Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlissingen

Beleidsregels Landelijke toegankelijkheid intramuraal Beschermd Wonen Zeeland - gemeente Vlissingen 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlissingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Landelijke toegankelijkheid intramuraal Beschermd Wonen Zeeland - gemeente Vlissingen 2017
CiteertitelBeleidsregels Landelijke toegankelijkheid intramuraal Beschermd Wonen Zeeland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-06-2017nieuwe regeling

20-06-2017

Gemeenteblad 2017, 110559

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Landelijke toegankelijkheid intramuraal Beschermd Wonen Zeeland - gemeente Vlissingen 2017

Burgemeester en wethouders van Vlissingen hebben de Beleidsregels Landelijke toegankelijkheid intramuraal Beschermd Wonen Zeeland vastgesteld.

 

De tekst van de beleidsregels luidt:

  • 1.

    Een aanvrager voor Beschermd Wonen of zijn wettelijk vertegenwoordiger kan zich melden bij elke [centrum]gemeente.

  • 2.

    Een begeleider dan wel een zorgaanbieder kan niet namens een cliënt een aanvraag indienen.

  • 3.

    De aanvrager kan zich bij zijn aanvraag laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Dit kan een naastbetrokkene zijn, een patiëntenvertrouwenspersoon of een onafhankelijke cliëntondersteuner. De wenscentrumgemeente - waar de cliënt zich meldt - zal de aanvrager daar op wijzen.

  • 4.

    Elke aanvraag bij een centrumgemeente voor Beschermd Wonen wordt gevolgd door een onderzoek en een besluit door de centrumgemeente van de gemeentelijke regio waar de aanvrager zich wil vestigen. Dit is dus de wenscentrumgemeente als een cliënt zich elders wil vestigen.

  • 5.

    Elke centrumgemeente hanteert eigen toegangscriteria en beschikt over een eigen infrastructuur aan Beschermd Wonen en beoordeelt de aanvraag op basis hier van. De gemeente die beoordeelt kan ervoor kiezen het eventuele besluit van de gemeente van herkomst van de cliënt over te nemen.

  • 6.

    Het is de combinatie van de wens van de cliënt met zorginhoudelijke criteria die de doorslag geven bij het besluit of de centrumgemeente/regio passend is voor de cliënt om zich te vestigen. De gemeente van herkomst van de cliënt wordt betrokken bij het onderzoek en onderstaande criteria te hanteren:

    • a.

      De aanwezigheid van een positief sociaal netwerk [familie en vrienden] om:

      • i.

        Beschermd Wonen te voorkomen [inzet van andere vormen van beschermende woonvormen]

      • ii.

        Uitstroom naar vormen van zelfstandig wonen te bevorderen.

    • b.

      voorwaarden voor succesvolle trajecten, zoals:

      • i.

        [reeds ingezette] actieve schuldhulpverlening,

      • ii.

        een bestaande relatie met GGZ of andere hulpverlening

      • iii.

        Reeds ingezette scholing, [vrijwilligers] werk, of passende dagbesteding,

      • iv.

        eventueel aanwezige veiligheidsrisico’s op de huidige woonplek,

      • v.

        de behoefte aan een specifieke aanpak of een specifieke voorziening

    • c.

      gegronde redenen om tegemoet te komen aan de wens van een cliënt, anders dan de hierboven genoemde voorwaarden.

  • 7.

    Het uiteindelijke besluit van de centrumgemeente noemt en onderbouwt in ieder geval de aanbevolen zorginhoudelijke argumenten. Dit is van belang voor een mogelijke bezwaarprocedure van de aanvrager en voor het voorleggen van een geschil tussen centrumgemeenten, aan de geschillencommissie. Onderzoek en besluit worden binnen 6 weken afgerond.

  • 8.

    Indien er niet direct toegang is tot de gewenste plek, dan komt de aanvrager op een wachtlijst. Gemeenten zijn vanaf het moment dat met de cliënt wordt gesproken over de plaatsing in een instelling, transparant over de wachtlijsten. De cliënt weet dan waar hij of zij aan toe is.

  • 9.

    Als de wenscentrumgemeente positief besluit, maar de aanvrager op een wachtlijst plaatst, dan moet die gemeente besluiten of overbruggingszorg noodzakelijk is. Totdat de geschikte plek beschikbaar is, levert de instelling waar de cliënt op dat moment verblijft de eventuele overbruggingszorg. De herkomstgemeente is verantwoordelijk voor de financiering.

    Als een cliënt in een behandelsetting [zorginstelling, forensische penitentiaire kliniek] verblijft vindt overleg plaats over de datum van uitstroom. Als de aanvrager al gebruik maakt van een plek in een voorziening voor Beschermd Wonen, blijft de bestaande situatie gehandhaafd tot de geschikte plek in de wensgemeente beschikbaar is.

  • 10.

    Het kan voorkomen dat een cliënt uit centrumgemeente A bewust tijdelijk in een instelling in een andere centrumgemeente [centrumgemeente B] verblijven. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf korter dan een jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar instelling van centrumgemeente A. of om uitstroom te realiseren. Centrumgemeente A financiert in dit geval de plek voor de cliënt in centrumgemeente B. Dit maakt het tijdelijke verblijf voor de cliënt mogelijk. Deze vorm van tijdelijk verblijf valt verder buiten de afwegingen van deze handreiking.

  • 11.

    Gemeenten dragen zorg voor een warme overdracht van cliënten, maar ook instellingen hebben een verantwoordelijkheid om aan een warme overdracht van cliënten mee te werken.

  • 12.

    Als uit het onderzoek bij de gemeente van aanmelding [centrumgemeente A] volgt dat het Beschermd Wonen het beste in een andere wens centrumgemeente B kan plaatsvinden of als een cliënt zelf naar wenscentrumgemeente B gaat, neemt de aangewezen contactpersoon van de centrumgemeente A contact op met de aangewezen contactpersoon van de andere wenscentrumgemeente B:

    • i.

      De cliënt meldt zich bij gemeente B.

    • ii.

      Gemeente B besluit op basis van eigen onderzoek of de cliënt toegang tot een instelling voor Beschermd Wonen krijgt of neemt het onderzoek van gemeente A over.

    • iii.

      Gemeente A en gemeente B maken afspraken over het organiseren van een [warme] overdracht van de cliënt.

  • 13.

    De overdracht van een cliënt vindt plaats onder regie van de centrumgemeenten. Hierbij maken de betrokken instellingen in elk geval afspraken over:

    • i.

      De datum van overgang

    • ii.

      De instelling die de cliënt opneemt

    • iii.

      De overdracht van de persoonlijke gegevens

  • 14.

    Indien de aanvrager onder het overgangsrecht valt, kan hij hieraan ook bij een aanvraag in een andere centrumgemeente rechten ontlenen. De centrumgemeente kan kiezen om deze aanvrager zonder onderzoek een vergelijkbare plek te geven of een onderzoek in te stellen en in overleg met de aanvrager te komen tot een Wmo-besluit, waarbij de aanvrager een terugvaloptie behoudt op een voorziening tot einde CIZ-indicatie of uiterlijk 1/1/2020.

  • 15.

    Eventuele verhuiskosten van een Beschermd Wonen plek naar een andere Beschermd Wonen plek worden in principe gedragen door de cliënt.

 

Vlissingen, d.d. 20 juni 2017

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris, de burgemeester,

mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar