Organisatie | Uithoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheerplan openbare verlichting 2021-2025 |
Citeertitel | Beheerplan openbare verlichting |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 2 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2021 | nieuwe regeling | 06-09-2021 | 2019-072329 |
Voor u ligt het Effectgestuurd Beheerplan openbare verlichting van de gemeente Uithoorn. Hiervoor zijn masten, armaturen en lampen van de gemeente geanalyseerd en beoordeeld. Ook de verkeerregelinstallaties (VRI) zijn meegenomen in dit beheerplan. Op basis van de uitkomsten van de analyse is bepaald welke onderhoudsmaatregelen het meest passend zijn om bij te dragen aan de maatschappelijke effecten die zijn opgenomen in het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR). Het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) beschrijft de doelstellingen voor het onderhoud, inrichting en gebruik van de gehele openbare ruimte. In het IBOR is bepaalt dat deze kaders per asset worden uitgewerkt naar concrete doelen en beheermaatregelen.
Ook zijn in dit beheerplan de kosten die deze maatregelen met zich mee brengen beschreven. Hierdoor is er sprake van optimaal, geïntegreerd en transparant openbare verlichting beheer met een onderbouwing van het voorgestelde dagelijks en planmatig onderhoud en de voorgestelde specifieke maatregelen voor vervanging en/of herinrichting.
1.1 Bijdrage openbare verlichting aan de openbare ruimte
De openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de doelen van de gemeente. De gemeente heeft daarnaast de plicht om de openbare ruimte deugdelijk te onderhouden. Voor het beheer van de openbare ruimte gelden eisen en richtlijnen. Daarnaast heeft de gemeente zelf een strategie voor de openbare ruimte geformuleerd: het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR). In figuur 1 zijn maatschappelijke thema’s weergegeven waaraan de openbare ruimte bijdraagt.
Figuur 1 Maatschappelijke thema’s uit het IBOR waaraan de openbare ruimte bijdraagt
Om een vertaling van het IBOR naar dit beheerplan openbare verlichting te maken is effectgestuurd beheer ontwikkeld. Het voordeel van het opstellen van beheerplannen aan de hand van effectgestuurd beheer is dat naar allerlei maatschappelijke thema’s gekeken wordt en niet alleen naar de technische staat van onderhoud.
In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe openbare verlichting bijdraagt aan de in figuur 1 genoemde maatschappelijke thema’s.
Dit beheerplan is een uitwerking van het IBOR en daarmee tactisch/operationeel van aard. Het IBOR is leidend voor de strategische visie op de openbare ruimte. Dit beheerplan werkt de strategie verder uit in maatregelen, werkzaamheden en een financiële onderbouwing.
Dit beheerplan geeft geen opsomming van alle werkzaamheden die in de buitenruimte plaatsvinden, maar werkt met maatregelpakketten (bij elkaar horende werkzaamheden die een bepaald doel dienen).
Dit beheerplan wordt vastgesteld door het college van B&W. De gemeenteraad wordt een exemplaar ter kennisgeving gestuurd.
In dit beheerplan worden ook de daadwerkelijke financiële consequenties inzichtelijk gemaakt. Indien extra financiële middelen noodzakelijk zijn om bijdragen aan het realiseren van de speerpunten en algemene effecten te realiseren wordt dit aan het bestuur voorgelegd ter afweging.
Allereerst worden in hoofdstuk 2 de wettelijke kaders kort beschreven en wordt stilgestaan bij de beleidsuitgangspunten. Tevens worden de normen en richtlijnen uit onder andere het CROW opgesomd en worden de assetmanagementprincipes toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie kort beschreven en staan we stil bij de kwaliteit en effecten ervan. In hoofdstuk 4 staat beschreven hoe we de doelen bereiken met de openbare verlichting in Uithoorn. De financiële uitwerking staat in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 gaan we in op de monitoringstrategie van de openbare verlichting. In hoofdstuk 7 komen de communicatie en participatie aan bod. Hoofdstuk 8 behandeld ten slotte de ontwikkelagenda voor de toekomst.
Er bestaat geen specifieke wet die bepaalt hoe de openbare ruimte moet worden beheerd. Wel bestaat er een ‘zorgplicht’ per asset en heeft de gemeente met wet- en regelgeving te maken vanuit het rijk en de provincie. De ‘zorgplicht’ is vastgesteld in het Burgerlijk Wetboek en stelt eisen aan technische veiligheid. De wet regelt in algemene zin wanneer een rechtspersoon aansprakelijk gesteld kan worden voor schade. Voor de openbare ruimte betekent dit dat de gemeente moet kunnen aantonen regelmatig onderhoud te plegen en de technische staat van objecten te inspecteren, zodat de veiligheid in de openbare ruimte gehandhaafd blijft. Als de gemeente dit niet of in onvoldoende mate doet kan zij aansprakelijk gesteld worden voor nalatigheid. Uit wettelijke bepalingen worden geen eisen gesteld aan de beeldkwaliteit van een gebied.
Er is geen wet- en regelgeving over openbare verlichting, wel over de elektriciteit die nodig is voor verlichting. In de wet staat dat elke gemeente de vrijheid heeft om te bepalen of en hoe ze de openbare ruimte wil verlichten. Over de hoeveelheid licht die nodig is om een veilige situatie te creëren heeft de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) een richtlijn opgesteld. Het is niet wettelijk verplicht deze richtlijn op te volgen. De richtlijn vormt naar alle waarschijnlijkheid de basis voor aankomende Europese wetgeving en heeft dus wel enige status. De richtlijn koppelt verschillende wegcategorieën en weggebruikers aan de meest ideale verlichtingssituatie. De richtlijn is opgesteld in overleg met verlichtingsspecialisten van overheden en van de verlichtingsindustrie. In de praktijk wordt de richtlijn door de meeste gemeenten, door Rijkswaterstaat en door provincies gehanteerd.
De gemeente is in sommige gevallen als wegbeheerder aansprakelijk te stellen voor letsel of schade die het gevolg is van gebreken aan de verlichtingsinstallatie en/of onvoldoende of misleidende verlichting (Nederlands Burgerlijk Recht). In de praktijk wordt er echter zelden een beroep gedaan op deze mogelijkheid, onder andere omdat zeer moeilijk aan te tonen is dat een bepaalde situatie het gevolg is van slechte verlichting. De Elektriciteitswet schrijft voor dat een verlichtingsinstallatie geen gevaarlijke situaties mag opleveren. De gemeente heeft in dit kader ook een installatieverantwoordelijke aangewezen. Het gaat hierbij niet alleen over de openbare verlichtingsinstallatie, maar over alle installaties waar elektriciteit bij komt kijken.
Het Nederlands Normalisatie instituut (NEN) schrijft vanwege de veiligheid ook verplichte periodieke inspecties voor aan overheden. Verder schrijft de Elektriciteitswet voor dat de gemeente belast is met het beheer en de instandhouding van het kabelnet, omdat de gemeente deels netbeheerder is. Tot slot dient de gemeente rekening te houden met de leefgebieden van diverse planten- en diersoorten (Flora en fauna wet). Licht (-hinder) kan nadelige gevolgen hebben voor de natuur.
Bij het uitbesteden van taken aan derden moet rekening gehouden worden met het Europese aanbestedingsrecht. Daarin is vastgelegd bij welke omvang een opdrachtgever verplicht is tot het doen van openbare aanbestedingen voor werken en voor diensten. Verder wordt er in Europa gewerkt met een afvalstoffenlijst. Op basis van die lijst horen gasontladingslampen (fluorescentie-, natrium- en kwiklampen) tot chemisch afval, wat betekent dat ze via erkende verwerkingsbedrijven afgevoerd moeten worden.
Besluit Begrotingen en Verantwoording (BBV)
Om het financieel toezicht op gemeenten doelmatig te kunnen uitvoeren, is een wet opgesteld om de gemeentelijke begrotingen uniform op te stellen: het Besluit Begrotingen en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hierin zijn ook definities beschreven rond het begroten en onderverdelen van onderhoud aan kapitaalgoederen. Vanuit het BBV wordt de volgende indeling gemaakt:
In bijlage 1 is een tabel opgenomen met daarin een uitgebreidere beschrijving van de verschillende soorten van onderhoud die wij hanteren vanuit de BBV.
In het IBOR wordt expliciet ingezet op de rol van de openbare ruimte voor maatschappelijke vraagstukken op de lange termijn. In het IBOR zijn negen thema’s opgenomen die hoog op de landelijke en gemeentelijke agenda staan: gezondheid, veiligheid, biodiversiteit, energietransitie, circulaire economie, verstedelijking, sociale cohesie, mobiliteit en toegankelijkheid en klimaatadaptatie. Gedegen beheer van de openbare ruimte draagt (integraal) bij aan het behalen van de doelstellingen van deze thema’s.
In dit beheerplan worden de te nemen concrete maatregelen voor de korte en middellange termijn om aan de negen thema’s bij te dragen verder gespecificeerd en uitgewerkt. Hierin worden duidelijke richtlijnen geformuleerd voor de uitvoerende partijen in het beheer van de openbare ruimte. Een onderdeel van de richtlijnen zal beeldkwaliteit zijn voor bepaalde onderdelen van de openbare ruimte. Dit kan vervolgens in beeldbestekken op de markt gezet worden en getoetst door middel van schouwen. Een mogelijkheid is om bij het schouwen van de openbare ruimte bewoners te betrekken.
De algemene effecten vanuit het IBOR waaraan de openbare ruimte moet bijdragen zijn in willekeurige volgorde opgesomd in tabel 1.
Tabel 1 Algemene effecten openbare ruimte vanuit IBOR Uithoorn
Naast wetten en regels heeft de gemeente zelf ook kaders gesteld en daarmee haar ambities in beleid vastgelegd.
Er is nauwelijks wet- en regelgeving over openbare verlichting, maar de richtlijn van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) die in Uithoorn gehanteerd wordt heeft wel enige status. Er zijn trends en ontwikkelingen (ook omtrent landelijke richtlijnen) die medebepalend zijn voor openbare verlichting. In de toekomst zal vooral energie en duurzaamheid een steeds dominanter thema worden. Dit wordt geïllustreerd door de doelstelling energieneutraal in 2040 die de gemeente met de regio Amstelland-Meerlanden heeft ondertekend.
De belangrijkste normen en richtlijnen naast de wettelijke uitgangspunten waar de gemeente zich aan conformeert zijn opgenomen in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). Het gaat daarbij voornamelijk om CROW richtlijnen en asset specifieke richtlijnen.
Door bij elke verlichtingssituatie te zorgen dat er gericht verlicht wordt, dat de verlichting gelijkmatig is en dat er geen verblinding ervaren wordt, wordt er geen onnodige energie verbruikt en wordt lichthinder zoveel mogelijk voorkomen.
Uithoorn werkt binnen de cyclus van beheer met de methode assetmanagement. Hierbij hanteert Uithoorn het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) en de risicomatrix.
Voor het bepalen of een asset aangepakt moet worden, moet worden bepaald welke risico’s voor de gebruikers van de openbare ruimte worden gezien met betrekking tot veiligheid, leefbaarheid, kosten zoals vervolgschade en imago.
Een asset met een of meerdere onacceptabele risico’s heeft een hoge prioriteit en vraagt grotere beheerinspanning om de geïdentificeerde risico’s te verminderen. Risico’s die als ‘acceptabel’ uit de analyse komen hebben vanuit beheeroogpunt een lage prioriteit en qvragen slechts geringe beheerinspanning.
Om de risico’s op een uniforme, zo objectief mogelijke, manier te borgen wordt dan gebruik gemaakt van een risicomatrix, welke is vastgesteld door het college van B&W in 2018, waarbij wordt uitgegaan van:
Voor openbare verlichting is nog geen analyse van risico’s op prestaties van de openbare ruimte opgesteld met als resultaat een risicobeoordeling. Dit is een ontwikkeling die de komende jaren onderzocht wordt. De beoordeling die aan dit beheerplan ten grondslag ligt is technisch van aard op basis van de technische inspectie.
3 Beschrijving openbare verlichting in Uithoorn
3.1 Bijdrage aan maatschappelijke thema’s
De huidige bijdrage aan de maatschappelijke thema’s uit het IBOR is gevisualiseerd in figuur 2. Hierbij is te zien dat op alle thema’s openbare verlichting op een adequaat niveau bijdraagt en op de thema’s energietransitie en circulaire economie op ambitieus niveau. De masten die in Uithoorn gebruikt worden zijn al voor 100% recyclebaar en de armaturen voor 98%. Dit verklaard de ambitieuze bijdrage aan de doelen voor circulaire economie. Bij energietransitie is in Uithoorn jaren geleden begonnen met alle mogelijke lampen voor LED verlichting te vervangen. Ook wordt gewerkt met een dimregime en stelt Uithoorn eisen op het gebied van energietransitie aan de onderhoudscontracten.
Figuur 2 huidige bijdrage openbare verlichting aan thema’s IBOR.
Vanuit openbare verlichting moet gedacht worden aan de volgende zaken om bij te dragen aan alle thema’s in het IBOR. De opsomming in tabel 2 is niet limitatief en afhankelijk van de aard van een project en ontwikkelingen in de markt.
Het areaal openbare verlichting is als volgt opgebouwd (peildatum oktober 2020):
Het merendeel van de masten heeft een leeftijd tot 40 jaar. Er zijn een aantal oude masten in de openbare ruimte. Deze zijn te vinden in de wijk Zijdelwaard aan de Europarei. Deze masten komen bij de veiligheidscontroles als voldoende veilig uit de test en blijven staan zolang dit het geval is. De armaturen op deze masten en lichtbronnen zijn wel vernieuwd.
Masten worden voornamelijk van staal of aluminium gemaakt Er zijn enkele masten van een ander materiaal, zoals de masten rondom het gemeentehuis die van gerecycled kunststof gemaakt zijn. Aluminium is beter te recyclen, staal is altijd behandeld thermisch verzinkt of gepoedercoat.
3.3 Kwaliteit openbare verlichting
De kwaliteit van de openbare verlichting wordt gemeten door inspecties uit te voeren. De kwaliteit is volgens de laatste inspectie van 2020 goed, de masten zijn veilig. Het lichtniveau voldoet op enkele punten niet aan de richtlijn. Dit zijn locaties waar nog oudere lampen hangen die nog niet voor LED lampen zijn vervangen. Het merendeel staat in de wijk Zijdelwaard aan de zijde van de Europarei. Deze lampen worden in 2022 vervangen voor LED.
Voor openbare verlichting worden inspecties uitgevoerd. Het gaat hierbij om de volgende inspectie:
Bij de uitkomsten wordt het advies van Reilux gevolgd wat betekent dat urgente zaken binnen 5 werkdagen worden opgepakt, minder urgente zaken binnen een maand en niet urgente zaken binnen 6 maanden. Masten die goed zijn bevonden worden na 3 jaar weer geïnspecteerd.
Uit deze inspectie blijkt dat de masten er op dit moment goed bij liggen. Voor 2% van de masten geldt dat deze vervangen moeten worden. Dit percentage is een normaal percentage voor het areaal openbare verlichting in Uithoorn. Uit de inspectie komen geen specifieke lokale aandachtpunten.
3.4 Energieverbruik openbare verlichting
In de areaaldata ontbreekt bij vrijwel alle led armaturen het vermogen (lamptype= LED). Daar waar in de armatuuromschrijving een vermogen is opgenomen, is met dat vermogen gerekend.
Bij alle armaturen zonder vermogen is de volgende inschatting gemaakt:
Dat levert onderstaand verbruiksoverzicht (totaal 672.984 kWh). Deze hoeveelheid kWh is gemiddeld voor een gemeente van deze grootte. Ook de verdeling van het energieverbruik per lampsoort is een verdeling die past bij vergelijkbare gemeenten.
3.5 Huidige situatie ondergronds net
Voor de openbare verlichting wordt ook gebruik gemaakt van het kabelnet. Ongeveer de helft van het kabelnet in Uithoorn is van netbeheerder Liander. De gemeente betaalt Liander voor het gebruik van het kabelnet, voor de aansluiting van de lichtmast op het net bij de aanleg en opnieuw bij het verwijderen, voor de meetdienst van de netbeheerder en er is een periodieke jaarlijkse vergoeding per lichtmast. De andere helft van het kabelnet is van de gemeente. Voor het eigen kabelnet betaalt de gemeente de aanschaf- en aanlegkosten en onderhoudskosten. Daar komt bij dat de gemeente meer zeggenschap heeft over het kabelnet wanneer het in eigen beheer is. De gemeente kan sneller handelen in het geval van storingen.
De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het ‘omschakelen’ van de openbare verlichting (de netbeheerders zijn gestopt met het uitzenden van een toonfrequentie (TF-) signaal). Alle kasten van het eigen net (de laatste 5% worden in 2021 uitgevoerd) zijn daarom voorzien van een slimme Tsec-module. Hiermee kan op afstand geschakeld worden en worden uitgelezen.
Met de komst van de intelligente VRI’s komen er nieuwe mogelijkheden. De belangrijkste doelstellingen van de iVRI’s zijn:
De ontwikkeling van de iVRI is gestart in 2017. De gemeente Uithoorn heeft gezien de financiële positie niet de intentie om op grote schaal mee te participeren in de ontwikkeling van de iVRI, maar wil in de toekomst wel voorbereid zijn op de iVRI. De gemeente gaat op Zijdelweg de eerste twee iVRI-ready systemen plaatsen. Bij het toepassen van deze iVRI-ready automaten wordt het behalen van de doelstellingen geëvalueerd ten opzichte van de bestaande en geoptimaliseerde “traditionele” VRI.
3.7 Databeheer openbare verlichting
Voor databeheer geldt dat de gemeente de regie moet kunnen voeren op het totale proces rondom openbare verlichting. Dat betekent dat de gemeente zicht heeft op contracten met andere partijen, op kosten en facturatie, op energieverbruik, op aantallen lichtmasten, armaturen en lampen, op de onderhoudsgegevens en op de positie eigen kabelnet en combinet. Om het energieverbruik te kunnen monitoren is een nulmeting nodig, vaste meetmomenten en een heldere proces bewakingscyclus.
De gemeente heeft verschillende partners voor openbare verlichting: de netbeheerder voor het energietransport, energieleverancier, een aannemer voor het onderhoud, andere overheden, kennisplatforms, marktpartijen. De gemeente onderhoudt contacten met deze partners en is op de hoogte van ontwikkelingen op dit vlak. Andere belangrijke partners zijn de gebruikers van de openbare ruimte: de bewoners, hulpverleners, ondernemers en de woningbouwcorporatie. Deze belanghebbende partijen worden in een vroeg stadium uitgenodigd bij projecten. De gemeente bedenkt samen met andere partijen integrale en duurzame oplossingen. Ook biedt de gemeente maatwerk waar dat wenselijk is, en draagt zij het eigen beleid duidelijk uit.
