Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reclame en uitstalling beleid gemeente Eersel |
Citeertitel | Reclame en uitstalling beleid gemeente Eersel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Ter vervanging van Reclame- en uitstallingenbeleid 2008 en Beleidsregel tijdelijke reclameborden |
Externe bijlage | Bijlages 1 tot en met 7 reclame- en uitstalling |
geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-07-2016 | Ter vervanging van Reclame- en uitstallingenbeleid 2008 en Beleidsregel tijdelijke reclameborden | 12-07-2016 | 20.16150 |
In de afgelopen jaren is er gewerkt aan een beeldkwaliteitsplan waarin de ruimtelijke ambitie van de (historische) straten van de gemeente Eersel zijn vastgelegd. Het beeldkwaliteitsplan (BKP) bestaat uit twee delen. In het eerste deel zijn de straten vanuit een grondige analyse ingedeeld in verschillende dorpsruimten met een eigen identiteit. In het tweede deel van het plan zijn de straten verder uitgewerkt aan de hand van verschillende workshops met bewoners en belangenorganisaties. Na het vaststellen van het beeldkwaliteitsplan heeft de gemeente aangegeven om het Reclame- en uitstallingenbeleid uit 2008 op dit plan aan te laten aansluiten. Dit betreft de gebiedsindeling van het beleid maar vooral ook de ambities en beeldbepalende kenmerken. Anderzijds wordt het reclamebeleid vernieuwd. Hierbij zijn verschillende belangenorganisaties gehoord. Naast het reclamebeleid heeft de gemeente een welstandsnota. Het reclamebeleid vormt een toetsingskader en maakt juridisch onderdeel uit van de welstandsnota.
Een ondernemer wil zijn waar kunnen verkopen, zijn werkzaamheden kunnen aanbieden of presenteren. Voor een ondernemer is het essentieel dat de voorbijganger getriggerd wordt in de nabijheid van zijn winkel of zaak. Hiervoor zijn reclame en uitstallingen een middel. Reclame-uitingen horen bij een levend dorp, een dorp waar de leefbaarheid van belang is. Reclame-uitingen zouden het dorpse karakter moeten versterken, met andere woorden de sfeer verhogen. Maar de praktijk is vaak weerbarstiger, reclame kan namelijk makkelijk afbreuk doen aan de subtiele nuances die de dorpen in de gemeente Eersel kenmerken. Dit document gaat in door middel van toelichtingen, beelden maar ook richtlijnen op welke wijze reclame-uitingen een goede plek kunnen krijgen in het totaal beeld van de Eerselse dorpen. Daarmee kan de totale beeldkwaliteit een positieve impuls worden gegeven. Uitgangspunt voor deze visie is om samenhang aan te brengen tussen enerzijds het individuele belang van de ondernemer en anderzijds het algemene belang van een goede beeldkwaliteit. Zonder dat het beleid een keurslijf wordt voor de ondernemer. Dit document maakt het mogelijk om naar creatieve, kwalitatief hoogwaardige, ingetogen en passende oplossingen te zoeken. Op deze manier wordt standaardisering van de reclame-uitingen voorkomen. Juist lokale en individuele verschillen kunnen het dorpse beeld verrijken.
Dit beleid is in eerste instantie het toetsingskader voor omgevingsvergunningen voor reclame-uitingen en uitstallingen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Welstandsnota van de gemeente. Daarnaast is dit beleid ook het toetsingskader of wel de leidraad voor andere vergunningen en toestemmingen die de gemeente kan verlenen voor reclame en uitstallingen, zoals de plaats en omvang van terrassen en uitstallingen van winkelwaar in het openbaar gebied.
Zoals geschreven sluit dit reclame- en uitstallingenbeleid aan op het beeldkwaliteitsplan. In de lijn met het proces rond het opstellen van het BKP, zijn er een tweetal bijeenkomsten van klankbordgroepen georganiseerd voor verschillende belangenorganisaties (winkeliersverenigingen, dorpsraden, industriegroep, bewoners, gehandicaptenplatform, etc.).
Tijdens de eerste avond werd in het kort het beeldkwaliteitsplan toegelicht en het belang ervan. Daarna werden verschillende stellingen uiteengezet. Zoals: Wat is Eersel nu voor een gemeente? Hoe wil je daar als ondernemer in acteren? Of wat is de noodzaak om afspraken te maken? Dit is interactief gepeild, waarbij ieder zijn of haar inbreng had. Met bijvoorbeeld de vraag: Hoe sturend
zou het beleid moeten zijn of juist niet? Dit is gedaan per gebied maar ook per reclame-uiting. De tweede avond is gebruikt om hierop meer in te zoomen. Ingegaan is op de o.a. locaties, maatvoering en kleurgebruik. Maar ook de manier van toetsen.
De resultaten van de avonden zijn verwerkt in de beschrijvingen en richtlijnen van de gebieden. De verslagen van de avonden zijn terug te vinden in de laatste bijlage. Vooral met de inbreng van deze avonden is dit beleid opgesteld.
In het volgend hoofdstuk wordt ingegaan op de werkwijze van dit beleid, de manier van toetsen en de indeling van de verschillende gebieden. In hoofdstuk 3 wordt het karakter per gebied beschreven en een beeld geschetst waaraan de verschillende reclame-uitingen en uitstallingen zouden moeten voldoen. De functionele richtlijnen zoals maatvoering, plaatsing en hoeveelheden worden verder uiteengezet in het laatste hoofdstuk.
Tijdens de avonden van de klankbordgroepen waren er vier termen die telkens terug kwamen: bewustwording, passendheid, ingetogenheid en individuele vrijheid. Hier hebben we ook meteen de spanning van de vraagstelling te pakken. Hoe creëer je een passend beeld voor iedereen, zonder daarmee de individuele vrijheid te beknotten? Tijdens de avonden is het idee ontstaan om een onafhankelijke commissie in het leven te roepen die aanvragen van ondernemers kan beoordelen op passendheid en ingetogenheid. Elke aanvraag moet laten zien dat het voorstel passend en ingetogen is. Daarvoor moet de aanvraag een aantal handvatten/onderwerpen behandelen, die de aanvrager zelf bewust maken van zijn of haar omgeving. Deze handvatten/onderwerpen zijn uitgeschreven in paragraaf 2.2. Daarnaast zijn voor kleinere, reguliere aanvragen duidelijke regels voor aanvragen die de gemeente eenvoudig kan afhandelen (via richtlijnen, zie hoofdstuk 4). De procedure ziet er dan als volgt uit:
Zoals aangegeven is het juist niet de bedoeling om een strak keurslijf van verschillende regels op te stellen maar een document dat inspireert en motiveert waar mogelijkheden geboden worden voor creativiteit. Om de verschillende aanvragen voor reclame-uitingen goed te kunnen beoordelen binnen de gemeente, zijn richtlijnen opgesteld waaraan deze moeten voldoen. Dit zijn minimale vereisten: wordt hieraan voldaan dan kan aan een aanvraag medewerking worden verleend. Wil men hiervan afwijken dan kan men deze voorleggen aan de commissie. Deze commissie zal bestaan uit de huidige Ruimtelijke Kwaliteitscommissie waarbij externe adviseurs aan kunnen sluiten. Het is van belang dat de commissie oog heeft voor ondernemers uit de gemeente, burgers en specialisten (van bijvoorbeeld monumentenzorg of ondernemersvereniging). De precieze samenstelling en de werkwijze van de commissie, vergaderschema’s, etc. sluit aan op de werkwijze van de Ruimtelijke Kwaliteitscommissie (Welstandscommissie/ Monumentencommissie). Voor de duidelijkheid: de commissie moet het mogelijk maken om buiten de richtlijnen meer vrijheid te bieden aan vormen van reclame en uitstalling. Passendheid en ingetogenheid zijn hierbij de codewoorden, niet maat en aantal!
Aan de hand van 6 handvatten of stappen wordt richting gegeven aan reclame-uitingen in de dorpse omgeving van Eersel. De handvatten samen formuleren de ruimtelijke opgave van reclame-uitingen op verschillende niveaus waarmee initiatiefnemers, ondernemers en gemeente aan de slag kunnen. De handvatten verlopen van een hoog naar laag abstractie- en (vaak ook) schaalniveau. Deze benadering heeft als doel het bewustwordingsproces van de aanvrager te vergroten. Daarmee wordt verwacht dat de aanvragen voor de uiting van reclame of een uitstalling beter passen in de dorpen van Eersel en zo bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid.
De ligging en het karakter van de plek waar de reclame-uiting wordt gerealiseerd vormt een belangrijke keuze in de samenhang van het totaal “plaatje”. In welke omgeving ligt deze? In een historisch lint, winkelstraat, woongebied, buitengebied, bedrijventerrein of andere specifieke plek? Past de reclame-uiting in zijn omgeving? Kijkend naar de omgeving kan de initiatiefnemer hier kennis van nemen en hierop inspelen. Voor een reclame-uiting is het logisch dat de ene omgeving meer ingetogenheid vraagt dan de andere omgeving.
Het type pand is van belang kijkend naar wat passend is als we het hebben over gevelreclame. In het beeldkwaliteitsplan zijn verschillende type panden weergegeven. Al deze panden hebben een specifieke indeling, verhouding en vormgeving. Op wat voor manier kan gevelreclame hierop inspelen? Een oud herenhuis behoeft mogelijk een heel andere reclame uiting dan een recent gebouwd pand. De reclame moet sfeer verhogend werken zowel op het pand als haar omgeving. In het algemeen kan gesteld worden dat het ene type pand zich beter leent voor reclame-uiting dan het andere type pand.
