Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Haven- en Kadeverordening 2016 |
Citeertitel | Haven- en Kadeverordening 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Ligplaatsenkaart 2016 |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2016 | Onbekend | 16-11-2016 Gmb 2016 - 177948 | Raadsbesluit d.d. 16-11-2016. nr. 177/2016 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In aanvulling op de in de Binnenvaartwet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Rijnvaartpolitiereglement en de Algemene Plaatselijke Verordening gegeven definities verstaat deze Verordening onder:
Alle wateren binnen de gemeente Nijmegen die voor het publiek toegankelijk of bevaarbaar zijn.
Zoals weergegeven op de kaart behorend bij deze Verordening (Ligplaatsenkaart 2016).
de kaden langs het Maas- en Waalkanaal;
het kadegedeelte langs de Waal.
Tot de begrenzing zoals weergegeven op de kaart behorend bij deze Verordening (Ligplaatsenkaart 2016).
De plaatsen aan de Kanaalhavens en aan het Maas-Waalkanaal zoals weergegeven op de kaart behorende bij deze Verordening (Ligplaatsenkaart 2016).
College van burgemeester en wethouders van Nijmegen.
Door het college als zodanig benoemde ambtenaar, alsmede diensplaatsvervanger.
Degene die het gezag voert over een vaartuig.
Een schip, pleziervaartuig, bedrijfsvaartuig, passagiersschip, historisch schip, woonboot, horecaschip, bijboot of ponton.
Vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de binnenwateren.
Vaartuig dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor de vaart ter zee.
Een vaartuig, gebruikt of bestemd voor recreatief gebruik dan wel voor het beoefenen van de watersport.
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee-, binnen- of horecaschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal- culturele activiteiten.
Een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het vervoer van ten minste twaalf personen, de bemanning daaronder niet inbegrepen.
Een vaartuig dat een positieve beoordeling van de betreffende behoudsorganisatie voor historische schepen heeft gekregen en/of door het college eveneens als behoudenswaardig wordt beoordeeld.
Een woonschip, woonark of historisch schip waarop wordt gewoond.
Een vaartuig met een (metalen) scheepsromp, dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning waarbij de oorspronkelijke verschijningsvorm grotendeels behouden is gebleven.
Een waterwoning op een rechthoekige stalen of betonnen ponton te water dat wordt gebruikt als woonverblijf en dat uit hoofde van deze functie in grote mate plaatsgebonden is.
Er is sprake van verbouwing wanneer werkzaamheden of veranderingen aan een woonboot de uiterlijke staat van de woonboot wijzigen zoals wijzigingen in afmetingen, vlakverdeling, kleurstelling of materiaalgebruik zoals bepaald in vigerend beleid voor beeldkwaliteit van woonschepen en woonarken.
u.Onderhoud of herstelwerkzaamhedenvaartuig of bijbehorende voorzieningen
Werkzaamheden die worden gedaan om een vaartuig of bijbehorende voorzieningen te behouden.
Zaken zonder welke het gebruik van een vaartuig niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank of loopbrug.
Een klein vaartuig dat behoort bij een woonboot, bedrijfsvaartuig, horecaschip of historisch schip en bestemd en geschikt is voor onderhoud of het kunnen bereiken van de woonboot, bedrijfsvaartuig, horecaschip of historisch schip.
Het gedurende langere tijd, waaronder ten minste de periode tussen zonsondergang en zonsopgang afgemeerd hebben van een vaartuig in openbaar water.
Stoffen, die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG), het Reglement vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG), dan wel in het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren (ADN), alsmede elke andere stof die door het college als gevaarlijke stof is aangewezen en bekendgemaakt.
International Maritime Dangerous Goods Code.
Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.
Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen.
Deze Verordening is van toepassing in de havens, los- en laadplaatsen in de gemeente zoals aangeduid op de ligplaatsenkaart.
Deze Verordening is tevens van toepassing op vaartuigen die buiten een haven doch binnen de gemeente direct of indirect gemeerd liggen aan kaden, aanlegsteigers, meerpalen of andere voorzieningen in beheer bij de gemeente.
Het college kan voor het indienen van een aanvraag om vergunning of ontheffing op grond van deze Verordening een formulier vaststellen. Alsdan wordt voor het indienen van een aanvraag van een dergelijk formulier gebruik gemaakt.
Artikel 1.5 Weigering vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing wordt geweigerd in geval van:
a. strijd met deze Verordening;
b. strijd met het bestemmingsplan;
c. strijd met vigerend beleid en nadere regels zoals genoemd in artikel 1.8.
Artikel 1.6 Intrekking van een vergunning of ontheffing
Het college kan een vergunning of ontheffing intrekken indien:
Het college kan per haven nadere regels stellen ten aanzien van:
a.het toewijzen van ligplaatsen;
b. de duur van het nemen van een ligplaats;
Artikel 2.3 Algemene afmeerregels
1.De gezagvoerder van een vaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat zijn schip, zolang het een ligplaats neemt, deugdelijk en behoorlijk is afgemeerd. Hij mag daarbij de vlotte en veilige doorvaart niet belemmeren.
2. Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde afmeermiddelen of aan de schepen, die aan die afmeermiddelen zijn vastgemaakt.
Artikel 2.4 Gebruik van ligplaats voor bijzondere doeleinden
Het is verboden een vaartuig op een ligplaats te gebruiken als opslagplaats, magazijn, werkplaats, expositieruimte of voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf, tenzij het gebruik van een schip gebonden is aan de aard van het beroep of bedrijf en een ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig is verleend.
1.Het is verboden te laden en te lossen buiten de daarvoor bestemde laad- en losplaatsen, zoals aangegeven op de ligplaatsenkaart 2013.
2. Laden en lossen is enkel toegestaan als de voortstuwing of kopschroef niet in werking zijn gesteld.
Hoofdstuk 3 Bepalingen in het belang van de openbare orde en (verkeers)veiligheid
Het college kan in het belang van de orde en veiligheid in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en Rijnvaartpolitiereglement en die tekens voorzien van nadere aanduidingen.
1.Het is verboden met een vaartuig in een haven of langs een steiger, kade of laad- en losplaats ijs te breken.
2. Het college kan van het verbod van eerste lid ontheffing verlenen.
Artikel 3.4 Verhalen van vaartuigen
1.Het college kan een gezagvoerder schriftelijk opdragen een vaartuig te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de orde of veiligheid noodzakelijk is, dit ter behoordeling van het college.
2. Als geen gevolg wordt gegeven aan de opdracht het vaartuig te verhalen kan het college het vaartuig voor rekening en risico van de gezagvoerder verhalen of doen verhalen.
3. In spoedeisende gevallen of als de gezagvoerder onbekend is kan het college het vaartuig voor rekening en risico van de gezagvoerder verhalen of doen verhalen.
Artikel 3.5 Gedoogplicht ligplaats schepen voor bedrijven
1.Ieder bedrijf dat aan een haven of een kade is gevestigd, moet gedogen dat schepen aan de aan zijn vestiging grenzende kade of oever ligplaats nemen, indien dat door het college als noodzakelijk wordt geoordeeld.
2. Wanneer twee of meer schepen gelijktijdig bij twee aangrenzende bedrijven moeten laden of lossen en een of meer vaartuigen daarbij gedeeltelijk voor het aangrenzende bedrijf ligplaats moeten nemen, wordt bij het schip dat het eerst ligplaats heeft genomen ook het eerst met laden en/of lossen begonnen en dient het schip dat bij het aangrenzende bedrijf moet laden of lossen, te wachten tot het eerste schip met het laden en/of lossen gereed is.
Artikel 4.1 Binnenvaren haven met lading, vallende onder de Wet VBG of ADN
1.Het is verboden met een schip met een lading die valt onder het VBG of ADN, of met een zeeschip met een lading die valt onder de IMDG- code een haven binnen te varen of ligplaats in te nemen.
2. Van het in het eerste lid gestelde verbod kan ontheffing worden verleend.
Artikel 4.2 Veroorzaken van nadelige gevolgen voor het milieu
1.Het is verboden rook, roet, dampen, gassen, stof of stoom op een zodanige wijze uit een schip te laten ontsnappen of andere handelingen zodanig uit te voeren of na te laten dat daardoor gevaar, schade of nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan.
2. Het college kan stoffen aanwijzen die in onverpakte toestand bij het laden of lossen in of uit een schip nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken. Zij maken de aangewezen stoffen openbaar bekend.
3. Het is verboden de krachtens het tweede lid aangewezen stoffen onverpakt in of uit een schip te laden of te lossen.
4. Het in het eerste en derde lid bedoelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt met een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer, dan wel met ontheffing van het college in gevallen waarin die wet niet voorziet.
Artikel 4.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een stof of voorwerp in het water van de haven terecht komt, waardoor de veiligheid in de haven in gevaar wordt gebracht of de waterkwaliteit wordt of kan worden benadeeld, is verplicht er voor te zorgen dat:
a.daarvan onmiddellijk kennis wordt gegeven aan de havenmeester;
b. de stof of het voorwerp onmiddellijk uit het water wordt verwijderd, tenzij dit redelijkerwijs niet uitvoerbaar is.
Artikel 4.4 Verrichten van onderhoud en herstelwerkzaamheden
1.Het is verboden om aan of op een vaartuig onderhoud of herstelwerkzaamheden te verrichten of te doen verrichten.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op:
a. vaartuigen liggend op een scheepswerf dan wel op of aan het terrein van een herstelinrichting waarvoor een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer is verleend;
b. vaartuigen die geen gevaarlijke stof aan boord hebben of met die stof zijn schoongemaakt, mits:
Artikel 4.5 Ontsmetten van schepen
1.Het is verboden een vaartuig met gassen te behandelen of te doen behandelen.
2. Van het verbod van het eerste lid kan het college ontheffing verlenen.
Artikel 4.6 Ernstig gevaar, schade of nadelige gevolgen voor het milieu opleverende schepen
Het is verboden met een vaartuig de haven binnen te komen, een ligplaats te nemen of in de haven of op een ligplaats te verblijven, indien het vaartuig ernstig gevaar, ernstige schade of nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt of met zich mee kan brengen.
Artikel 5.2 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 kan de vergunning als bedoeld in artikel 2.2 worden geweigerd indien:
a.de woonboot niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, milieuhygiëne of volksgezondheid;
b. de woonboot langer, breder, hoger of dieper is dan toegestaan op grond van vigerend beleid voor beeldkwaliteit van woonschepen en woonarken;
c. er voor betreffende ligplaats een vergunning ingevolge de Waterwet is benodigd en deze niet is verkregen;
d. de ligplaatsen, zoals nader aangeduid op de ligplaatsenkaart en in deze Verordening, al zijn vergund;
e. de woonboot belemmeringen kan veroorzaken of veroorzaakt aan het verkeer te water of te land;
f. het uiterlijk van de woonboot of de bijbehorende voorzieningen afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de omgeving en niet voldoet aan bepalingen opgenomen in vigerend beleid voor beeldkwaliteit van woonschepen en woonarken;
g. er meer dan één bijbehorende voorziening per type aanwezig is;
Artikel 5.5 Vervangen woonboot
Indien een woonboot wordt vervangen, dient voor de vervangende woonboot opnieuw een ligplaatsvergunning te worden gevraagd.
Artikel 5.6 Verbouwen woonboot
Indien een woonboot wordt verbouwd, dient voor de verbouwde woonboot opnieuw een ligplaatsvergunning te worden gevraagd.
Artikel 5.7 Intrekking ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan het college de ligplaatsvergunning intrekken indien:
a.de woonboot gedurende een periode van minimaal 1 jaar niet bewoond is;
b. de woonboot waarop de vergunning betrekking heeft zonder melding aan het college gedurende een periode langer dan 6 aaneengesloten maanden buiten de gemeente verblijft;
c. het uiterlijk van de woonboot niet meer voldoet aan de eisen van beeldkwaliteit, zoals neergelegd in vigerend beleid voor beeldkwaliteit van woonschepen en woonarken.
Artikel 6.2 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 kan een ligplaatsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.2 voor een bedrijfsvaartuig worden geweigerd indien:
a.het bedrijfsvaartuig niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;
b. er voor betreffende ligplaats een vergunning ingevolge de Waterwet is benodigd en deze niet is verkregen;
c. er in de Waalhaven en de Lindenberghaven geen ligplaats beschikbaar is;
d. het bedrijfsvaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;
e. voor het uitoefenen van het bedrijf een vergunning is benodigd en deze niet is verleend;
f. het uiterlijk van het bedrijfsvaartuig of de bijbehorende voorzieningen afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de omgeving.
Artikel 6.3 Intrekken ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan het college de ligplaatsvergunning intrekken indien:
Artikel 7.1 Aangewezen ligplaatsen
1.Het is verboden met een pleziervaartuig een ligplaats te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een pleziervaartuig beschikbaar te stellen buiten de in het tweede lid aangewezen ligplaatsen.
2. Voor pleziervaartuigen zijn ligplaatsen in de Lindenberghaven aangewezen tot de begrenzing zoals weergegeven op de kaart behorend bij deze Verordening (Ligplaatsenkaart 2016).
3. In de week van de vierdaagse krijgen pleziervaartuigen met vierdaagselopers aan boord voorrang bij de toewijzing van ligplaatsen.
Artikel 7.2 Verbod ligplaats nemen
Het is verboden met een pleziervaartuig ligplaats te nemen indien:
a.het pleziervaartuig niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;
b. er in de Lindenberghaven geen ligplaats beschikbaar is;
c. het pleziervaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;
d. het pleziervaartuig zonder ontheffing van het college langer dan 48 uur onafgebroken in de haven ligt, waarbij de onderbreking ten minste 24 uur moet zijn.
Artikel 8.1 Aangewezen ligplaatsen
1.Het is verboden zonder vergunning met een passagiersschip een ligplaats te nemen of te hebben buiten de in het tweede lid aangewezen ligplaatsen.
2. Voor passagiersschepen zijn ligplaatsen aangewezen aan de Waalkade en een ligplaats aan de Vikingsteiger tot de begrenzing zoals weergegeven op de kaart behorend bij deze Verordening (Ligplaatsenkaart 2016).
Artikel 8.2 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 kan een ligplaatsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.2 voor een passagiersschip worden geweigerd indien:
a.het passagiersschip niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;
b. er aan de Waalkade en aan de Vikingsteiger geen ligplaats beschikbaar is;
c. het passagiersschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;
d. voor het uitoefenen van het bedrijfsmatig gebruik een vergunning is benodigd en deze niet is verleend.
Artikel 9.1 Aangewezen ligplaatsen
Artikel 9.2 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 kan een ligplaatsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.2, voor een horecaschip worden geweigerd indien:
a.het horecaschip niet voldoet aan eisen van (brand)veiligheid, milieuhygiëne en volksgezondheid;
b. er voor betreffende ligplaats een vergunning ingevolge de Waterwet is benodigd en deze niet is verkregen;
c. er in de Lindenberghaven geen ligplaats beschikbaar is;
d. het horecaschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;
e. voor het uitoefenen van het horecabedrijf een vergunning is benodigd en deze niet is verleend;
f. het uiterlijk van het horecaschip of de bijbehorende voorzieningen afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de omgeving.
Artikel 9.3 Intrekken ligplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan het college de ligplaatsvergunning intrekken indien:
Overtreding van het bij of krachtens deze Verordening bepaalde en de op grond van artikel 1.5 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.