Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2021 & Jaarverslag VTH 2020 |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma VTH 2021 en Jaarverslag 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Uitvoeringsprogramma VTH 2021 & Jaarverslag 2020 Bijlagenboek Uitvoeringsprogramma VTH 2021 |
Deze regeling vervangt het VTH Beleidsplan 2019 - 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-08-2021 | nieuwe regeling | 11-05-2021 |
In onderstaande samenvatting staan de belangrijkste resultaten van VTH over 2020 en de speerpunten voor 2021. Cijfers in meer detail zijn te vinden in het ‘Indicatoren overzicht 2020’ in het bijlagenboek. Onderaan deze samenvatting staan zowel de resultaten als de speerpunten in een infographic weergegeven.
Omgevingsvergunningen: Bouwen en kappen
Evenementen, Horeca en sociale veiligheid
De resultaten uit 2020 geven geen aanleiding om de prioritering voor 2021 aan te passen.
De inzet op de naleving van de Coronamaatregelen is onzeker, maar zal vooralsnog groot blijven. We benoemen dit gezien het tijdelijke karakter en de grote onzekerheid niet als losse prioriteit. Wel is er een productblad (87) over opgenomen.
We hebben er voor gekozen om Corona niet als losse prioriteit op te nemen omdat deze omstandigheden en het soort inzet dat daarbij hoort, continu veranderen. Wel hebben we er een nieuw productblad voor gemaakt.
In 2021 voeren we samen met de RUD een pilot uit om bedrijven vaker te bezoeken op basis van risico’s vanuit verschillende databronnen.
Door de inwerkingtreding van de alcoholwet wordt de wederverstrekker ook strafbaar. Hier zullen we het toezicht op aan moeten passen.
Meer inzet op stimulerend energietoezicht bij bedrijven. Stimuleren en handhaven.
1.1 Waarom een jaarverslag en een Uitvoeringsprogramma?
Dit Uitvoeringsprogramma en jaarverslag is een uitwerking van het VTH Beleidsplan 2019 -2022. Daarin is de basis gelegd hoe de gemeente Amersfoort haar rol, en die van haar inwoners ziet als het gaat om taken op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).
Het jaarverslag beschrijft wat de gemeente in 2020 heeft uitgevoerd op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Het Uitvoeringsprogramma geeft inzicht in de activiteiten die de gemeente op het gebied van VTH in 2021 wil gaan uitvoeren. Hierbij worden de activiteiten die worden uitgevoerd door de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) meegenomen.
De gemeente wil hiermee bereiken dat het voor iedereen helder en duidelijk is hoe de gemeente uitvoering geeft aan haar VTH-beleid. Duidelijkheid en transparantie over het beleid en de uitvoering draagt namelijk bij aan meer begrip bij diegenen die hiermee te maken krijgen.
Het jaarlijks vaststellen van een Uitvoeringsprogramma is een plicht die voortvloeit uit art. 7.3 van het Besluit omgevingsrecht.
In het Omgevingsrecht zijn er regels waar overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van VTH-taken. Deze regels zijn er om de veiligheid en gezondheid van mens en natuur binnen de fysieke leefomgeving te beschermen.
Eisen aan de inrichting van deze processen zijn wettelijk vastgelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de daarbij behorende algemene maatregelen van bestuur (Besluit omgevingsrecht en Ministeriele regeling omgevingsrecht). Dit zijn de zogenaamde procescriteria. De procescriteria bevatten de eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus: de zogenaamde en bekende ´BIG-8´-cyclus.
De provincie beoordeelt of gemeenten het uitvoeren van de wettelijke VTH-taken adequaat uitvoert. Het VTH-beleid en het Uitvoeringsprogramma vormen hiervoor de basis.
Met dit Uitvoeringsprogramma en jaarverslag wordt invulling gegeven aan deze wettelijke verplichtingen.
Dit jaarverslag en Uitvoeringsprogramma bestaat enerzijds uit een algemene beschrijving van wat de gemeente heeft gedaan en wat de gemeente wil gaan doen aan de uitvoering van haar VTH-taken.
Anderzijds bestaat het uit ‘Productbladen’ waarin per product of activiteit toelichting wordt gegeven op vragen als ‘Wat doen we? Waarom doen we het? Wat vinden we belangrijk?’ etc.
De productbladen zijn tot stand gekomen vanuit de provincie brede samenwerking op VTH-gebied. Er is een ‘menukaart’ ontwikkeld van alle VTH-taken. Per gemeente wordt bepaald welke productbladen in de gemeente van toepassing zijn. Deze productbladen worden jaarlijks ‘gekozen’. De opzet en opbouw van de productbladen is altijd hetzelfde en wordt als zodanig door alle gemeenten gebruikt. Hiermee is bereikt dat per product inzichtelijk is hoe voor de betreffende taak/activiteit invulling is/wordt gegeven aan de beleids- en uitvoeringscyclus. Ook wordt de inhoud van de productbladen zoveel mogelijk met elkaar afgestemd. Aan de andere kant staat het gemeenten vrij om een eigen invulling te geven aan de inhoud van de productbladen. Er blijft ruimte om maatwerk mogelijk te maken en lokale nuances aan te brengen.
2.1 Welke taken voeren we uit?
Dit Uitvoeringsprogramma gaat over (de uitvoering van) de VTH-taken waarvoor wij het bevoegd gezag zijn. Het gaat over wet- en regelgeving die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving in een zo breed mogelijk zin.
Concreet zijn dit de volgende landelijke en gemeentelijke kaders:
Welke VTH-taken de gemeente Amersfoort precies uitvoert en hoe hieraan concreet invulling wordt gegeven staat beschreven in de Productbladen (bijlagen 3 en 4).
2.2 Wie voeren de VTH-taken uit?
De VTH-taken worden niet alleen door de gemeente zelf uitgevoerd, er wordt samengewerkt met meerdere VTH-partners.
Uitvoeringsorganisatie gemeente Amersfoort
De gemeente Amersfoort heeft de uitvoering van haar VTH-taken georganiseerd binnen de afdeling VTH. Daarbij zijn vrijwel alle VTH-taken op het gebied van milieu ondergebracht bij de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (hierna: RUD). Op het gebied van brandveiligheid wordt nauw samengewerkt met de Veiligheidsregio Utrecht (hierna: VRU).
Binnen de afdeling VTH zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving functioneel en per medewerker gescheiden. Hiermee wordt voorkomen dat een bedrijf een vergunning én daarna een controle krijgt van dezelfde medewerker.
De beschikbare capaciteit bij de afdeling VTH voor de uitvoering van de VTH-taken over 2021 was als volgt opgebouwd:
Fte1 | |
Hiernaast beschikken we nog over een flexibele schil van circa 6,5 fte die voornamelijk wordt ingezet voor Handhavers (boa’s).
De financiële borging voor de inzet van de beschikbare capaciteit en de nodige middelen ligt vast in de gemeentelijke jaarlijkse begroting.
De benodigde middelen voor Vergunning, Toezicht en Handhaving worden deels gedekt door inkomsten uit de leges en deels door financiering vanuit de algemene middelen. Werkzaamheden die gerelateerd zijn aan het vergunningenproces worden gefinancierd uit de legesinkomsten. De overige kosten worden gedekt uit de algemene middelen. Dit bedrag is financieel gewaarborgd in de begroting.
Uit de leges worden de kosten voor vergunningverlening en bouwtoezicht/handhaving m.b.t. omgevingsvergunning,administratieve zaken en de helft van beleid en kwaliteitszorg bekostigd. Dit betreft namelijk werkzaamheden die zowel omgevings- als evenementenvergunning betreffen. Beleid en kwaliteitszorg wordt slechts voor de helft betrokken omdat zij ook werkzaamheden buiten het vergunningenproces verrichten.