De reclame-uitingen, maar ook uitstallingen en terrassen in de buitenruimte zijn bedoeld om de waar aan de man te brengen, maar het moet meer doen dan dat. Uitstallingen moeten een positieve bijdrage leveren aan de uitstraling van de openbare ruimte. Evenals reclame-uitingen moeten inspelen op de eigenheid van het pand, moeten uitstallingen ook inspelen op de eigenheid van de buitenruimte. Om een voorbeeld te noemen: de Markt in Eersel en het centrum van Vessem heeft een hele andere uitstraling dan de Nieuwstaat in Eersel. Onderdeel van uitstallingen zijn eveneens verwijsborden op de straat of stoep.
Een ander belangrijk onderdeel van de reclame-uitingen en uitstallingen in de buitenruimte zijn terrassen. Voor de horeca is dit vanzelfsprekend een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering. Voor de terrassen is een samenhang in meubilair en aanverwante van belang. Ingetogen verschillen tussen onderlinge terrassen maken sfeer en geven herkenbaarheid. Ingetogenheid voorkomt dat terrassen schreeuwerig overkomen en subtiele pleinruimtes (bijv. een dorpslint of Markt) hierdoor overstemd worden.
Belangrijk aspect bij uitstallingen en terrassen is naast de verschijningsvorm de positionering, met name de looplijnen zijn hierbij van belang. Als algemene regel geldt dat de uitstalling tegen het pand aan geplaatst wordt en de terrassen altijd een loop zone openhouden tussen pand en terras, of bij eigen voorterrein een klein terrasje tegen de gevel, een loop zone en het grote terras. Voor de grootste openbare ruimtes (Hint, Markt en Nieuwstraat) in de gemeente Eersel is een zonerings-kaart opgesteld. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage II.
2.2.4 positionering en afmeting op of aan het pand
De afmetingen van reclame worden gerelateerd aan de maat en verhoudingen van het pand. De verhoudingen tussen pand, buitenruimte en reclame-uitingen moeten proportioneel zijn. Een kleine arbeiderswoning zal over het algemeen een kleinere afmeting van reclame kunnen hebben dan een nieuw drie verdiepingen tellend hoog pand. Hierbij is het voorkomen van hinder van aanpalende en/of bovenwoningen een aspect. Ook de uitstraling en cultuurhistorische waarden spelen een belangrijke rol of deze passend zijn bij het pand en de buitenruimte.
Een voorbeeld is dat een herenhuis over het algemeen een symmetrisch uiterlijk heeft, met het plaatsen van reclame kan hierop ingespeeld worden.
Kenmerkend voor de Kempen zijn de sobere en eenvoudige materialen. Deze vaak duurzame materialen komen veelvuldig terug in de architectuur en buitenruimte. Gepaste samenhang op deze levende materialen en op elkaars reclame-uitingen is wenselijk. Uniformiteit wordt niet nagestreefd, juist de (subtiele) verschillen komt de levendigheid van de omgeving ten goede. Reclame-uitingen zijn passend (afgestemd) in zijn omgeving, openbare ruimte en pand.
Voor bijvoorbeeld de historische dorpskernen en linten waar de meeste reclame-uitingen zich bevinden door de verschillende functies die ze herbergen, is gesteld dat het ingetogen, sfeervol, natuurlijk en afgestemd is. Dit uit zich in natuurlijk materiaal gebruik dat aansluit op de sfeervolle ambiance. Hier wordt gedacht aan rotan en hout voor het meubilair en de uitstalling (bijvoorbeeld het ouderwetse krijtbord). Uiteraard is stof toegestaan voor parasols, in een donkere kleur. Kunststof, zoals witte kuipstoeltjes, is uit den boze in deze omgeving.
Voor een winkelgebied is het accent gelegd op meer moderne en verder passende uitstallingen, afgestemd op de andere ondernemers in die straten. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een standaard bord op initiatief van een ondernemersvereniging waar elke winkelier zijn eigen poster in aanbrengt.
Net als het materiaal is de Kempen bekend om zijn pallet aan kleuren, passend bij de lommerrijke agrarische omgeving. Om de kleuren van reclame niet te laten overstemmen in zijn omgeving is terughoudendheid van felle, primaire kleuren gewenst. Op elkaar afgestemde kleuren en nuance kan een sterke binding geven en zorgen voor een rustig beeld.