Er komen gedurende het jaar verschillende MOR meldingen binnen bij de gemeente. Een deel van deze MOR meldingen gingen er in 2020 over openbare verlichting. Het betrof voornamelijk meldingen over storingen in de openbare verlichting waarbij een of meerdere lampen niet werken. Ook waren er meerdere meldingen over schades aan masten door bijvoorbeeld aanrijdingen.
Het convenant 16C, zie ook bijlage 3, welke met de netwerkbeheerder is afgesloten versnelt het proces rondom schademasten. Dit geldt specifiek ten behoeve van het afhandelen van aangereden masten van openbare verlichting welke zijn gekoppeld aan het netwerk van Liander als netwerkbeheerder.
Vanuit het oogpunt van efficiëntie, kosten- en arbeidscapaciteitsoverwegingen is het voor beide partijen in veel gevallen aantrekkelijk reparatiewerkzaamheden met betrekking tot bovengenoemde processen gezamenlijk uit te laten voeren door een gemeenschappelijk gecontracteerde uitvoerende partij, waardoor de maatschappelijke kosten beperkt kunnen worden en de doorlooptijd sterk beperkt wordt.
Omdat het voor gemeenten steeds belangrijker wordt om een adequate voorlichting aan burgers te geven en omtrent incidentele storingen snel te kunnen handelen is dit convenant in het leven geroepen.
4 Realisatie doelen openbare verlichting
De algemene effecten en speerpunten die in het IBOR zijn beschreven vormen hét uitgangspunt voor dit beheerplan.
In het hieronder beschreven scenario adequaat is geld gereserveerd voor correctief en preventief onderhoud. Masten en armaturen worden vervangen op basis van leeftijd (technische levensduur). Deze levensduur is:
Voor de VRI’s geldt de volgende levensduur:
Per asset wordt een beheerplan opgesteld met daarin een lijst van maatregelen. Hieronder is een korte opsomming gegeven van de categorieën maatregelen binnen het beheer van de openbare verlichting die de gemeente uitvoert. Het betreft een korte opsomming, geen uitputtende lijst.
Voor het onderhoud geldt dat de lichtopbrengst zo continu mogelijk moet zijn. Het onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud en planmatig onderhoud. Om efficiënt en klantvriendelijk te werken bestaat het dagelijks onderhoud uit het zo snel mogelijk verhelpen van storingen. Deze taken worden uitbesteed en de rol van de gemeente bestaat dus vooral uit de regiefunctie en het toezicht houden. Het planmatig onderhoud bestaat uit renovatie en herinrichtingen. Een projectleider werkt dergelijke projecten uit met projectmatige aanpak. De projectleider stelt een multidisciplinaire werkgroep op waarin integraal gewerkt wordt. Nieuwbouwprojecten worden integraal aanbesteed aan een projectontwikkelaar. In de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR) geeft de gemeente mee waar openbare verlichting minimaal aan moet voldoen. Verder legt de gemeente bij renovatie en nieuwbouw een eigen kabelnet aan.
Het dagelijks onderhoud bestaat uit het correctief- en preventief onderhoud en wordt onder regie van het team van Dagelijks Onderhoud uitgevoerd.
Dagelijks onderhoud gaat uit van de basis “schoon, heel en veilig”. Deze drie pijlers zijn de belangrijkste punten waarop wordt besloten om wel of geen onderhoud uit te voeren. In onderstaande tabel is te zien welke beeldkwaliteit niveaus er zijn en wat deze inhouden qua aantrekkelijkheid en gebruik.
Het planmatig onderhoud is verdeeld in groot onderhoud en totaal vervangingen (investeringen) en wordt onder regie van het team Inrichting en Beheer uitgevoerd. De omvang van dergelijke projecten omvat meerdere dagen of zelfs weken. Het betreft vaak een complete weg, vaak van erfgrens tot erfgrens en wordt soms ook integraal met andere disciplines opgepakt. En kan zelfs ook een (deel) van een wijk betreffen waarbij werk met werk gemaakt wordt en de openbare ruimte integraal opgepakt wordt inclusief onderhoud aan riolering groen en verlichting. Bovendien gaat het vaak gepaard met een afsluiting/omleiding en is er communicatie naar externen zoals aanwonenden of gebruikers. Activiteiten die hierbij horen zijn het schrijven van een bestek, een aanbesteding doen etc. Een dergelijk project vraagt organisatie brede aandacht en participatie. Kaders hiervoor staan beschreven in de Leidraad Inrichting Openbare Ruime waarin ook wordt meegenomen hoe klimaat adaptief wordt ingericht en voorbereiding voor de energietransitie mogelijk is.
Vanuit de risico analyse komen geen locaties met verhoogde attentiewaarde naar voren. Wel worden de voedingskasten van het eigen net geïnspecteerd volgens de NEN 3140. Daarbij wordt begonnen met de meest oude voedingskasten. Dit is een verplichting vanuit de wet, de installatieverantwoordelijke dient elke 5 jaar een inspectie aan de voedingskasten uit te voeren.
De bijkomende kosten naast het hierboven beschreven onderhoud bestaan uit de volgende activiteiten:
De kosten voor het onderhoud van de openbare verlichting voor de komende tien jaar stijgen. De eerste vier jaar is goed inzichtelijk te maken met ramingen wat de verwachte kosten zijn. Daarna is dat niet mogelijk omdat de meerjarenplanning jaarlijks wordt bijgesteld aan de hand van de inspecties. Zo zijn de meest actuele en accurate cijfers beschikbaar. Om toch een doorkijk te geven naar de kosten voor openbare verlichting na 2025 is gebruik gemaakt van kengetallen en ervaringsgegevens op basis van het areaal. Vanaf 2025 is jaarlijks € 77.563,- nodig voor het planmatig onderhoud van de openbare verlichting.
De benodigde budgetten voor dagelijks onderhoud blijven gelijk. Het benodigd budget voor dagelijks onderhoud aan de openbare verlichting is € 248.415,- per jaar. Dit bedrag bestaat uit:
Het benodigd budget voor onderhoud aan de VRI’s is €80.811,- per jaar. Dit bedrag bestaat uit:
Het huidige budget voor dagelijks onderhoud van de openbare verlichting en VRI’s is exclusief eigen dienst.
De kosten voor het planmatig onderhoud van de openbare verlichting voor de komende tien jaar stijgen. Dit ligt aan het feit dat er meer planmatig onderhoud uitgevoerd moet worden de komende jaren volgens de inspectie. Daarnaast moeten er meer werkzaamheden door externen worden uitgevoerd wat zorgt voor een hogere kostenpost voor VAT en onvoorzien.
Het planmatig onderhoud bestaat uit:
In het onderzoek naar algemene bewonerstevredenheid (waar staat je gemeente) wordt op dit moment geen specifieke aandacht besteed aan de openbare verlichting binnen de gemeente. Er wordt wel gevraagd naar sociale veiligheid en verkeersveiligheid. Deze twee zaken kunnen een relatie met de aanwezige openbare verlichting hebben. Er zijn verschillende ontwikkelingen binnen het meten van bewonerstevredenheid. De ontwikkelingen worden gevolgd en voorgesteld op het moment dat deze toepasbaar zijn voor Uithoorn.
6.2 Kwaliteit Prestatie Indicatoren (KPI’s)
De KPI’s zijn de indicatoren die binnen de P&C cyclus worden gebruikt om te monitoren. Op dit moment zijn er geen specifieke indicatoren voor openbare verlichting opgesteld. In de toekomst is dit een mogelijkheid als het bestuur specifiek op openbare verlichting wil sturen.