Het budget voor het management en toezicht en handhaving en de andere helft van beleid en kwaliteitszorg komt uit de algemene middelen.
De RUD voert voor de gemeente Amersfoort milieutaken uit. De samenwerkingsafspraken tussen de RUD en Amersfoort liggen vast in een dienstverleningsovereenkomst (hierna: DVO). De RUD rapporteert ieder kwartaal en ook jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van haar taken voor de gemeente. Ook stelt de RUD jaarlijks een uitvoeringsplan op. Dat uitvoeringsplan maakt ook dit jaar integraal onderdeel uit van dit Uitvoeringsprogramma (zie bijlage 2).
Het Algemeen Bestuur van de RUD heeft in 2021 het programma “Samen op weg” vastgesteld. Dat programma wordt met- en door de deelnemers van de RUD uitgevoerd. Binnen het programma is een apart spoor ingericht om in 2021 te komen tot een uniforme strategie voor de uitvoering van VTH taken door de RUD.
Het toezicht op bedrijven geven we in 2021 anders vorm. In een gezamenlijke (RUD – Amersfoort) pilot kijken we hoe risico gestuurd toezicht door middel van slim gebruik van data de effectiviteit van toezicht kan vergroten.
De VRU adviseert de gemeente Amersfoort en de Provincie Utrecht in het kader van de vergunningverlening op het gebied van brandveilig gebruik. Ook voert de VRU op dit gebied het toezicht uit. De VRU controleert daarnaast risicogericht op bestaande bouwwerken en geeft voorlichting over brandveiligheid aan consumenten en ondernemers. De samenwerkingsafspraken tussen de VRU en de gemeente Amersfoort liggen vast in een DVO. De VRU rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde werkzaamheden en stelt jaarlijks in overleg met de gemeente Amersfoort een jaarplan op.
De provincie Utrecht heeft de (wettelijke) taak gekregen om de samenwerking tussen bestuursorganen op het gebied van de VTH-taken te coördineren. In de provincie Utrecht is al jaren een breed samengesteld PSO operationeel, dat is doorontwikkeld in een Bestuurlijk Overleg VTH. Hiermee wordt invulling gegeven aan de formele eisen uit de Wabo/Wet VTH. Naast de overheden (gemeenten, provincie, waterschappen, politie, Openbaar Ministerie), landelijke inspectiediensten (NVWA, RWS, Belastingdienst, SZW, ILT) en de Veiligheidsregio, nemen ook een aantal beherende instanties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Utrechts Landschap) en belangenorganisaties, zoals Utrechts Particulier Grondbezit deel aan het overleg. Daarnaast nemen ook de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD Utrecht) als adviseurs deel aan het overleg.
Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT)
De Provincie Utrecht ziet toe of- en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten.
In de provinciale verordening systematische toezichtinformatie is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. Hierbij kan het oordeel uitkomen op ‘adequaat’, ‘redelijk adequaat’ of ‘niet adequaat’.
Amersfoort heeft sinds 2017 het oordeel ‘adequaat’. Ten tijde van het vaststellen van dit document heeft de toezichthouder haar bevindingen over 2020 nog niet bekend gemaakt. Uiteraard bestaat de wens om dit in de komende jaren ook zo te houden.
De samenwerking tussen de waterschappen en gemeenten in de provincie Utrecht heeft betrekking op het toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen.
Voor 2021 zijn afspraken gemaakt voor het samen bezoeken van bedrijven. In incidentele gevallen wordt gezamenlijk opgetrokken. In dat kader vindt uitwisseling van gegevens plaats. In voorkomende gevallen vindt er signaaltoezicht plaats.
In het geval strafrechtelijk optreden is vereist, bijvoorbeeld bij de vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, vindt afstemming plaats met het functioneel parket. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het Openbaar Ministerie Midden-Nederland. Inzet van OM en politie is conform de landelijke handhavingsstrategie, die geborgd is in ons handhavingsbeleid.
Politie, OM, belastingdienst en gemeenten werken regionaal samen met het RIEC. Regionaal Informatie en Expertise Centrum. (Landelijk LIEC). Het RIEC Midden Nederland heeft een actieplan “wie praat, die gaat” opgesteld, hierin zijn de regionale prioriteiten voor de komende jaren vastgelegd, gericht op het tegengaan van ondermijning. Casuïstiek wordt opgepakt onder het werkproces van signaal tot interventie; hieronder val onder andere de lokale casuïstiek uit het ondermijningsoverleg, maar ook casuïstiek in het Districtelijk Team Ondermijning. Bij de lokale casuïstiek, indien relevant, betrekken wij ook onze partners zoals de RUD.
De politie treedt als partner vooral zichtbaar op bij de handhaving van de openbare orde. De politie werkt nauw samen met de BOA’s, bijvoorbeeld tijdens de horecaconctroles in de weekenden. Ook tijdens de reguliere werkzaamheden van de BOA’s ondersteunt de politie wanneer dat gevraagd wordt.
De politie besteedt daarnaast op drie niveaus aandacht aan milieudelicten:
Het opsporen en bestrijden van (middel)zware milieucriminaliteit gebeurt door een Regionaal Milieuteam. Ook is er een landelijke recherche die zich bezighoudt met (inter)nationale milieumisdaden.
2.3 Welke ontwikkelingen zijn er in het vakgebied?
De coronapandemie heeft in 2020 ingrijpende gevolgen gehad voor het beleidsveld openbare orde en veiligheid. De snelle opkomst van de pandemie had gevolgen voor het in werking stellen van de gemeentelijke crisisorganisatie. Nadat duidelijk werd dat de coronacrisis langere tijd zou gaan duren, is half mei de crisisorganisatie afgeschaald en is een speciale projectorganisatie corona ingericht. Sinds half mei zorgt het gemeentelijk coronateam voor de vertaling van de landelijke maatregelen, wetgeving en richtlijnen naar de Amersfoortse situatie en een eenduidige regie op communicatie rondom corona. Ook is het team verantwoordelijk voor de coördinatie op financiën en risicomanagement en zaken zoals crowdmanagement. Daarnaast onderhoudt zij intensief contact met de partners in de stad en de vakafdelingen binnen de gemeente. Bij de uitvoering van de landelijke coronamaatregelen hebben vanaf het begin de gemeentelijke boa’s een zeer grote rol gespeeld. Regionaal werd meerdere keren een handhavingsstrategie opgesteld die na elke persconferentie weer bijstelling behoefde. Van de boa’s werd veel flexibiliteit gevraagd aangezien de landelijke maatregelen niet altijd helder uit te voeren waren en er ruimte is voor interpretatieverschillen.
Enkele thema’s waarop zij veel inzet hebben geleverd betreft handhaving groepsgrootte, horeca en groepsgrootte, (zomer)terrassen en avondklok.
Qua veiligheid was het even schakelen aangezien alle overleggen met ketenpartners van fysiek naar digitaal gingen. Dat was met verschillende partijen en verschillende applicaties soms even zoeken. Doordat als gevolg van de coronamaatregelen een groot deel van de Amersfoortse bevolking thuiswerkte, veel publieke plaatsen en voorzieningen voor korte of langere tijd gesloten werden, veel meer dan voorheen gebruik gemaakt werd van digitale middelen, zagen we ook een verschuiving in de criminaliteitscijfers. Het totaal aantal geregistreerde misdrijven in Amersfoort is met -2% licht gedaald ten opzichte van 2019.