De gemeente Eersel wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan type gebieden. Tijdens de bijeenkomsten van de klankbordgroep bleek dat het nogal uitmaakt in welke context je een reclame-uiting of uitstalling plaatst. In dit beleidsplan hebben we (aansluitend op het BKP) de volgende gebieden gedefinieerd:
Het al dan niet functioneren van een reclamebeleid valt of staat met de handhaving ervan. Indien er onvoldoende draagvlak is om te handhaven, kan een reclamebeleid geen stand houden. Uitzonderingen op het beleid dienen, in verband met het gelijkheidsbeginsel, te allen tijde goed te worden gemotiveerd. Hierbij moet een gemotiveerde belangenafweging plaatsvinden om wel of niet te handhaven. Bij niet naleven van de wettelijke voorschriften kan bestuursdwang of dwangsom worden toegepast en soms proces verbaal worden opgemaakt. Bestuursdwang houdt in dat de betreffende reclame-uiting of uitstalling wordt verwijderd op kosten van de overtreder. In geval er een dwangsom wordt opgelegd, wordt een bepaald bedrag verbeurd verklaard voor iedere keer, of voor elk tijdvak, dat het wettelijke voorschrift wordt overtreden. Daar waar zinvol en mogelijk zal flankerend beleid worden toegepast. Dit is met name wanneer het gaat om reclame-uitingen die schade toebrengen aan gemeente-eigendommen, die verkeersonveilig zijn of de beeldkwaliteit ernstig verstoren, zoals reclame-uitingen op spandoeken en aanhangwagens, vooral in het buitengebied. Reclameobjecten op gemeentelijk eigendom kunnen (na aanzegging) op privaatrechtelijke grond direct worden verwijderd.
Veel reclame-uitingen mogen vergunningvrij worden geplaatst. Dat betekent dat deze plannen niet vooraf worden getoetst. Wel kan door de gemeente achteraf worden ingegrepen, als een uiting op zichzelf, maar vooral ook in relatie tot de omgeving, ernstig in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in artikel 12 van de Woningwet en beoordeeld naar de criteria bedoeld in artikel 12a van de Woningwet: de Welstandsnota. Wanneer sprake is van ernstige strijd met redelijke eisen van welstand, zoals omschreven in de excessenregeling, kan het bevoegd gezag hiertegen optreden. In hoofdstuk 4 is een excessenregeling opgenomen.
Zoals in het vorige hoofdstuk aangehaald, stelt elk gebied andere eisen aan zijn omgeving. In het volgende hoofdstuk volgt een beschrijving per gebied, van het karakter, het beeld en de insteek van het beleid en de gewenste beeldkwaliteit.
3.1 Historische dorpskernen en linten
Deze straten zijn de ruggengraten van de verschillende dorpen en buurtschappen. Veelal liggen de straten er al eeuwen en vormen nu nog steeds de doorgaande verbinding van dorp naar dorp. Groene lommerrijke lanen begeleidende vaak de wegen. De straten zijn belangrijk voor ondernemers, het publiek. Potentiële klanten verplaatsen zich erover. De straten zijn door hun authentieke uitstraling recreatief aantrekkelijk. De meeste straten zijn ingetogen ingericht en ademen historie en rust uit. Daarmee zijn deze straten ook relatief kwetsbaar voor uitbundige reclame-uitingen of uitstallingen.
Voor dit gebied geldt zeer terughoudend beleid ten aanzien van reclame-uitingen en uitstallingen. Zo zijn de hoeveelheid reclametekens en neonreclames beperkt. Lichtbakken zijn bijvoorbeeld niet toegestaan. Felle contrasterende kleuren en schreeuwerig meubilair dragen niet bij aan een sfeervolle inrichting en worden daarmee ter discussie gesteld. Terrassen moeten een onderdeel vormen van de omgeving en dragen bij aan de levendigheid van de straat. Schermen, plantenbakken of ander meubilair die de buitenruimte converskeren zijn zeer beperkt toegestaan, bij voorkeur in een donkere kleurstelling. Wandelroutes gaan op enige afstand langs de panden tussen de verschillende terrassen en uitstallingen door. De toegangen kunnen onbelemmerd bereikt worden. In bijlage II zijn kaarten opgenomen waar terrassen en uitstallingen in het centrum van Eersel zijn toegestaan. Deze gebieden kunnen in de toekomst mogelijk aangegeven worden door middel van een markering in de verharding. Voor de overige gebieden gelden dezelfde uitgangspunten. Deze zijn aangegeven in het volgende hoofdstuk.
Onder winkelstraten en winkelcentra worden de Nieuwstraat en het winkelcentrum aan het Lindeplein, beiden in Eersel, begrepen. De dorpskernen en linten vallen hier niet onder. De winkelstraat/-centrum zijn gebieden die specifiek zijn ingericht op een concentratie van hoofdzakelijk winkels. Het totaalbeeld sluit aan op het winkelend publiek en mag dat ook uitstralen.
De richtlijnen voor dit gebied zijn daarmee ook niet zo streng als in de historische dorpskernen en linten. In het winkelgebied wordt het aanbrengen van reclame in het algemeen minder storend ervaren. Reclame-uitingen en uitstallingen dienen aan te sluiten op de onderneming. Uitstallingen of terrassen dienen direct nabij de hoofdentree plaats te vinden. Panden met de combinatie van winkels en (boven)woningen dienen het aanbrengen van reclame-uitingen in de zone tussen de bovendorpel van de winkelpui( en) en de onderdorpel van de ramen op de eerste verdieping plaats te vinden. Lichtreclame en bijvoorbeeld vlaggen zijn toegestaan maar niet in felle of schreeuwerige kleurcombinaties.
Ter verhoging van de sociale veiligheid van deze omgeving moeten de etalages bij voorkeur, ook ‘s avonds, licht uitstralen. Het aanbrengen van dichte rolluiken en afplakken van raampartijen moet daarom zoveel mogelijk worden tegengegaan. De uitstalling van reclameborden en/of winkelwaren al dan niet op openbaar gebied is in beginsel onder voorwaarden toegestaan. Voorwaarden liggen in de lijn van niet gevaarlijk, hinderlijk en belemmerend zijn voor winkelend publiek en minder validen, ander verkeer en hulpverleningsvoertuigen. Onder uitstallingen worden ook verstaan verfraaiingen met potplanten, boompjes en ander meubilair. Onderlinge afspraken tussen de verschillende winkeliers in vorm van verenigingen om verrommeling tegen te gaan zijn zeer welkom.
Bedrijventerreinen zijn vaak geïsoleerde gebieden die minder interactie hebben met de omgeving en een andere uitstraling hebben. Binnen deze gebieden kunnen goed onderlinge afspraken over reclame-uitingen gemaakt worden doormiddel van ondernemersverenigingen. Desalniettemin kunnen deze gebieden grote impact hebben op de omgeving met reclamezuilen en grote verlichte gevelreclame. Richtlijnen worden daarom wel nodig geacht, maar in een veel ruimere bandbreedte op het terrein zelf.
Zo zijn handelsreclames en/of naamsaanduidingen gewoon mogelijk op het terrein van de onderneming. Voor verwijsreclame heeft een standaardvoorziening bij de ingang van een bedrijventerrein de voorkeur. Het aan of op een gebouw maken van reclame naar een openbare weg, die buiten het industrieterrein is gelegen, is in beginsel onder voorwaarden toegestaan. De A67 vormt hierop een uitzondering, omdat de aan deze weg gelegen industrieterreinen door de verplichte groenstrook aan het gezicht worden onttrokken. Reclame gericht naar de autosnelweg is niet toegestaan.
De woongebieden bestaan voornamelijk uit woonwijken die na 1900 zijn gebouwd net achter of tussen de doorgaande historische straten. Deze gebieden zijn vaak volledig monofunctioneel en wordt gebruikt voor wonen, er is in beginsel geen bedrijfsactiviteit. Reclame-uitingen en uitstallingen worden dan ook niet als wenselijk ervaren. Toch zijn er een aantal locaties waar van oudsher echter al (buurt)winkels en/of bedrijven gevestigd zijn en hebben verschillende woningen een bedrijf of praktijk aan huis.
In woonwijken wordt reclame zo veel mogelijk beperkt. Een kleine naamsaanduiding van het bedrijf of praktijk aan huis, eventueel zwak indirect aangelicht, is mogelijk maar lichtreclame is uitgesloten. Een kleine uitstalling van koopwaren, terras en/of reclamebord is in beginsel bij winkel- of horecaonderneming toegestaan. Reclame en uitstallingen mogen niet in contrasterende kleuren worden uitgevoerd.
Het buitengebied wordt gekenmerkt door een sterk groen karakter van lanen, akkers, weides en bospartijen. Dit zijn de wegen die je van het ene dorp (of akker, bospartij etc.) naar een ander dorp leiden. Langs deze wegen zijn voornamelijk agrarische bedrijven gehuisvest, die soms ook recreatieve functies herbergen.
In het buitengebied wordt reclame zoveel mogelijk beperkt. Tenzij deze betrekking hebben op enig beroep, bedrijf, of dienst, is een beperkte en passende naamsaanduiding van het bedrijf mogelijk. Deze reclame kan eventueel zwak indirect aangelicht zijn, maar lichtreclame is ook hier niet gewenst. Overige reclameobjecten en (tijdelijke) reclame op onbebouwde percelen zijn in het buitengebied niet wenselijk.
Verkooppunt voor motorbrandstoffen
Benzinestations worden apart behandeld aangezien deze bedrijven in diverse gebieden kunnen liggen en toch een hele specifieke uitstraling hebben. Met name de luifel en de losse reclametekens almede het product en de prijs aanduidingsborden/reclamezuilen zijn hierin bijzondere (opvallende) objecten.
De bedoeling is om deze bedrijven niet te veel een eigen leven te laten leiden maar meer op te nemen in zijn omgeving. Dit betekent dat de specifieke (merk gebonden) uitstraling mogelijk is, maar dat losse objecten zoals banners, vlaggen etc. beperkt worden.
Deze terreinen zijn vaak gekenmerkt met een royale groene uitstraling door middel van windsingels en bosschages. Daarmee worden deze terreinen bijna als vanzelfsprekend opgenomen in zijn groene omgeving, wat als positief ervaren wordt.
Het voeren van reclame naar binnen gericht is onder voorwaarden toegestaan. Het gaat hierbij vooral om borden rondom de sportvelden, op tribunes en reclame-uitingen aan het clubgebouw of activiteiten op het terrein zelf. Verlichte reclame is uitgesloten. Eén van de voorwaarden is dat reclame nauwelijks zichtbaar is vanaf de openbare vaak landelijke wegen. Een bord met naams-aanduidingen van de gevestigde sportverenigingen of recreatiebedrijven nabij de entree aan de openbare weg is wel mogelijk. De naamsaanduiding van recreatiebedrijven kan eventueel zwak indirect aangelicht zijn, maar lichtreclame is hier niet gewenst.
Terrassen zijn essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering van de horecabedrijven. De plaatsing van terrassen heeft een grote invloed op de uitstraling van de openbare ruimte. Voor de terrassen is een samenhang in meubilair en aanverwante van belang. Ingetogen verschillen tussen onderlinge terrassen maken sfeer en geven herkenbaarheid. Ingetogenheid voorkomt dat terrassen schreeuwerig overkomen en subtiele pleinruimtes (bijv. een dorpslint of Markt) hierdoor overstemd worden. Bij voorkeur hebben parasols een donkere uitstraling maar zijn in ieder geval passend bij de uitstraling van de gevel van het desbetreffende pand en de daarbij behorende buitenruimte. Ingetogenheid en stijl zijn sleutelwoorden voor de keuze van de uitstraling van een terras. Felle contrasterende kleuren en schreeuwerig meubilair dragen niet bij aan een sfeervolle inrichting en worden daarmee ter discussie gesteld. Terrassen moeten een onderdeel vormen van en passen in de omgeving en bijdragen aan de levendigheid van de straat of buurt. Schermen, parasols, plantenbakken of ander meubilair die in buitenruimte geplaatst wordt, zijn beperkt toegestaan, in een donkere of ingetogen kleurstelling. Wandelroutes gaan op enige afstand langs de panden tussen de verschillende terrassen en uitstallingen door of er voor langs. De toegangen kunnen onbelemmerd bereikt worden.
Naast de algemene beschrijvingen in hoofdstuk 3 worden in dit hoofdstuk richtlijnen aangegeven per gebied of onderwerp. Per gebied worden reclame-uitingen gelimiteerd tot een maximale maatvoering en/of aantal. De aanvragen die vallen binnen de richtlijnen bieden rechtstreeks zicht op realisatie. Aanvragen met meer ruimtelijke impact en alles dat buiten de richtlijnen valt, gaat ter advisering naar de commissie. Deze beoordeelt de aanvraag aan de hand van de zes handvatten zoals benoemd in hoofdstuk 2.
Er zijn veel verschillende vormen van reclame-uitingen. Als we deze uitingen groeperen waar de uiting geplaatst is, komen we op de volgende indeling:
De wijze van meten voor reclame is opgenomen in de bijlage VI. Voor locaties van billboards, dorpszuilen, lichtmastreclame die aan de orde kunnen zijn, wordt verwezen naar de bijlagen II tot en met V.
De (driehoeks)borden en/of sandwichborden langs een weg worden dermate als storend ervaren dat deze binnen de gemeente beperkt worden toegestaan. In het openbaargebied wordt per dorp een locatie aangewezen waar door of in opdracht van de gemeente mogelijk een reclame- of informatiezuil geplaatst kan worden. Op deze zuilen kunnen de verschillende activiteiten die het dorp of de gemeente te bieden heeft aangeplakt. Er is dan maximaal 1 poster per activiteit per zuil mogelijk. De omvang van de poster mag maximaal 1m2 bedragen. De locaties van de zuilen staan in bijlage III. Daarnaast mogen, met ontheffing, (driehoeks)borden geplaatst worden.
