Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Beleidsregels Uitvoeringsbeleid Vergunningen, Toezicht en handhaving 2016 -2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Uitvoeringsbeleid Vergunningen, Toezicht en handhaving 2016 -2020
CiteertitelBeleidsregels Uitvoeringsbeleid Vergunningen, Toezicht en handhaving 2016 -2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 Risicomatrices VTH-beleid 2016 Bijlage 2 Toetsingsniveau Bijlage 3 sanctiestrategie Milieu Zelfevaluatie-overzicht Gekuidshandhaving stappenplannen (BW 25 agug. 2015)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
  2. Besluit omgevingsrecht (Bor), Hoofdstuk 7
  3. Regeling omgevingsrecht (Mor), Hoofdstuk 10

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-2016Nieuwe regeling

12-04-2016

Elektronisch Gemeenteblad 12 mei 2016. Jaargang 2016 nr. 60285.

BW16.00225

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Uitvoeringsbeleid Vergunningen, Toezicht en handhaving 2016 -2020

 

 

Integraal uitvoeringsbeleid Vergunningen, Toezicht & Handhaving 2016 - 2020

 

Inhoudsopgave

  • 0.

    Inleiding blz 3.

  • 1.

    Algemene uitgangspunten .

1.1. Uitvoeringsbeleidskadeblz 4.

1.2. Ontwikkelingen binnen het omgevingsrecht .

1.3. Uitvoeringsondersteunende voorzieningen blz 6.

1.4. Afstemming en samenwerking .

1.5. Handhaving in de gemeentelijke organisatie blz 7.

1.6. Vergunningen-, toezicht- en handhavingstaakvelden .

1.7. Communicatieplan VTH blz 8.

Probleemanalyse blz 9.

1.8. Inleiding .

1.9. Probleemanalyse bouwen en ruimtelijke ordening .

  • 1.

    10. Probleemanalyse brandveilig gebruik bouwwerken blz 10.

  • 1.

    11. Probleemanalyse milieu .

  • 1.

    12. Probleemanalyse Apv blz 11.

  • 1.

    13. Probleemanalyse Drank- en Horeca blz 12.

  • 1.

    14. Probleemanalyse overige taakvelden .

  • 2.

    Vergunningenuitvoeringsbeleid blz 13.

2.1. Uitgangspunten, achtergronden en visie .

2.2. Vergunningverlening .

2.3. Deregulering blz 15.

2.4. Deelactiviteit milieu .

3.Toezicht- & Handhavingsuitvoeringsbeleid blz 16.

3.1. Algemeen .

4.Doelstellingen en indicatoren blz 19.

4.1. Algemeen .

4.2. Monitoring proces VTH .

4.3. Doelstellingen .

4.4. Methodiek om te bepalen of de gestelde doelen worden gehaald blz 21.

5.Nalevingstrategie blz 22.

5.1. Algemeen .

5.2. Preventiestrategie .

5.3. Toezichtstrategie blz 23.

5.4. Sanctiestrategie Milieu blz 24.

5.5. De handhavinginstrumenten .

5.6. Gedoogstrategie blz 25.

5.7. Benchmarking . 25

 

BIJLAGE 1 Risicomatrices

BIJLAGE 2 Toetsingsniveaus

BIJLAGE 3: Sanctiestrategie Milieu

BIJLAGE 4: Zelfevaluatieoverzicht gemeente Beuningen

BIJLAGE 5: Geluidshandhaving stappenplannen

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 3

0. Inleiding

 

Voor u ligt het integrale Vergunningen, Toezicht en Handhaving uitvoeringsbeleid van degemeente Beuningen (VTH-uitvoeringsbeleid). Het uitvoeringsbeleid is in samenwerkingmet de gemeenten Druten, Heumen en Wijchen ontwikkelt. Door het uitvoeringsbeleidgezamenlijk op te pakken is er een overwogen en compleet uitvoeringsbeleid opgestelddat voldoet aan de wettelijke eisen.

 

Door de samenwerking zijn ideeën, probleemanalyses, juridische houdbaarheid enstrategieën van de vier gemeenten besproken en toegepast in het uitvoeringsbeleid. Doorde kennis te benutten van vier gemeenten is het een goed onderbouwt uitvoeringsbeleidgeworden dat werkbaar en toepasbaar is.

 

Het doel van het uitvoeringsbeleid is om:

  • 1.

    prioriteiten en doelen te formuleren omdat niet alles opgepakt kan worden;

  • 2.

    een strategie te bedenken hoe we de doelen en prioriteiten kunnen uitvoeren;

  • 3.

    de organisatie zo inrichten en plannen dat de strategie uitgevoerd kan worden;

  • 4.

    de uitvoering koppelt terug of gewenste uitvoering gehaald is;

  • 5.

    de input van de uitvoering wordt geëvalueerd;

  • 6.

    de evaluatie levert input om het uitvoeringsbeleid bij te stellen en eventueel nieuwedoelen en prioriteiten te stellen.

 

VTH-uitvoeringsbeleid is het geheel van regels, voorwaarden en processen waarbinnen debehandeling van aanvragen om vergunning, het houden van toezicht erop en dehandhaving ervan, plaatsvindt. Het uitvoeringsbeleid bereikt dat vergunde activiteiten inde gemeente veilig, gezond, gebruiksvriendelijk en inpasbaar in de ruimtelijke omgevingzijn. Onder handhaven verstaan wij het geheel van activiteiten gericht op het doen

naleven van regels. Door aandacht te besteden aan handhaving op het gebied van Waboen bijzondere wetgeving, probeert de gemeente te bewerkstelligen dat haar inwonersweten dat tegen overtredingen en illegale praktijken wordt opgetreden.Het uitvoeringsbeleid zorgt dat de besluitvorming, de motivering van de besluiten en devoorbereiding van besluiten makkelijker en transparanter worden.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 4

1. Algemene uitgangspunten

1.1. Uitvoeringsbeleidskader

 

Het wettelijk kader van dit integrale Vergunningen, Toezicht &

Handhavingsuitvoeringsbeleid (VTH-uitvoeringsbeleid) is gelegen in de Wet algemenebepalingen omgevingsrecht (Wabo), hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) enhoofdstuk 10 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Daarin worden eenprobleemanalyse, nalevingstrategie, borging van een uitvoeringsbeleids- en

uitvoeringscyclus, protocollen en standaarddocumenten vereist.

De jaarlijkse uitvoeringsbeleids- en uitvoeringscyclus verloopt volgens het hiernaastafgebeelde schema. De bovenste kring ziet toe op het uitvoeringsbeleid en de onderste opde uitvoering. Het programma wordt jaarlijks opgesteld, uitgevoerd en gemonitord.

 

Jaarlijks worden de resultaten van de uitvoeringnaast de gestelde doelen en prioriteiten gelegd,wat leidt tot een evaluatie met aanbevelingen om

prioriteiten bij te stellen. Ook worden interneaudits gehouden op de procedures en producten.Dit leidt tot een bijgesteld programma,

afgestemd op de uitvoerende organisatie. Hetuitvoeringsprogramma en het jaarverslag / deevaluatie worden jaarlijks door het college

vastgesteld en ter informatie aan de raadgezonden.

 

1.2. Ontwikkelingen binnen het

omgevingsrecht

Landelijke HandhavingstrategieDe ‘Landelijke Handhavingstrategie’ geeft kadersaan de aanpak bij overtredingen en deafwegingen bij het gebruik vanhandhavingsinstrumenten en moet doorgemeenten en provincies vastgesteld worden omin heel Nederland eenduidig te handhaven. Inhoofdstuk 6 wordt de landelijke naleefstrategiebeschreven en in bijlage 3 is de Milieu

Handhaving strategie te lezen.Kwaliteitscriteria VTH-taken

De kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht enhandhaving (de VTH-taken) door gemeenten, omgevingsdiensten en andere overheden(zoals provincies) in het omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in deorganisatie te borgen. De criteria gaan over zowel proces, inhoud als kritieke massa(capaciteit, kennis, ervaring en frequentie waaraan een organisatie moet voldoen om VTHtaken goed uit te voeren).

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 5

Het voldoen aan de criteria zorgt ervoor dat het bevoegd gezag in staat is om de gewenstekwaliteit en continuïteit te leveren. Binnen de criteria kennen we de volgendedeskundigheidsgebieden met een relatie naar bouwen:

Vergunningverlening bouwen en RO

Toezicht en handhaving bouwen en RO

Handhaving bouw/ RO

Juridische aspecten vergunningverlening

Juridische aspecten handhaving

Juridische aspecten afwijkingsbesluiten

Bouwfysica

Brandveiligheid

Constructieve veiligheid

Bouwakoestiek

Sloop en asbest

 

De criteria hebben betrekking op het minimale kwaliteitsniveau dat nodig is om taken ophet gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (inclusief de hiervoorbenodigde activiteiten) tijdig, met de juiste procedurele en inhoudelijke kwaliteit en incontinuïteit te kunnen uitvoeren.

Aan de hand van de resultaten uit de startmeting (rapport zelfevaluatie Beuningen 25-03-2014 zie bijlage 4) is de conclusie dat er een aantal acties ondernomen moet worden omte kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Een deel van de VTH-taken wordt per 1 april2013 door de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) uitgevoerd. De ODRN voldoet aande wettelijke criteria.

In maart 2015 is gebleken dat het oorspronkelijke ‘wetsvoorstel VTH’ op essentiëleonderdelen gaat afwijken van het ontwerp. Gevolgen zullen er vooral zijn voor dekwaliteitseisen van de niet-basistaken. De niet-basistaken zijn de taken die in 2010 nietverplicht waren over te dragen naar de ODRN.

 

De wettelijke basistaken zijn allemilieutaken die gemeenten uitvoeren. De proceseisen uit Hoofdstuk 7 van het Bor zullenblijven gelden, waardoor het onderhavige uitvoeringsbeleid (incl. sanctiestrategie), hetuitvoeringsprogramma en het jaarverslag Wabo verplicht blijven.

 

De kwaliteitscriteria voor kritieke massa (opleiding, werkervaring, kennis, frequentie,benodigd aantal medewerkers) en de procescriteria voor vergunningverlening (nietbasistaken) krijgen nog geen verankering in de wet.

Het bevoegd gezag is zelf verantwoordelijk voor het borgen van de kritieke massa alsgeheel (zowel basis als niet-basistaken) en, in het geval van het vergunningenproces, voorde niet-basistaken. Hiertoe krijgt elk bevoegd gezag een zorgplicht waarvoor zij zelf deinvulling bepalen. De gemeenteraad krijgt de bevoegdheid om een verordening op testellen. De zorgplicht kan ook in uitvoeringsbeleid nader uitgewerkt worden.

 

Mocht het echter zo zijn dat het bevoegd gezag deze zorgplicht niet voldoende invult, dankan de staatssecretaris een AmvB opleggen waardoor de criteria voor de kritieke massaalsnog in de wet verankerd worden.

Naar aanleiding van de wet VTH hebben de gemeente Wijchen, Beuningen, Druten enHeumen uniform uitvoeringsbeleid opgesteld voor het borgen van de kritieke massa en omuitvoering te geven aan de zorgplicht.

Vooruitlopend hierop is dit uitvoeringsbeleidsplan in gezamenlijkheid door de 4 gemeentenopgesteld, zodat er op voorhand al een uniform VTH-uitvoeringsbeleid is in de regio.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 6

Wet “kwaliteitsborging voor het bouwen”

De toets van de bouwaanvraag aan het Bouwbesluit is van oudsher een

verantwoordelijkheid van het college. Het ministerie heeft onderzocht of het mogelijk isprivate partijen deze toets te laten uitvoeren. Dat kan door private partijen te certificeren.De wetgever wil met een systeem van kwaliteitsborging bereiken dat de marktverantwoordelijk wordt voor zijn eigen kwaliteit. Dit systeem wordt een waarborg dat aande bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. In dit nieuwe stelsel toetst de gemeenteaanvragen om omgevingsvergunning en het toezicht op de naleving van debouwvoorschriften niet meer aan de bouwtechnische voorschriften. In plaats daarvantoetsen zij of toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging worden toegepast diegeschikt zijn voor de risicoklasse van het bouwwerk en of de gekozen kwaliteitsborgergerechtigd is om het instrument toe te passen. Gemeenten houden bijvergunningverlening hun taken in het kader van de toetsing aan bestemmingplannen,bouwverordening, welstand en omgevingsveiligheid. Een groot deel van dewerkzaamheden in het kader van de vergunningverlening voor het bouwen zal dus blijvenbestaan, maar de bouwtechnische werkzaamheden nemen af. Gemeenten houden ook het

toezicht en de handhaving voor de bestaande gebouwenvoorraad. Verwacht wordt datdeze wet begin 2017 in werking zal treden.

 

Omgevingswet

 

De Omgevingswet gaat onder meer de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht metbijbehorende Amvb’s vervangen. De Wet VTH, Wet kwaliteitsborging en LandelijkeHandhavingstrategie, gaan er naar verwachting in op. Tijdens de looptijd van dituitvoeringsbeleidsstuk zal duidelijk worden wat de impact van de nieuwe wet wordt. Naarde huidige inzichten treedt de Omgevingswet op zijn vroegst in 2018 / 2020 in werking.

 

1.3. Uitvoeringsondersteunende voorzieningen

 

Financiële middelen

In de begroting worden structureel middelen uitgetrokken voor vergunningen, toezicht enhandhaving, onder meer voor personele lasten en ondersteunende voorzieningen.

 

Registratiesysteem

Voor omgevingsvergunningen en voor handhavingzaken wordt een registratieprogramma

gebruikt. Dit integrale systeem werkt volgens wettelijke procedures..

 

1.4. Afstemming en samenwerking

 

Driehoeksoverleg

Het Driehoeksoverleg is een overleg tussen de burgemeester, de korpsleiding van depolitie en de officier van justitie. Het zwaartepunt van dit overleg is openbare orde en

veiligheid. Specifieke handhavingsproblemen kunnen worden ingebracht, met namewanneer een strafrechtelijke aanpak gewenst is.

 

Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)

De Omgevingsdienst Regio Nijmegen voert inrichting gebonden milieutaken uit voor onzegemeente. De gemeente stemt vergunningverlening en handhaving met de ODRN af. DeODRN onderhoudt i.r.t. hun taakuitvoering contacten met het Waterschap enRijkswaterstaat en andere bij handhaving betrokken partijen.

