Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handboek Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht |
Citeertitel | Handboek Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Standaardbepalingen voor het opnemen van sleufverharding, het graven, aanvullen en verdichten van sleuven en het leggen van kabels en leidingen in gronden die in eigendom of beheer zijn bij de gemeente Maastricht |
Externe bijlagen | Bijlage 1: Sleufprofiel gemeente Maastricht Bijlage 2 , 3 en 4 |
Geen
Telecommunicatiewet, Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 Gemeente Maastricht
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2016 | 25-06-2020 | nieuwe regeling | 29-03-2016 Gemeenteblad 2016, 96190 | Onbekend |
Het ‘Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht’, kortweg Handboek genoemd, wordt door de gemeente van toepassing verklaard in alle gevallen waarin de gemeente, al dan niet op grond van een geldende verordening, toestemming verleent voor werkzaamheden aan-, of ten behoeve van kabels en leidingen.
Het bereiken en handhaven van deze doelstellingen wordt ondersteund door gedetailleerd uitgewerkte, uniforme voorbereiding- en uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van alle werken in het openbare gebied van de gemeente Maastricht.
Hiertoe worden nadere eisen gesteld aan de gegevens die moeten worden verstrekt bij het aanvragen van een instemmingbesluit en worden nadere voorwaarden gesteld bij het voorbereiden en uitvoeren van werken in het beheergebied van de gemeente Maastricht. Het Handboek is van toepassing op alle leidingen, zowel buisleidingen als kabels.
Eveneens van toepassing op alle werken, uit te voeren onder een instemmingbesluit van de gemeente Maastricht is het Handboek Openbare Ruimte van de gemeente Maastricht.
Het instemmingbesluit is het gemeentelijke instrument om zorg te dragen voor de veiligheid, de beperking van overlast, het voorkomen van schade en het borgen van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Het verband tussen de wetten, verordeningen en Handboek kan in de volgende rangvolgorde worden weergegeven:
Voor de volledigheid zijn de AVOI en de toelichting op de AVOI als bijlage in het Handboek opgenomen.
In de praktijk kan er een rolverdeling bestaan tussen netbeheerder - instemminghouder - en grondroerder. Ook kan het zijn dat deze rollen door één en dezelfde partij worden vervuld. Voor de gemeente is echter alleen de instemminghouder zowel financieel, operationeel als juridisch te allen tijde aansprakelijk en verantwoordelijk voor het (doen) opvolgen van de bepalingen in het handboek. Dit ongeacht hoe de relatie tussen instemminghouder enerzijds en een eventuele net-beheerder en grondroerder anderzijds. De gemeente behoudt zich het echter het recht voor om in dringende gevallen handhavingmaatregelen rechtstreeks met grondroerder af te handelen en de instemminghouder pas later daarvan in kennis te stellen.
In dit Handboek wordt op diverse onderdelen verwezen naar wetten, normen, richtlijnen e.d. Hieronder is een beknopte omschrijving weergegeven welke deze betreffen.
3.Instemmingen voor (graaf)werkzaamheden
Instemmingaanvrager dient zelf te inventariseren of naast het instemmingbesluit, bijvoorbeeld voor het oprichten/plaatsen van bouwketen of portakabins, materiaalcontainers etc, een separate Omgevingsvergunning en/of Precario noodzakelijk is en deze bij de afdeling Vergunningen en Toezicht separaat en tijdig aan te vragen.
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat in nieuw aangelegd straatwerk (tot 5 jaar na aanleg), geen instemming wordt verleend voor werkzaamheden in dat straatwerk.
De gemeente zal alleen dan een instemmingsbesluit afgeven als in voldoende mate de noodzakelijkheid is aangetoond en de werkzaamheden zijn afgestemd tussen de instemmingaanvrager en de gemeente.
Instemmingaanvrager dient zelf te inventariseren welke instemmingen en/of vergunningen er van overige beheerders van openbare ruimte, zoals onder andere ProRail, het waterschap Roer en Overmaas, Rijkswaterstaat, Provincie, Gasunie etc. nodig zijn voor het betreffende werk en deze separaat en tijdig aan te vragen. Een afschrift van bedoelde instemming of vergunning moet bij de instemmingaanvraag worden gevoegd.
Indien de werkzaamheden t.b.v. kabels en leidingen, anders dan ten behoeve van de eigen klantaansluiting, gronden van particulieren kruisen is de instemmingaanvrager verplicht om, schriftelijk overeenstemming met betreffende grondeigenaar te bereiken en een afschrift van deze overeenstemming bij de instemmingaanvraag te voegen.
Ten behoeve van het verkrijgen van een aanlegvergunning en/of instemmingbesluit kan het noodzakelijk zijn om vooraf verkeersplannen, conform CROW richtlijnen 96a en 96b, in te dienen waarvoor door instemmingaanvrager zelf overleg en afstemming met onder andere politie, verzorging- en hulpdiensten, particuliere- en openbare vervoerders alsmede de gemeente moet worden gevoerd.
Iedere instemmingaanvraag zal worden beoordeeld op volledigheid:
instemmingaanvraag is niet volledig: de gemeente zal via het digitaal K&L platform aangegeven op welke punten de te treffen maatregelen niet voldoende zijn. Deze communicatie vindt via het digitaal K&L platform plaats. De instemmingaanvraag wordt in behandeling genomen, voor zover mogelijk op basis van de aangeleverde gegevens, en wordt daarna op hold gezet tot de nadere gegevens via het digitaal K&L platform zijn verstrekt door de instemmingaanvrager.
Clustermeldingen zijn als regel niet toegestaan, alle werken dienen individueel te worden aangemeld.
Op uitdrukkelijk verzoek van de instemmingaanvrager kan de gemeente een clustermelding in overweging nemen. Daarbij is de primaire eis dat alle werkzaamheden in 1 uit te voeren project vallen en de gemeente zal het verzoek daarnaast beoordelen op:
- het beoogd aantal individuele werken in de betreffende cluster;
- de uitvoeringsduur van de werken gezamenlijk in de beoogde cluster;
- de voorgestelde wijze van administratieve afhandeling en facturatie van de werken in de beoogde cluster.
Voor alle graafwerkzaamheden die uitgevoerd worden in openbare gronden van de gemeente Maastricht dient instemminghouder of zijn rechtsgeldig gemandateerde grondroerder, minimaal 3 werkdagen voorafgaand aan de start, via het digitaal K&L platform een melding van een definitieve aanvangsdatum worden gedaan. De kabel- en leidingcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud van de gemeente Maastricht zal, binnen 1 werkdag deze startdatum, via het digitaal K&L platform, goed- of afkeuren.
Alle afwijkingen van de informatie, waarop het instemmingsbesluit door de gemeente is genomen, dienen op het moment van ontstaan te worden gemeld aan de gemeente.
Alle communicatie met betrekking tot de instemmingaanvraag en over werkzaamheden die gerelateerd zijn aan kabel- en leidingwerkzaamheden dienen te geschieden via het digitaal K&L platform.
3.2. Algemene procedure groot werk
1. Voordat werkzaamheden > 25 m1 kunnen plaatsvinden, dient bij de afdeling Beheer en Onderhoud, op basis van de geldende verordening of overeenkomst, een instemmingbesluit te zijn verkregen. De procedure voor het aanvragen van een instemmingbesluit staat gedetailleerd omschreven in de Algemene Verordening kabels en leidingen AVOI van de gemeente Maastricht. De instemming dient te worden aangevraagd via het digitaal K&L platform.
Daarnaast kan het ook noodzakelijk zijn een Omgevingsvergunning aan te vragen. Dit is een separate procedure.
De gemeente en de instemmingaanvrager bepalen voor grote werken in onderling overleg, op initiatief van de instemmingaanvrager:
Bij de instemmingaanvraag dient, alleen op aangeven van de gemeente, een algemeen tijdschema en een gedetailleerd werkplan, als bedoeld in paragraaf 26 van de U.A.V. 2012, te worden overlegd. Daarin dient rekening te worden gehouden met de werkzaamheden van derden. De grondroerder dient betreffende deze werkzaamheden van derden een coördinerende rol te vervullen.
3.3. Procedure werkzaamheden van minder ingrijpende aard
3.4. Procedure Spoedeisend werk en Calamiteit
Spoedeisende werkzaamheden, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net, waarvan uitstel niet mogelijk is, mogen direct en zonder voorafgaande instemming worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden dienen uiterlijk op de eerstvolgende werkdag te worden gemeld via het digitaal K&L platform.
In de melding dient de oorzaak en de urgentie te worden gerapporteerd. Als de gemeente redelijke twijfel heeft over de urgentie, zal zij, via het digitaal K&L platform, verzoeken om bewijsstukken aan te leveren.Als er misbruik is gemaakt van deze procedure zal de gemeente alle, door haar gemaakte, kosten in rekening brengen bij de melder.
Uitsluitend wanneer als gevolg van een storing de (verkeers-)veiligheid en/of de volksgezondheid in gevaar komt is er sprake van een opschaling van een spoedeisend werk tot calamiteit. Wanneer de calamiteit van dusdanige aard en/of omvang is dat hulpdiensten moeten worden ingeschakeld dient de netbeheerder dit te melden bij alarmnummer 112.
De werkzaamheden zoals genoemd onder lid 5. worden uitgevoerd door de gemeente, mits de werkzaamheden dit toelaten. In het geval de werkzaamheden dit niet toelaten zal hiervoor een aannemer worden benaderd. De kosten die moeten worden gemaakt zullen door de gemeente worden gedeclareerd bij de netbeheerder.
3.5. Voorschriften en beperkingen bij instemming.
Ter bescherming van haar belangen kan het college in ieder geval aan het instemmingbesluit voorschriften en beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen alsmede het inpassen van zogenaamde weesleidingen en een borgstelling eisen voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingbesluit.
3.6. Tijdelijk opschorten van het instemmingbesluit
In geval van extreme weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel en strenge vorst), waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast voor de bewoners en/ of schade voor de gemeente door bijvoorbeeld breuk van vastgevroren bestratingmateriaal en/of niet goed te verdichten ondergrond leidt, zal de gemeente overgaan tot het tijdelijk opschorten van het verleende instemmingbesluit c.q. de melding (“Breekverbod”). De instemminghouder en grondroerder zijn gehouden zich aan onderstaande richtlijnen te houden, ook al heeft de gemeente (nog) geen expliciete melding van een breekverbod gemaakt.
Onder de volgende condities (opgave Meteogroup) gaat het breekverbod in:
3.7. Sancties bij het verrichten van werkzaamheden zonder instemmingbesluit/melding
In het geval door de gemeente ter plaatse geconstateerd wordt dat een werk in uitvoering is zonder dat het voor dat werk vereiste instemmingbesluit is verleend of melding is gedaan en het werk valt niet onder de definitie spoedeisend werk/calamiteit, hanteert de gemeente de volgende procedure:
Het opleggen van de verplichting aan betreffende grondroerder om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van het betreffende instemmingbesluit c.q. de melding weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Het herstel van het straatwerk zal door de gemeente worden uitgevoerd en de kosten hiervan zullen in rekening worden gebracht aan de:
In het geval door de gemeente achteraf geconstateerd wordt dat een werk is uitgevoerd zonder dat het voor dat werk vereiste instemmingbesluit is verleend of een melding is gedaan en het werk valt niet onder de definitie spoedeisend werk/calamiteit, hanteert de gemeente de volgende procedure:
Het vorderen van de verplichting aan betreffende leidingeigenaar/beheerder om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van betreffende besluit c.q. de melding weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Het herstel van het straatwerk zal door de gemeente worden uitgevoerd en de kosten hiervan zullen aan de leiding-eigenaar/beheerder in rekening worden gebracht.
Indien leidingeigenaar/beheerder bij de onder lid 1 en 2 genoemde vorderingen op eerste aanzegging in gebreke blijft zal de gemeente de benodigde werkzaamheden (laten) uitvoeren. Alle kosten en gevolgen terzake, alsmede de kosten voortvloeiend uit de opschorting en eventuele verdere herstelverplichtingen zullen worden verhaald op de netbeheerder van de infrastructuur waar het werk voor bedoeld is.
4. Richtlijnen ten behoeve van de tracé engineering
4.1. Bepalingen ten aanzien van de tracebepaling
4.1.1. Kabel- en leidingstroken
Ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen wijst de gemeente een kabel- en leidingenstrook aan. Voor kabel- en leidingstroken in nieuwbouwsituaties is het door de gemeente Maastricht gehanteerde sleufprofiel, het zogenaamde Synfra sleufprofiel, van toepassing. Het zogenaamde Synfra sleufprofiel is bijgevoegd onder bijlage 1.
De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) verstrekt van het bouwplan c.q. de reconstructie een gedetailleerd matenplan. Dit matenplan is inclusief hoogtematen ten opzichte van NAP en heeft een relatie naar de meetpunten waaruit ondermeer de begrenzing van het tracé en de percelen ten opzichte van de meetpunten en dergelijke blijken.
De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan de netwerkbedrijven. Indien de aangeleverde maatvoering bij oplevering niet juist blijkt te zijn, dan zullen de kabels en leidingen op kosten van de opdrachtgever worden verlegd.
Bij nieuwbouwplannen c.q. reconstructies moet in verband met het aanbrengen van appendages in de kabels en leidingen het maaiveld van de kabel- en leidingenstrook op nagenoeg de definitieve hoogte worden aangebracht. Is dit niet mogelijk dan moeten de appendages worden beschermd tegen beschadiging door bouwverkeer en dergelijke.
Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke dient de instemminghouder met de eigenaar of beheerder van de aanwezige kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen en dergelijke overeengekomen voorzieningen worden getroffen. De door partijen overeengekomen te treffen voorzieningen komen ten laste van instemminghouder.
Boringen of persingen moeten loodrecht op de wegas, tot minimaal 1 meter buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,8 meter tot de bovenkant van de verharding, worden gerealiseerd. Dit met een minimale verhouding van 1:1 van zijkant verharding tot uiteinde boring/persing.
Indien de ruimte buiten de kant van de verharding niet voldoende is om het netwerk aan te leggen en daarom wordt voorgesteld de boring c.q. persing tot 0,5 meter buiten kant van de verharding te realiseren, dient dit bij de instemmingaanvraag c.q. de melding gemotiveerd te worden aangegeven en zal de gemeente Maastricht dit verzoek honoreren mits het een redelijk verzoek is.
Een raketboring met een diameter groter dan 63 mm dient met een zogenaamde voorlopende buis te worden uitgevoerd. Bij raketboringen zonder voorlopende buis, een raket toepassen, met een diameter direct volgend op de door te voeren leiding. Holle ruimten tussen de nieuwe leiding en het boorgat dienen zoveel mogelijk vermeden te worden.
Bij boringen/persingen, in welke vorm ook, is de diepteligging afhankelijk van de situatie ter plaatse. De minimale verticale dagmaat ten opzichte van de te kruisen leidingen (waaronder ook riolen) bedraagt ten minste 0,30 m. Genoemde minimale verticale dagmaat dient aantoonbaar te worden gegarandeerd om afwijkingen tijdens de uitvoering op te vangen.
bij het kruisen van sloten/open watergangen dient een minimale gronddekking van 1,00 m ten opzichte van de ontwerpdiepte van de bodem van de watergang te worden aangehouden. Als het waterschap de beheerder van de betreffende sloten/open watergangen is dienen de eisen van het waterschap te worden gevolgd.
Bij het passeren van bomen moeten een aantal, in dit handboek omschreven, voorzorgsmaatregelen worden getroffen die schade aan de betreffende boom en later aan de te leggen kabel/leiding voorkomt. Hiermede moet bij het traceren terdege rekening gehouden te worden en waar mogelijk zullen bij voorkeur alternatieve routes worden gekozen.
4.1.5. Ligging nabij andere objecten
De gemeente zal pas overgaan tot afhandeling van de instemmingaanvraag als deze compleet is, waaronder ook te verstaan dat alle door betreffende derde belanghebbenden schriftelijk toestemming en/of instemming is verleend en deze instemming is verstrekt aan de gemeente. Als de instemmingaanvrager hier van af wil wijken, in verband met de voortgang van een project, zal de instemmingverlener dit verzoek honoreren mits het verzoek gefundeerd wordt gemotiveerd in de instemmingaanvraag en het verzoek als redelijk wordt beoordeeld door de instemmingverlener.
4.2. Bepalingen ten aanzien van de engineering/werkvoorbereiding
De instemmingaanvrager is verplicht om in zijn werkvoorbereiding te inventariseren welke netbeheerders belangen hebben in het beoogde tracé om daar ook infrastructuur aan te leggen. Instemmingaanvrager dient afspraken te maken om de werkzaamheden in één arbeidsgang (in combinatie) uit te voeren. Dit om de overlast voor de omgeving en de degeneratie van het straatwerk te beperken.
Tijdelijk aan te brengen voorzieningen in de openbare ruimte dienen de goedkeuring te hebben van de afdeling Beheer en Onderhoud. Deze tijdelijke voorzieningen, zoals damwanden, heipalen, etc. dienen na voltooiing van de werkzaamheden te worden verwijderd. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, dan kan alleen door de afdeling Beheer en Onderhoud, besloten worden deze voorzieningen tot een nader te bepalen maat onder het maaiveld te verwijderen. In de regel is deze maat minimaal 2,50 m.
Er kan sprake zijn van voorbereide huisaansluitingen, waarbij de voor de huisaansluiting bedoelde buis, kabel of leiding al op de volledig benodigde lengte vanaf de hoofdleiding tot aan de klantaansluiting in de openbare grond tijdelijk moet worden opgeborgen (voornamelijk bij CAI-, FTTH- en Datanetten). In die gevallen moet deze voorbereiding zo strak mogelijk opgerold en gebundeld, verticaal op de juiste diepte te worden weggezet evenwijdig tegen de erfgrens van het perceel waar de voorziening voor bedoeld is. Het hiervoor eventueel benodigde tracé of straatoversteken dienen tegelijk met de aanleg van de hoofdsleuf te worden aangebracht.
Tijdens de uitvoering kan alsnog de instemming voor de aangevraagde locatie worden ingetrokken als blijkt dat plaatsing tot onoverkomelijke problemen voor de gemeente Maastricht of derden leidt. De instemminghouder zal in die gevallen samen met de kabel- en leidingcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud, een alternatief moeten zoeken.
Handholes mogen niet geplaatst worden nabij (hoofd)rioleringen, (hoofd)leidingen en/of huis- en bedrijfsaansluitingen van de netwerkbedrijven. Minimale afstand is 1,00 meter. Wanneer niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, dient instemmingaanvrager zelf contact op te nemen met de betreffende eigenaar van de aansluiting teneinde van hem schriftelijke toestemming te verkrijgen voor een belemmering van zijn rechten. Deze toestemming is onderdeel van de instemmingaanvraag.
De handholes in het stadscentrum (zie bijlage 3), waarvan, in overleg tussen instemmingverzoeker c.q. melder en de gemeente Maastricht, bepaald wordt dat deze bij normale bedrijfsvoering maximaal 4x per jaar geopend gaan worden dienen zodanig aangebracht te worden dat het deksel van de handhole een minimale dekking heeft van 25 cm onder maaiveld. Verder dient de handhole ingebed en afgedekt te worden met straatzand conform de standaardvoorwaarden RAW.
Voor handholes in het stadscentrum, zie bijlage 3, die bij normale bedrijfsvoering meer dan 4x per jaar geopend gaan worden is het uitgangspunt dat deze voorzien zijn van een zwart gecoate, geprofileerd stalen putdekselconstructie van de ter plaatse vereiste verkeersklasse. Een en ander zal in overleg tussen instemmingverzoeker c.q. melder en de gemeente Maastricht, bepaald worden. De handhole dient zodanig aangebracht te worden dat het deksel van de handhole na zetting van het omringende straatwerk gelijk ligt met het peil van het omringende maaiveld (bovenkant elementenverharding). Verder dient de elementenverharding rond de handhole ingeknipt te worden in het bestaande verband.
De maximale toegestane uitwendige breedte van de handhole is 70 centimeter. Indien deze niet toepasbaar is door ruimtegebrek een andere locatie bepalen of meerdere handholes van een kleiner formaat toepassen. Bij handholes van afwijkend formaat deze vooraf ter goedkeuring aan de kabel- en leidingcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud van de gemeente Maastricht, voorleggen.
De handholes mogen, bij voorkeur, niet aangebracht worden in kabel- en leidingtracés, rijbanen, parkeerplaatsen, uitwegen, op kruisingen, ter plaatse van de aansluitlocatie van woningen en binnen een afstand van 3 meter vanaf bomen. De instemminghouder zal in situaties, waarbij dit artikel niet opgevolgd kan worden, samen met de kabel- en leidingcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud een alternatief moeten zoeken.
5. Voorwaarden en eisen ten aanzien van de uitvoering
Alle voorwerpen van historische of wetenschappelijke waarde, die bij de uitvoering van het werk in gemeente-eigendommen worden gevonden, gaan meteen naar de gemeente. Deze zal dan de procedure van de Monumentenwet volgen. De daadwerkelijke vinder ontvangt een vindersbeloning van de gemeente, in overeenstemming met het daaromtrent in het Burgerlijk Wetboek, boek 5 artikel 13 gestelde.
De uitvoering van de werkzaamheden dient zodanig te worden georganiseerd, dat nooit meer lengte sleuf open ligt dan strikt noodzakelijk is. Indien plaatselijke of actuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan bepalen partijen in onderling overleg een beperking van de openliggende sleuf. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zullen, waar nodig, over de openliggende sleuven, overbruggingen van voldoende breedte en draagkracht voor hulpdiensten en bestemmingsverkeer worden aangebracht. Dit gebeurt mede ter beoordeling van de bevoegde ambtenaar.
Op nader aan te wijzen locaties kan door de gemeente worden aangegeven dat er, ter voorkoming van schade, buiten werktijden geen losliggende materialen mogen achterblijven op het werk.
Voorbeelden van dergelijke locaties zijn winkel- en uitgaansgebieden. Voor deze locaties kunnen ook extra eisen worden gesteld aan ondermeer de afzetting. De wijze waarop dit gebeurt, bepalen de gemeente en de instemminghouder in overleg
De gemeente heeft het primaat van herbestrating. Dit betekent dat zij deze herstraatwerkzaamheden inclusief onderhoud zelf uitvoert. De gehanteerde marktconforme tarieven, voor alle netwerkbedrijven, zijn aangegeven in bijlage 5: Tarieven Herstel Openbare Ruimte. In deze tarieven zijn de onderhoudskosten gedurende het eerste jaar inbegrepen. Er is geen btw verschuldigd.
Na afloop van de werkzaamheden worden de kosten in rekening gebracht bij de instemminghouder.
De gemeente heeft het primaat van de camera-rioolinspectie ter plaatse van kruisingen van infrastructuur, door middels van boringen/persingen, met rioleringen. Dit betekent dat zij deze camerainspectiewerkzaamheden zelf uitvoert. De gehanteerde marktconforme tarieven zijn aangegeven in bijlage
5: Tarieven Camerainspectie riolen. Er is geen btw verschuldigd. Na afloop van de werkzaamheden worden de kosten in rekening gebracht bij de instemminghouder.
5.2. Inventariseren bestaande kabels en leidingen
Dit dient te geschieden door het tijdig op vragen van de leidinggegevens en overige voorwaarden bij het Kadaster-sectie KLIC c.q. bij de betreffende netbeheerders. Op het werk dient, naast een kopie van het instemmingbesluit of de melding en de gewaarmerkte instemmingtekening(en) tenminste één exemplaar van de in lid 1 bedoelde tekening(en) aanwezig te zijn.
5.3. Informatie en communicatie
Namens de instemminghouder dient er altijd één aan te spreken verantwoordelijke persoon op het werk aanwezig te zijn. De naam van deze persoon moet bij alle betrokken partijen bekend zijn. Deze persoon heeft tot taak te controleren en te verifiëren dat alle gespecificeerde materialen worden toegepast en dat de constructiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens het bestek, de specificaties, de tekeningen en de gemaakte afspraken, alsmede dat de uitvoering geschiedt in overeenstemming met het gestelde in het instemmingbesluit. Hij dient de door gemeentelijke en andere toezichthouders gevraagde informatie te verstrekken en de nodige medewerking te verlenen om hun werk mogelijk te maken.
In aanvulling op het gestelde in de AVOI zal bij werkzaamheden, waarbij de bereikbaarheid van belanghebbenden c.q. omwonenden tijdelijk wordt verminderd, alsmede bij grotere wegafzettingen, de Grondroerder namens de instemminghouder minimaal 3 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden de belanghebbenden en omwonenden schriftelijk op de hoogte te stellen. De gemeente zal de wijze waarop dit dient te geschieden vaststellen, waarbij de gemeente de omvang en de gevolgen van het werk in haar beoordeling zal betrekken.
Het afdelingshoofd Beheer en Onderhoud dan wel de gemachtigde projectleider, kabel- en leiding-coördinator en toezichthouders van de afdeling Beheer en Onderhoud is/zijn bevoegd de werkzaamheden direct stil te leggen, zonder vergoeding van kosten, indien:
De werkzaamheden mogen pas worden hervat na toestemming van de gemeente, deze wordt in de regel pas verleend als de situaties die tot stilleggen hebben geleid naar genoegen van de gemeente afdoende en duurzaam zijn opgelost.
In het geval dat sprake is van bovengenoemde situatie(s) hanteert de gemeente de volgende procedures:
indien bij dezelfde grondroerder meerdere keren een van deze situaties wordt geconstateerd: Het uitreiken van een beschikking aan de grondroerder, waarbij grondroerder direct het opbreek-, graaf- en legwerk moet staken in het werkingsgebied van de betreffende instemming of melding, direct moet overgaan tot het aanvullen van de gegraven sleuf alsmede het herstellen van de fundering en er eerst door gemeente wordt overlegd met instemminghouder over het tijdstip en de condities waaronder het graafwerk weer mag worden hervat.
5.5. Opnemen en herstel verharding
Het opbreken van de open verhardingen dient zorgvuldig te worden uitgevoerd. Als de zorgvuldigheid niet in voldoende mate is betracht en de opgebroken c.q. beschadigde hoeveelheid is groter dan redelijkerwijs mag worden verwacht van het desbetreffende werk, zijn de kosten van herstel voor de instemminghouder.