Deze borden moeten aan de onderstaande voorschriften voldoen:
De reclameborden mogen uitsluitend aan c.q. rond de binnen de bebouwde kom staande lantaarnpalen worden aangebracht middels een constructie. De affiches mogen niet op de lantaarnpalen worden geplakt. Zij mogen niet worden aangebracht aan c.q. rond bomen, kabelkasten, muren, schuttingen, trafohuisjes, abri’s, verkeerspalen of ander straatmeubilair. Reclameborden op staanders zijn niet toegestaan. Buiten de bebouwde kom zijn geen reclameborden toegestaan.
De reclameborden mogen vanwege verkeersveiligheid en beeldkwaliteit niet worden geplaatst in de volgende historische kernen of bebouwingslinten: Duizel: Groenstraat en Smitseind; Eersel: Dijk, Duizelseweg, Gebroeders Hoeksstraat, Hint, Kerkstraat, Markt, Nieuwstraat en Willibrorduslaan; Knegsel: Het Groen; Vessem: Wilhelminalaan en Jan Smuldersstraat (wel vanaf Flinkert tot Lille); Wintelre: Kerkstraat en Willibrordusstraat.
Het college van burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid een exclusieve partner aan te wijzen voor het plaatsen van tijdelijke reclameborden. Alleen door die partner mogen tijdelijke reclameborden worden geplaatst met inachtneming van bovenstaande richtlijnen. Organisatoren van evenementen krijgen in dat geval niet zelfstandig ontheffing voor het plaatsen van tijdelijke reclameborden maar moeten hiervoor terecht bij de exclusieve partner.
Reclame of aanduidingen tijdens verkiezingstijd worden centraal geregeld. De gemeente plaats centraal verkiezingsborden in alle kernen van de gemeente Eersel. De meeste locaties zullen zo centraal mogelijk in het dorp zijn gelegen. Op elk bord kunnen partijen posters aanplakken. Maatvoering van posters zijn de eigen verantwoordelijkheid van de politieke partijen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om ontheffing te krijgen voor tijdelijke (driehoeks)borden zoals hiervoor beschreven. Eigen borden om lantaarnpalen, stickers en andere reclameobjecten zowel binnen als buiten de bebouwde kom zijn niet toegestaan.
Informatiemogelijkheden nabij de entree van de dorpen
Nabij de grens van de bebouwde kom (de entrees van de dorpen) mogen door of in opdracht van de gemeente (digitale) informatieborden geplaatst worden. De afmeting van de borden mag maximaal 2,5m2 zijn. Het gebruik van digitale of led borden is toegestaan. Nabij deze locaties kan ontheffing worden verleend voor het plaatsen van een spandoek (voor bijvoorbeeld een evenement of landelijke campagne) tot een maximale duur van 4 weken.
Reclame op abri’s is mogelijk tot maximaal 2 wanden van de abri, eventueel dubbelzijdig.
Verrijdbare reclame betreft reclamevoertuigen en/of borden die geplaatst zijn op een aanhanger of een dusdanige constructie hebben dat de borden makkelijk verplaatsbaar zijn. Deze vorm van reclame maken vindt zowel plaats op de openbare weg, de gemeentelijke groenvoorzieningen en overig onbebouwd terrein zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Omdat deze vorm van reclame zeer storend werkt in deze omgeving, daarnaast soms onnodig, de vaak schaarse parkeerruimte inneemt en gevaarlijke verkeerssituaties kan opleveren, is deze vorm van reclamevoering niet toegestaan.
Verwijzingen al dan niet in het openbaar gebied naar bedrijven zijn niet toegestaan, met uitzondering van de standaard verwijzingen nabij de entrees van bedrijventerreinen en verwijsreclame die past binnen de kaders van de lichtmastreclame.
Toeristische en recreatieve bewegwijzering en verwijzingen naar openbare gebouwen,
instellingen en gebieden, geschiedt binnen een bepaalde standaard door of in opdracht van de gemeente. De bedrijfsnamen op deze bewegwijzering hebben niet tot doel het maken van reclame.
Reclame aan lichtmasten of lantaarnpalen
Lichtmastreclame is, behoudens in historische dorpslinten, acceptabel op de grotere doorgaande wegen. Lichtmastreclame is uitsluitend toegestaan in volgende wegen of weggedeelten (zie ook bijlage IV):
Lichtmastreclame is langs de opgesomde en op de kaart en in bijlage IV aangegeven wegen of weggedeelten toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Reclame langs wegen binnen de bebouwde kom
Reclame langs wegen binnen de bebouwde kom is niet toegestaan. Op dit algemene verbod van reclametekens langs wegen binnen de bebouwde kom zijn de volgende uitzonderingen van toepassing:
Tijdelijke reclame aan lichtmasten, zoals hiervoor vermeld;
Vermelding van een bedrijfsnaam op in door de gemeente Eersel aan derden in onderhoud gegeven groenvoorziening op rotondes;
Het college van burgemeester en wethouders kan andere vormen en plaatsen aanwijzen voor reclame langs wegen.
