de specifieke situatie of omstandigheid, andere voorschriften worden verbonden. Het college is te allen tijde bevoegd gestelde voorwaarden aan een standplaatsvergunning aan te vullen of te wijzigen met beding van onmiddellijke inwerkingtreding.

 

  • 1.

    De vergunninghouder, of iemand verbonden aan het bedrijf van de vergunninghouder, maakt persoonlijk gebruik van de vergunning.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich bij de exploitatie van de standplaats niet laten vervangen door een ander, tenzij hij in het bezit is van een machtiging daartoe, afgegeven door het college.

  • 3.

    Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient de aanvrager handelingsbekwaam te zijn en te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen op grond van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 4.

    De standplaats moet daadwerkelijk worden ingenomen op de dagen waarvoor de vergunning geldt. Indien een standplaats niet kan worden ingenomen dient vergunninghouder dit te melden. Het structureel niet daadwerkelijk gebruiken van de vergunning leidt tot intrekking daarvan.

  • 5.

    Alle verkooppunten waarvoor een standplaatsvergunning wordt afgegeven moeten verrijdbaar zijn of verplaatsbaar.

  • 6.

    De verkoopgelegenheid dient aan het eind van de dag van de standplaats te worden verwijderd, tenzij anders opgenomen in de vergunning.

  • 7.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan een uur voordat met de verkoop mag worden begonnen en moet zijn ontruimd binnen een uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd.

  • 8.

    De afmetingen van de standplaats (en verkoopgelegenheid) mogen de omvang zoals die voor de standplaats is/wordt vastgesteld niet overschrijden, waarbij afvalbakken, parasols, luifels en andere faciliteiten ten behoeve van de verkoop vallen binnen de oppervlakte van de standplaats.

  • 9.

    Er dient een minimale vrije doorgang/rijbaanbreedte van 4,5 meter en een minimale vrije doorrijhoogte van 4,2 meter voor de hulpdiensten gegarandeerd te blijven, tevens mag de vrije doorgang van het publiek en het verkeer niet worden gehinderd.

  • 10.

    Een vergunning wordt uitsluitend verleend voor het daarin verleende assortiment. Goederen en waren welke niet tot het verleende assortiment behoren mogen niet worden verkocht.

  • 11.

    Het is niet toegestaan op de standplaats gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur.

  • 12.

    Gedurende de verkoopactiviteiten moet de omgeving van de standplaats een schoon en ordelijk aanzien hebben. Na afloop van de verkoopactiviteiten moet de standplaats en de directe omgeving (binnen een straal van 25 meter) schoon worden opgeleverd. Indien dit wordt nagelaten, zal dit op kosten van vergunninghouder door de gemeente gebeuren.

  • 13.

    Er dient een afvalbak bij de verkoopwagen geplaatst te worden indien de koopwaar ter plekke genuttigd kan worden.

  • 14.

    De vergunninghouder dient zich te houden aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de Warenwet, Winkeltijdenwet en Wet Milieubeheer.

  • 15.

    Aanwijzingen door of vanwege de gemeente, NVWA, politie en brandweer dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

  • 16.

    Tijdens de uitvoering van civieltechnische werken, evenementen met vergunning of een vergelijkbare reden waarom de standplaats tijdelijk niet kan worden ingenomen, krijgt vergunninghouder, indien mogelijk, een alternatieve locatie toegewezen en is hij verplicht deze te accepteren. De gemeente stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit voortvloeit.

  • 17.

    Het veroorzaken van schade, hinder of overlast is niet toegestaan.

  • 18.

    De kosten van herstel van schade, welke direct voortvloeien uit het gebruikmaken van de vergunning, ontstaan aan gemeente-eigendommen, komen voor rekening van de vergunninghouder.

  • 19.

    Vergunninghouder is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik maken van de vergunning schade zal lijden.

  • 20.

    De gemeente wordt door vergunninghouder gevrijwaard van alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade, die mocht ontstaan door of vanwege het gebruik van de vergunning.

  • 21.

    In beginsel is het leggen van stroomkabels over de weg niet toegestaan. Eventuele kabels en/of snoeren die over de grond lopen dienen zodanig te zijn afgedekt dat gevaar op struikelen c.q. vallen wordt voorkomen.

  • 22.

    Vergunninghouder is verplicht voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting krachtens wettelijk aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Dit is voor verantwoording van de vergunninghouder.

  • 23.

    In de volgende situaties komt de vergunning te worden vervallen of wordt ingetrokken:

  • bij overlijden van de vergunninghouder;

  • de vergunninghouder hierom verzoekt;

  • bij bedrijfsbeëindiging van de vergunninghouder;

  • de vergunninghouder het bij of op grond van deze beleidsregels bepaalde overtreedt;

  • de vergunninghouder niet of niet tijdig de rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet;

  • de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • de vergunning niet gebruikt wordt volgens de op de aanvraag vermelde gegevens op basis waarvan de vergunning is verstrekt;

  • het verkeersbelang dit eist;

  • indien dit noodzakelijk is in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • indien gedurende een periode van meer dan twee maanden van de standplaats geen gebruik wordt gemaakt.

 

Voor die gevallen dat een standplaats wordt ingenomen op grond waarvan de gemeente geen eigenaar is, geldt dat naast de standplaatsvergunning tevens privaatrechtelijke toestemming is vereist van de grondeigenaar.

 

2.9 Nutsvoorzieningen

Standplaatshouders zullen gebruik willen maken van voorzieningen als elektriciteit en water. De verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen ligt bij de standplaatshouders. Indien de standplaatshouder nutsvoorzieningen wenst, kan hij dit op eigen rekening en risico laten aanleggen door een hiertoe gespecialiseerd bedrijf. Alle kosten voor gebruik, aanleg, onderhoud en verwijderen van de voorzieningen komen voor rekening van de vergunninghouder. Indien de standplaatshouders voorzieningen plaatsen in/op gemeentegrond, moet hiervoor toestemming aan de gemeente worden gevraagd. Voorts kan de standplaatshouder, indien hij de standplaats niet meer kan c.q. wil gebruiken de kosten voor de aanleg niet verhalen op de gemeente. Eventuele overdracht aan een nieuwe standplaatshouder dient onderling te worden geregeld.

 

2.10 Kosten van de standplaats

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaats dient de aanvrager leges te betalen. De bedragen zijn gebaseerd op de Legesverordening en zien slechts op de administratieve kosten voor vergunningverlening. Het tarief wordt bepaald voor de duur van de vergunning. Dit kan voor de duur van een dag, een maand of een jaar worden gerekend.

 

3. SLOTBEPALINGEN

3.1 Afwijken van beleid in geval van bijzondere omstandigheden

De uitgangspunten van dit standplaatsenbeleid laten onverlet de inherente afwijkingsbevoegdheid op basis van de Algemene wet bestuursrecht (art. 4:84 Awb). Dit houdt in dat het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Het gaat hierbij om omstandigheden die kennelijk niet voorzien waren toen de beleidsregels werden gemaakt. Het mag niet gaan om een structurele afwijking van de beleidsregels, dan is het aangewezen om het beleid aan te passen. Als het volgen van de beleidsregels de belanghebbende(n) onevenredig schaadt ten opzichte van het doel van de beleidsregels dan mag de beleidsregel niet worden toegepast.

 

3.2 Intrekking

Met de vaststelling van dit beleid is het 'Standplaatsenbeleid Gemeente Delfzijl' d.d. 25 september 2017 en de 'Beleidsregels standplaatsen: Appingedam 2012' d.d. 18 september 2012 ingetrokken.

 

3.3 Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

 

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Eemsdelta op 20 december 2022.

 

3.4 Overgangssituatie

De ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregels geldende vergunningen behouden hun geldigheid gedurende de termijn waarvoor ze zijn afgegeven.

 

3.5 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: 'Standplaatsenbeleid Eemsdelta'.

BIJLAGE I

In onderstaande tabel zijn de huidige vaste standplaatsen in de gemeente weergegeven, verleend voor 2022. Meer gedetailleerde informatie omtrent deze standplaatsen wordt opgenomen in de desbetreffende vergunningen.

 

Kern Locatie Branche Aantal Periode

Appingedam

Harddraversplein Vis/Visproducten 1 Dinsdagen en zaterdagen van 10.00 uur tot 19.00 uur

Woonplein (privaat terrein) Vis/Visproducten 1 Vrijdag van 11.00 uur tot 18.00 uur

Woonplein (privaat terrein) Oliebollen 1 Vrijdag van 11.00 uur tot 18.00 uur

Delfzijl

Dijk/strand IJs/koffie 1 Alle dagen, 11.00 uur tot 19.00 uur

Jachtlaan Griekse broodjes 1 Vrijdag van 11.00 uur tot 20.00 uur

Jachtlaan Vis/Visproducten 1 Woensdag en zaterdag van 11.00 uur tot 18.00 uur

Vennenplein Vietnamese snacks 1 Alle dagen behalve woensdag en tijdens feestdagen

Wending Vis/Visproducten 1 Woensdag van 10.00 uur tor 19.00 uur

Wending Vis/Visproducten 1 Donderdag van 11.00 uur tot 18.00 uur

Wending Vis/Visproducten 1 Dinsdag, vrijdag en zaterdag van 08.00 uur tot 18.00 uur

Zwet (bij AZC) Levensmiddelen 1 Maandag 12.00 uur tot 18.00 uur

Farmsum

Borgweg 161A Vis/Visproducten 1 Woensdag 8.00 uur tot 18.00 uur

Loppersum

Marktplein Vis/Visproducten 1 Woensdag van 15.30 uur tot 19.00 uur

Middelstum

Concordiaplein Patat en Snacks 1 Donderdag van 17.00 uur tot 20.00 uur,

Vrijdag van 11.00 uur tot 20.00 uur,

Zaterdag van 17.00 uur tot 22.00 uur

Spijk

Alderdaweg 11 Vis/Visproducten 1 Donderdag 8.00 uur tot 14.00 uur

Nesweg Vis/Visproducten 1 Zaterdag van 10.30 uur tot 13.00 uur

Stedum

Haventerrein Patat en Snacks 1 Vrijdag van 16.00 uur tot 20.00 uur

Wagenborgen

Dok, A Verburghwijk Patat en Snacks 1 Zondag van 11.00 uur tot 18.00 uur

Hoofdweg 144, Wagenborgen Vis/Visproducten 1 Woensdag van 10.00 uur tot 19.00 uur

Kerkstraat 58, Wagenborgen Vis/Visproducten 1 Zaterdag

Hoofdweg Vis/Visproducten 1 Donderdag 15.30 uur tot 19.00 uur

Zandt, 't

Kerkplein Patat en Snacks 1 Zaterdag van 16.00 uur tot 20.00 uur

Tabel 1: overzicht verleende vergunningen voor standplaatsen in de gemeente Eemsdelta in 2022