Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân
CiteertitelVerordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpbijdrageregeling minima
Externe bijlageVerordening bijdrageregeling minima; toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2018nieuwe regeling

17-05-2018

gmb-2018-112981

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 april 2018;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het gewenst is de Verordening bijdrageregeling minima te actualiseren;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Verordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen in deze verordening die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bijdrage: een financiële vergoeding of een verstrekking in natura;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      sociaal minimum:

      • voor gehuwden: de van toepassing zijnde gehuwdennorm, bedoeld in de artikelen 21 en 22, van de Participatiewet;

      • voor een alleenstaande ouder: 90% van de van toepassing zijnde gehuwdennorm, bedoeld in de artikelen 21 en 22, van de Participatiewet;

      • voor een alleenstaande: 70% van de van toepassing zijnde gehuwdennorm, bedoeld in de artikelen 21 en 22, van de Participatiewet;

      • voor in een inrichting verblijvende personen: de van toepassing zijnde norm, bedoeld in artikel 23, het eerste en tweede lid, van de Participatiewet;

      • voor personen jonger dan 21 jaar: de van toepassing zijnde norm, bedoeld in artikel 20, van de Participatiewet.

 

Artikel 2 Indienen verzoek

  • 1.

    Een verzoek om een vergoeding of een verstrekking wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld (digitaal) aanvraagformulier.

  • 2.

    Degene die een verzoek indient hoeft geen inkomensgegevens in te leveren indien hij/zij een periodieke uitkering van de gemeente ontvangt, dan wel een AOW-gerechtigde is zonder pensioen.

 

Artikel 3 Uitsluitingsgrond

Geen recht op een bijdrage heeft de persoon die onderwijs volgt waarvoor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000 kan worden verstrekt. Betreft de aanvraag een ten laste komend kind, dan kan voor dit kind wel een bijdrage worden verkregen.

 

Artikel 4 Vergoedingen en verstrekkingen

  • 1.

    Voor de volgende kosten kan een vergoeding worden verstrekt:

    • a.

      aanschaf entreekaarten en/of contributie voor sociaal-culturele en/of sportieve activiteiten;

    • b.

      aanschaf van sportattributen en fietsonderhoud;

    • c.

      abonnement televisie, krant en internet;

    • d.

      aanschaf van een identiteitskaart of paspoort;

    • e.

      gebruik maken van het openbaar vervoer.

  • 2.

    Voor de volgende kosten kan een verstrekking in natura worden gedaan:

    • a.

      volgen van zwemlessen voor het behalen van diploma A, B en C, voor kinderen vanaf 5 tot en met 17 jaar. De kosten worden rechtstreeks aan een zwembad vergoed;

    • b.

      laptop voor schoolgaande kinderen tot 18 jaar. Een laptop kan per gezin eens in de drie jaar worden verstrekt.

 

Artikel 5 Recht op bijdrage

De alleenstaande of de leden van het gezin komen in aanmerking voor een bijdrage, als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de persoon voor wie de bijdrage wordt aangevraagd heeft op de datum van het verzoek alsmede op 1 januari van dat kalenderjaar als ingezetene woonplaats in de gemeente Súdwest-Fryslân en is aldaar ingeschreven in de Basisregistratie Personen;

  • b.

    het inkomen is in de maand die voorafgaat aan de aanvraag minder dan 120% van het sociaal minimum;

  • c.

    het verzoek om een bijdrage wordt ingediend tijdens het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt.

 

Artikel 6 Hoogte van de vergoeding

  • 1.

    Het college verleent per jaar een vergoeding voor de kosten, genoemd in artikel 4, eerste lid.

  • 2.

    De gemaakte kosten worden volledig vergoed tot een maximum van € 121,00 per jaar per meerderjarige en tot een maximum van € 342,00 per jaar voor een ten laste komend kind.

 

Artikel 7 Bewijsstukken

  • 1.

    Belanghebbende is verplicht om op verzoek van het college bewijsstukken te verstrekken.

  • 2.

    De periode vermeld in de beschikking geldt als bewaartermijn van bewijsstukken.

  • 3.

    Indien de belanghebbende de bewijsstukken niet tijdig verstrekt, trekt het college de eerder toegekende vergoeding in en vorderen deze terug.

 

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

Het college kan in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet op grond van individuele bijzondere omstandigheden een bijdrage verlenen in geval een strikte toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheid.

 

Artikel 9 Intrekking

De Verordening bijdrageregeling minima 2017 gemeente Súdwest-Fryslân wordt ingetrokken.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2018.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Verordening bijdrageregeling minima 2018 gemeente Súdwest-Fryslân.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 mei 2018,

M.A. Berndsen-Jansen, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier