Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Beleidsregels Parttime ondernemen Rheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Parttime ondernemen Rheden
CiteertitelBeleidsregels Parttime ondernemen Rheden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 9, eerste lid, van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-2020nieuwe regeling

28-01-2020

gmb-2020-33767

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Parttime ondernemen Rheden

Het college van de gemeente Rheden (college);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 januari 2020;

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 9, eerste lid, artikel 19, 31, 32 en artikel 55 van de Participatiewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de: Beleidsregels Parttime ondernemen Rheden

Artikel 1 Definities

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht.

  • a.

    Uitkeringsgerechtigde: degene die op grond van de Participatiewet of IOAW een uitkering ontvangt en die als parttime ondernemer aangemerkt wil worden.

  • b.

    Parttime ondernemer: de uitkeringsgerechtigde die als zodanig door het college is beoordeeld en inkomsten genereert door zelfstandige, productieve activiteiten uit te voeren, voldoet aan de voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in artikel 4 en niet kan worden aangemerkt als een zelfstandige als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder b, van het Bbz 2004.

  • c.

    Activiteiten: parttime activiteiten die minder uren in beslag nemen dan het aantal uren genoemd in artikel 3, eerste lid, zelfstandig worden uitgevoerd zonder personeel, diensten of producten omvatten die worden geleverd in ruil voor marktconforme prijzen en worden verricht conform de benodigde vergunningen en ontheffingen met inachtneming van de verplichtingen jegens de Belastingdienst.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn van toepassing op uitkeringsgerechtigden met een uitkering op grond van de Participatiewet of een uitkering op grond van de IOAW. Deze uitkeringsgerechtigden verrichten activiteiten als parttime ondernemer.

  • 2.

    Het bepaalde in de Bbz 2004 is niet van toepassing op de parttime ondernemer.

  • 3.

    Personen met recht op een uitkering op grond van de IOAZ horen niet tot de doelgroep van deze beleidsregels.

Artikel 3 Voorwaarden traject parttime ondernemer

  • 1.

    De aard van de werkzaamheden zijn van bescheiden omvang. De werkzaamheden zijn er in beginsel niet op gericht om (op termijn) zelfstandig te voorzien in de kosten van bestaan.

    De parttime ondernemer mag maximaal 830 uur per jaar zelfstandige activiteiten uitvoeren.

    Dit komt neer op gemiddeld 2 dagen per week, inclusief bijkomende uren voor werkzaamheden zoals administratie.

  • 2.

    De uitkeringsgerechtigde kan niet zelfstandig voorzien in de kosten van bestaan.

  • 3.

    De uitkeringsgerechtigde moet vooraf toestemming van het college hebben om als parttime ondernemer met behoud van een aanvullende uitkering te werken. De basis voor de beoordeling van deze toestemming, is het door de uitkeringsgerechtigde overgelegde ondernemingsplan. De toestemmingsverlening wordt vastgelegd en per besluit bevestigd.

  • 4.

    De uitkeringsgerechtigde krijgt (bij de start) voor maximaal een halfjaar toestemming om als parttime ondernemer te werken met behoud van (aanvullende) uitkering. Van deze termijn kan worden afgeweken als bijzondere omstandigheden naar oordeel van het college dit rechtvaardigen.

  • 5.

    De onderneming levert een te verwachten positief resultaat/winst op.

  • 6.

    De termijn genoemd in het vierde lid kan door het college bij beschikking verlengen voor een periode van 12 maanden. Deze periode kan het college op verzoek steeds opnieuw verlengen.

  • 7.

    De parttime ondernemer dient het college een maand voor het verstrijken van de periode als bedoeld in het vierde lid schriftelijk te verzoeken om verlenging van de verleende toestemming. Bij dit verlengingsverzoek overlegt de parttime ondernemer alle relevante gegevens over de ontwikkeling van zijn onderneming, waaronder een winst- en verliesrekening.

Artikel 4 Verplichtingen van de parttime ondernemer

  • 1.

    De parttime ondernemer moet voldoen aan de wettelijke eisen die verband houden met zijn activiteiten:

    • a.

      beschikken over alle noodzakelijke vergunningen en een rechtmatige vestiging;

    • b.

      de parttime onderneming moet rechtmatig gevestigd zijn, wat moet blijken uit een inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      een BTW-nummer hebben.

  • 2.

    De parttime ondernemer moet zich houden aan de onderstaande administratieve verplichtingen:

    • a.

      het bijhouden van een deugdelijke boekhouding die voldoet aan de criteria van de Belastingdienst;

    • b.

      het bijhouden van een duidelijk en overzichtelijk logboek in Excel. Hierbij moeten in ieder geval de volgende rubrieken worden gevuld: datum, aard van werkzaamheden en tijdsduur;

    • c.

      jaarlijks de inkomstenbelastingaangifte inclusief (gecomprimeerde) jaarrekening bestaande uit een balans en winst- en verliesrekening binnen 6 maanden na afsluiting van het boekjaar overleggen.

  • 3.

    De zelfstandige activiteiten mogen op geen enkele wijze een belemmering vormen voor het nakomen van de verplichtingen tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9 van de Participatiewet en artikel 37 van de IOAW. De uitkeringsgerechtigde moet de onderneming beëindigen om een baan in loondienst te accepteren.

