Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleids- en Toetsingskader Gemeentelijk Cameratoezicht |
Citeertitel | Beleids- en Toetsingskader Gemeentelijk Cameratoezicht |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1: Stroomschema toetsing cameratoezicht Bijlage 2: Gegevensbeschermingseffectbeoordeling Bijlage 3: Vormen van mobiel cameratoezicht |
Deze regeling vervangt de beleidsregel cameratoezicht van 21 oktober 2008
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-06-2019 | Onbekend | 14-05-2019 | BWV 19.0115 |
Er zijn grenzen aan de mogelijke inzet van toezichthouders en politiefunctionarissen bij de handhaving van de openbare orde en veiligheid in het publieke domein. Omdat de gemeente de haar ter beschikking staande schaarse handhavingscapaciteit efficiënt en doelgericht wil inzetten, ligt het voor de hand om technische middelen zoals cameratoezicht in te stellen waar het noodzakelijk en effectief is. In dit beleidskader gaat het om de zogenaamde ‘openbare orde camera’s’ die worden ingezet voor cameratoezicht. De camera’s worden zo genoemd omdat het primaire doel van het inzetten van de camera’s het ondersteunen van de handhaving van de openbare orde is, inclusief het voorkomen van strafbare feiten.
Het plaatsen van openbare orde camera’s vergt een wettelijke normering omdat door dit cameratoezicht inbreuk kan worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van burgers. De normering van openbare orde cameratoezicht is in artikel 151c van de gemeentewet vastgelegd. Op 1 juli 2016 is dit artikel zodanig gewijzigd dat naast vaste camera’s, kan nu ook tot plaatsing van flexibele camera’s kan worden overgegaan.
In januari 2018 is de APV aangepast . Daarmee heeft de gemeenteraad de de burgemeester de bevoegdheid gegeven om, overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet, tot plaatsing van vaste én flexibele camera’s te besluiten voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. Daarbij heeft de burgemeester aangegeven een geactualiseerd beleidskader vast te stellen.
Naast de wijziging van de Gemeentewet en aanpassing van de APV is op 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Dit betekent dat in de hele Europese Unie (EU) dezelfde privacywetgeving geldt en de Wet bescherming persoonsgegevens niet meer van toepassing is. De gevolgen die voortvloeien uit de AVG voor het inzetten van cameratoezicht zijn opgenomen in het beleidskader.
Het beleidskader van 2008 vormt de basis voor het nu voorliggend beleidskader, dat naar aanleiding van de aanpassing van de APV en de inwerkingtreding van de AVG is geactualiseerd.
Het primaire doel van cameratoezicht op grond van de gemeentewet is het handhaven van de openbare orde, inclusief het voorkomen van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de samenleving. Het secundaire doel betreft de efficiëntere inzet van politie en andere diensten (bijzonder opsporingsambtenaren, brandweer etc.), preventie en het vergroten van het gevoel van veiligheid.
De gemeentewet is niet van toepassing op situaties waarin particulieren, bedrijven, of de overheid cameratoezicht instellen met als doel beveiligen van eigendom/personeel of privédomein. Denk hierbij aan camera’s die in een winkel of in de centrale hal van een gemeentehuis hangen. Voor dit type cameratoezicht dient de verantwoordelijke te voldoen aan de voorschriften van de AVG. De autoriteit persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de naleving van de AVG.
Invulling begrip openbare orde
Openbare orde is een breed begrip dat op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. In het algemeen duidt het begrip op een ‘ordentelijk verloop van het maatschappelijk verkeer in de openbare ruimte.’ In 2007 oordeelde de Hoge Raad dat de openbare orde is aangetast als er sprake is van ‘een verstoring van enige betekenis van de normale gang van zaken in of aan de desbetreffende openbare ruimte.’ In 2010 gaf de Nederlandse regering uitleg over het begrip verstoring van de openbare orde. Het gaat volgens de regering vaak om strafbare feiten, variërend van overtredingen van de APV tot misdrijven zoals vernieling van auto’s of bushokjes. Daarnaast kan het gaan om gedragingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, maar onder omstandigheden wel moeten worden aangemerkt als ‘orde verstorende gedragingen.’ Het voorbeeld dat werd genoemd was ‘intimiderend groepsgedrag in de vorm van joelen, najouwen of bespugen van voorbijgangers.’ Deze definitie van openbare orde wordt gehanteerd in het gemeentelijk beleid.
De volgende subdoelen kunnen van toepassing zijn bij de inzet van openbare orde cameratoezicht
Het bevorderen van het veiligheidsgevoel en/of opsporing vormen in zichzelf nooit een zelfstandig doel voor gemeentelijk cameratoezicht. Het enkel inzetten van camera’s voor het veiligheidsgevoel zonder dat daar ook een integrale aanpak aan ten grondslag ligt, leidt tot schijnveiligheid.
De plaatsing van cameratoezicht door de gemeente is niet bedoeld voor de opsporing van strafbare feiten. De opsporing van strafbare feiten betreft het domein van het Openbaar Ministerie (OM), waarbij andere wet- en regelgeving geldt. Dat neemt niet weg dat (gemeentelijke) camerabeelden in sommige gevallen bruikbare informatie bevatten voor een opsporingsonderzoek en daarvoor onder voorwaarden mogen worden gebruikt.
De inzet van cameratoezicht in Houten zal met name als doel hebben het voorkomen van verstoring van de openbare orde (preventie). Mogelijk dat daar op termijn – indien nodig – interventie als doel aan wordt toegevoegd. Op dit moment is er in Houten geen sprake van interveniërend cameratoezicht waarbij de beelden live worden bekeken. Aan deze vorm van toezicht zijn zeer hoge kosten verbonden en gezien de (geringe) openbare orde problematiek in Houten weegt dat vooralsnog niet op tegen de baten.
Uit onderzoek komt naar voren dat cameratoezicht over het algemeen neutraal tot positief wordt beoordeeld. Cameratoezicht wordt in Nederland vooral ingezet in de openbare ruimte op plekken met een verhoogde kans op verstoringen van de openbare orde; de accentlocaties. Denk hierbij aan:
Vertaald naar de situatie in Houten vormen de winkelcentra, parkeerterreinen, trein en busstations en bepaalde hangplekken voorbeelden van locaties met een verhoogde kans op verstoringen van de openbare orde.
Op dit moment is er in Houten sprake van slechts 1 locatie waar gemeentelijk cameratoezicht plaatsvindt. Dat is op de carpoolplaats bij de A27. Op deze locatie is vast cameratoezicht ingesteld met als doel preventie. In het verleden werden op deze locatie met enige regelmaat auto-inbraken gepleegd. Na de invoering van het cameratoezicht is het aantal auto-inbraken bijna tot nul teruggebracht.
De criteria voor flexibel cameratoezicht zijn gelijk aan die voor vast cameratoezicht, maar in de situatieanalyse verschilt bij de ‘analyse van problemen’ de duur van de verstoring. Voor vast toezicht moet er sprake zijn van ‘langdurige verstoring van de openbare orde.’ Bij flexibel toezicht kan het gaan om een recente verstoring, zoals een inbraakgolf, of een te verwachten verstoring, zoals bijvoorbeeld auto-inbraken bij een bepaalde activiteit/evenement.
Voordelen van flexibel cameratoezicht zijn tijdwinst, maatwerk en het snel kunnen inspelen op verplaatsing van overlast. Flexibele camera’s werken sterk preventief en de kortere duur van inzet schendt de privacy minder dan vaste camera’s. Vast cameratoezicht betreft de inzet van statische camera’s die (langdurig) toezicht houden. Flexibel cameratoezicht kan worden uitgevoerd met vaste camera’s gedurende een korte – vooraf vastgestelde - periode of met mobiele camera’s. Voor het gebruik van mobiel cameratoezicht kan door de burgemeester worden bepaald welke vorm passend is. Mobiel cameratoezicht betreft momenteel voornamelijk: zelfstandige mobiele units, drones en bodycams.
Vast cameratoezicht wordt ingesteld voor een vaste periode waarna verlenging kan plaatsvinden. Gezien de situatie op de carpoolplaats (weinig sociale controle, ligging buiten de rondweg aan de A27) is de verwachting dat het karakter van deze locatie in de komende periode niet wezenlijk wijzigt en dat cameratoezicht de komende jaren aanwezig blijft. Vooralsnog zijn er geen andere locaties waar vast cameratoezicht aan de orde is.
Flexibel cameratoezicht is op dit moment niet aan de orde, echter zijn er zeker situaties waarin dit type toezicht kansen biedt. Flexibel cameratoezicht wordt ingezet per periode van maximaal drie maanden (exclusief de tijd benodigd voor op- en afbouw) in die gebieden waar problemen tijdelijk sterk toenemen. De camera’s worden ingezet om de aanpak in een gebied een stevige impuls te geven. Na afloop van de drie maanden kan er éénmalig worden verlengd met nog eens drie maanden. Voor een verlenging kan worden gekozen wanneer de openbare orde sterk onder druk heeft gestaan en sinds de inzet van cameratoezicht tot rust is gebracht. De relatieve rust kan een precair karakter hebben en om die reden kan de inzet van camera’s de integrale aanpak langer blijven ondersteunen. Het gebied wordt dan wel opnieuw aangewezen.
De burgemeester kan een besluit nemen tot toepassing van cameratoezicht als voldaan is aan de hiernavolgende criteria.
Schematisch overzicht taak- en rolverdeling voor de overheid