Met name op het gebied van woninginbraken is een opvallende verandering zichtbaar. In 2020 zijn er 35% minder woninginbraken gepleegd. Een flinke stijging zagen we in het aantal meldingen jongerenoverlast (76%). Sinds medio maart 2020 wordt intensief gecontroleerd op de coronamaatregelen om afstand te houden en groepsvorming tegen te gaan. Omdat sportverenigingen, horeca en ander tijdverdrijf minder of niet mogelijk was, zocht een aantal jongeren op straat hun vertier. Anderzijds zijn veel meer mensen thuis die daardoor ook beter zien waar mensen de coronaregels overtreden, of zich sneller ergeren aan overlast omdat het zichtbaarder is dan voorheen. Het gaat dus niet alleen om jongerenoverlast, maar ook om het feit dat jongeren tijdens de strengere maatregelen tegen de coronaregels in, in groepen bij elkaar kwamen, wat als overlast wordt geregistreerd. Naast deze zaken zagen we in 2020 een duidelijke toename van het aantal demonstraties, voor een groot deel gericht op het kabinetsbeleid met de coronamaatregelen. =
De Raad van State besloot op 29 mei 2019 dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet gebruikt mag worden als basis om toestemming te verlenen voor activiteiten die leiden tot een stikstoftoename ter plaatse van stikstofgevoelige habitattypen en soorten in Natura 2000-gebieden. Voor andere delen van de Wet Natuurbescherming, zoals houtopstanden en beschermde flora en fauna, blijft de werkwijze ongewijzigd. Bij elk ruimtelijk initiatief moet nu op voorhand aangetoond worden dat het geen significant schadelijke effecten heeft op de Natura 2000-gebieden. Het gaat om bijvoorbeeld woningbouw, de aanleg van infrastructuur (o.a. vaar-, spoor-, en autowegen), de bouw van nieuwe bedrijven en agrarische activiteiten. Amersfoort heeft een onderzoek uit laten voeren, en heeft met het daar uit voortvloeiende rapport in beeld gebracht wat het effect is van het realiseren van woningen op de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. Dit is gedaan voor de bouwfase en de gebruiksfase van woningbouwprojecten. De gevolgen voor de dagelijkse praktijk van vergunningverlening zijn geïmplementeerd en vastgelegd in een werkinstructie.
Ontwikkelingen en actualiteiten in 2021
De inzet zoals deze in 2020 was, zal voorlopig blijven, afhankelijk van de landelijke maatregelen.
Daarnaast bereiden wij een exit strategie voor. De eerste stappen (versoepelingen in landelijk beleid) zullen leiden tot meer toezicht in de buitenruimte en in de horeca. Daarbij zal, net als bij de verkiezingen ook het geval was, aandacht zijn voor crowdmanagement.
Energie - Duurzaamheid - MPG - BENG
De energietransitie die landelijk gaande is betekent ook verandering voor de uitvoering van de VTH-taken. Zo trekken we binnen de DVO met de RUD specifiek geld uit voor de controle op de meldplicht energie en het uitvoeren van specifiek energiecontroles.
Ook de verandering van EPC naar BENG en het verlagen van de MPG geeft verandering in het toetsen van aanvragen om Omgevingsvergunningen en het toezicht op de uitvoering. Binnen Amersfoort is de ambitie om de MPG verder te verlagen dan de landelijke eis. De casemanagers en bouwinspecteurs zijn getraind om de veranderende wet- en regelgeving in hun werk toe passen.
In lijn met het geschetste veranderingsproces in de samenleving zal naar verwachting in 2022 de Omgevingswet in werking treden. De Omgevingswet wordt één van de grootste wijzigingen in de wetgeving betreffende het fysieke domein van de afgelopen decennia. De uitgangspunten van deze wet zijn participatie en integrale aanpak op basis van vertrouwen, met als doelen minder en overzichtelijkere regels, meer ruimte voor initiatieven van burgers en bedrijven en lokaal maatwerk. Met het vernieuwen van het omgevingsrecht wil het Rijk vier verbeteringen bereiken. Dit worden ook wel de ‘verbeterdoelen van de stelselherziening’ genoemd:
De gemeente Amersfoort heeft een programmateam samengesteld dat het proces rondom de implementatie van de Omgevingswet verzorgt. Zij neemt deel aan pilots en zorgt voor kennisoverdracht.
Binnen VTH gaat het onder meer over de volgende activiteiten :
De Tweede Kamer heeft op 1 december 2020 ingestemd met het wetsvoorstel ‘wijzigingen Drank- en Horecawet’ van staatssecretaris Blokhuis. De nieuwe Alcoholwet treedt op 1 juli 2021 in werking. In de nieuwe Drank- en Horecawet, die wordt omgedoopt tot Alcoholwet, wordt geregeld dat ook de wederverstrekker strafbaar is. Het gaat dan om iemand ouder dan 18 jaar (niet de barmedewerker) die alcohol doorgeeft aan een minderjarige. Daarnaast wordt het mogelijk dat vmbo-leerlingen van 14- en 15 jaar oud in het kader van hun opleiding alcohol kunnen verstrekken in een horecabedrijf. Tot nu toe mag dat pas vanaf 16 jaar, maar dat blijkt in de praktijk voor sommige leerlingen niet werkbaar. In de nieuwe wet wordt het inrichtingenbesluit DHW vrijwel geheel geschrapt. Voor horecabedrijven waar alcohol wordt verkocht, betekent dit dat in principe ‘alleen’ de regels van het Bouwbesluit 2012 zullen gelden.
Om de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken te optimaliseren en borgen, is de Wet VTH in het leven geroepen. Het doel van deze wet is een veilige en gezonde leefomgeving, door het bevorderen van de kwaliteit en samenwerking bij de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht.
De wet regelt de randvoorwaarden voor gemeenten en provincies om tot een hogere kwaliteit van handhaving te komen. Zo is het basistakenpakket van de omgevingsdiensten wettelijk vastgelegd en is het aan gemeenten een verordening kwaliteit VTH te hebben. In Amersfoort is deze verordening op 3 augustus 2017 vastgesteld.
In het VTH beleidsplan is als bijlage de “Visie op kwaliteit” opgenomen waarin we beschrijven hoe we omgaan met de kwaliteitscriteria. Amersfoort wil voldoen aan de geldende kwaliteitscriteria. Voldoen aan de kwaliteitscriteria is niet eenvoudig en vergt continu investeren en onderhoud. In 2021 zetten we daarom een aantal stappen in dat onderhoud:
Het toetsen in welke mate we voldoen aan de kwaliteitscriteria heeft dit jaar lagere prioriteit. Door de invoering van zowel de Wkb als de Omgevingswet gaat het VTH-speelveld er heel anders uitzien, wat grote gevolgen zal hebben in welke mate aan de gestelde kwaliteitscriteria kan worden voldaan.
Deze activiteiten staan benoemd in “productblad G IBT”.
Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen
Private kwaliteitsborging is het technisch toetsen van bouwplannen en het houden van toezicht op de realisatie van de bouw door private partijen in plaats van door de overheid. De bouwsector wordt zelf verantwoordelijk voor de bouwkwaliteit. Het voorstel om te komen tot private kwaliteitsborging heeft eind 2018, na een uitstel van bijna 2 jaar, opnieuw de aandacht. Het voorstel is (opnieuw) in de Tweede Kamer besproken. De verantwoordelijk minister heeft in december 2018 een akkoord op hoofdlijnen weten te bereiken met de VNG. In het akkoord zijn afspraken opgenomen over invoering, implementatie en de informatievoorziening van gemeenten. Invoeringsdatum van de wet is gelijk aan die van de Omgevingswet op 1 januari 2022.
In 2021 nemen we deel aan ten minste deel aan 1 pilot waarin al conform de Wkb wordt gewerkt. Als gemeente zullen we actief zoeken naar partijen die deel willen nemen aan een pilot. Voor het opzetten van een pilot blijven we wel afhankelijk van andere deelnemende partijen zoals bouwers, instrumentaanbieders en aanvragers.
In ons beleid is vastgelegd wat we belangrijk vinden als het gaat om de uitvoering van de VTH-taken. Op basis van de visie en de risicoanalyse is aangegeven aan welke thema’s en taken we prioriteit geven. Dit jaarverslag en Uitvoeringsprogramma is hier een uitwerking van. Daarbij is het goed om in het algemeen en ook specifiek (per productblad) nogmaals aan te geven wat we belangrijk vinden.
