Organisatie | Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 |
Citeertitel | Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Keur HHNK 2016 Bijlage 2 Keur HHNK 2016 Toelichting Keur HHNK 2016 Keurkaart Keur HHNK 2016 |
Geen
Algemene regels bij de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2016
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2016 | Nieuwe regeling | 21-09-2016 | 16.70087 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze keur en de daarop rustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied in de legger is opgenomen;
De verplichtingen ingevolge deze keur rusten op de eigenaar van gronden.
Wanneer gronden met een beperkt zakelijk recht zijn bezwaard of krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven rusten de verplichtingen ingevolge deze keur ook op de beperkt zakelijk gerechtigden onderscheidenlijk de gebruikers.
Het geheel van de verplichtingen ingevolge deze keur berust op een ieder van de in het eerste en tweede lid genoemde gerechtigden.
Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud van waterstaatswerken
§ 2 Onderhoud aan waterkeringen door derden
De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen te allen tijde zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door onder andere het bestrijden van schadelijk wild, met uitzondering van muskus- en beverratten, en van schadelijke begroeiingen, het herstellen van beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen, dienstig aan de waterkering.
§ 3 Onderhoud aan kunstwerken door derden
Artikel 2.4 Onderhoud ondersteunende kunstwerken en werken
De middelen bestemd tot afsluiting van kunstwerken dienen door de onderhoudsplichtigen in goede staat te worden onderhouden en zo vaak als dat door het bestuur nodig wordt geoordeeld, dient de goede werking te worden getoond. Het waterkerend houden betreft zowel de instandhouding als het functioneren van het werk.
§ 5 Onderhoud aan kunstwerken door derden
Artikel 2.7 Onderhoud ondersteunende kunstwerken en werken
De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken en werken dienen de ondersteunende kunstwerken en werken die in, op, aan of boven de oppervlaktewaterlichamen zijn aangebracht en die een waterhuishoudkundige of mede een waterhuishoudkundige functie hebben, te onderhouden.
De eigenaren of gebruikers van gronden die gebruikt worden voor het houden van dieren en die zijn gelegen op of nabij waterstaatswerken, zijn verplicht op of langs hun gronden op eerste aanzegging door het bestuur een voldoende veekerende afrastering aan te brengen en te houden.
§ 7 Algemene regels, nadere regels en onderhoudsplicht, indien geen (actuele) onderhoudslegger is vastgesteld
Artikel 2.11 Algemene regels/nadere regels
Het bestuur kan voor de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 2.2 tot en met 2.10 en 2.12, algemene regels stellen, die mede kunnen inhouden een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de in deze artikelen genoemde geboden of nadere regels met betrekking tot deze verplichtingen.
Artikel 2.12 Onderhoud aan waterstaatswerken zonder (actuele) legger
Voor waterstaatswerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven en die op grond van een projectplan of een watervergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of van een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten op grond van dit hoofdstuk de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatswerk worden aangehouden zoals aangegeven in het projectplan of de watervergunning. Als geen vergunning is verleend moet het waterstaatswerk worden onderhouden overeenkomstig de oorspronkelijke vorm en afmetingen.
Hoofdstuk 3 Handelingen in watersystemen
§ 1 Gebruik van waterstaatswerken
Voor waterstaatswerken waarvoor krachtens artikel 5.1 van de wet en de Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vaststelling van een legger ingevolge de wet is voorgeschreven, maar waarvoor deze legger nog niet is vastgesteld, kunnen de ligging en indien mogelijk vorm, afmetingen en constructie van de betrokken waterstaatswerken worden aangegeven op een kaart. Deze kaart wordt vastgesteld door het bestuur.
Artikel 3.2 Watervergunning waterstaatswerken en beschermingszones
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie of functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te laten staan of te laten liggen.
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur:
binnen een afstand van 100 tot 400 meter van een maalvaardige windbemalingsinstallatie, aangegeven in bijlage 1 van deze keur, werken of opgaande beplantingen te hebben hoger dan 1/100 van de afstand tussen het werk of de beplanting en de windbemalingsinstallatie, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Voor waterstaatswerken waarvoor het vaststellen van een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de wet is voorgeschreven en die op grond van een projectplan of watervergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, worden, zolang vaststelling van een legger of wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, voor de verbodsbepalingen op grond van dit artikel:
Voor waterstaatswerken waarvoor het vaststellen van een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de wet is voorgeschreven, maar waarvoor vaststelling van een legger of wijziging van de legger nog niet heeft plaatsgevonden, alsmede voor waterstaatswerken waarvoor vaststelling van een legger niet is voorgeschreven, worden voor de verbodsbepalingen op grond van dit artikel de grenzen van het waterstaatswerk, de beschermingszone en het profiel van vrije ruimte aangehouden zoals aangegeven in bijlage 2 van deze keur.
§ 2 Brengen, onttrekken of infiltreren van hoeveelheden (grond)water
Artikel 3.4 Oppervlaktewaterlichamen: watervergunning brengen en onttrekken van hoeveelheden water
Het is verboden zonder watervergunning van het bestuur water te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen.
§ 3 Calamiteiten en zorgplicht
Artikel 3.7 Algeheel verbod bij calamiteiten
In geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, kan het bestuur, zo nodig in afwijking van verleende vergunningen of geldende peilbesluiten, verbieden:
Ieder die handelingen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijze had kunnen vermoeden dat door die handelingen of het nalaten daarvan inbreuk kan worden gemaakt op door het hoogheemraadschap in het kader van zijn beheer uitgevoerde maatregelen in het watersysteem, is verplicht alle maatregelen te treffen die redelijkerwijze van hem verwacht mogen worden teneinde die inbreuk te voorkomen, dan wel, indien daarvan reeds sprake is, al het mogelijke te doen om de gevolgen daarvan zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de inbreuk het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.
§ 4 Algemene regels, vrijstellingen, nadere regels, meld-, meet- en registratieplichten
Artikel 3.9 Algemene regels, nadere regels, meldplichten, meet- en registratieplichten en maatwerkvoorschriften
Artikel 3.10 Geen watervergunningplicht voor het hoogheemraadschap
Geen watervergunning krachtens de artikelen 3.2 tot en met 3.6 en 3.11 is vereist voor handelingen die plaats hebben door of in opdracht van het bestuur ten behoeve van de aan het hoogheemraadschap op grond van artikel 1 van de Waterschapswet opgedragen taken.
Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving
Artikel 4.1 Aanwijzing toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze keur zijn belast de daartoe door het bestuur aangewezen ambtenaren van het hoogheemraadschap of andere personen.
Overtreding van de bepalingen van deze keur of de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.