  • 4.

    Verder gelden de volgende verplichtingen:

    • a.

      de parttime ondernemer hanteert marktconforme prijzen (geen concurrentievervalsing);

    • b.

      bij het voornemen om investeringen hoger dan € 450,00 per jaar, per object, exclusief BTW, te doen, moet dit schriftelijk worden aangevraagd bij het college. Hierop volgt een besluit van het college;

    • c.

      de parttime ondernemer volgt een door het college gefaciliteerde workshop administratie.

Artikel 5 Geen toestemming

Voor het parttime ondernemerschap wordt in ieder geval geen toestemming verleend als:

  • a.

    het in dienst nemen van personeel noodzakelijk is; of

  • b.

    de werkzaamheden illegaal en/of strafbaar zijn; of

  • c.

    er een langdurige verplichting moet worden aangegaan zoals de huur van een (winkel)pand of het aangaan van een financiering met terugbetalingsverplichtingen; of

  • d.

    naar het oordeel van het college de verwachting bestaat dat de zelfstandige activiteiten geen positief inkomen zullen genereren; of

  • e.

    voor degene die de afgelopen 12 maanden in aanmerking is gekomen voor een uitkering op grond van de Bbz.

Artikel 6 Intrekking toestemming

Het college kan het besluit tot toestemmingverlening, als bedoeld in artikel 3, intrekken als:

  • a.

    de parttime ondernemer niet meer hoort tot de doelgroep en de definitie van een parttime ondernemer als bedoeld in deze beleidsregels;

  • b.

    de parttime ondernemer zich niet houdt aan de voorwaarden en verplichtingen die zijn verbonden aan deze toestemming;

  • c.

    het parttime ondernemerschap de arbeidsverplichtingen van artikel 9 Participatiewet of artikel 37 IOAW in de weg staat;

  • d.

    er sprake is van zelfstandige activiteiten met een naar verwachting blijvend negatief resultaat;

  • e.

    er verlies is ontstaan en dit in de toekomst naar verwachting voortduurt.

Artikel 7 Kosten

  • 1.

    De parttime ondernemer mag bepaalde kosten aftrekken van de inkomsten uit onderneming, wat resulteert in een bedrijfsresultaat. Bij een positief bedrijfsresultaat wordt dit resultaat in mindering gebracht op de uitkering die wordt uitbetaald. Bij een eventueel negatief bedrijfsresultaat wordt dit resultaat op nihil gesteld voor het vaststellen van het uit te betalen bedrag aan uitkering.

  • 2.

    Aftrek is toegestaan bij de volgende kosten:

    • a.

      kosten inschrijving Kamer van Koophandel;

    • b.

      kosten van vergunningen/ontheffingen;

    • c.

      kosten direct gerelateerd aan het product (bijv. grondstoffen);

    • d.

      vervoerskosten van maximaal € 0,19 cent per kilometer per auto op basis van kilometerstaat en/of de kosten van het openbaar vervoer;

    • e.

      reclamekosten tot maximaal € 25,00 per maand;

    • f.

      kosten voor telefoon en internet tot maximaal € 25,00 per maand;

    • g.

      administratiekosten boekhouder tot een maximum van € 300,00 per jaar;

    • h.

      noodzakelijke investeringen.

  • 3.

    De aftrek van kosten is niet mogelijk als er al een vergoeding is ontvangen voor deze kosten. Aftrek is verder niet toegestaan als het gaat om de volgende kosten:

    • a.

      huisvestingskosten, tenzij in uitzonderlijke gevallen een ruimte moet worden gehuurd voor bijvoorbeeld opslag of werkplaats welke niet binnen het woonhuis gerealiseerd kan worden;

    • b.

      afschrijvingen;

    • c.

      personeelskosten;

    • d.

      rente op bedrijfsleningen;

    • e.

      opleidingskosten;

    • f.

      investeringen boven de € 450,00 (exclusief BTW), tenzij hier vooraf een expliciete schriftelijke goedkeuring voor is gegeven van het college.

Artikel 8 Verrekening van inkomsten

  • 1.

    De inkomsten uit onderneming als bedoeld in artikel 7 van de parttime ondernemer wordt of maandelijks in mindering gebracht op de uitkering en toegerekend naar de periode waarop dit betrekking heeft, óf de uitkering wordt maandelijks gekort op basis van een door het college goedgekeurde prognose.

  • 2.

    Bij de maandelijkse verrekening van de uitkering, wordt rekening gehouden met mogelijke toekomstige belastingheffingen.

  • 3.

    De definitieve vaststelling van het inkomen vindt plaats aan de hand van de door de parttime ondernemer overgelegde inkomstenbelastingaangifte en de jaarrekening.

  • 4.

    Als na definitieve vaststelling blijkt dat het boekjaar met een negatief bedrijfsresultaat wordt afgesloten wordt dit negatief bedrijfsresultaat niet gecompenseerd.

  • 5.

    De vrijlatingsregeling van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder n, van de PW is niet van toepassing op de parttime ondernemer, tenzij het parttime ondernemen naar het oordeel van het college bijdraagt aan arbeidsinschakeling.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Parttime ondernemen Rheden.

 

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2020.

De Steeg, 28 januari 2020

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris.