Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent peuteropvang Nadere beleidsregels Peuteropvang met en zonder VE gemeente Veenendaal |
Citeertitel | Nadere beleidsregels Peuteropvang met en zonder VE gemeente Veenendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Stroomschema Toelichting |
Deze regeling vervangt de de Regeling VVE gemeente Veenendaal en de tijdelijke Regeling Peuterwerk Veenendaal.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-2018 | 27-03-2019 | nieuwe regeling | 02-10-2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;
In deze Nadere Regels wordt verstaan onder:
Een VVE-locatie: een kinderopvanglocatie wordt aanvullend als een VVE- locatie in het LRK geregistreerd als deze voldoet aan de wet- en regelgeving van de kinderopvang, het toezichtskader GGD en toezichtskader Onderwijsinspectie.
Het College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal.
Artikel 3 Criteria subsidiëring van peuteropvang
Om voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking te komen, moet een houder in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:
Artikel 4 Criteria subsidiëring van peuteropvang met VE
Om voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking te komen, moet een houder in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:
Artikel 5 Aanvullende/afwijkende criteria
In afwijking van de ASV dient een subsidieontvanger drie maal per jaar, te weten voor 31 maart, 30 juni en 30 september, het college te informeren over wijzigingen in de aantallen peuters waarvoor hij subsidie ontvangt. Indien deze monitoringsinformatie over het aantal geplaatste peuters en het nog te verwachte aantal peuters in het lopende kalenderjaar aanleiding geeft tot wijziging van de verleende subsidie, kan de houder een aanvraag tot tussentijdse wijziging van de subsidie indienen voor 1 juni van het lopende kalenderjaar.
Artikel 6 Ouderbijdrage niet-VVE peuters
De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald aan de hand van het meest recente verzamelinkomen. Dit verzamelinkomen wordt bepaald aan de hand van een door de ouders aan de kinderopvangvoorziening te overleggen inkomensverklaring of indien zij geen aangifte hoeven te doen voor de inkomensbelastingen, een recente jaaropgave.
Artikel 7 Ouderbijdrage VVE- peuters
Ouders van VVE-peuters betalen voor 50% van de afgenomen VVE-uren aan de subsidieontvanger een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de VNG-Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Deze ouderbijdrage betaalt de subsidieontvanger aan de gemeente. Deze verrekening zit in de subsidiebedragen per uur.
De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald aan de hand van het meest recente verzamelinkomen. Dit verzamelinkomen wordt bepaald aan de hand van een door de ouders aan de kinderopvangvoorziening te overleggen inkomensverklaring of indien zij geen aangifte hoeven te doen voor de inkomensbelastingen, een recente jaaropgave.
Artikel 12 Toezicht op kwaliteit
De GGD regio Utrecht en De Onderwijsinspectie houden in opdracht van de gemeente toezicht op de kwaliteit van het aanbod in het kader van deze subsidieregeling.