Onderstaande visie op het uitvoeren van de VTH-taken hebben we vastgelegd in het VTH-beleid en vertalen we zo goed mogelijk in doelstellingen en prioriteiten.
In het VTH-beleidsplan maken we onderscheid in 3 typen doelstellingen.
Algemene doelstellingen: Doelstellingen voor VTH die we gaan meten op outcome aangevuld met de doelstellingen per domein, veelal gemeten op output. Deze doelstellingen gelden voor 4 jaar. Dus niet enkel voor de looptijd van dit Uitvoeringsprogramma. De voortgang op deze doelstellingen is voor het jaar 2020 in de onderstaande tabel weergegeven. Op de oranje smileys is al wel voortgang geboekt, maar is de doelstelling nog niet bereikt. Bij de rode smileys staat een korte uitleg vermeld.
Kwaliteitsdoelstellingen: Deze doelstellingen komen voort uit de Bor, de kwaliteitscriteria de VTH-visie. Er zijn een aantal onderwerpen waar je vanuit de Bor en de kwaliteitscriteria verplicht doelstellingen over op moet nemen. Daarnaast formuleren we een aantal doelstellingen op basis van de VTH-visie die we hebben om deze visie ook te realiseren. Deze doelstellingen gelden voor 4 jaar. De voortgang op deze doelstellingen is opgenomen in bijlage 1 ‘Managementrapportage VTH Uitvoeringsprogramma 2019’.
In de productbladen komen deze doelstellingen, voor zover we er dit jaar acties aan koppelen, terug. Ten aanzien van kwaliteitsverbetering van de geleverde producten en diensten zijn er in 2020 grote stappen gezet. Zo heeft er een steekproef plaatsgevonden op de bouwdossiers waarbij de kwaliteit van de vergunning in de breedste zin des woord is beoordeeld. Aan de hand van de uitkomsten zijn verbetervoorstellen gedaan. Denk bijvoorbeeld aan de warme overdracht van de casemanager aan de bouwinspecteur.
2020 Was ook het jaar van het inrichten van de administratieve organisatie. Een nieuwe teamsite is ingericht, werkinstructies zijn gemaakt, inwerkplannen zijn opgesteld, de vergunningenapplicatie is opgeschoond, processen zijn herbeschreven etc. Niet al deze verbeteringen komen direct terug in de bovengenoemde doelstellingen, maar zijn hier op zijn minst wel ondersteunend aan.
Prioriteitsdoelstellingen: Voor alle activiteiten die we hebben geprioriteerd en die voor dat jaar in de top-10 van het Uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, nemen we tenminste één doelstelling op in het Uitvoeringsprogramma. De prioriteitsdoelstellingen worden jaarlijks getoetst en eventueel bijgesteld. De resultaten van 2020 staan als smiley achter de doelstellingen opgenomen. Voor de nieuwe doelstellingen (dikgedrukt) is nog geen smiley weergegeven. De doelstellingen die in 2021 niet terugkomen zijn in het grijs weergegeven.
Deze doelstellingen komen allemaal terug in de productbladen van de desbetreffende onderwerpen. In deze productbladen staat ook beschreven of wat er op basis van de resultaten uit 2020 bij wordt gestuurd.
In hoofdstuk 4 gaan we nader in op de resultaten van het afgelopen jaar.
In het VTH-beleid zijn voor vergunningverlening en toezicht en handhaving uitvoeringsstrategieën vastgesteld. In dit Uitvoeringsprogramma volstaan we met een verwijzing naar deze algemene werkwijzen en komen ze dus ook niet terug in de productbladen. In deze strategieën is namelijk al rekening gehouden met de prioriteit die we toekennen aan het uitvoeren van een bepaalde taak.
4 Wat hebben we gedaan? – Jaarverslag-
Jaarlijks wordt een Uitvoeringsprogramma en een jaarverslag opgesteld. In het afgelopen jaar hebben we gewerkt aan het uitvoeren van het Uitvoeringsprogramma 2019. In dit hoofdstuk wordt zowel in algemene zin teruggeblikt op dit Uitvoeringsprogramma, als gedetailleerd verslag gelegd per taak/activiteit. Hiervoor wordt verwezen naar de productbladen en naar bijlage 1 “Indicatoren overzicht 2020”. Dit maakt dit hoofdstuk het Jaarverslag van 2020. Tenslotte wordt ingegaan op de lessen die hierbij zijn geleerd en of en in hoeverre we hierdoor moeten bijsturen in de toekomst.
De belangrijkste bevindingen staan hieronder weergegeven en aan het eind van deze paragraaf nog verder samengevat in een infographic.
Omgevingsvergunningen: Bouwen en kappen
Evenementen, Horeca en sociale veiligheid
4.3 Welke lessen hebben we geleerd en wat gaan we bijsturen?
De resultaten uit 2020 geven geen aanleiding om de top-10 prioriteiten bij te stellen. Met uitzondering van de activiteiten rondom bouwen zien we dat corona overal van invloed is geweest. Bijvoorbeeld op het aantal meldingen over handhaving, het aantal evenementen, de inzet van BOA’s in brede zin etc. We kiezen er dus voor om aan dezelfde opgaven te blijven werken als in 2020.
We gaan daarbij niet voorbij aan de corona-pandemie. We nemen een extra productblad voor dit onderwerp op (zie productblad 87). Voor dit product nemen enkel de volgende doelstelling op: ‘Het zo veel mogelijk bijdragen aan een gezonde samenleving, gericht op voorkoming van de verspreiding van het virus.’
We maken deze doelstellingen niet specifieker omdat de omstandigheden elke moment wijzigen.
Voor de lange termijn doelstellingen werken we in 2021 aan de doelstellingen die nog niet zijn bereikt.
In de productbladen staat verder per product beschreven wat we in 2021 willen bereiken en verbeteren. Daar staat aangegeven welke lessen we hebben geleerd.
De lessen die we hebben geleerd in het voorgaande jaar nemen we mee in het komende jaar. Dat staat vermeld in de productbladen. Dit hoofdstuk beschrijft zowel in algemene zin, als in gedetailleerde zin per taak/activiteit wat het komende jaar in het Uitvoeringsprogramma komt. De activiteiten die we prioriteren komen niet enkel voort uit de geleerde lessen van 2020, maar komen ook uit het VTH beleid 2019-2022 en daarin opgenomen lange termijn doelstellingen. In paragraaf 5.2 staat de top-10 prioriteiten waar we in 2021 gerichte acties op plannen. De doelstellingen die hier bij horen staan al opgesomd in paragraaf 3.2 en komen terug in de productbladen. We sluiten dit hoofdstuk en het Uitvoeringsprogramma als geheel af, met de productbladen van alle activiteiten die we binnen VTH het komende jaar uit zullen voeren.
De top-10 prioriteiten waar we concrete doelstellingen op geformuleerd hebben (zie paragraaf 3.2) is, in willekeurige volgorde, als volgt:
Per productblad van uit te voeren VTH-taak staan de volgende onderdelen zo concreet mogelijk beschreven:
De lijst met producten is samen met de regiogemeenten ontwikkeld. Wij leveren niet alle producten die in de lijst opgenomen staan, omdat niet elke gemeente dezelfde afbakening hanteert voor dit Uitvoeringsprogramma.
5.4 Overzicht productbladen VTH-samenwerking
Onderstaand de productbladen zoals die voor Amersfoort gelden. De productbladen die regionaal wel ontwikkeld zijn, maar die we in Amersfoort niet gebruiken (bijvoorbeeld omdat ze niet binnen de scope van dit plan passen, of omdat de taken in een ander productblad op zijn genomen) zijn uitgegrijsd. De productbladen zijn te vinden in het bijlagenboek in bijlage en 3.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort op 11 mei 2021.
Bijlage 1 Indicatoren overzicht 2020
1. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Er kunnen kleine verschillen in de cijfers zitten omdat de datum van ontvangst van een vergunningaanvraag en de datum van besluiten op de aanvraag de jaargrens overschrijden (onder handen werk).
2. Algemene Plaatselijke Verordening en Drank- en Horecawet
Cijfers zijn inclusief wijzigingen (bijvoorbeeld leidinggevenden)
3. Samenwerking met ketenpartners
3.1 Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD)
Voor de uitvoering van de taken bij de RUD wordt is in de bijlage de jaarrapportage opgenomen. Daar wordt ook op doelstellingen en aantallen verantwoord.
Hoofdstuk 3 Toezicht & handhaving
Er zijn 10 prioriteiten benoemd voor toezicht en handhaving in 2020. Deze 10 prioriteiten zijn tot stand gekomen op basis van de evaluatie van 2017 en 2018 en in gesprek met de raad. De 10 prioriteiten zijn:
Op elk van deze prioriteiten houden we relevante indicatoren bij. Deze staan hieronder per prioriteit weergegeven.
Naast de thema’s waar de gemeente in 2020 extra aandacht aan wilde geven, zijn er reguliere taken uitgevoerd.
Om goed zicht te hebben op de inzet en welke (strafrechtelijke) middelen hiervoor worden gebruikt, worden verschillende gegevens geregistreerd. Daarnaast geven deze gegevens een beeld van de trends en prestaties waarop gestuurd kan worden. De te registreren gegevens zijn als volgt:
3.2.1 Meldingen en handhavingsverzoeken
* In het totaal zitten nog een aantal meldingen die niet gecategoriseerd zijn.
* Het aantal meldingen per wijk wijkt iets af van de totalen per categorie (3%).
3.2.2 Sanctiemiddelen en waarschuwingen
Jaarprogramma 2020 en uitvoeringsprogramma 2021
RUD Utrecht - gemeente Amersfoort
Afgelopen jaar was een jaar als geen ander. Dit heeft ook het nodige van ons gevraagd. Zo werd duidelijk dat er prioriteiten gesteld moesten worden. Nog meer dan voorgaande jaren kwam hierdoor het belang van een goede samenwerking centraal te staan. Dit heeft er mede toe geleid dat we over de linie ruim 90% van de productie hebben weten te realiseren. Er zijn echter een aantal gemeenten waar we helaas beduidend minder producten en diensten voor konden leveren. Als blijk van een duurzame gemeenschappelijkheid heeft het Algemeen Bestuur besloten om de zwaarst getroffen deelnemers te voorzien van een eenmalige korting op de variabele bijdrage in 2020.
Het realiseren van onze productiedoelstellingen bleek tijdens de pandemie een uitdaging. Zo was het bijvoorbeeld, door het in acht nemen van de coronamaatregelen, maar beperkt mogelijk om fysiek toezicht te houden bij bedrijven. We hebben er echter hard aan gewerkt om deze achterstanden in te lopen en hebben conform de prioritering, de meest risicovolle bedrijven fysiek bezocht.
Voor de provincie voeren we veel taken uit die we buiten kunnen doen, zoals toezicht bij bodemsaneringen, bij bouwprojecten en in natuurgebieden. Deze taken konden onverminderd doorgaan tijdens de coronamaatregelen. Sterker nog: in de natuurgebieden was er, door toegenomen druk op de buitengebieden, juist meer werk te doen voor onze BOA’s.
Al met al kijk ik met een positief gevoel terug op 2020. Door ieders flexibiliteit hebben we samen het maximaal mogelijke bereikt op het gebied van advies, vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Daarbij hebben we het afgelopen jaar weer belangrijke stappen gezet in de richting van de RUD Utrecht als technisch adviserende uitvoeringsdienst.
Waarschijnlijk zullen we komend jaar grotendeels onder vergelijkbare omstandigheden werken als in 2020. Gelukkig is onze organisatie er nu goed op ingericht en hebben onze medewerkers de nodige ervaring opgedaan met het werken op afstand. Dit geeft mij het vertrouwen dat we in 2021 weer op het productieniveau komen dat jullie van ons gewend zijn.
Ik zie er naar uit om elkaar volgend jaar weer in levenden lijve te kunnen ontmoeten!
In het omgevingsrecht staan regels voor de fysieke omgeving waarin wij leven. Tot die fysieke omgeving behoren onder andere de atmosfeer, de bodem, het water, de natuur en de ruimtelijke ordening. We willen dat deze regels in en over de fysieke leefomgeving worden nageleefd om de omgeving en haar gebruikers te beschermen. Daarom zetten we middelen en capaciteit in op het vergunning verlenen, toezicht houden en de handhaving (VTH) van verschillende wetten en regels.
Op basis van de beleidsuitgangspunten van onze opdrachtgevers zijn in samenwerking met onze opdrachtgevers keuzes gemaakt over wat meer of minder aandacht verdient bij de inzet van VTH. In deze samenwerkingsruimte ontstaat er ruimte voor maatwerk op lokaal niveau, zodat er rekening gehouden wordt met specifieke beleidsdoelen en bestuurlijke prioriteiten. Deze lokale beleidsdoelen en prioriteiten staan beschreven in hoofdstuk 3. De beleidsdoelen zijn doorvertaald in het jaarprogramma 2020 en zijn leidend geweest voor de uitvoering afgelopen jaar. We beschrijven in de jaarrapportage de uiteindelijke gerealiseerde aantallen producten (adviezen, vergunningen en toezicht) en overige activiteiten. Dit jaar is er in de jaarrapportage ook een sectie gewijd aan monitoringsindicatoren waarin we cijfermatig iets kunnen zeggen over de kwaliteit van onze uitvoering op het gebied van juridische zaken, de doorlooptijd van meldingen en vergunningen en het spontaan-naleefgedrag.
In bijlage 3 zijn de uitvoeringsbladen opgenomen die bestaan uit de te leveren diensten per wetgeving op detail niveau, en het (juridisch)kader waarin we opereren! Er heeft een evaluatie van de rapportages plaatsgevonden in samenwerking met een aantal opdrachtgevers. Er is aandachtig naar de verbeterpunten gekeken en deze zijn zoveel mogelijk geïncorporeerd in de jaarrapportage.
In het volgende hoofdstuk van deze rapportage staat de relatie naar de specifieke beleidsdoelen van de opdrachtgever beschreven. In het vierde hoofdstuk is een overzicht van realisatie en de actualiteiten die in 2020 speelden. In hoofdstuk 5 staat een beschrijving van de resultaten van de monitoringsindicatoren opgenomen. In bijlage 1 is een beschrijving van de organisatie van het werkaanbod opgenomen en tenslotte staan in bijlage 2 de uitvoeringsbladen.
De beleidsdoelen voor de inzet staan geformuleerd in de beleidskaders VTH van de opdrachtgevers. Deze beleidskaders zijn nog niet geüniformeerd, echter op hoofdlijn hebben de opdrachtgevers van de RUD Utrecht hetzelfde doel:
Het leefmilieu en de gezondheid van inwoners beschermen en tegelijkertijd initiatieven mogelijk maken.
Op basis van de specifieke beleidsdoelen van elke gemeente is de inzet aan producten en diensten bepaald en vertaald in ureninzet per product. In dit hoofdstuk staat een kort overzicht over welke beleidsdoelen en -prioriteiten bij deze gemaakte keuzes zijn gebruikt.
