Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van Woerden houdende een Reglement van orde (Reglement van Orde van de raad van Woerden, versie juli 2022) |
Citeertitel | Reglement van orde van de raad van Woerden, versie juli 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | raadbesluit, beslispunt 1 raadsbesluit, beslispunt 2 bekendmaking gmb-2022 487042 Geconsolideerde RvO, versie juli 2022 |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde van de raad Woerden 2020. Inwerkingtredingsdatum wijk af van art.57 lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2022 | artt. 1,3,7,10,15,19,20,26,29,38,44, 55 | 06-07-2022 gmb-2022-487042 |
De raad van de gemeente Woerden;
gelezen het voorstel d.d. 3 juni 2020 van:
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
(1. Gezamenlijk de intentie uit te spreken om te werken aan het verbeteren van de vergadercultuur, waaronder het consequent toepassen van de regels over spreektijden, mondelinge vragen van raadsleden en de vergaderorde, alsmede het opstellen van aanvullende regels over het indienen van moties vreemd aan de orde van de dag .)
2.Het Reglement van orde 2020 in te trekken en het “Reglement van orde juli 2020” vast te stellen.
(3. Jaarlijks een themabijeenkomst te organiseren waarin van gedachten wordt gewisseld over de vergadercultuur.)
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Commissielid: een persoon, niet zijnde een raadslid, die is aangewezen door de fractie om haar bij te staan bij het verrichten van haar werk ten behoeve van de ronder sub k. beschreven vergaderingen en daartoe schriftelijk door een fractie is aangemeld bij de griffier, zoals beschreven in de Verordening op de commissieleden;
De agendacommissie besluit over de procedurele behandeling van een raadsvoorstel en stelt de voorlopige agenda’s van de vergaderingen binnen ‘Raad op Donderdag’ vast. De griffie geeft namens de agendacommissie een actieve terugkoppeling aan de raad over de besluiten en motivering van de agendacommissie.
De agendacommissie speelt een belangrijke rol bij de agendering in het vergadermodel ‘Raad op Donderdag’. De agendacommissie is het startpunt van ieder te behandelen stuk en te bespreken onderwerp. De taken van de agendacommissie zijn:
Voor alle taken wordt de agendacommissie ondersteund door de griffie. De griffie zorgt te allen tijde voor voorstellen waarop de agendacommissie kan besluiten.
Het presidium bestaat uit de voorzitters van de fracties die op basis van de verkiezingsuitslag zitting nemen in de gemeenteraad. Onafhankelijke, afgesplitste raadsleden als bedoeld in artikel 7, lid 4 en 5 zijn eveneens lid van het presidium. Namens een groep is slechts één raadslid lid van het presidium.
De leden van het presidium worden vervangen door een raadslid overeenkomstig hetgeen binnen elke fractie of groep is afgesproken. Een enkel afgesplitst raadslid kan zich niet laten vervangen. De griffier wordt vervangen overeenkomstig de betreffende vervangingsregeling. Bij afwezigheid van de technisch voorzitter van het presidium neemt de fractievoorzitter die het langstzittend raadslid is, het voorzitterschap waar.
Het presidium is met name een adviesgremium over procedurele, organisatorische en vergadertechnische aangelegenheden. In de zesde bepaling is de vervanging van de verschillende aanwezigen geregeld. De burgemeester is hier expliciet weggelaten. De burgemeester is in zijn hoedanigheid als voorzitter van de raad aanwezig bij de vergaderingen van het presidium.
Artikel 5 - Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Na een raadsverkiezing moeten de raadsleden op de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling de eed of verklaring en belofte afleggen. De voorzitter zal hen hiervoor oproepen. Bij tussentijdse vacaturevervulling kan de eed of verklaring en belofte aansluitend aan de beslissing van de raad over de toelating van het betrokken raadslid plaatsvinden. Dit heeft te maken met het feit dat er geen beroep open staat tegen de beslissing tot toelating als lid van de raad. Zodra de beslissing aan het betrokken raadslid is meegedeeld, treedt de beslissing in werking en kan het lid worden beëdigd als raadslid.
Artikel 6 – Benoeming wethouders
Lid 1 - Voor het overgrote deel volgt de benoeming en toelating van een wethouder de stappen die gevolgd worden bij de benoeming en toelating van een raadslid.
Lid 2 - Met dit artikel wordt expliciet gemaakt dat de kandidaat-wethouder verantwoordelijk is voor het tijdig en volledig aanleveren van alle vereiste en relevante informatie m.b.t. zijn of haar benoeming. Die informatie betreft de wettelijk vereiste informatie, maar ook informatie anderszins die relevant is voor de benoeming.
Lid 3 - Een extra ingebouwde stap bij het benoemen van een wethouder is een antecedentenonderzoek, waaraan door de kandidaat een onvoorwaardelijke medewerking wordt verlangd. Zo dient de kandidaat een Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen, waarin specifiek naar het screeningsprofiel “politieke ambtsdragers” wordt gekeken. Daarnaast heeft de kandidaat een vertrouwelijk gesprek met de burgemeester en de griffier over in ieder geval de geloofsbrieven en de gedragscode politiek ambtsdragers. Van het gesprek vindt onder zorg van de burgemeester een gepaste en adequate terugkoppeling plaats naar het Presidium. Omdat dit zeer persoonlijke informatie betreft (diegene is op dat moment nog geen wethouder), vindt de terugkoppeling achter gesloten deuren plaats.
Ten slotte dient de kandidaat medewerking te verlenen aan het verrichten van een integriteitscan, uitgevoerd door een ter zake kundig bureau, met als doel het opstellen van een bestuurlijk risicoprofiel van de kandidaat in relatie tot de functie van wethouder. Van de bevindingen vindt onder zorg van de burgemeester een gepaste en adequate terugkoppeling plaats naar het Presidium, eveneens achter gesloten deuren.
Wanneer een raadslid zich afsplitst of meerdere raadsleden zich afsplitsen van de fractie waar het/zij tot op dat moment toe behoorde(n), wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijke mededeling gedaan aan de voorzitter. Zij zullen vanaf dat moment zitting hebben in de gemeenteraad als onafhankelijk raadslid, tenzij zij zich aansluiten bij een reeds bestaande fractie.
Artikel 9 – Tijd en plaats van vergaderen
Alle vergaderingen van Raad op Donderdag vinden, tenzij op voorspraak van de agendacommissie anders wordt besloten, in de regel op donderdag plaats en vangen in de regel aan om 20:00 uur en eindigen uiterlijk om 23.30 uur. Zij worden gehouden in de raadszaal en aanverwante vergaderzalen van het gemeentehuis.
Artikel 10. Oproep en voorlopige agenda
De voorzitter verstuurt ten minste zeven dagen voor de vergaderingen een schriftelijke oproep en, op voorstel van de agendacommissie, de agenda’s met bijbehorende stukken en mogelijkheden voor het indienen van technische vragen naar alle raadsleden en commissieleden, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.
Artikel 12 – Ter beschikking stellen van stukken
Het op internet raadpleegbare raadsinformatiesysteem is voor iedereen toegankelijk. In het raadsinformatiesysteem staan in ieder geval de agenda’s, de bijbehorende stukken en een lijst met ingekomen stukken. Ook is via dit systeem het audio- en videoverslag terug te luisteren en te kijken.
Het tweede lid stelt verplicht dat de agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, tegelijkertijd met de oproep aan de leden worden bekend gemaakt. De in artikel 25, eerste en tweede lid, bedoelde stukken zijn stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd. Hier wordt melding van gemaakt op de stukken. Deze liggen ter inzage in de kluis in de griffiekamer.
Artikel 13 – Openbare kennisgeving
De vergaderingen binnen Raad op Donderdag worden door aankondiging in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of in het gemeentelijk informatieblad, en op een voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing in het raadsinformatiesysteem van de gemeente, ter openbare kennis gebracht.
De voorzitter kan na overleg met het presidium, de indeling herzien indien daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld na de splitsing van een fractie of de installatie van een nieuw lid.
Artikel 17 – Opening vergadering; quorum
Bij de opening van de vergadering spreekt de voorzitter de volgende woorden uit: ”Voorafgaand aan deze vergadering, waarin wij samenkomen om de belangen van de gemeente Woerden en haar inwoners te dienen, spreken wij de hoop uit dat onze arbeid vrucht zal dragen. Mogen wij kracht en inspiratie putten uit onze geloofs- en levensovertuigingen met juiste waardering voor elkaars mening. De vergadering is geopend”.
Artikel 20, Gemeentewet bepaalt dat een vergadering pas geopend wordt als meer dan de helft van de zitting hebbende leden aanwezig is. Indien het quorum niet wordt gehaald, dient er ten minste 24 uur tussen het verzenden van de oproeping en de volgende vergadering te zitten.
Artikel 18 – Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming. Degene die de voorzitter vervangt brengt het laatst zijn stem uit.
Artikel 19 – De inwoner aan het woord
Een ieder krijgt na vaststelling van de agenda de gelegenheid om de raad maximaal 5 minuten toe te spreken over een niet-geagendeerd en bij voorkeur actueel onderwerp tijdens ‘De inwoner aan het woord’.
Voor inspreken over onderwerpen die niet op de agenda staan wordt ‘De inwoner aan het woord’ georganiseerd. Aan het begin van de raadsvergadering krijgen inwoners de gelegenheid om hun verhaal aan de hele raad te doen. De agendacommissie ziet toe dat er niet alsnog over een geagendeerd onderwerp wordt ingesproken. Dat hoort namelijk thuis bij de Politieke Avond.
Artikel 20 – Actualiteitenhalfuur
De voorzitter kan per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college en de overige leden bepalen. Het stellen van vragen, inclusief de beantwoording daarvan en een vervolgreactie daarop, mag niet langer dan 10 minuten duren. De norm is maximaal 4 vragen per onderwerp. Mocht deze spreektijd worden overschreden, kan de steller een verzoek doen aan de agendacommissie om het vervolg van de bespreking op een later moment voort te zetten. Wanneer meer dan drie sets actualiteitenvragen worden aangekondigd, wordt de beschikbare tijd (30 minuten) evenredig verdeeld.
Artikel 155, Gemeentewet stelt dat het leden van de raad vrij staat om mondeling en schriftelijke vragen aan het college te stellen. Dit artikel voorziet in het stellen van mondelinge vragen aan het college.
Voor de kwaliteit van beantwoording van mondelinge vragen is het raadzaam de vragen minimaal 24 uur voorafgaand aan de vergadering in te dienen bij de voorzitter.
Daarnaast is het niet de bedoeling dat deze mondelinge vragen de aard van schriftelijke vragen (conform artikel 42) hebben. Het is raadzaam om na een korte inleiding op de mondelinge vragen maximaal vier heldere vragen te stellen.
Artikel 21 – Verslaglegging en besluitenlijsten
Naast het audioverslag wordt onder verantwoordelijkheid van de griffier een besluitenlijst van de vergadering opgesteld, dat ten minste bestaat uit:
de namen van de ter vergadering aanwezige leden, de voorzitter, de burgemeester, de ter vergadering aanwezige wethouders, de griffier, alsmede van de leden die afwezig waren. De namen van de leden die na de opening ter vergadering zijn gekomen of voor de sluiting van de vergadering zijn vertrokken, worden afzonderlijk vermeld;
De raadsleden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en de griffier hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de vergadering waarin de vaststelling zal plaatsvinden, schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
Naast het audioverslag waar de vergadering woordelijk kan worden teruggeluisterd, wordt onder verantwoordelijkheid van de griffier een besluitenlijst opgesteld en gepubliceerd in het raadsinformatiesysteem. In de besluitenlijst worden alle relevante zaken die aan de orde zijn geweest opgenomen. Hieronder vallen ook bijvoorbeeld ingetrokken en/of anderszins niet in stemming gebrachte moties en amendementen.
Artikel 22 – Ingekomen stukken
Alle aan de raad en commissies gerichte stukken worden in principe binnen drie werkdagen opgenomen op de digitaal doorlopende lijst. Hieronder vallen ook de schriftelijke mededelingen van het college aan de raad. Bij elk stuk staat aangegeven op welke wijze het stuk (procedureel) kan worden behandeld. De digitale lijst wordt wekelijks gesloten. De lijst zoals die in de raadsvergadering wordt vastgesteld bestaat in de regel uit vier wekelijkse lijsten. De raad stelt op voorstel van de voorzitter in elke raadsvergadering formeel de wijze van afdoening van deze ingekomen stukken vast.