 

Samenwerking met andere gemeenten

Er wordt de komende jaren nadrukkelijk gezocht naar samenwerking op het gebied vanuitvoeringsbeleid met gemeenten uit de regio. Het doel van samenwerking is onder meerte komen tot uniform uitvoeringsbeleid, uniforme processen en protocollen.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 7

1.5. Handhaving in de gemeentelijke organisatie

Formatie

Het uitvoeringsbeleid wordt afgestemd op de beschikbare capaciteit waardoor prioriteringplaats zal moeten vinden. De verantwoording voor de prioritering en de bewaking vanvoldoende (adequaat) toezicht is terug te vinden in het jaarlijks op te stellen VTHUitvoeringsprogramma.

 

Kennis

Voor het uitvoeren van VTH-taken is deskundigheid nodig. Op technisch gebied wijzigt deregelgeving de laatste jaren voortdurend en dit zal de komende jaren naar verwachting zoblijven. Bij de voortgangsgesprekken met medewerkers wordt besproken welkeopleidingsbehoefte er is om deze taken goed uit te voeren. Als hulp wordt gebruikgemaakt van vastgestelde protocollen en standaarddocumenten. Indien binnen hetomgevingsrecht expertise (constructeur / plantoetser) wordt ingehuurd voor VTH-taken,

dan dient de leverancier aan te tonen dat deze voldoet aan de door ons vast te stellen

 

‘Kwaliteitscriteria’.

 

Functiescheiding

Vergunningverlening en toezicht/handhaving dienen door verschillende personenuitgevoerd te worden. De functiescheiding is voor de Wabo-taakvelden, Apv en bijzonderewetten gerealiseerd.

 

Bereikbaarheid

Bereikbaarheid buiten kantooruren is voor de Wabo-brede taakvelden gerealiseerd via de

ODRN. In 2015 zijn afspraken met de ODRN gemaakt over de piketdiensten.

 

1.6. Vergunningen-, toezicht- en handhavingstaakvelden

Dit uitvoeringsbeleidsplan omvat de VTH-taken voor de volgende taakvelden:

1.Uitvoeringsbeleidsveld ‘omgevingsvergunningen’. Hier valt de omgevingsvergunning

(Wabo) onder met onder meer de deelactiviteiten:

  • -

    het bouwen en slopen van een bouwwerk;

  • -

    aanleggen;

  • -

    binnenplanse ontheffing van het bestemmingsplan;

  • -

    milieu (inrichtinggebonden en niet-inrichtinggebonden);

  • -

    aanleggen of veranderen van een weg;

  • -

    monumenten;

  • -

    uitweg;

  • -

    vellen van een houtopstand;

  • -

    handelsreclame;

  • -

    brandveilig gebruik.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 8

Uitvoeringsbeleidsveld ‘Bijzondere wet- en regelgeving en Verordeningen’. Hier vallende vergunningen van de volgende wet- en regelgeving onder:

  • -

    Drank- en Horecawet;

  • -

    Apv;

  • -

    Wet op de Kansspelen;

  • -

    Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    Winkeltijdenwet en Winkeltijdenverordening;

  • -

    Marktverordening;

  • -

    Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en Besluit administratievebepalingen in zake het wegverkeer;

  • -

    Regeling Verkeersregelaars;

  • -

    Speelautomaten;

  • -

    Wet Bibob;

  • -

    Opiumwet;

  • -

    Afvalstoffenverordening.

 

1.7. Communicatieplan VTH

Onze gemeente werkt transparant en geeft haar inwoners op verzoek en uit eigen

beweging (zie 1.7.2) inzicht in onze werkzaamheden.

 

1.7.1 Uitvoering

Er worden verschillende vergunningen verleend. Voor de beantwoording van de volgendevragen zijn de volgende gegevens raadpleegbaar:

  • a.

    Hoeveel aanvragen zijn er behandeld;

  • b.

    Welke activiteiten zijn er aangevraagd;

  • c.

    Wat is de doorlooptijd van verschillende aanvragen;

  • d.

    Hoeveel vergunningen zijn er verleend;

  • e.

    Hoeveel aanvragen zijn er geweigerd;

  • f.

    Hoeveel rechtsprocedures zijn er opgestart;

  • g.

    In hoeveel rechtsprocedures heeft de gemeente het besluit in stand kunnen laten;

  • h.

    Informatie van toezichtresultaten, sancties en gedoogbesluiten.

 

1.7.2 Uitvoeringsbeleid / verslagen

 

VTH werkt volgens landelijke wetgeving, provinciaal en gemeentelijke uitvoeringsbeleid. Inhet jaarverslag is er een evaluatie van het voorgaande jaar te lezen. Hierin staat hoe hetteam Vergunningen, Toezicht en Handhaving het afgelopen jaar haar taken heeftuitgevoerd en of dit overeenkomt met het opgestelde uitvoeringsbeleid en programma.

In het uitvoeringsprogramma is te lezen hoe het komende jaar de taken wordenuitgevoerd. Het uitvoeringsprogramma wordt gepubliceerd.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 9

Probleemanalyse

 

1.8. Inleiding

Artikel 7.2 van het Bor stelt een probleemanalyse verplicht, waarbij artikel 10.3 Mor

voorschrijft dat de analyse inzicht geeft in de gevolgen voor de fysieke leefomgeving bijovertreding van voorschriften en in de kansen dat deze overtredingen zullen plaatsvinden.Met de fysieke leefomgeving als uitgangspunt worden de taakvelden ruimtelijke ordening,

bouwen, milieu, brandveiligheid, Apv / bijzondere wetgeving geanalyseerd. Als resultaatkomen we te weten wat er gebeurt als we niet handhavend optreden en weten we hoevaak dat voorkomt. Dat leidt tot een gekwantificeerd risico, dat is afgestemd op de situatievan de gemeente en waarmee verantwoorde keuzes gemaakt kunnen worden in deprioritering. Het vormt een basis voor een integraal uitvoeringsprogramma. Deprobleemanalyses gelden VTH-breed.

 

1.9. Probleemanalyse bouwen en ruimtelijke ordening

 

Binnen de gemeente doen zich diverse overtredingen voor op het gebied van ruimtelijkeordening en bouwen. De meest relevante overtredingen zijn:



Gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

Gebouwen in strijd met het Bouwbesluit, vooral constructieve veiligheid,

brandveiligheid, isolatie, ventilatie en slopen van asbest.

Bouwen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor de

activiteitbouwen.

S

lopen zonder omgevingsvergunning/melding.

Aanleggen van werken zonder omgevingsvergunning.

 

Als er niet gehandhaafd zou worden, zouden de onderstaande algemene overtredingen eneffecten kunnen optreden:

Niet voldoen aan onze wettelijke taken.

De preventieve werking van de controles zal verloren gaan.

Slecht voorbeeld doet slecht volgen.

Rechtsongelijkheid tussen burgers en bedrijven die zich wel aan de wet- enregelgeving houden en burgers en bedrijven die de wet- en regelgeving niet

nakomen.

Ongeloofwaardigheid van de overheid als de opgestelde regels niet gehandhaafdworden.

 

Daarnaast zouden er specifiek voor het taakveld ruimtelijke ordening en bouwen nog devolgende effecten kunnen optreden:

Precedentwerking.

Dichtslibben van het buitengebied.

Onveilige gebouwen en situaties zoals brandgevaar, instortingsgevaar.

Voor de gezondheid nadelige situaties.

Een onplezierige woon- en leefomgeving.

 

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Stel een toetsingsprotocol vast voor minimaal adequaat toezicht, eventueel naarvoorbeeld van Regionaal Managementoverleg Regio Noord-Brabant.

 

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 10

1.10. Probleemanalyse brandveilig gebruik bouwwerken

 

Bij de controles van de reguliere en tijdelijke gebruiksvergunningen komen overtredingenaan het licht. Hieronder staat een opsomming van de meest voorkomende overtredingen:

Het geheel of gedeeltelijk blokkeren van vluchtwegen/verkeersroutes.

Het niet duidelijk aangeven van vluchtwegen.

Het niet of niet voldoende beheren van de brandmeld– of ontruimingsinstallatie.

Het niet tijdig keuren van kleine blusmiddelen.

Gasslangen waarvan de geldigheidsdatum is verlopen.

Versiering die niet voldoet aan de juiste brandklasse.

 

Als er niet gehandhaafd zou worden dan zouden er door het niet naleven van voorschriftenbrandgevaarlijke situaties kunnen ontstaan waarbij sprake kan zijn van levensgevaar.

 

Incidenten die daardoor ontstaan geven grote schade.

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Stel een risico-inventarisatie op voor het gehele gebouwenbestand brandveiliggebruik en stem het programma daar op af. Dit kan in samenwerking met de

Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ).

 

1.11. Probleemanalyse milieu

 

Milieutaken worden opgesplitst in inrichtinggebonden, zoals toezicht op bedrijven, en nietinrichtinggebonden, zoals toezicht in de openbare ruimte of bij particulieren. Handhavingvan de milieuregels bij deze categorie is lastiger dan bij inrichtingen, omdat inrichtingenprofessionele partijen zijn. Overtredingen komen meestal aan het licht bij klachten van

omwonenden of door een constatering van een toezichthouder.

 

Stofstromen

De omgang met stofstromen wordt uitgevoerd volgens de nota bodembeheer van hetgemeentelijk samenwerkingsverband van de Milieusamenwerking en AfvalverwerkingRegio Nijmegen (MARN).

De milieuproblemen die worden aangetroffen bij de milieutaken zijn als volgt:

Bodemverontreiniging door grond en bouwstoffen op en in de bodem. Het ontbrekenvan vloeistofdichte vloeren of voorzieningen, foutieve opslag van olie, brandstoffenen chemicaliën, het niet correct opslaan van mest, het lozen van verontreiniging opof in de bodem, het uitlogen van verontreinigde bouwstoffen.

Verontreiniging van oppervlaktewater, doordat mest niet correct wordt opgeslagen ofdoordat huishoudelijk afvalwater niet goed wordt gezuiverd voordat het wordt

geloosd.

Luchtverontreiniging door verbranding van afval, emissies van bedrijven en onjuistverwerken van afvalstoffen.

Geluidsoverlast door bedrijven, knalapparaten, technische apparatuur zoals airco’sen afzuigingen, laden en lossen, evenementen en tuinfeesten.

Lichthinder voor omwonenden door lichtinstallaties bij sportcomplexen.

Overlast als gevolg van hondenpoep en blaffende honden.

Risico’s op brand- en ontploffingsgevaar door onjuiste opslag/ omgaan met

gevaarlijke stoffen.

Veiligheidsrisico’s als gevolg van milieu-incidenten.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 11

 

Als er niet gehandhaafd zou worden dan zouden, naast de algemene effecten zoals ondertaakveld ‘Bouwen en RO’ omschreven, op het taakveld milieu de volgende effecten kunnenoptreden:

Vergroting van het risico van het ontstaan van bodem- en waterverontreiniging doorverkeerde opslag van bodem- en waterbedreigende stoffen.

Vergroting van het risico dat gevaarlijk afval verkeerd wordt afgevoerd.

Meer geuroverlast/luchtverontreiniging, geluidsoverlast en lichtoverlast.

Het verkeerd opslaan van gevaarlijke stoffen waardoor gevaarlijke situaties ontstaan.

Ten aanzien van installaties en opslag van gevaarlijke stoffen zullen onveiligesituaties kunnen ontstaan, met daardoor een verhoogde kans op brand en explosies.

Een minder prettige en veilige gemeente door vervuiling en verrommeling van dewoon- en leefomgeving.

Meer geluidsoverlast en vervuiling als gevolg van honden.

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Maak een risico-inventarisatie van de individuele bedrijven en baseer het programmadaarop.

Versterk juridische ondersteuning voor niet-inrichtinggebonden taken.

Versterk de eigen verantwoordelijkheid van burgers bij niet-inrichtinggebonden

taken.

 

1.12. Probleemanalyse Apv

 

In de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is door de gemeente vastgestelde (lagere)wetgeving opgenomen. Een Apv is een regeling die geldt voor iedereen binnen degemeente en die tot doel heeft de gemeente prettig en leefbaar te houden voor iedereen.

Enkele onderwerpen uit de Apv vallen onder de werkingssfeer van de Wabo; het gaat omhet kappen van bomen, het aanleggen van een uitweg en het aanbrengen van reclame.

 

De Apv kent diverse onderwerpen. Veel aangetroffen overtredingen betreffen:

Hinderlijke voorwerpen op, aan of boven de weg plaatsen in strijd met publieke functie/ gebruik gemeentegrond.

Overtredingen bij evenementen.

Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen.

Loslopende honden.

Afsteken van vuurwerk.

Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afval.

Parkeerexcessen en parkeerhinder Blauwe Zone.

Kampeerwagens, aanhangers en wrakken.

Stoken van vuur.

 

Bij het niet naleven van de gestelde regels kunnen zich op het taakveld Apv de volgendeeffecten voordoen:

Het ontstaan van verkeersonveilige situaties en ergernissen bij foutparkeren.

Het verrommelen van de openbare ruimte.

Onveilige en ongezonde situaties bij evenementen.

Licht-, geluid- en verkeersoverlast door evenementen.

Overlast door hinderlijke gedrag in de openbare ruimte.

Een gevoel van sociale onveiligheid.

Onveilige situaties door gevaarlijke dieren.

Ongevallen door verkeerd gebruik van vuurwerk.

Schade aan groenvoorzieningen, natuur en gebouwen.

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Versterk de eigen verantwoordelijkheid van burgers.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 12

1.13. Probleemanalyse Drank- en Horeca

 

De Drank- en Horecawet (DHW) focust op alcoholgebruik bij de jeugd onder 18 jaar. Dewet kent een vergunningplicht voor de verkoop van alcohol. Jongeren met alcohol opstraat vallen ook onder de reikwijdte van deze wet.

Er doen zich diverse overtredingen voor op het gebied van drank en horeca. De relevanteovertredingen zijn:

DHW-inrichtingen hebben geen of geen actuele vergunning en voldoen niet aan deinrichtingseisen van de vergunning.

Alcohol wordt verkocht zonder vergunning.

Leeftijdgrenzen voor alcoholverkoop worden niet nageleefd.

Jongeren op straat hebben alcohol bij zich.

Schijnbeheer.

Als er niet gehandhaafd zou worden, zouden de onderstaande overtredingen en effectenkunnen optreden:

Alcoholgebruik onder jongeren neemt niet verder af.

De gezondheid van de bevolking, met name van jongeren, wordt geschaad.

Alcohol gerelateerde problemen van openbare orde kunnen ontstaan.

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Wees alert op het versterken van de eigen verantwoordelijkheid van de ondernemers

en van verenigingen; het naleefgedrag kan met handhavingspreventie het meesteffectief worden vergroot. De gemeentelijke Boa kan de handhavingspreventie

opnemen in zijn jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

 

1.14. Probleemanalyse overige taakvelden

Voor de fysieke leefomgeving zijn enkele restcategorieën aan te wijzen die in eenhoofdstuk zijn samengenomen. Het betreft diverse zaken op het gebied van de civieletechniek, de Afvalstoffenverordening, Opiumwet en de Winkeltijdenwet.

Het aanleggen van een rioolaansluiting en het feitelijk aanleggen van een uitrit isprivaatrechtelijk geregeld. Het reguleren van rioolaansluitingen en uitritten heeft tot doelgeen wildgroei en daardoor oncontroleerbaarheid van te lozen stoffen te hebben inrioolaansluitingen, en het openbare gebied netjes te houden voor iedereen. DeWinkeltijdenwet heeft tot doel perioden van rust te creëren in de openbare ruimte enoverlast te voorkomen op tijdstippen dat burgers behoefte hebben aan rust.

 

Bij de handhaving kunnen zich de volgende problemen voordoen:

Onveilige situaties door illegale uitritten.

Ongezonde situaties bij niet of verkeerd aangesloten riool.

Bij het niet naleven van de gestelde regels kunnen zich de volgende effecten voordoen:

Onveilige verkeerssituaties.

Kosten voor schade aan rioolstelsels en wegen.

Overlast voor omwonenden van winkels.

Aanbevelingen voor de uitvoeringsbeleidsperiode 2016-2020

Monitor de effecten die met toezicht worden bereikt en herverdeel capaciteit indienandere taakvelden meer prioriteit vereisen.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz 13

2. Vergunningenuitvoeringsbeleid

2.1. Uitgangspunten, achtergronden en visie

 

Het vergunningenuitvoeringsbeleid geeft aan hoe de binnen wet- en regelgevingaanwezige uitvoeringsbeleidsruimten worden gebruikt, rekening houdend met bestuurlijkeprioriteiten, de hiervoor omschreven visie op de relatie tussen marktpartijen en overheid,risicobeheersing alsook beschikbare capaciteit en middelen.

 

Er bestaat uiteraard een spanningsveld tussen beschikbare capaciteit en middelen aan deene kant en het noodzakelijke adequate toetsniveau aan de andere kant. Ditspanningsveld noodzaakt tot het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten.

 

Bij de behandeling van vergunningaanvragen dienen, in het licht van de verhouding tussende overheidsverantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van marktpartijen, keuzes teworden gemaakt ten aanzien van diepgang van toetsing e.d. De overheid kan niet alles

toetsen en behoort dat ook niet te doen omdat het primaat bij de aanvrager zelf ligt.

 

Marktpartijen hebben de primaire verantwoordelijkheid om zich aan de regels te houden.De overheid kan zich daarom, mits gemotiveerd, beperken tot het toetsen van zaken diezij het risicovolst vindt en dus prioriteit wenst te geven. Hierbij dient wel een bepaaldadequaat niveau te worden gewaarborgd en verwijtbare taakverwaarlozing te wordenvoorkomen. Met andere woorden: er dient wel voor te worden gezorgd dat de echterisico’s ook daadwerkelijk worden aangepakt.

Op basis van het voorgaande en anticiperend op wat nog volgt, kan een korte en helderebestuurlijke visie worden geschetst ten aanzien van invulling en uitvoering van hetvergunningenuitvoeringsbeleid:

Eerst en vooral dient het vergunningenuitvoeringsbeleid te zijn gericht op debewerkstelliging van een veilig, gezond en leefbaar woonklimaat binnen onzegemeente alsook eenzelfde leef- en werkklimaat.

Ten tweede dient, mede met het oog op een voortschrijdende verbetering enverhoging van het serviceniveau, efficiënter met beschikbare capaciteit en middelente worden omgegaan.

Ten derde dient te worden geïnvesteerd in meer voorlichting en communicatie inhet voortraject (vooroverleg) om vooraf al het gewenste kwaliteitsniveau in demarkt te kunnen realiseren en de primaire aansprakelijkheden neer te leggen waarze thuishoren.

 

2.2. Vergunningverlening

3.2.1 Inleiding

 

De formele juridische basis voor het verlenen van vergunningen is vastgelegd in dewetgeving. In deze wetgeving is veelal een bepaalde procedure vastgelegd. Om snelinzicht te krijgen in de haalbaarheid van een plan, kan onze balie bouwen, wonen enleefomgeving worden bezocht.

De vergunningverlening is gebonden aan wettelijke termijnen. Als er niet binnen dezetermijnen wordt beslist op een reguliere aanvraag, ontstaat een vergunning vanrechtswege. Alle inspanningen zijn er natuurlijk op gericht om dit te voorkomen. Dewettelijke behandelingstermijn bedraagt 8 weken (verdaging mogelijk met 6 weken). Hetvergunningproces is reeds Lean ingericht, zodat complete ontvankelijke reguliereaanvragen een snellere doorlooptijd hebben. In de toekomstige Omgevingswet zal echter

niet langer worden voorzien in de mogelijkheid van een vergunning van rechtswege bijniet tijdig beslissen. De aanvrager zal na inwerkingtreding van de Omgevingswet alleennog gebruik kunnen maken van de regeling dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissenom een stilzittend bestuursorgaan tot besluitvorming te bewegen.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 14

 

Een aanvraag wordt op grond van de Wabo getoetst aan het bestemmingsplan, hetBouwbesluit, de bouwverordening, de redelijke eisen van welstand zoals die door degemeenteraad zijn vastgesteld in de welstandsnota, het exploitatieplan (indien aanwezig),

de Monumentenwet (indien van toepassing), de Wet Natuurbeschermingen/of eenprovinciale verordening.

Indien een aanvraag niet past binnen de regels van een bestemmingsplan, houdt eenaanvraag tevens in een verzoek om af te wijken van die regels.

Een aanvraag kan pas in behandeling worden genomen als deze volledig is; de ingediendegegevens moeten compleet zijn en van voldoende niveau om de aanvraag te kunnenbeoordelen. In de Mor wordt dit verder aangegeven. Worden de gegevens niet tijdigingediend of zijn deze nog steeds onvolledig, dan kan de aanvraag buiten behandeling

worden gelaten.

 

3.2.2 Toetsing Bouwbesluit

Bouwplannen lopen zeer uiteen. Het Bouwbesluit telt veel regels. Elke ontwerper,adviseur, bouwer, plantoetser en toezichthouder gaat daar op z’n eigen manier mee om.Al rond het jaar 2000 nam het toenmalige platform ‘BWT grote gemeenten’ het initiatiefom hierin meer lijn te brengen door de opstelling van een landelijk toetsprogramma

Verder is het belang van het werken aan de hand van een toetsprotocol alleen maartoegenomen. In de opgestelde kwaliteitscriteria voor organisaties die “Wabo-taken”uitvoeren, geldt het werken met zo’n protocol als eis.