Het is op de in bijlage V opgenomen locaties toegestaan een dubbelzijdige billboard te plaatsen
met een maximale oppervlakte van 3,5 meter x 2,5 meter, met een bouwhoogte van maximaal 5
meter. Deze billboards mogen zijn uitgevoerd als licht/led reclame.
Het college van burgemeester en wethouders kan andere plaatsen aanwijzen voor billboards.
In beginsel worden geen reclamemasten toegestaan. Met maatwerk kunnen bijzondere masten of kunstwerken als object al dan niet met reclame-uitingen worden geplaatst. Initiatieven worden ter beoordeling voorgelegd aan de commissie en moeten altijd voor een volledige belangenafweging via besluitvorming naar het college van burgemeester en wethouders.
Door een zorgvuldige of bijzondere vormgeving kunnen deze passen in de omgeving. Voor Eersel kan een eventuele mast een positieve bijdrage leveren als plezierige omgeving om te wonen, werken en verblijven. De inzet is om te komen tot een win-winsituatie, zowel voor de initiatiefnemer, als de meerwaarde voor het algemeen maatschappelijk belang van de gemeente Eersel. Dit kan tot uiting komen in de architectonische vormgeving. De commissie en het college zullen deze meerwaarde toetsen. Voor het borgen van de kwaliteit moeten masten in principe worden geplaatst in het openbaar gebied, op gronden die in eigendom zijn van de gemeente Eersel.
Reclame voor openbare verkoping, verkoop, verhuur of verpachting van het betreffende pand of perceel is toegestaan voor zolang zij feitelijk betekenis heeft en het totale oppervlak niet groter is dan 0,8 m2 per bord/aanplakking met een maximum van 3 borden/aanplakkingen per onroerende zaak. Verwijzingen naar verkoop van onroerende zaken, bijvoorbeeld nabij een toegangsweg van een pand of wijk, zijn niet toegestaan.
Verkoop van onroerend goed en bouwkavels in nieuwbouwijken alleen in of in de directe nabijheid van het plan.
Reclame op/voor evenemententerrein
Het is toegestaan om op en voor evenemententerreinen tijdelijke reclame te maken, voor het evenement op het terrein waar het evenement plaatsvindt. Dit geldt voor een maximum van 4 weken. De maximale hoogte bedraagt 5 meter tot een oppervlakte van maximaal 25m2.
Bestaande reclame-uitingen die geplaatst zijn met vergunning, ontheffing of andere toestemming van de gemeente en afwijken van het nieuwe beleid, worden gerespecteerd. Bij nieuwe aanvragen op dezelfde locatie wordt het reclamebeleid onverkort toegepast. Voor reclame-uitingen die reeds langer gedoogd worden, maar niet in overeenstemming zijn met het reclamebeleid, wordt een overgangstermijn gehanteerd. Hierbij zijn de volgende situaties te onderscheiden: er is geen vergunning en of melding, maar de reclame-uiting past binnen het
er is geen vergunning en of melding én de reclame-uiting past niet in het reclamebeleid: de reclame-uitingen moeten binnen een redelijke termijn na aanschrijving worden verwijderd; De enigszins gewijzigde indeling van de terrassen aan de westzijde van de Markt in Eersel, zoals opgenomen op de kaarten in bijlage II, gaan gelden vanaf het jaar 2017.
De gemeente hanteert bij het toepassen van de excessenregeling het criterium dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Van excessen kan bijvoorbeeld sprake zijn bij te opdringerige reclame-uitingen, buitensporige verlichting / lichthinder, toepassing van felle of contrasterende kleuren en/of armoedig materiaalgebruik, die een inbreuk doet op wat in de omgeving gebruikelijk is. De mogelijkheid om achteraf bij excessen in te grijpen is altijd mogelijk. Dit ter voorkoming van excessen in (kwetsbare) gebieden. Waarbij het duidelijk zal zijn dat in een gebied waarvoor volgens de welstandsnota een hoog welstandsniveau is vastgesteld er eerder sprake kan zijn van een exces dan in een gebied met een laag niveau.
Vangnetbepaling voor ontwikkelingen die bijdragen aan leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit
Over zaken aangaande reclame en uitstallingen waarin dit beleid niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders. Hierbij kan gemotiveerd worden afgeweken van de richtlijnen uit dit beleid. Bewustwording, passendheid, ingetogenheid en individuele vrijheid zijn hierbij de kernwoorden. Op basis van deze uitgangspunten kan het college medewerking verlenen aan afwijkende initiatieven die bijdragen aan de (verbetering van) de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Een aanvraag wordt getoetst aan een aantal handvatten/onderwerpen. Deze handvatten/onderwerpen zijn uitgeschreven onder 2.2. De onafhankelijke commissie wordt om advies gevraagd.