Artikel 26 – Spreektijdenregeling
Om doelmatig en voor de inwoners van Woerden aantrekkelijker te vergaderen, wordt een spreektijdenregeling gehanteerd. Er geldt een maximumspreektijd voor de leden van de raad en voor de leden van het college. De spreektijd voor de raad wordt gelijkelijk over de fracties verdeeld, dus los van de grootte van fracties. De leden van het college zijn verantwoordelijk voor een adequate verdeling van de totale spreektijd die voor het college beschikbaar is. Bij het doen van een voorstel omtrent de spreektijd zal de voorzitter rekening houden met de lengte van de agenda, het karakter van de onderwerpen en overige zaken die van invloed kunnen zijn op de spreektijd van de raad en die van het college.
Artikel 27 – Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de behandeling van het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 30 – Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd, en voor het geval het laatste raadslid zich vergist, voordat de uitslag van de stemming is meegedeeld. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Van belang zijn de artikelen 27 t/m 30, 32 van de Gemeentewet.
Artikel 32 – Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Dit artikel regelt de orde bij stemmingen over personen. Stemmingen over personen kunnen geschieden op voordracht van een orgaan, dan wel op aanbeveling van een orgaan. In het geval van een voordracht is de raad gehouden voor of tegen de voorgedragen persoon te stemmen. Een voordracht is daarmee altijd bindend. Als het gaat om stemming op basis van een aanbeveling is de raad op voorhand niet gebonden. De raad kan derhalve van de aanbeveling afwijken.
N.B. Ook ten aanzien van voorstellen over benoeming, aanwijzing etc. van personen, geldt artikel 32, derde lid Gemeentewet (Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen).
Artikel 33 – Herstemming over personen
Wanneer ook bij de tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen verdeeld over meer dan twee personen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming plaats heeft.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden en instrumenten van raadsleden
Artikel 35 – Amendementen en subamendementen
Een amendement betreft altijd een concrete wijziging van de tekst of cijfers van een voorgesteld besluit, waarbij een wijziging ook het schrappen of toevoegen van tekst of cijfers kan zijn. Als een amendement wordt aangenomen, wordt het besluit conform het amendement gewijzigd en in die gewijzigde vorm in stemming gebracht. Aangezien een aangenomen amendement deel van het raadsbesluit is, kunnen derden via juridische weg uitvoering van een amendement afdwingen. Het college is dan ook gehouden een amendement uit te voeren. Een amendement moet zodanig geformuleerd zijn dat het mogelijk is om het direct in het besluit op te nemen.
Artikel 37 – Moties vreemd aan de orde van de dag
Een motie is een politieke verklaring over een onderwerp waarin een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken. Tenzij het een motie 'vreemd aan de orde van de dag' betreft, hoort een motie bij een besluit. Van belang daarbij, als richtsnoer, is dat deze het algemeen belang raakt, importantie bevat en actueel is (de criteria die ook gelden voor mondelinge vragen van raadsleden).
De raad beslist tijdens het vaststellen van de agenda of de motie vreemd aan de orde van de dag in de betreffende raadsvergadering wordt behandeld of dat dit op een later moment geschiedt, bijvoorbeeld omdat hij van mening is dat de motie nog onvoldoende is uitgewerkt. Voorts bepaalt de raad of de motie wordt behandeld als bespreekpunt (met spreektermijnen) of dat deze direct bij het agendapunt in stemming wordt gebracht.
De indiener van een motie vreemd aan de orde van de dag kan de motie voorafgaand aan de raadsvergadering agenderen op een Politieke Avond.
Artikel 38 Bestuurlijke reactie college op aangekondigde amendementen en moties
De voorzitter kan bij grotere onderwerpen de raadsleden gemotiveerd verzoeken om eventuele moties en amendementen voor een bepaalde tijd aan te kondigen om het college voldoende tijd te geven daar schriftelijk op te reageren.
De bestuurlijke reactie op amendementen en moties is kort, duidelijk en to-the-point en gaat dus uitsluitend in op de bestuurlijke en/of juridische wenselijkheid en uitvoerbaarheid.