Met het door ons gebruikte toetsingsprogramma ‘BRIS-toets’ kan eenduidig

uitvoeringsbeleid vastgelegd worden en daarmee de kwaliteit van het toetsen wordengeoptimaliseerd. Bovendien maakt de methode het toetsingsproces transparant en kanermee worden aangetoond wat er is getoetst en met welke intensiteit.

 

Alle eisen uit het Bouwbesluit toetsen is theoretisch mogelijk, maar onwenselijk gelet opde kosten en vanuit het oogpunt van efficiëntie. Om tot een uniforme toetsing van deeisen uit het Bouwbesluit te komen zijn de toetsingsniveaus zorgvuldig beoordeeld. Westellen de niveaus per gebruiksfunctie vast. Hierdoor kunnen vergunningverleners op

grond van dit kader de technische toets van aanvragen uitvoeren waardoor de veiligheidzoveel mogelijk wordt gewaarborgd zonder dat een algemene basiskwaliteit uit het oogwordt verloren. Overigens is met het vaststellen van de niveaus niet gezegd, dat van dezenorm niet kan worden afgeweken. Indien een vergunningverlener meer gegevens wil zienen dus strenger wil toetsen, kan dat altijd. Ook kan er steekproefsgewijs bij eenomvangrijk project zwaarder getoetst worden indien daartoe aanleiding bestaat. De

veiligheid staat immers voorop. Hier zal echter sporadisch gebruik van worden gemaakt.

 

Met het besluiten tot toepassing en vaststellen van de toetsingsniveaus zal er eeneenduidige toetsing plaatsvinden op de punten uit het Bouwbesluit waaraan wij grotewaarde hechten.

Voor het toetsen is gekozen voor 3 toetsingsniveaus (zie bijlage 2 voor uitwerking):

Niveau 1: snel toetsen

Niveau 2: visueel toetsen

Niveau 3: representatief toetsen

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 15

2.3. Deregulering

Gemeenten zijn al geruime tijd bezig met vermindering van regelgeving. Er wordtvoortdurend onderzocht of er geen onnodige regels in gemeentelijke verordeningen staanen of bepaalde vergunningenstelsels omgezet kunnen worden in een meldingsstelsel. Debelangrijkste wijzigingen zijn onder andere het afschaffen van diverse kleine ontheffingenen het invoeren van een meldingsplicht voor kleine evenementen tot 250 bezoekers (inplaats van een vergunningsplicht). Dit betekent dat er minder vergunningen aangevraagd

hoeven te worden. Ook in de komende periode zullen wij aan de slag gaan met

deregulering.

Bij de totstandkoming van regelgeving moet de handhaafbaarheid van de regels getoetstworden. Dit houdt een toets in op eenduidigheid, leesbaarheid en noodzaak van deregelgeving. Als blijkt dat geen duidelijk doel gediend wordt met regelgeving, of alsbepaalde aspecten aan de eigen verantwoordelijkheid kunnen worden overgelaten, moetgedereguleerd worden zover dit binnen de invloed van de gemeente valt. De regeldrukneemt dan af, wat het makkelijker maakt de regelgeving na te leven.

 

2.4. Deelactiviteit milieu

De uitvoering van de basis-milieutaken is overgedragen aan de ODRN. Slechts wanneer ersprake is van een meervoudige Wabo-activiteit inclusief milieu, ligt de regie bij degemeente.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 16

3. Toezicht- & Handhavingsuitvoeringsbeleid

 

3.1. Algemeen

De gemeente kan niet op alle wet- en regelgeving waarvoor zij verantwoordelijk is,toezien. Daarom worden per taakveld objectief prioriteiten vastgesteld aan de hand vaneen analyse van de risico’s die zich voordoen bij het overtreden van voorschriften.

Handhaving van de grootste risico’s krijgt de meeste prioriteit, aangevuld met debestuurlijke accenten. Ze worden verwerkt in een jaarlijks op te stellen en te evaluerenuitvoeringsprogramma.

 

3.2 Risicoanalyse en rangorde van taken

Om die keuzes weloverwogen te kunnen maken, zijn de risico’s die bij de taken op hetgebied van de betreffende uitvoeringsbeleidsvelden spelen in beeld gebracht engewaardeerd door middel van een uitgevoerde risicoanalyse op ambtelijk niveau.

Bij het vaststellen van de prioriteiten nemen de risico’s voor de burgers een belangrijkeplaats in. De gedachte daarbij is dat ook de interne en externe risico’s die de gemeenteloopt in belangrijke mate de bestuurlijke aandacht van een onderwerp zullen bepalen. Hetbenoemen van risico’s en het afwegen hiervan is dan ook een belangrijke stap naar eenorganisatie waarin de intensiteit van toezicht en handhaving een directe relatie heeft met

de kans dat een probleem zich voordoet en de ernst van de mogelijke gevolgen.Daarbij moet worden onderkend dat ondergeschikte risico’s hoog op de politieke agendakunnen staan omdat maatschappelijke en/of politieke opvattingen daartoe dwingen. Ookkunnen ondergeschikte taken met zo’n grote frequentie tot problemen leiden, dat eengestructureerde aanpak om die reden nodig is. Het doel van de risicoanalyse is omprioriteiten vast te stellen, op basis waarvan uitvoeringsbeleid geformuleerd kan worden.

Aan de hand van dat uitvoeringsbeleid zal vervolgens in het jaarlijks

uitvoeringsprogramma een capaciteitsplanning worden bepaald, alsmede in hoeverre diecapaciteit ingezet zal worden.Benadrukt wordt dat de risicoanalyse geen wetenschappelijk onderzoek is. De analyse

heeft tot doel om de terreinen van gemeentelijk handelen op een aantal risicoaspecten teinventariseren, om de risico’s te vertalen naar dit integrale uitvoeringsbeleid.

 

3.3 Risicoanalyse uitvoeringsbeleidsveld bouwen / wonen / ruimtelijke ordening

 

Voor de handhaving van de activiteiten bouwen en slopen van een bouwwerk, hetuitvoeren van een werk, het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met eenbestemmingsplan en het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument, isin 2013 een risicoanalyse gemaakt. Deze risicoanalyse is als bijlage (bijlage 1)toegevoegd.

 

3.4 Risicoanalyse uitvoeringsbeleidsveld milieu

Voor de activiteit oprichten en exploiteren van een inrichting (milieu) is gekozen voor eenandere systematiek (in plaats van een risicoanalyse) om prioritering aan te brengen. Inhet Activiteitenbesluit zijn alle activiteiten (taken) opgesomd die inrichtingen kunnenhebben. De toegepaste formule / prioritering is gebaseerd op 'risico = kans x effect'. De

effectfactor bestaat uit vijf aspecten die bij niet-naleven van de regels een rol spelen teweten: fysieke veiligheid, leefomgevingkwaliteit, volksgezondheid, financiële gevolgen ennatuur. Deze score wordt vermenigvuldigd met een score voor naleefgedrag en de omvangvan de activiteit op dat bedrijf (het kanseffect). Het kanseffect komt tot uitdrukking in deprioritering bij de planning voor het bedrijfsbezoek. Bedrijven met een slecht naleefgedrag

uit het verleden of heden zullen vaker bezocht worden en goed naleefgedrag wordtbeloond met minder milieucontroles.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 17

Door middel van deze formule / prioritering hebben alle inrichtingen in de gemeenteBeuningen een risicoscore gekregen. Deze score bepaalt uiteindelijk de frequentiewaarmee het bedrijf bezocht wordt. De bedrijven met een hoge score zijn dus de bedrijvenmet de grootste risico’s, waardoor deze het meest bezocht worden.Ook alle gemeentelijke inrichtingen zijn meegenomen bij het opstellen van derisicoanalyse. Deze inrichtingen worden met dezelfde intensiteit gecontroleerd als deoverige inrichtingen.

 

3.5 Risicoanalyse uitvoeringsbeleidsveld bijzondere wet- en regelgeving en

verordeningen

 

Voor de handhaving van de APV is in 2013 een risicoanalyse gemaakt. Deze risicoanalyseis als bijlage (bijlage 1) toegevoegd.Vanwege onze beperkte capaciteit is besloten dat de handhavingzaken die zich op deze

gebieden voordoen, opgepakt gaan worden volgens de risicomatrix. In de

capaciteitsraming en het uitvoeringsprogramma is hier rekening mee gehouden.

 

Met de handhaving van wetgeving in het kader van de Bestuurlijke aanpak georganiseerdecriminaliteit is in de capaciteitsraming en het uitvoeringsprogramma geen rekeninggehouden. De inzet voor dit uitvoeringsbeleidsveld wordt als een project geraamd.Met de handhaving van de Marktverordening is een medewerker (de bode) wekelijks 1 uurbelast. Er is geen risicoanalyse gemaakt van de verschillende taken op grond van deMarktverordening. Besloten is 1 uur per week te blijven besteden aan de handhaving vande Marktverordening, zodat op alle taken uit de verordening gehandhaafd wordt.Op basis van de toegekende prioriteiten in combinatie met de gewenste toezichtstrategiekan nu per taak worden bepaald welke inzet wenselijk is en tot welke benodigde capaciteitdie inzet leidt.

 

3.6 Risicoanalyse uitvoeringsbeleidsveld brandveilig gebruik

Voor de activiteit gebruik en brandveiligheid is een aparte risicoanalyse gemaakt (bijlage2). De wet- en regelgeving voor brandveiligheid is geregeld in het Besluit brandveiliggebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Aan de hand van de paragrafen / artikelen van hetGebruiksbesluit zijn de taken in het kader van brandveiligheid bepaald.

 

3.7 Prioritering uitvoeringsbeleid

Aan de hand van de resultaten van de uitgevoerde risicoanalyses, is een rangorde vantaken aan te brengen. Deze rangorde geeft de prioritering van de uit te voeren toezichtenhandhavingstaken aan. In (een bijlage van) het uitvoeringsprogramma is dezerangorde schematisch weergegeven. De genoemde taken zijn onderverdeeld in ‘prioriteithoog’, ‘prioriteit gemiddeld’ en ‘prioriteit laag’.

 

In hoofdstuk 5 wordt een vertaalslag gemaakt van de vastgestelde taken en prioriteitennaar naleefdoelen. De (benodigde) capaciteitsinzet die op grond van de toezichtstrategienodig is, wordt in het uitvoeringsprogramma uitgewerkt.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 18

3.8 Cumulatie en herhaling van overtredingen

 

Tijdens een controle kunnen ook meerdere overtredingen tegelijkertijd worden

geconstateerd die op grond van het uitvoeringsbeleidsplan een lage of een gemiddeldeprioriteit hebben. Er is dan sprake van een cumulatie van overtredingen. In paragraaf 6.3van het uitvoeringsbeleidsplan is aangegeven dat indien er sprake is van een cumulatievan lage of gemiddelde overtredingen, we per concreet geval beoordelen of we tegen deze

overtredingen toch handhavend gaan optreden.

Wat ook regelmatig voorkomt is dat een overtreding voor de tweede keer voorkomt.Indien deze overtreding een lage of gemiddelde prioriteit heeft, kan het zijn dat dezeovertreding (op basis van het uitvoeringsprogramma van dat jaar) niet opgepakt gaatworden. Bij herhaling van een overtreding kan het echter wenselijk zijn dat we hiertegentoch handhavend gaan optreden, ook al heeft deze overtreding een lage of gemiddeldeprioriteit. Daarom zal ook bij herhaling van een overtreding per concreet geval beoordeeldworden of we tegen de herhaalde overtreding toch handhavend optreden.

 

3.9 Belangenafweging

 

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat we bij het beoordelen van een verzoek omhandhaving altijd een afzonderlijke belangenafweging moeten maken. Dit houdt in dat alsin dit uitvoeringsbeleid is aangegeven dat we taken met een lage en gemiddelde prioriteitniet oppakken, we (bij bijvoorbeeld een verzoek om handhaving) altijd nog zullen

beoordelen of er geen omstandigheden aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Hierdoorkan het dus voorkomen dat taken met een lage of gemiddelde prioriteit toch opgepaktworden. Kortom: Op basis van een dergelijk verzoek kan de gemeente besluitenhandhavend op te treden, daarvan af te zien of te gedogen.

 

Bij verzoeken om handhaving, klachten en meldingen, is communicatie erg belangrijk. Metname voor het vervolg van het traject. Van belang hierbij is dat transparant en duidelijknaar de verschillende partijen toe wordt gecommuniceerd.Bij een verzoek om handhaving zullen wij niet actief de naam van de verzoeker vermeldenin de correspondentie. Echter, indien de overtreder vervolgens wil weten wie er heeftgeklaagd of het dossier wil inzien, zullen wij de naam van de verzoeker om handhavingalsnog bekend maken. Deze wijze van bekendmaken (niet actief, maar ook nietgeheimhouden) wordt vooraf voorgelegd aan de verzoeker om handhaving.Bij telefonische klachten en meldingen van een mogelijke overtreding geldt ook dat we de

naam van de klager niet actief bekend zullen maken.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 19

4. Doelstellingen en indicatoren

 

4.1. Algemeen

 

Dit hoofdstuk is een vertaling van de bestuurlijke visie naar meetbare doelstellingen. Ookwordt uitgewerkt hoe de VTH-doelen in meetbare indicatoren kunnen worden gevat,waarbij wordt aangegeven hoe deze indicatoren gemonitord kunnen worden. Voor doelendie zich niet lenen voor het kwantitatief meten ervan, kan de stand van zaken in eenomschrijving uitgedrukt worden.

 

4.2. Monitoring proces VTH

 

Wij willen het proces van vergunningverlening en handhaving, de resultaten en voor zovermogelijk de effecten hiervan, monitoren.

 

4.2.1 Vergunningverlening

De monitoring van onze vergunningverleningsactiviteiten bevat de volgende onderdelen:

  • a.

    Aantal en aard ingediende aanvragen;

  • b.

    Aantal besluiten op basis van de ingediende aanvragen;

  • c.

    Aantal afgehandelde meldingen onder verdeeld in relevante categorieën;

  • d.

    Aantal besluiten onderverdeeld naar relevante categorieën;

  • e.

    Aantal ingediende bezwaren/ beroep door initiatiefnemers en percentagegehonoreerd;

  • f.