Asfalt- en overige gesloten verhardingen dienen door instemminghouder tijdelijk te worden hersteld met door instemminghouder voor diens rekening aan te leveren funderingsmaterialen en door gemeente ter beschikking te stellen betonklinkers. De instemminghouder draagt tot 6 maanden na dato einde werkzaamheden de zorg voor het tijdelijk herstelde gedeelte.Het definitieve herstel wordt, op kosten van de instemminghouder, uitgevoerd door de gemeente.
Verplichtingen voor de instemminghouder ten aanzien van het aanbrengen van de verharding door de gemeente:
instemminghouder dient te zorgen voor het instandhouden van de afzetting tot een maximale termijn van 2 werkdagen tot na gereedmelding van het werk. De gemeente is na deze termijn verantwoordelijk voor de afzetting en kan instemminghouder verzoeken het afzetmateriaal niet te verwijderen. De gemeente is dan verantwoordelijk voor de beschadiging, verdwijning en verplaatsing van het afzetmateriaal en de kosten voor het hebben en houden van het afzetmateriaal zijn voor de gemeente;
instemminghouder dient de gemeente zo goed mogelijk te informeren over het tijdstip waarop deze kan beginnen met het herbestraten. Uiterlijk 1 werkdag voordat instemminghouder met haar werkzaamheden gereed is. Indien instemminghouder hierin in gebreke blijft, zijn de eventuele extra kosten van de gemeente voor de instemminghouder en zullen bij de instemminghouder in rekening worden gebracht;
De instemminghouder draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering. De instemminghouder dient te zorgen dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzigingen van daartoe bevoegde instanties, zoals politie, brandweer en gemeente dienen onverkort en onmiddellijk te worden uitgevoerd.
Alleen als er sprake is van stremmingen in de verkeersstromen, bij gehele of gedeeltelijke wegafsluitingen met omleidingen, dient bij de instemmingaanvraag, via het digitaal K&L platform, aangegeven te worden welke de te treffen verkeersmaatregelen, ten tijde van de werkzaamheden, zullen zijn. In het plan dient aangegeven te worden op welke wijze de bereikbaarheid van panden, woonerven etc tijdens de werkzaamheden wordt gegarandeerd, welke omleidingroutes er worden uitgezet en welke voorzieningen hier tijdelijk voor worden getroffen/aangebracht. De gemeente zal de wijze waarop de informatie aan bewoners wordt verstrekt vaststellen, waarbij de gemeente de omvang en de gevolgen van het werk in haar beoordeling zal betrekken.
Instemminghouder dient bij parkeerstroken, die moeten worden afgesloten in verband met de werkzaamheden van instemminghouder, 14 dagen voor aanvang van de werkzaamheden bebording te plaatsen met het aanvangstijdstip en de duur van de afsluiting. Deze bebording dient te worden geplaatst bij de desbetreffende parkeerstroken.
Instemminghouder draagt zorg voor een regelmatige en voldoende controle op de instandhouding van verkeersborden, wegbebakening en –afzettingen, ook buiten de normale werktijden en dient zorg te dragen voor het spoedig mogelijk herstel van deze verkeersmaatregel. Dit geldt ook voor de door de gemeente geplaatste verkeersvoorzieningen.
De verkeersmaatregelen en voorzieningen mogen maximaal 72 uur voor aanvang van de werkzaamheden, afgedraaid, worden aangebracht. Het omdraaien mag pas twee uur voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden geschieden. Na afloop van de werkzaamheden dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen, direct zodra de situatie dit toelaat, weer te worden afgedraaid. Indien de werkzaamheden worden onderbroken en de situatie laat dit toe dan dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen te worden afgedraaid gedurende het staken van de werkzaamheden. Twee uur voor de hernieuwde opstart van het werk dient het afdraaien ongedaan gemaakt te worden.
Instemminghouder houdt het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz. in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt de instemminghouder tijdig, minimaal 3 weken vooraf, in overleg met de gemeente.
De stallingsplaats van onder andere haspel-, vracht-, directie- en materiaalwagens en werkauto’s met aanhangers in de openbare ruimte van de gemeente dient in overleg met de gemeente te worden bepaald. Een stallingplaats, van maximaal 50 m², is toegestaan op een parkeervak, niet zijnde een invalidenparkeerplaats, of een ruimte naast het trottoir of het openbaar groen.Voor een stallingplaats groter dan 50 m² dient in het kader van de APV door de grondroerder een vergunning te worden aangevraagd en verkregen. De stallingplaats dient deugdelijk te zijn afgezet.
5.8. Maatregelen ten behoeve van de overlast beperking
Tijdens de verkeersspits (7.00 u. tot 9.00 u. en 15.30 u. tot 18.30 u.)mogen geen werkzaamheden op of langs hoofd- en/of gebiedsontsluitingswegen plaatsvinden. De betreffende wegen zijn aangegeven op de kaart, welke is bijgevoegd als bijlage 4. De toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud kan de instemminghouder verplichten werkzaamheden in de nacht uit te voeren.
De dag voorafgaande aan een zaterdag of nationale feestdag dient uiterlijk om 12.00 uur het graven van geulen en het leggen/trekken van kabels etc. te worden gestaakt en dient onverwijld over te worden gegaan tot het aanvullen en verdichten van geulen en het opruimen van de werkomgeving. Om uiterlijk 16.00 uur moeten alle werkzaamheden gereed zijn.In incidentele gevallen dienen deze werkzaamheden 1 dag te vervroegen, op aanwijzing van de gemeente, om de gemeente de gelegenheid te geven de bestrating aan te brengen.
Instemminghouder dient alles te doen wat op grond van de meest actuele inzichten redelijkerwijs mogelijk is en verwacht mag worden om hinder als gevolg van bv. lawaai, stank, modder e.d. veroorzaakt door voertuigen, machines, apparaten etc. tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Indien instemminghouder bij hoge uitzondering door de gemeente wordt toegestaan ‘s avonds c.q. ‘s nachts te werken is instemminghouder verplicht in verband hiermee aanwijzingen van de gemeente op te volgen en zelf zorg te dragen voor de benodigde aanvullende instemmingen/ontheffingen.
5.9. Voorbereide huis/klantaansluitingen
Er kan sprake zijn van voorbereide huisaansluitingen, waarbij de voor de huisaansluiting bedoelde buis, kabel of leiding al op de volledig benodigde lengte gemeten vanaf de hoofdleiding tot aan de klantaansluiting, in de openbare grond tijdelijk moet worden opgeborgen (voornamelijk bij CAI-, FTTH- en Datanetten). In die gevallen moet deze voorbereiding zo strak mogelijk opgerold en gebundeld, verticaal op de juiste diepte onder een beschermende voorziening te worden weggezet evenwijdig aan- en tegen de erfgrens van het perceel waar de voorziening voor bedoeld is. Het hiervoor eventueel benodigde tracé of straatoversteken dienen tegelijk met de aanleg van de hoofdsleuf te worden aangebracht.
5.10 Werkzaamheden in de nabijheid van beplantingen
Bij het maken van sleuven door gazons of grasbermen of -stroken worden de graszoden vakkundig verwijderd en tijdelijk opgestapeld. Na aanvulling zullen de zoden goed aansluitend worden herlegd, met kruimelaarde afgedekt en zo nodig enige tijd nat gehouden. In onderling overleg kan voor een andere werkwijze worden gekozen.
De instemminghouder verstrekt via het digitaal K&L platform, binnen 10 werkdagen na het geheel gereedkomen van een groot of klein werk, de gegevens van de verdichtingsmetingen.Bij het niet nakomen van deze verplichting zijn de eventuele extra kosten voor de gemeente voor rekening van de instemminghouder.
6.Voorwaarden en eisen ten aanzien van het grondwerk
6.1. Operationele eisen civieltechnische werkzaamheden
Instemminghouder dient zelf het dagelijkse toezicht te houden op de uitvoering c.q. grondroerder. Het toezicht van de afdeling Beheer en Onderhoud beperkt zich tot het controleren van het naleven van de bepalingen uit de instemming, de APV, AVOI en het Handboek kabels en leidingen door de grondroerder.
Voor het aanvullen van de sleuf of een pers- c.q. lasput moet(en) de netbeheerder(s) van de vrijgegraven naastliggende en/of kruisende kabels en leidingen altijd in de gelegenheid worden gesteld om zijn / hun kabels en leiding(en) te inspecteren. Instemminghouder is verplicht om de informatie en coördinatie terzake uit te voeren.
Tenzij vooraf schriftelijk anders is overeengekomen mag nimmer meer dan 40 meter straat of erf moeilijk bereikbaar zijn voor gemotoriseerde hulpdiensten zoals brandweer en/of ambulance. Indien een en ander niet mogelijk of niet praktisch is dienen in overleg en ter goedkeuring van betreffende hulpdiensten noodmaatregelen te worden getroffen zodat de hulpverlening gegarandeerd blijft.
Dwarssleuven in trottoir, fietspad en/of rijweg alsmede langssleuf ter hoogte van in/opritten naar parkeergelegenheden op eigen erf, garageboxen, erven en terreinen van bedrijven dienen dezelfde dag, met tijdelijk straatwerk, te worden bestraat en afgewerkt. Indien een en ander niet mogelijk of niet praktisch is dienen noodmaatregelen te worden getroffen zodat de bereikbaarheid van genoemde objecten dezelfde dag weer gegarandeerd is.
De visuele- en fysieke (elektronische conuswaarderegistratie) controle op het aanvullen en verdichten van de sleuven dient plaats te vinden door of namens de instemminghouder. De instemminghouder levert op aan de kabel- en leidingcoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud. Indien de aanvulling c.q. verdichting niet aan de door de gemeente gehanteerde normen voldoet, wordt instemminghouder in de gelegenheid gesteld dit binnen 1 week te herstellen. Na deze periode vindt wederom een controle door de gemeente plaats waarbij instemminghouder verplicht kan worden om ter plaatse, op aanwijzing van de toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud, een aantal fysieke (elektronische conuswaarderegistratie) verdichtingsmetingen uit te voeren.
6.2.Technische eisen grondwerkzaamheden
Teerhoudende vrijgekomen materialen dienen voor rekening van instemminghouder te worden vervoerd naar een gespecialiseerde erkende, gecertificeerde verwerker. Er dient door de instemminghouder zelf voor de benodigde afvalstroomnummers te worden gezorgd. De acceptatie/ en verwerkingskosten komen in alle gevallen voor rekening van instemminghouder.
De gegraven sleuf in berm of onverharde grond moet over de volle breedte worden aangevuld en verdicht conform de in dit hoofdstuk aangegeven bepalingen. Het uitgegraven materiaal moet, met zorg in de juiste volgorde, worden ingebracht om de oorspronkelijke profielopbouw zoveel mogelijk te herstellen. Daar waar nodig aanvullen met schone teelaarde.
De gegraven sleuf in elementenverharding moet over de volle breedte worden aangevuld en verdicht conform de in dit hoofdstuk aangegeven bepalingen. Het uitgegraven materiaal moet, met zorg in de juiste volgorde, worden ingebracht om de oorspronkelijke profielopbouw zoveel mogelijk te herstellen. Minimaal de laatste 10 cm van de aanvulling, tot direct onder de elementenverharding dient met gewassen rivierzand te zijn aangevuld.
De gegraven fundering onder een asfaltverharding moet over de volle breedte worden opgevuld en verdicht met minimaal dezelfde kwaliteit funderingsmateriaal als het oorspronkelijke funderingsmateriaal. Eventueel te korte aan funderingsmateriaal dient door- en voor rekening van instemminghouder te worden geleverd en verwerkt.
Direct aansluitend moet de sleuf zoals bedoeld in lid 11 worden dichtgestraat in tenminste 100 mm straatzand met betonstenen in halfsteensverband haaks op de rijrichting, op een wijze die geen gevaar oplevert. De bovenzijde van de stenen dienen gelijk te liggen met het ingezaagde asfalt. De stenen dienen vlak ten opzichte van elkaar te worden bestraat. De betonstenen zullen door de gemeente op de gemeentewerf om niet ter beschikking worden gesteld.
De instemminghouder dient door middel van elektronisch vastgelegde verdichtingsmetingen aan de afdeling Beheer en Onderhoud aan te tonen dat de verdichtingsgraden zoals in de in dit hoofdstuk genoemde normen zijn bereikt. Per meting dient in ieder geval aan weerszijden van de grondroering twee referentiemetingen te zijn genomen tot de diepte van de ontgraving en een doelmeting in de verdichte ontgraving in de as tussen de twee referentiemetingen met uitzondering van metingen bij asfaltverhardingen.
7. Vervallen kabels en leidingen
Kabels en leidingen van de netbeheerder die door het instemmingplichtige werk blijvend buiten gebruik zijn gesteld dan wel kabels en leidingen die de afgelopen 10 jaar geen dienst hebben gedaan/niet in gebruik zijn genomen, dienen te worden verwijderd. De gemeente zal besluiten hoe de netbeheerder dient te handelen, waarbij als uitgangspunt geldt dat de netbeheerder op zijn kosten deze verlaten kabels en leidingen moet verwijderen op een door de gemeente aan te geven tijdstip.
Aan de, in paragraaf 5.1 van de Telecommunicatiewet opgenomen, gedoogplicht komt een einde wanneer de aangelegde kabels gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar geen deel uitmaken van een openbaar electronisch communicatienetwerk. In dat geval is de aanbieder van een electronisch communicatienetwerk verplicht, op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rustte, de kabels op te ruimen.
7.2. Vervallen kabels en leidingen van voormalig energiebedrijven gemeente Maastricht
8. Voorwaarden en eisen ten aanzien van vervuilde grond
8.1. Voorschriften voor werken in verontreinigde grond
Wanneer is vastgesteld dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk is vervuild, dient een melding ex. artikel 28, 39 Wet Bodem Bescherming (Wbb) of melding Besluit Uniforme Sanering tijdelijke uitname; de zogenaamde BUS-melding, voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden plaats te vinden.
Als bij de instemmingaanvraag is aangegeven dat er géén grondwater hoeft te worden onttrokken en dit moet tijdens de werkzaamheden wel gebeuren, dient instemminghouder of grondroerder voorafgaande aan het onttrekken van het grondwater contact op te nemen met de afdeling Beheer en Onderhoud en het waterschap Roer en Overmaas.
Indien een netbeheerder een kabel c.q. leidingtracé wil laten lopen door een gebied waarvan vooraf is vastgesteld dat de bodem verontreinigd is, dan vervalt elke aansprakelijkheid van de gemeente. De gemeente heeft in die situatie geen saneringsplicht. De netbeheerder dient zich te houden aan de vigerende regelgeving en alle kosten komen voor rekening van de netbeheerder.
Door de gemeente worden op eigen initiatief geen bodemonderzoeken verricht bij het aanleggen van kabels en leidingen door netwerkbedrijven. Wel neemt de gemeente ten behoeve van haar in- en uitbreidingsgebieden in haar overeenkomsten tot aan- en verkoop van de grond de zogenaamde „Milieuclausule” op. Hierin staat dat er geen concentraties van stoffen in de bodem aangetroffen zijn, die het perceel ongeschikt maken voor de door de koper beoogde bestemming. Hieraan ten grondslag ligt dan wel een bodemonderzoek. De netbeheerder kan hieraan jegens de gemeente geen aanspraken ontlenen voor wat betreft de milieuhygiënische geschiktheid van de grond voor het leggen etc. van kabels e.d. Instemminghouder kan de gemeente aanspreken als in de grond belemmeringen worden aangetroffen voor het leggen etc. van kabels e.d. en die belemmeringen blijken afkomstig te zijn van minder deugdelijke werkzaamheden bouwrijp maken door of in opdracht van de gemeente.
Grond en/ of bouwstoffen die vrijkomen uit de sleuf zijn te onderscheiden naar:
De overtollige grond en/ of bouwstoffen dienen op kosten van de instemminghouder te worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. Kosten in verband met aantoonbare stagnatie in het door instemminghouder uit te voeren werk komen niet voor rekening van de gemeente. De acceptatiekosten voor het storten c.q. verwerken van deze grond en/ of bouwstoffen alsmede de werkelijke onderzoekskosten komen eveneens voor rekening van instemminghouder.
Het werken in de grond valt o.a. onder de Wet bodembescherming en als zodanig dient instemminghouder aan te tonen dat de vereiste procedures zijn doorlopen, alvorens tot afvoer word overgegaan. Hiertoe dient de correspondentie met de betrokken instanties c.q. bedrijven, alleen op verzoek van de gemeente, te worden overhandigd aan de gemeente.
Bij het verhelpen van een calamiteit tijdens kantooruren kan de betreffende netbeheerder direct informatie inwinnen over de kwaliteit van de bodem ter plaatse bij de Milieudienst van de provincie Limburg. Als er bij het verhelpen van een calamiteit buiten kantooruren grond vrijkomt, dient de betreffende netbeheerder er zorg voor te dragen dat grond op milieuhygiënische verantwoorde wijze, op haar kosten, tijdelijk wordt opgeslagen. De tijdelijk opgeslagen grond moet daarna, inden deze vervuild blijkt, op kosten van de betreffende netbeheerder op een milieuhygiënische verantwoorde wijze worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. Indien bij het verhelpen van een calamiteit grondwater moet worden onttrokken, dien te allen tijde, als mogelijk, voorafgaand aan het onttrekken van grondwater door de betreffende netbeheerder contact te worden opgenomen met het waterschap Roer en Overmaas. Indien niet mogelijk voorafgaand dan op de eerstvolgende werkdag.