Artikel 40 – Initiatiefvoorstellen
Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 147a, eerste lid, van de Gemeentewet geeft een raadslid het recht een voorstel voor een verordening of een ander voorstel ter behandeling in de raad in te dienen. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de raad regelt op welke wijze een initiatiefvoorstel voor een verordening wordt ingediend en behandeld. Het eerste en het tweede lid van artikel 40 voorzien hierin. Artikel 147a, derde lid, van de Gemeentewet bepaalt in tegenstelling tot artikel 147a, tweede lid, dat voor andere initiatiefvoorstellen geen verplichte behandeling voorgeschreven is. Dit betekent dat de raad (aanvullende) voorwaarden kan stellen aan het in behandeling nemen van een ander initiatiefvoorstel dan de wijziging van een verordening. Artikel 147a, derde lid stelt dat de raad geen besluit neemt over een voorstel dan nadat het college in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de raad te brengen.
Artikel 42 – Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn, waarbinnen beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, bij de behandeling van de lijst van ingekomen stukken nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Op grond van deze bepaling kan een raadslid schriftelijke vragen stellen aan het college of de burgemeester, al naar gelang wie verantwoordelijk is. Het college of de burgemeester dient de vragensteller gemotiveerd in kennis te stellen indien de beantwoording niet binnen de gestelde termijnen kan plaatsvinden. In situaties waarin fracties identieke vragen stellen (schriftelijk dan wel tijdens rondvragen in commissievergaderingen e.d.), over een onderwerp waarover reeds door een andere fractie schriftelijk vragen zijn gesteld, wordt verwezen naar de eerder schriftelijk ingediende vragen en de verwachte datum van beantwoording. Vragen over hetzelfde onderwerp maar met een andere strekking/politieke lading worden direct in behandeling genomen en overeenkomstig dit artikel behandeld.
Indien één of meer raadsleden de raad willen voorstellen nader onderzoek in te stellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur, wordt daarvoor een schriftelijk voorstel ingediend bij de voorzitter onder opgave van een omschrijving van het onderwerp van onderzoek met een toelichting.
Artikel 46 – Instellen werkgroep
Door te refereren aan de artikelen 83 t/m 86 Gemeentewet worden zaken als verslaglegging, ondersteuning en openbaarheid van de bijeenkomsten van de werkgroep geregeld. Hierdoor ontstaat er een solide basis voor werkgroepen die een bepaald onderwerp nader willen bespreken. Instelling van de werkgroep geschiedt middels een voorstel aan de raad.
Hoofdstuk 4. Begroting en rekening
Artikel 48 – Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de auditcommissie vaststelt en ter goedkeuring aan de raad voorlegt.
Artikel 49 – Procedure rekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de auditcommissie vaststelt en ter goedkeuring aan de raad voorlegt.
Hoofdstuk 5. Besloten vergadering
Van belang zijn artikel 23 en 24 in de Gemeentewet:
In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over:
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
De besluitenlijst ligt voor de leden van de raad en het college ter inzage op de griffie. In de eerstvolgende openbare vergadering wordt de geheimhouding bekrachtigd en vervolgens worden de notulen in openbaarheid vastgesteld. Indien het wenselijk is over de inhoud van de besluitenlijst het woord te voeren, dan worden deze pas vastgesteld in de eerstvolgende besloten vergadering. De vaststelling van deze besluitenlijst gebeurt niet eerder dan nadat de leden van de raad in de gelegenheid zijn gesteld kennis te nemen van de inhoud.
Artikel 53 – Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Op grond van artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet kan geheimhouding worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. De opgelegde geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de raad de oplegging niet in zijn eerstvolgende vergadering die volgens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd. Als de raad niet van plan is de opgelegde geheimhouding te bekrachtigen, kan het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met de raad overleg voeren. Deze besloten vergadering kan dan gaan om de vraag waarom de raad de geheimhouding wil opheffen.
Van belang zijn de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers
Artikel 54 – Toehoorders en pers
Van belang is artikel 26, eerste en tweede lid, Gemeentewet:
Artikel 55 – Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiertoe voor aanvang van de vergadering een verzoek aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 56 – Gebruik mobiele apparatuur
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het hoorbaar gebruiken, alsmede het hoorbaar stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.