6.3 Inspecties openbare verlichting
De gemeente laat jaarlijks een stabiliteitsmeting van de masten in de gemeente uitvoeren door een hiervoor gecertificeerd inspectiebureau. De resultaten geven inzicht in de ernst en omvang van de technische kwaliteit. Daarnaast worden diverse kleine schades die invloed op de veiligheid hebben geïnventariseerd en opgenomen in de rapportage. Denk hierbij bijvoorbeeld aan afwezigheid van klepjes aan de mast, bekladding of beplakking van de mast. Deze kleine schades worden opgelost door team Dagelijks Onderhoud.
De inspecties worden uitgevoerd om de areaalgegevens op orde te houden en de risico’s van de masten inzichtelijk te hebben. Dit laatste is van belang voor het afhandelen van vragen en opmerkingen van gebruikers. De inspecties voor openbare verlichting hebben geen juridische waarde bij aansprakelijkheidstellingen.
7 Communicatie en participatie
Gebruikers van de openbare ruimte kunnen een melding openbare ruimte (MOR) doen bij de gemeente wanneer zij iets zien wat stuk, onveilig of niet schoon is. Ook meldingen over openbare verlichting kunnen hier gemeld worden. Een melding openbare ruimte wordt gedaan via de website van de gemeente en via de app “Makkelijk Melden”. Het team Dagelijks Onderhoud van de afdeling Buurt (Duo+) neemt de meldingen in behandeling.
Een melding kan ook digitaal via gemeente@Uithoorn.nl en telefonisch via het Klant Contact Centrum (KCC) gedaan worden. Het KCC maakt dan een melding aan de hand van de telefonische informatie en zet de melding door naar de behandelend ambtenaar.
De standaard verwerkingstijd van een MOR is:
7.3 Participatie binnen projecten
Bij het bepalen van de mate van participatie wordt de Participatienota gevolgd als leidraad. Hierin is een participatieladder opgenomen waarop de verschillende treden van participatie uitgewerkt (informeren, raadplegen, meedenken, meebeslissen, zelfbeheer). Per project weegt de projectleider af welk niveau van participatie wenselijk is. Dit wordt vooraf vastgelegd in de startdocumenten van het project.
Het is belangrijk de inspectieresultaten te blijven analyseren. Trends uit inspectieresultaten kunnen bijvoorbeeld uitwijzen dat een bepaald schadebeeld tot meer onveiligheid leidt dan nu is ingeschat of dat bepaalde beheermaatregelen effectiever zijn dan nu ingeschat. Op deze manier ontstaat een steeds beter inzicht in de openbare verlichting en het beheer ervan.
Het is dus belangrijk om de komende jaren de inspectieresultaten en beheerinspanning goed vast te blijven leggen, zodat daarvan kan worden geleerd. Ook voor zaken als klachten over openbare verlichting, calamiteiten, enzovoort dient te worden bepaald of deze beheergerelateerd zijn en dus moeten worden meegenomen in toekomstige beheerafwegingen.
Daarnaast kunnen ook wijzigingen optreden met impact op de functie van openbare verlichting, waardoor het beheer moet worden aangepast. Te denken valt aan bijvoorbeeld de uitbreiding van een wijk, toenemende of afnemende verkeersintensiteit op een bepaalde weg of de verbetering van de toegepaste lampen en armaturen. Een en ander kan impact hebben op de inspectiegegevens van de openbare verlichting en dus op de beheerinspanning.
Ten slotte is het relevant om de integraliteit met andere assets te borgen. Dit doet Uithoorn aan de hand van het IBOR (Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte). Dit plan geeft invulling aan de manier waarop de gemeente haar organisatiedoelen realiseert voor alle assets. Dit maakt inzichtelijk welke financieringsbehoeften er zijn op de lange termijn, maar ook de beslissingen op de korte termijn om de behoeften op de lange termijn te realiseren. Dit proces kan de effectiviteit en efficiëntie van de gemeente verbeteren.