Incidenteel kan een fundering met milieutechnische randvoorwaarden voorkomen. Indien zogenaamde IBC-bouwstoffen zijn toegepast, dient verstoring van de islolering te worden voorkomen. Uitkomende IBC-bouwstof moet op dezelfde plaats worden teruggebracht, dan wel worden afgevoerd naar een erkende verwerker.
Indien de situatie zich voordoet zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 of 3 van het bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming en er sprake is van verontreinigde grond en/ of bouwstof, dan zal instemminghouder hiervan melding maken aan de gemeente. Instemminghouder dient vervolgens de aanwijzingen/ instructies van de gemeente op te volgen.
8.2. Arbeidsomstandigheden bij werken in verontreinigde grond
9. Aansprakelijkheid, schade en verzekeringen
Voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek en ondanks de instemmingverlening door de gemeente en/of goedkeuring door andere bevoegde instanties, acht de gemeente de instemminghouder of zijn gemachtigde grondroerder aansprakelijk voor toerekenbare schade veroorzaakt in of tijdens de uitvoering van het werk.
Schade die de netbeheerder, grondroerder en/of derden lijden doordat, vanwege afwijking op de door of namens gemeente gegeven aanwijzingen en richtlijnen, leidingen van verschillende netbeheerders in lengterichting boven elkaar of te dicht bij elkaar zijn of worden gelegd, komt niet voor rekening van de gemeente.
De gemeente acht de netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder aansprakelijk voor de toerekenbare schade aan gemeente-eigendommen die het gevolg is van het (ver)leggen, verwijderen repareren e.d. van leidingen in zijn/haar opdracht. Bij gecombineerde leidingaanleg gaat de gemeente conform het Burgerlijk Wetboek uit van hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelhebbende bedrijven jegens de gemeente.
Leidingen die zijn gelegd in afwijking van aanwijzingen, richtlijnen e.d. van de gemeente dienen op eerste aanzegging door de gemeente door en voor rekening van de betreffende instemminghouder of zijn gemachtigde grondroerder, te worden verlegd naar de door de gemeente aan te geven plaats c.q. hoogte.
Schade aan gemeentelijke of andere eigendommen dient te worden vermeden. Mochten toch beschadigingen optreden dan dient instemminghouder deze direct te melden aan de toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud en aan de beheerder van het beschadigde eigendom. Hierna geeft instemminghouder zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 24 uur nadat hem daarvan is gebleken, schriftelijk kennis aan de gemeente.
Het herstel van de schade vindt plaats in overleg en voor rekening van de veroorzaker. Uitgangspunt bij het herstel van de (voorziene) schade als gevolg van de werkzaamheden is dat de instemminghouder de situatie in oorspronkelijke staat herstelt. Daarop zijn ook de instemmingvoorwaarden en deze uitvoeringsvoorschriften gericht.
Van schade welke ontstaat buiten de sleuf is sprake als ten gevolge van werkzaamheden schade ontstaat buiten de sleuf (aan materialen, lantaarnpalen, verkeerslichten, geparkeerde auto’s, e.d.). Voorzover het gemeentelijke eigendommen betreft zal de gemeente deze schade verhalen op instemminghouder. Afhankelijk van de specifieke situatie kan het wenselijk zijn dat er, voorafgaand aan de werkzaamheden, een gezamenlijke schouw en vastlegging plaatsvindt. Ontstane schades zullen zoveel mogelijk door de toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud worden vastgelegd in een schaderapport en op foto.
Verborgen gebreken is de definitie voor buitenproportionele verzakking van straatwerk (met opgeleverde en goedgekeurde verdichte sleufaanvulling). Als norm voor “buitenproportioneel” wordt een verzakking aangehouden van meer dan 0,03 m, welke zich binnen één jaar na het eerste herstel voordoet (CROW-norm voor “ernstige schade”).
Onverminderd het in voorgaande artikelen van deze paragraaf bepaalde zullen instemminghouder en haar mede- en onderaannemers voor eigen rekening zorg moeten dragen voor de verzekeringen tegen schade als gevolg van Wettelijke Aansprakelijkheid welke voortvloeit uit het gebruik van aannemersmateriaal bij de uitvoering van het werk.
Objecten waarvoor een verzekeringsplicht krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen (WAM) geldt, dienen in overeenstemming met de voorschriften van de WAM, evenals tegen het werkrisico verzekerd te zijn. Alleen door de in de vorige zin bedoelde verzekering gedekte motorrijtuigen mogen voor het werk worden gebruikt.
Het personeel dat bij de werkzaamheden is betrokken moet zijn geïnstrueerd met betrekking tot de op de bouwplaats geldende wetten en regels ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Leidinggevend personeel van de uitvoerende partij en de instemminghouder moeten erop toezien dat de van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.
9.5. Bereikbaarheid belendende gebouwen
De bereikbaarheid van woningen, openbare gebouwen en dergelijke voor (mindervalide) voetgangers dient te worden gewaarborgd. In dit verband dient rekening gehouden te worden met de toegankelijkheid voor hulpmiddelen zoals rollators en scootmobielen. In overleg met de betrokkenen en de toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte moet de bereikbaarheid worden gegarandeerd.
Indien de beperking van de bereikbaarheid tot gevolg heeft dat de hulpdiensten objecten niet voldoende kunnen naderen of dat de bevoorrading van winkels en bedrijven anders dan normaal moet worden geregeld moet vooraf overleg worden gevoerd met de belanghebbenden en de toezichthouder van de afdeling Beheer en Onderhoud.
9.6. Peilen en hoofdafmetingen
In geval van aanleg van kabels en leidingen in een nieuwbouwsituatie, waarbij (nog) geen woningen etc aanwezig zijn om als vaste punt voor maatvoering voor K&L tracering en revisie te dienen, zal de afdeling Beheer en Onderhoud, op aanvraag en kosten van de instemminghouder, maatvoering uitvoeren en een aantal maten middels piketpaaltjes en/of krijtmarkeringen borgen. Dit geldt alleen voor gronden die eigendom zijn van de gemeente. Bij graafwerk in particulier eigendom zal grondroerder met betreffende grondeigenaar en/of projectontwikkelaar rechtstreeks afspraken moeten maken, de gemeente is hierin geen partij.
De aanwijzing door de afdeling Beheer en Onderhoud zal zich in artikel 2 genoemde situatie beperken tot het aangeven van hoofdassen en extra punten in bochten en dergelijke, zodat de bedrijven d.m.v. eenvoudig meetwerk in horizontale en in verticale zin zelfstandig de tracés in detail kunnen uitzetten. De gemeente treedt slechts toetsend c.q. controlerend op. Het tijdstip van aanwijzing dient door instemminghouder tenminste 1 week vooraf aan de afdeling Beheer en Onderhoud, kenbaar gemaakt te worden.
Indien bij werkzaamheden weeskabels en/of weesleidingen worden aangetroffen dient te worden gehandeld conform de WION en daarnaast is het mogelijk om deze tevens te melden bij de kabel- en leidingencoördinator van de afdeling Beheer en Onderhoud, waarbij deze kan worden verzocht de weeskabel- en/of -leiding te (laten) verwijderen.In het laatste geval zal de gemeente binnen 1 werkdag, als mogelijk via het digitaal K&L platform, kenbaar maken of de kabel/leiding (voor kosten van de gemeente) moet worden verwijderd, waarbij de gemeente een veiligheidsknip op weeskabels of een veiligheidsaanboring op weesleidingen zal laten uitvoeren.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 29 maart 2016.
De Secretaris,
P. J. Buijtels.
De Burgemeester,
J.M. Penn-te Strake
Bijlage 1: Sleufprofiel gemeente Maastricht
Bijlage 2: Herstel openbare ruimte - omschrijvingen van verhardingen
De tarieven staan aangegeven in bijlage 5.
Algemene opmerkingen bij de tarieven
Omschrijving soort verhardingen
Opmerkingen bij omschrijvingen soort verhardingen
5.2. Tarieven beheer- en degeneratiekosten
De tarieven zijn gebaseerd op de werkomvang van Enexis en WML voor het jaar 2014.
Uitgaande van gemiddelde degeneratiekosten van 4% over klinker-, tegel- en sierbestrating en 11,5% onderhoudskosten over alle sleufbedekkingen zijn de tarieven per electriciteits-, gas- resp. wateraansluiting per jaar:
Hierover is geen BTW verschuldigd.
De percentages zijn gerelateerd aan de uitvoeringskosten.
De tarieven zijn bepaald op basis van het prijspeil 2009 en worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de CBS-loonindex.
Het aantal aansluitingen is gebaseerd op de stand per 1 januari van het betreffende jaar.
Het tarief is vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht en worden jaarlijks door de gemeente Maastricht geïndexeerd.