3.1 Doelen en prioriteiten van de opdrachtgever
De gemeente Amersfoort wil weten wat er leeft in Amersfoort, en ondersteunt inwoners en partners waar nodig om kansen te stimuleren en problemen op te lossen. Daarvoor handelt de gemeente Amersfoort volgens de kernwaarden dichtbij, nieuwsgierig en aanspreekbaar. De RUD medewerkers zijn regelmatig bij de afdeling VTH van de gemeente Amersfoort waar zij samen met de Amersfoortse collega’s invulling geven aan de kernwaarden.
Binnen het werk van de RUD Utrecht worden dan ook de volgende doelstellingen aangehouden bij de uitvoering van het werk:
In 2020 worden alle (100%) milieuaanvragen en –meldingen op basis van objectieve criteria getoetst. De RUD Utrecht draagt er zorg voor dat deze objectieve criteria in afstemming met de andere RUD Utrecht partners worden opgesteld, waardoor uniformiteit binnen het werkgebied van de RUD Utrecht is gewaarborgd (indien noodzakelijk kan gemotiveerd worden afgeweken);
De RUD Utrecht zet zich in op diverse aspecten die te maken hebben met de bescherming van het milieu. De hoogste risico’s die ze bij de gemeente Amersfoort voor het milieu zien, zijn te vinden in de landelijke risico prioritering; bij de volgende activiteiten en/of branches:
In het VTH-uitvoeringsprogramma zijn door de gemeente Amersfoort 10 prioriteiten benoemd. Deze 2 punten zijn relevant voor de RUD Utrecht
3.2Pilot risico gericht toezicht 2021
In 2021 zijn wij voornemens een gezamenlijke pilot uit te voeren waarmee een belangrijke stap wordt gezet in het realiseren van Risico Gericht Toezicht. De volgende paragrafen maken duidelijk op welke aspecten de bestaande samenwerking in de pilot wordt uitgebreid c.q. gewijzigd door de uitvoering van de pilot.
De nieuwe RGT systematiek selecteert de bedrijven voor de jaarlijst
De nieuwe systematiek zorgt voor een nieuwe manier waarop we bedrijven selecteren voor controles. De nieuwe systematiek is ingebouwd in de RGT app.
De RGT app genereert een jaarlijst van bedrijven die in aanmerking komen voor controle. Een bedrijf komt in aanmerking voor een controle als de toegekende risicocategorie (de milieurisico kwalificatie), de gekoppelde bezoekfrequentie en de bezoekhistorie daar aanleiding toe geven.
Naast het maken van een jaarlijst toont de RGT app de bedrijven met eventuele opslagen en installaties op de kaart. De RGT app is een uitbreiding van het bestaand Geografisch Informatiesysteem van ESRI dat binnen de RUD wordt gebruikt.
De eerste stap in de toekenning van de risico categorie is gebaseerd op de activiteiten van een bedrijf, ofwel de SBI code(s). De activiteiten van een bedrijf bepalen in belangrijke mate het milieurisico dat ze vormen voor de omgeving. Om preciezer te zijn: de relatie tussen bedrijfsactiviteiten en de omgeving is bepalend voor het toekennen van een risico kwalificatie. De aanwezige informatie in ons zaaksysteem en de externe NHR bron worden in deze stap gebruikt.
Een mogelijk verzwarende factor voor de toegekende risico categorie (in stap 1) ligt in de aanwezigheid van installaties en opslagen. Denk aan stookinstallaties, koelinstallaties en opslagen voor gevaarlijke stoffen. De aanwezige informatie in ons zaaksysteem en externe bronnen zoals KIWA en SCIOS worden in deze verfijningsstap gebruikt.
Op basis van voorgaande stappen is een risico categorie toegekend. De scores liggen in de bandbreedte 1 tot en met 6. Uitkomsten in de range 3 tot en met 6 zijn per definitie milieurelevant. Uitkomsten in de range 1 tot en met 2 kunnen milieurelevant zijn als er aanvullend milieu relevante aspecten van toepassing zijn. Denk aan de aanwezigheid van bijvoorbeeld een vetvangput of wasplaats. De aanwezigheid van een milieurelevant aspect verhoogt de eerder toegekende milieucategorie.
Een nieuwe werkwijze met nieuwe producten
In de nieuwe werkwijze is de concept jaarlijst die door de RGT app wordt voortgebracht het startpunt. De coördinator Handhaving en Toezicht en de productowner van de RGT app (tevens senior handhaver) beoordelen de output van de RGT app. Dit resulteert in zowel toevoegingen als het verwijderen van bedrijven.
Met de RGT pilot introduceren we een nieuwe methodiek voor de selectie van bedrijven en koppelen we deze methodiek aan het gebruik van een aantal nieuwe producten (controletypen). Met de pilot reduceren we, in vergelijking met de traditionele aanpak, het risico dat milieurelevante bedrijven buiten beeld blijven. Immers, de toegepaste systematiek is objectief in haar risicotoewijzing op basis van een zeer uitgebreide dataset aangaande bedrijven, activiteiten, opslagen, installaties en milieurelevante aspecten.
Een kanttekening is te plaatsen bij het gebruik van het product ‘thema controle’. Indien dit product wordt gebruikt zal het bedrijf op aspecten ofwel onderdelen worden gecontroleerd. De controle richt zich op de noodzakelijke aspecten en is dus niet volledig. De mitigerende maatregel is dat we bij het gebruik van dit controle type vastleggen waarom ervoor is gekozen.
4. Overzicht inzet RUD Utrecht voor de opdrachtgever
In dit hoofdstuk worden de behaalde resultaten over de periode januari tot en met 31 december 2020 op hoofdlijnen weergegeven. De hoofdlijn beschrijft de resultaten in het algemeen (Dvo), van de aanvullende opdrachten en van de projecten. De realisatie van de regionale taken vallen buiten deze rapportage, vanwege de aard van de werkzaamheden, en worden eind van het jaar verekend onder de deelnemers.
Hieronder treft u de overzichten aan van de resultaten op hoofdlijnen, per wetgeving en van de aanvullende opdrachten en de projecten.
De gerealiseerde omzet wordt getoetst aan een toetspercentage, genaamd omzet t.o.v. begroting (%). Voor deze rapportage is het toetspercentage 100%. We gaan uit van de volgende indeling over de voortgang van de realisatie:
Vanwege de COVID-19 pandemie is in mei 2020 besloten de variabele bijdrage eenmalig om te zetten in een vaste bijdrage en daarmee los te laten dat er betaald wordt voor wat er is geleverd (outputfinanciering). Uiteindelijk is er gemiddeld gezien 9% van de vooraf begrote productie niet geleverd. De verschillen tussen deelnemers, hoewel verklaarbaar, waren echter niet evenredig verdeeld. Derhalve is besloten in het AB van 11 februari 2021 de bijdrage voor enkele deelnemers te verlagen zodat alle deelnemers maximaal 9% niet geleverd hebben gekregen (het gemiddelde RUD-breed). Voor uw gemeente betreft dit een korting van €38.380. Deze correctie is niet meegenomen in de onderstaande realisatie cijfers.
Tabel 1: Overzicht realisatie op hoofdlijnen
Tabel 2. Overzicht realisatie per wetgeving Dvo
Tabel 3. Overzicht realisatie projecten
Van de bovenstaande projecten wordt vanwege de omvang alleen de Vetgasfabriek toegelicht.
Voor het project bodemsanering vetgasfabriek Amersfoort zijn afgelopen jaar verschillende werkzaamheden verricht. Voor wat betreft de bevoegd gezag rol is het NGE onderzoek goedgekeurd en onder ons toezicht op juiste wijze uitgevoerd. Het uitvoeringsplan voor het uitvoeren van de testfase en het uit te voeren aanvullend bodemonderzoek is door ons beoordeeld en goedgekeurd. De uitvoering voor het plaatsen van de filters voor de testfase en overige saneringswerkzaamheden is onder ons toezicht uitgevoerd en na enkele aanpassingen volgens de afspraken op een juiste manier tot stand gebracht. Daarnaast is het evaluatierapport voor het uitgevoerde NGE onderzoek door ons in december beoordeeld en is na enkele aanvullingen door ons goedgekeurd.