Voor 2016 is het tarief: € 1,30 / meter sleuf
5.2.3. Niet nader genoemde netwerkbedrijven
De tarieven zijn gerelateerd aan de tarieven voor de Telecombedrijven en worden jaarlijks door de gemeente Maastricht geïndexeerd.
Het tarief wordt per netwerkbedrijf vastgesteld met behulp van de volgende formule:
·sleufbreedte (in cm) / 60 x € 1,30 per meter sleuf.
5.3. Tarieven Camerainspectie riolen
Het uitvoeren van een camera - rioolinspectie per streng: € 175,-
5.4. Verwijderingsbijdrage bij gesloten netwerken
Het tarief is vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht en worden jaarlijks door de gemeente Maastricht geïndexeerd.
Voor 2016 is het tarief: € 3,20 / meter sleuf
5.5. Tarieven voor de uitgifte van een instemmingsbesluit voor verzoekers die vallen onder het regiem van de Telecomwet
De tarieven zijn vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht en worden jaarlijks door de gemeente Maastricht geïndexeerd.
Bijlage 6: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren
De raad van de gemeente Maastricht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Maastricht d.d. 23 februari 2016;
gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening: “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 gemeente Maastricht” (AVOI 2016) welke luidt als volgt:
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de natuurlijke of rechtspersoon, in de regel een netbeheerder, aan wie de gemeente vergunning of instemming heeft verleend voor het leggen, hebben, houden, onderhouden etc. van kabels en leidingen in gemeentegrond. Een derde partij kan optreden namens de netbeheerder in het instemmingaanvraag proces, mits rechtsgeldig en voldoende door deze gemandateerd;
kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn kabels als bedoelt in de Telecommunicatiewet, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen ten behoeve van industriële netwerken;
openbare gronden openbare ruimte van de gemeente Maastricht, waaronder openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken. Ook wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn, horen hierbij;
werkzaamheden handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente Maastricht uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente Maastricht deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Voor N.V. Nederlandse Gasunie staat de inhoud van de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 8 februari 1968 (inclusief latere wijzigingen) en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968 in rangorde boven de inhoud van deze verordening. Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 8 februari 1968 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968.
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.
Deze zijn ondermeer vastgelegd in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht, waarnaar deze verordening in diverse bepalingen verwijst; deze verwijzingen worden ook geacht betrekking te hebben op eventuele door het college in de toekomst vast te stellen nieuwe versies van het Handboek Kabels en Leidingen.
Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Artikel 4 – Instemmingvereiste
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college genomen instemmingbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.
Voor het verrichten van werkzaamheden van minder ingrijpende aard en voor spoedeisende werkzaamheden (voor definities hiervan, zie Handboek kabels en leidingen 2016 gemeente Maastricht, onderdeel begripsbepalingen) is geen instemming of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding aan het college.
Artikel 5 – Aanvragen en melden
Behoudens voor zover artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet van toepassing is, wordt, wanneer de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Maastricht, uiterlijk vier werkweken na ontvangst van de instemmingaanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n).
Artikel 6 – Gegevensverstrekking
Bij een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:
naam, adres en woonplaatsgegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, evenals de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;
Een beslissing op een aanvraag voor een instemmingbesluit wordt genomen uiterlijk 2 werkweken na de dag van ontvangst van de volledige instemmingaanvraag. Betreft het een instemmingaanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht werkweken na de dag van ontvangst van een volledig ingevulde instemmingaanvraag.
Artikel 8 – Voorschriften en beperkingen
Het college kan aan het instemmingbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet, worden voor de uitgifte van instemmingbesluiten marktconforme tarieven in rekening gebracht aan die verzoekers die vallen onder het regiem van de Telecommunicatiewet. Deze marktconforme kosten, ten behoeve van de uitgifte van een instemmingsbesluit, zijn aangegeven in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht.
De gemeente Maastricht heeft het primaat voor de herbestrating, het terugbrengen van de groenvoorzieningen en het uitvoeren van rioolinspecties ter plaatse van kruisingen van infrastructuur, door middel van boringen/persingen, met rioleringen. De grondroerder draagt de marktconforme kosten voor herstel en rioolinspectie. De marktconforme kosten voor herbestrating en rioolinspecties zijn aangegeven in het Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht.
Indien binnen één jaar na groot onderhoud of herinrichting van openbare gronden een grondroerder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel ten einde de situatie terug te brengen in de “oude staat”. De hiermee gepaard gaande marktconforme kosten zijn voor rekening van de grondroerder.
Artikel 9 – (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Een grondroerder dient op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Indien dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een instemmingaanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, niet zijnde de kabels volgens artikel 10 sub 1, in of op openbare gronden, waaronder het verplaatsen, gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:
de netbeheerder is verplicht op aanwijzing van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;
Artikel 13 – Niet-openbare kabels en leidingen
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders op een aanvraag een instemmingbesluit verlenen voor de aanleg van een ander netwerk dan een openbaar telecommunicatiewerk of een omroepnetwerk, indien krachtens een door de aanvrager bij de aanvraag over te leggen overeenkomst tussen de aanvrager en aanbieder:
Indien de overeenkomst/instemming/vergunning waarin de ligging van het netwerk is vastgelegd wordt beëindigd, kan het netwerk door of van wegen de gemeente worden verwijderd. Met het oog hierop betaalt de aanvrager bij de instemmingaanvraag een verwijderingsbijdrage aan de gemeente overeenkomstig een in de legesverordening vastgesteld tarief.
Artikel 14 – Digitale gegevens
Het college verlangt dat het aanvragen van een instemmingbesluit en het verstrekken van gegevens in digitale vorm geschiedt in het digitale platform Moor.
Hoofdstuk 4: Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 16 – Toezicht en handhaving door ambtenaren
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 17 – Naleving voorschriften
Artikel 18 – Handhaving en sancties
Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 20 – Overgangsbepalingen
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 gemeente Maastricht”.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 17 mei 2016.
Bijlage 7: Toelichting Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI)
Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. Het college is bevoegd de taken voortvloeiende uit de verordening af te handelen, waarbij deze voor wat betreft de uitvoering naar wens en behoefte uit praktische overweging deels gemandateerd kunnen worden aan één of meer daartoe aangewezen ambtenaren.
De definitie is afgeleid van de omschrijving zoals die gehanteerd wordt in de Wet Informatie- uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). De omschrijving maakt met name duidelijk dat het om ondergrondse netten gaat, en dan zowel de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit, riool) als de elektronische communicatienetwerken (zoals specifiek geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet).
In de tekst wordt geen inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen de termen net en netwerk.
De AVOI ziet enerzijds op netwerken bestaande uit fysieke kabels en/of leidingen inclusief ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers), beschermingswerken, signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers en kasten) en dergelijke en anderzijds op componenten voor het verbinden van kabels en leidingen in de openbare grond met die in de gebouwen. Inhoudelijk en procedureel is geen onderscheid gemaakt in de begrippen kabels en leidingen.
De grondroerder is de partij die daadwerkelijk de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dit zal veelal een aannemer of installateur zijn, maar kan ook een interne afdeling van een netbeheerder betreffen als die dergelijke werkzaamheden zelf uitvoeren. Indien een grondroerder namens een netbeheerder optreedt, wordt nu expliciet naar een machtiging gevraagd, dit ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid. Ook kan de grondroerder een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert en het netwerk of netwerkcapaciteit daarna verhuurt of verkoopt. De grondroerder is verplicht om over een instemmingsbesluit te beschikken voor aanvang van de werkzaamheden.
De gemeentelijke betrokkenheid is vooral gericht op haar rol als beheerder van de openbare gronden. Hiertoe worden conform wettelijke omschrijving gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor ieder toegankelijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente Maastricht voor wat betreft de elektronische openbare communicatienetwerken gedoogplichtige althans voor zover van toepassing conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens de Telecommunicatiewet gedoogplichtig zijn en op partijen en rechtspersonen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht gedoogplichtig zijn. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen toestaan in en op hun gronden.
Hoewel gezien de consequenties ervan de regelingen van de AVOI met name betrekking hebben op mechanische werkzaamheden, vallen handmatige werkzaamheden er ook onder. Voor zover die beperkt van karakter zijn, zullen ze overigens veelal betrekking hebben op de separaat onderscheiden categorieën spoedeisende werkzaamheden of minder ingrijpende werkzaamheden. Tot de werkzaamheden die deze AVOI betreffen behoren eveneens de werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals dat van kabelgoten of geleidingen. Vanuit de te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik door het college gestimuleerd worden.
Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening dienen steeds (in principe) vooraf gemeld te worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen reguliere (graaf)werkzaamheden, werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing. Voor de reguliere (graaf)werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend.
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van breekwerkzaamheden bij extreme weersomstandigheden. Dit ter voorkoming van schade door deze werkzaamheden. Het verbod wordt opgelegd naar oordeel van het college.
Met de vaststelling van de AVOI wordt tegelijkertijd op grond van artikel 19 besloten tot intrekking van de bestaande Telecommunicatieverordening (vastgesteld 22-11-2011). Tevens zal de op grond van de telecommunicatieverordening vastgestelde bestaande “Regeling uitvoering kabel- en leidingwerkzaamheden gemeente Maastricht” (vastgesteld door het college 20-12-2011) worden ingetrokken. Door vaststelling van de AVOI zullen tegelijkertijd de volgende besluiten worden gepubliceerd met eenzelfde datum van inwerkingtreding:
Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke verplichting voor de gemeente Maastricht om een Telecommunicatieverordening op te stellen.
Vooralsnog is niet voorzien in een algemene wettelijke grondslag voor een vergelijkbare regeling voor de energienetten. Daarom wordt vooruitlopend op mogelijke toekomstige nationale basisregelgeving hiermee voorzien in uniforme, lokale afspraken met daarbij een zo gelijk mogelijke behandeling van beheerders/aanbieders van deze infrastructuren. Dit vereist wel afstemming met de (al dan niet) contractuele afspraken tussen de gemeente Maastricht en de beheerders van de energienetten.
De feitelijke situatie is zo dat de fysieke ondergrond vol raakt met een veelheid aan kabels en leidingen en dit noodzaakt tot betere afstemming van werkzaamheden en belangen.
De gemeente Maastricht heeft contractuele afspraken met de netwerkbedrijven Enexis, WML en Ennatuurlijk. Deze contractuele afspraken zijn vastgelegd in de OGN 2011.
Voor Enexis, WML en Ennatuurlijk staat de inhoud van de van toepassing zijnde OGN2011 in rangorde boven de inhoud van deze verordening.
Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de OGN2011 voor Enexis, WML en Ennatuurlijk.
De gemeente Maastricht heeft contractuele afspraken met N.V. Nederlandse Gasunie. Deze contractuele afspraken zijn vastgelegd in de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968.
Voor N.V. Nederlandse Gasunie (NGU) staat de inhoud van de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968 in rangorde boven de inhoud van deze verordening. Deze verordening heeft bijgevolg een aanvullende werking op de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht d.d. 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen dd 8 februari 1968.
De volgende artikelen bevatten aanvullingen op de OGN2011 en de overeenkomst van levering en afname van gas tussen NGU en de gemeente Maastricht dd 11 november 1988 en de vergunning voor het leggen van gasleidingen d.d. 8 februari 1968:
Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.
Het college heeft al nadere regels vastgelegd in het “Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht” alsmede in de “Verlegregeling Kabels en leidingen 2016 gemeente Maastricht”. Verwijzingen in deze verordening naar handboek en verlegregeling worden ook geacht betrekking te hebben op eventuele door het college in de toekomst vast te stellen nieuwe versies van deze regelingen.
Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Artikel 4 - Instemmingsvereiste
Het in de Telecommunicatiewet wettelijk vastgelegde principe van graafrechten in relatie tot de vereiste instemming van het college is vertaald naar de AVOI in dit artikel en wordt toegepast op alle werkzaamheden. Conform het wettelijk bepaalde geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.
Het reguleringsonderscheid tussen reguliere werkzaamheden en werkzaamheden van minder ingrijpende aard wordt duidelijk indien dit artikel wordt gelezen in samenhang met het “Handboek Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht”. Tot de minder ingrijpende werkzaamheden behoren werkzaamheden waarvoor slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht, en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een lengte van de kabels en leidingen korter of gelijk aan 25 meter gehanteerd.
Artikel 5 - Aanvragen en melden
De voorgenomen werkzaamheden moeten via een aanvraag of melding aan het college worden kenbaar gemaakt. Dat kan bij het college van burgemeester en wethouders of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren. Voor spoedeisende werkzaamheden en storingen wordt een uitzondering gemaakt. Deze dienen voor aanvang van de werkzaamheden gemeld te worden. De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt echter niet als werkzaamheden dienen te worden verricht in door het college aan te wijzen gebieden.
In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen (graaf)werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op gronden van andere gedoogplichtigen. Dit kunnen andere instanties of rechtspersonen zijn. Ook kan de situatie aan de orde zijn dat er naast het instemmingsbesluit ook nog andere vergunningen aangevraagd moeten worden voor aanvang van de werkzaamheden. De grondroerder is allereerst zelf verantwoordelijk voor afstemming en overeenstemming tussen al deze partijen.
Echter als de grondroerder dat verzoekt kan de gemeente Maastricht inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De grondroerder blijft zelf verantwoordelijk voor de afstemming met private partijen. De grondroerder doet een terugkoppeling aan het college over de uitkomst van het overleg dat is gevoerd met alle betrokken gedoogplichtigen.
Artikel 6 - Gegevensverstrekking
In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag dient te worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente Maastricht als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Duidelijk is ook gemaakt dat instemming steeds op aanvraag van de verzoekende partij zal plaatsvinden en niet op eigen initiatief van de gemeente Maastricht.
De aanvraag dient te geschieden door middel van de door het college vastgestelde formulieren. Voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden moeten slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt worden. Voor reguliere aanvragen moeten meer gegevens verstrekt worden.
Het vereiste dat een aanvraag aangetekend verstuurd moet worden is niet als uniforme eis opgenomen in de AVOI. De verzending is voor risico van de grondroerder. Het kan in het belang van de verzoekende partij zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over datum en tijd van de verzending.
De beslistermijn van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Algemene Wet Bestuursrecht. Op grond van de AWB is een gemeente verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, waarbij die redelijke termijn geacht te zijn verstreken na verloop van acht weken. In navolging van de Wet Dwangsom en Beroep moet een gemeente zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Dit geldt met name voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen.
Artikel 8 - Voorschriften en beperkingen
Grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen indien zij werkzaamheden gaan verrichten als bedoeld in de AVOI. Daarnaast kan het college aan het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften of beperkingen verbinden. Omwille van de uniformiteit is in de verordening geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften en beperkingen dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente Maastricht geacht wordt te behartigen.
Dit artikel omschrijft ook dat toegebrachte schade vergoedt moet worden en op basis waarvan de hoogte van deze vergoeding berekend wordt. Uitgangspunt hierbij is dat de vergoeding beperkt is tot de marktconforme kosten. De grondroerder moet eventuele verhardingen en beplanting terugbrengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hiervoor zelf zorg te dragen. Dit naar keuze van het college.
Ook is geregeld dat als er binnen één jaar na uitvoering van groot onderhoud werkzaamheden uitgevoerd moeten worden speciale eisen gesteld kunnen worden met betrekking tot schadeherstel. Dit geldt ook voor gebieden waar bijzondere bestrating is toegepast. Dit naar oordeel van het college.
Artikel 9 - (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Dit artikel beschrijft dat een grondroerder op verzoek van een gedoogplichtige verplicht is gebruik te maken van reeds aanwezige voorzieningen indien deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond. De verplichting tot medegebruik wordt opgenomen in het instemmingsbesluit.
Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen, op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.
Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden, waaronder het verplaatsen, gelden de in lid 2 geformuleerde bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen.
Lid 2 B, sub y vormt de wettelijke basis voor het college van burgemeester en wethouders om nadere regels vast te stellen met betrekking tot het thema “verleggingen” en verwijst naar de door het college vastgestelde “Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 gemeente Maastricht”.
Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen als er sprake is van extreme weersomstandigheden. Dit naar oordeel van het college. Een afweging die gemaakt wordt is de kans op de omvang van schade aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat het breekverbod geldt gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. In ieder geval één dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit medegedeeld aan de betrokken grondroerders. Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze breek- en/of graafwerkzaamheden plaatsvinden in de grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot stillegging van het werk.
Het zakelijk karakter van de verkregen instemming is gewenst opdat ook een nieuwe netbeheerder, die gebruik maakt van de kabel en/of leiding de betreffende graafrechten heeft, maar ook gehouden is aan de geldende voorschriften. Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. De wettelijke bepalingen zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken in grond van anderen.
Artikel 13 - Niet-openbare kabels en leidingen
Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI in beginsel van overeenkomstige toepassing zoals beschreven in dit artikel.
Artikel 14 - Digitale gegevens
Het college wenst dat aanvragen voor een instemmingsbesluit en aan te leveren gegevens op digitale wijze verstrekt worden. De gemeente Maastricht maakt gebruik van het digitale systeem Moor.
Ter afstemming van allerlei zaken wordt een periodiek overleg gepland tussen de gemeente Maastricht en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit op initiatief van de gemeente Maastricht. Dit kan ook in samenwerking met andere gemeenten gebeuren.
Hoofdstuk 4: Handhavings- en toezichtbepalingen
Artikel 16 - Toezicht en handhaving door ambtenaren
Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI.
Artikel 17 - Naleving voorschriften
Artikel 18 – Handhaving en sancties
Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.
Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen
Zie de toelichting op artikel 2- Toepasselijkheid.