Vanuit onze adviesrol is in het zg ‘bouwteam’ de innovatieve wijze waarop de testen worden uitgevoerd nader uitgewerkt. Wij hebben hierbij adviezen gegeven over het gebruik van de sensoren en pompen die het puur product gaan oppompen in de onttrekkingsfilters. Ook is er technisch advies gegeven over de opslag en scheiding van (grond)water en teer vanuit de filters. Daarnaast zijn adviezen gegeven om de verzanding van sommige geïnstalleerde filters op te lossen en adviezen om de testfase op een juiste manier te kunnen uitvoeren. Uiteindelijk zal de proef worden opgeschaald naar een uitvoeringsplan voor de gehele saneringslocatie, waarbij vanuit ca. 300 filters teer zal worden verwijderd. Tot slot is de invulling van de milieukundige processturing voor 2021 besproken en gezamenlijk in het bouwteam vastgesteld.
De duur van het project zal zeker nog enige jaren doorlopen, afhankelijk van de omvang van de verontreiniging die (nog) steeds niet volledig in beeld is en de effectiviteit van de saneringsaanpak. Het aantal uren voor 2020 is niet geheel toereikend gebleken en er zijn na goedkeuring van de opdrachtgever 80 uren extra geleverd. Voor 2021 is een nieuwe opdracht in voorbereiding.
Tabel 4. Overzicht realisatie Aanvullende opdrachten
Over het geheel genomen is de realisatie van de bedrijfsomzet achter op schema gebleven. Hieronder staan de belangrijkste aandachtspunten:
Vraaggestuurde producten en diensten: Bij meerdere posten met vraaggestuurde producten en diensten is minder gerealiseerd dan we hadden begroot, bijvoorbeeld VTH ondersteuning, crisisorganisatie, algemene wet bestuursrecht, de verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen en wet vervoer gevaarlijke stoffen. In een aantal gevallen zijn deze budgetten benut om overschrijdingen op andere posten te dekken.
Wet bodembescherming reguliere taken:
Het aantal aanvragen om beschikkingen is aanzienlijk achtergebleven. Dit geldt voor alle producten die vallen onder dit instrument, zoals de aanvragen op beschikking ernst en spoed, instemmen op een saneringsplan en de evaluaties. Het betreft een vraaggestuurde dienst. Mogelijk dat Corona invloed heeft gehad. Er zijn geen signalen dat er zonder vergunning werkzaamheden in de bodem plaatsvinden. Door het achterblijven van de meldingen en vergunningen zijn er ook minder mogelijkheden om toezicht te houden op werkzaamheden in de grond. De vraag naar technisch advies is wel enorm toegenomen, dit zijn vooral bodemadvieszaken met betrekking tot omgevingsvergunningen bouw. Komend jaar zijn er dan ook meer uren opgenomen voor technische advisering.
Besluit bodemkwaliteit: Net als vorig jaar ontvangen we meer Bbk-meldingen. We hebben meer meldingen ontvangen, dan aan het begin van het jaar werd verwacht. In overleg met gemeente heeft er een herverdeling van het budget plaatsgevonden, waardoor we een deel van de overschrijding binnen deze post konden dekken.
Gemeente Amersfoort is in januari 2020 de eerste gemeente geweest die de asbesttaken heeft overgedragen aan de RUD Utrecht. Gedurende het hele jaar zijn er constant meldingen ontvangen. Desalniettemin is de uiteindelijke realisatie van de DVO 57%. Dit heeft twee redenen. Iedere maand zijn er minder meldingen ontvangen dan begroot. Daarnaast is een aanzienlijk deel van deze meldingen in de lichte risicocategorie ingeschaald (+/- 80%). Conform het vastgestelde beleid wordt 1 op de 10 meldingen in deze risicocategorie gecontroleerd. Derhalve ligt het aantal uitgevoerde controles aanzienlijk lager dan begroot. Er is geen sprake van werkachterstand.
De kentallen zijn te laag gebleken. In werkelijkheid werd er 1.186 uur in plaats van de beschikbare 1.023 uur besteed.
In totaal is er op deze post 92% van de begroting gerealiseerd. Ondanks Corona hebben we mooie resultaten bereikt. De vraag naar technische advisering is meer dan verwacht. Daarom heeft er een mutatie plaatsgevonden om de overschrijding op deze post te dekken. Aan het begin van het jaar was er onvoldoende budget om milieuklachten af te kunnen handelen. In overleg met de gemeente is hiervoor budget van toezicht op ingezet. Bij de meest risicovolle bedrijven heeft een fysieke milieucontrole plaatsgevonden. Bij de minder risicovolle bedrijven heeft een administratieve controle plaatsgevonden. Ook zijn alle fysieke energiecontroles uitgevoerd.
Om inzicht te bieden in de kwaliteit van het werk dat geleverd wordt, zijn we hard bezig met het ontwikkelen van monitoringsindicatoren. Deze indicatoren zijn toegespitst op kwaliteit en in gezamenlijkheid ontwikkeld. Deze monitoringsindicatoren betreffen nu de indicator over de kwaliteit van onze juridische inzet, de doorlooptijd op vergunningen en meldingen, en het spontaan naleefgedrag.
Er zijn voor de gemeente Amersfoort in 2020 3 juridische zaken afgerond (verzoek tot handhaving). Tevens is er nog een behandeling bezwaar en een verzoek tot handhaving in behandeling. Hier onder vindt u de uitkomsten van onze juridische inzet.
Doorlooptijd vergunningen & meldingen:
Voor de gemeente Amersfoort zijn er in 2020 29 zaken met een behandelingstermijn behandeld waarvan 14 zaken een langere doorlooptijd hadden dan de oorspronkelijke behandelingstermijn. Dit wil zeggen dat 48% van de zaken met een behandelingstermijn niet op tijd zijn afgehandeld. Dit heeft vaak vele verschillende oorzaken, variërend van een verzoek tot aanvullende gegevens, waardoor er extra tijd nodig is voor beide partijen, tot aan een niet ontvankelijk verklaring. Hieronder zijn per wetgevingsgebied de aantallen weergegeven. De groene balk geeft het aantal zaken met een behandelingstermijn weer en de rode balk vertegenwoordigt het aantal zaken waarbij de doorlooptijd langer is geweest dan de oorspronkelijke behandelingstermijn. Er worden alleen zaken getoond, waarvan de zaak in 2020 is afgesloten èn met een zogenoemde fatale termijn of termijn van orde. Verder zijn zaken, waarbij er bijvoorbeeld geen aanvraag nodig bleek voor een activiteit, een project niet haalbaar was of dat de aanvraag is overgedragen aan een andere instantie niet opgenomen in de onderstaande resultaten. Vanwege de corona perikelen gecombineerd met het acclimatiseren aan de nieuwe werkwijze (thuiswerken, zaaksysteem toegang) en ziekte zijn er meer doorlooptijden overschreden. Voor Wm/Wabo zijn in een aantal gevallen ‘maatwerk op initiatief bevoegd gezag’ toegepast, wat leidt tot een zichtbare overschrijding in ons systeem, daarnaast betrof het een aantal dubbel aangemaakte zaken welke nooit zijn afgehandeld of verwijderd in Squit.
Het spontaan naleefgedrag verteld iets over het aantal overtredingen bij een eerste controle, en dus hoe goed een bepaalde sector, branche of bedrijf de regels naleeft. Indien er bij een eerste controle geen overtreding wordt geconstateerd dan betekent dat dat het spontaan naleefgedrag goed is. Indien er bij alle eerste controles in een wetgevingsgebied geen overtredingen zijn geconstateerd, dan scoort dat wetgevingsgebied 100%. Indien bij de helft van alle eerste controles een overtreding is geconstateerd dan scoort dat wetgevingsgebied 50% en is het spontaan naleefgedrag voor verbetering vatbaar. Het spontaan naleefgedragn kan een aanleiding zijn tot extra toezicht, handhaving of informatieverstrekking over de nut en noodzaak van geldende regelgeving. Tevens kan het ook een aanleiding zijn om de toezichtslast in een bepaalde sector te verlichten of herprioriteren. Uit een hercontrole blijkt of tijdig maatregelen zijn getroffen om de overtreding ongedaan te maken. Dit heeft het toezichtseffect. Het toezichtseffect is niet in onderstaande resultaten opgenomen.
Het percentage spontaan naleefgedrag bij de opslag en verkoop van vuurwerk wordt niet correct in onderstaande grafiek weergegeven. Er zijn tijdens de controles geen overtredingen geconstateerd.
Het spontaan naleefgedrag van de gemeente Amersfoort is 44%. De meeste overtredingen zijn aangetroffen bij bedrijfscategorieën 2 en 3. Deze bedrijven zijn recentelijk door de gemeente aan ons overgedragen. Omdat veel bedrijven sinds langere tijd niet waren bezocht, is het percentage spontaan naleefgedrag hierdoor lager dan gewenst. De meeste overtredingen betreffen het niet melden van een verandering van de inrichting, keuringen van SCIOS, keuringen van koelinstallaties, en opslagen en afvoer gevaarlijk afval. Het besluit van de gemeente om deze bedrijfscategoriën te prioriteren heeft geleid tot herstel van de vele milieuovertredingen. Door de werkzaamheden uit te voeren zijn de milieurisico’s in de gemeente verder beperkt.
Bij de energiecontroles zijn geen grote overtredingen van de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML) aangetroffen.
Bijlage 1: Achtergronden en organisatie
Verantwoording werkzaamheden van de RUD Utrecht
Om een goede input te kunnen leveren voor de beleidskeuzes die de opdrachtgevers moeten maken, moet de RUD Utrecht zorgen voor een goede vastlegging van alle gegevens met betrekking tot haar werkzaamheden. Dit doet ze door het vastleggen van o.a.:
Deze monitoring maakt inzichtelijk in welke mate doelgroepen de regels naleven en welke knelpunten er zijn als het gaat om het naleefgedrag. De RUD Utrecht is samen met haar opdrachtgevers bezig om hier een juiste vorm van verslaglegging in te ontwikkelen. In ieder geval worden na afloop van een begrotingsjaar de behaalde prestaties en de werkelijke kosten geëvalueerd. De evaluatie laat zien wat er met de ureninzet voor toezicht en handhaving is bereikt. Bovendien bevat de monitoringsinformatie gegevens over de toezichttaken in relatie tot de beschikbare capaciteit. Door planning en realisatie met elkaar te vergelijken ontstaat inzicht in een meest doelmatige inzet van de beschikbare capaciteit.
Het samenwerkingsverband van de RUD Utrecht hanteert een gezamenlijk werkproces. Dit past in de gedachte van “de BIG 8” waarbij de werkprocessen afgestemd worden op de strategische doelen en prioriteiten van de opdrachtgevers. De RUD Utrecht is vervolgens de specialist in de uitvoering en bepaalt de juiste werkprocessen. Vervolgens stemt de RUD Utrecht in het Producten en Dienstencatalogus (PDC) deze werkprocessen af met de opdrachtgevers. Sinds dit jaar zijn gemeenten en Provincie binnen de Provincie Utrecht bezig met de ontwikkeling van een uniforme risico-analyse op basis van milieubelastende activiteiten (voor de basistaken). De RUD Utrecht neemt hier ook aan deel. Bij de RUD Utrecht zal dit jaar een vertaling plaats gaan vinden naar nieuwe werkprocessen bij het cluster milieutoezicht.
Bij de uitvoering maakt de RUD Utrecht gebruik van de Landelijke Handhavingsstrategie. Deze is de door de gemeente vastgesteld via het VTH-beleidsplan milieu. In de handhavingsbesluiten motiveert de RUD Utrecht bij eventuele afwijkingen en deze legt ze vast in de digitale omgeving van Squit XO.
Met het maken van dit jaarprogramma geven we invulling aan diverse wettelijke plichten, te weten:
De RUD Utrecht heeft een milieuklachtentelefoon. Per februari 2019 is de RUD Utrecht voor klachten ook bereikbaar via één telefoonnummer (frontoffice). Deze meldkamer is 24/7 bereikbaar en zorgt er voor dat klanten direct en professioneel te woord worden gestaan. Zo nodig wordt de melding doorgezet naar de gemeente of een waterschap. Wanneer een melding/klacht door de RUD Utrecht namens het bevoegd gezag opgepakt moet worden, zorgt de meldkamer er voor dat de juiste discipline (groen, grijs, blauw) ingezet wordt. Bij het organiseren van de consignatie kijkt de RUD Utrecht hoe de verschillende taakvelden zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen worden ingezet.
Scheiding vergunningverlening/toezicht en handhaving
Vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds zijn functioneel gescheiden en deels in verschillende teams belegd. Hiermee is gewaarborgd dat de medewerkers, die verantwoordelijk zijn voor een vergunning, niet ook toezicht houden of handhaven op de zelfgeschreven vergunning.
Om te voorkomen dat na verloop van tijd de toezichthouder te lang verantwoordelijk is voor handhaving van één en dezelfde inrichting, worden medewerkers periodiek gerouleerd over de inrichtingen. Ook in 2020 zal weer gerouleerd worden.
Nieuwe, op de RUD Utrecht afkomende wetten vergen het nodige van haar personeel. Een brede inzetbaarheid van personeel wordt steeds belangrijker voor een adequate/efficiënte taakuitvoering. De RUD Utrecht traint daarom haar medewerkers op bijv. adviesvaardigheden en het vergaren van nieuwe kennis (bijv. op het gebied van ruimtelijke ordening en de omgevingswet).
Medio 2019 zijn de kwaliteitscriteria voor de kritieke massa na een update opnieuw vastgesteld (kwaliteitscriteria 2.2). De RUD heeft daarop aan de hand van een kennismatrix een inventarisatie gedaan. Momenteel voldoen we voor de generieke onderdelen nog steeds aan de criteria. Op de specialistische deskundigheidsgebieden voldoen we deels niet meer door vertrekkende medewerkers dit wordt deels opgelost door de samenwerking met collega omgevingsdiensten. Voor de toekomst blijft dit een aandachtpunt omdat een aantal medewerkers de komende jaren hun pensioengerechtigde leeftijd bereiken en opvolging geborgd moet worden. Op de specialistische deskundigheidsgebieden waar de formatie krap of niet voldoende is, vindt samenwerking met ODRU en VRU plaats.
Samenwerking en afstemming met andere VTH-partners
De RUD Utrecht werkt in het veld samen met andere VTH-partners. De intensiteit van samenwerking en de mate waarin de samenwerking structureel is ingericht, verschilt. De RUD Utrecht werkt in toenemende mate samen (bijv. met de ODRU), waarbij de samenwerking niet op basis van een samenwerkingsovereenkomst plaatsvindt. Hieronder zijn (niet limitatief) samenwerkingspartners opgesomd en een aantal samenwerkingsafspraken.
Een nieuw vorm van vooroverleg in het kader van de Omgevingswet heet de Omgevingstafel. De nieuwe werkwijze aan de Omgevingstafel maakt voor de initiatiefnemer en de belanghebbende inzichtelijker welke regels gelden. Aan de Omgevingstafel wordt direct duidelijk wat de haalbaarheid is van een initiatief. En welke integrale adviezen de gemeente en partners zoals Provincie en Rijkswaterstaat hebben. Samen kijken we dan naar een gedragen oplossing.