    Tijdigheid van de geleverde producten;

  • g.

    De effecten van afgegeven vergunningen voor de kwaliteit van de fysiekeleefomgeving;

  • h.

    De inhoudelijke kwaliteit van de producten.

 

4.3. Doelstellingen

Kwaliteitsdoelstellingen en –indicatoren.

 

Hogere doelen die met handhaving worden nagestreefd, zijn:

  • 1.

    Een prettige, veilige samenleving zonder overlast en zonder verrommeling.

  • 2.

    Tevreden burgers.

  • 3.

    Een gedragsverandering van burgers ten gunste van de samenleving.

 

Aanvullend kunnen de volgende kwaliteitsdoelstellingen worden onderscheiden:

 

Het geven van vertrouwen en het versterken van eigen verantwoordelijkheid

We willen een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven.Goed naleefgedrag willen we verdisconteren in de prioriteiten. We willen alternatievemanieren van toezicht zoals geprivatiseerd toezicht versterken. Dit kan gemeten wordendoor het aantal versoepelde of verzwaarde controles, door een vermindering van hetaantal controles op lage risico’s en een toename van het aantal controles op hoge risico’s.

 

Het uitvoeren van wettelijke taken

We willen voldoen aan wettelijke kwaliteitsverplichtingen, zoals vastgelegd in het Bor enhet Mor en we willen een minimaal benodigd adequaat niveau van toezicht leveren. Ditkan gemeten worden door het niveau van het uitgevoerde toezicht te vergelijken met hetminimum adequate niveau.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 20

 

Het in de hand houden van kosten en vergroten van efficiency.

 

 

Het geambieerde kwaliteitsniveau moet liggen binnen de bestaande formatieruimte.

Preventie en vertrouwen moeten leiden tot minder controles. Nieuwe werkwijzen, zoalsmobiel digitaal toezicht maken efficiënter werken mogelijk. Uit de jaarlijkse begrotingenmoet blijken dat de kosten voor handhaving niet toenemen. Efficiency kan gemetenworden indien meer zaken in dezelfde tijd kunnen worden behandeld.

 

Communicatie als preventief handhavinginstrument

Door goede communicatie worden vervelende en kostbare juridisch handhavingtrajectenvoorkomen. Deze communicatie gaat over de inhoud van wet- en regelgeving,verwachtingen naar elkaar en de noodzaak om de regelgeving na te leven. De werking vande preventie kan gemeten worden door het aantal zaken bij te houden dat is opgelostzonder gebruikmaking van een last onder dwangsom, last onder bestuursdwang of boete.

 

Prestatiedoelstellingen

De hogere doelen kunnen vertaald worden in de volgende prestatiedoelstellingen:

 

Vergroten veiligheid

De fysieke veiligheid neemt toe doordat gebouwen veiliger worden gebouwd en gebruikt.Het gevoel van veiligheid neemt toe doordat minder overtredingen in de openbare ruimtevoorkomen en daardoor minder verrommeling en overlast optreedt.

 

Vergroten duurzaamheid

Duurzaamheid neemt toe door toezicht op gebouwen, die daardoor bruikbaarder wordenen langer meegaan. Illegale bouw en bouwfouten worden voorkomen waardoor kosten enverspilling van materialen worden voorkomen.

 

Verbeteren milieu en gezondheid

Gezondheidsrisico’s en milieubelasting nemen af door toezicht op bouwwerken. Deenergiezuinigheid van gebouwen neemt toe. Afvalstromen worden beter gescheiden enzorgvuldiger verwerkt. Schade aan de natuur wordt voorkomen door vermindering vanafvalstort en lozingen. De gezondheid van jongeren neemt toe door minder alcoholgebruik.

 

Naleefdoelstellingen

 

De doelen die wij stellen worden voor een groot deel bereikt door het naleefgedrag teverbeteren. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de doelstellingen die metachterliggende wet- en regelgevingen worden beoogd.

De volgende naleefdoelstellingen worden geformuleerd:

 

Het verbeteren van het spontane naleefgedrag.

Spontaan naleefgedrag is het naleven van regelgeving zonder dat handhavingacties nodigzijn. De kwaliteitsdoelstelling ‘Communicatie als preventief handhavinginstrument’ draagthieraan bij. Spontane naleving wordt beloond met verminderd toezicht, wat weer bijdraagtaan het hogere doel dat wij stellen om te streven naar tevreden burgers. Spontaannaleefgedrag is meetbaar door een afname van het aantal overtredingen in verhouding tot

het aantal controles of het aantal uren besteed aan toezicht.

 

Verbeteren naleefgedrag bij grootste risico’s.

Voorschriften die een hoog risico beschermen, moeten zorgvuldig nageleefd worden. Doorbewustwording van deze risico’s door goede communicatie en voorlichting kan hetspontane naleefgedrag worden vergroot. Daar waar het spontane naleefgedrag niet oporde is, moet adequaat toezicht en handhaving alsnog leiden tot nagenoeg 100% naleving.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 21

4.4. Methodiek om te bepalen of de gestelde doelen worden gehaald

Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van de handhaving. Dit leidt tot bijstellingen enuitvoeringsbeleidswijzigingen. Om daarbij te kunnen beoordelen of de kwaliteits-,prestatie-, en naleefdoelstellingen worden gehaald, wordt hierbij indien mogelijk gebruikgemaakt van indicatoren zoals het aantal gecontroleerde vergunningen, het aantaluitgevoerde controles en hercontroles, het aantal en percentage spontane naleving, hetaantal en de aard van de overtredingen, het aantal ingediende handhavingverzoeken, hetaantal bestuursrechtelijke trajecten, het aantal in stand gebleven handhavingbesluiten, hetaantal uren besteed aan voorlichting en communicatie.

 

Niet elk doel kan gemeten worden met indicatoren. In die gevallen zal de beoordeling eenbeschrijvende weergave zijn van de feitelijke situatie of de stand van zaken.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 22

5. Nalevingstrategie

 

5.1. Algemeen

De gemeente dient te beschikken over een nalevingstrategie, waarin is vastgelegd metwelke instrumenten zij naleving (van de Wabo) wil bereiken en welke rol handhavingdaarbinnen speelt.

 

De nalevingstrategie bestaat uit:

  • a.

    een preventiestrategie

  • b.

    een handhavingstrategie, onderverdeeld in:

    • -

      een toezichtstrategie;

    • -

      een sanctiestrategie;

    • -

      een gedoogstrategie.

 

5.2. Preventiestrategie

 

De handhavingsvisie legt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners enondernemers. Preventie past hierbij als voorkeursstrategie, want deze wijst burgers ophun eigen verantwoordelijkheid.

 

Voorlichting en communicatie

Voorlichting en communicatie zijn de belangrijkste instrumenten om een goed

naleefgedrag te bereiken en draagvlak te creëren bij inwoners en bedrijven. Metcommunicatie wordt voorzien in kennis over de regelgeving, maar ook over motivaties omregels na te leven en over gevolgen van het overtreden van de regels. Hierdoor ervaart deburger daadkracht van de gemeente, wat het begaan van overtredingen ontmoedigt enhet draagvlak voor handhaving vergroot. Dit gevoel bij de burger kan slechts wordenbereikt als de gemeente geloofwaardig is door te doen wat zij communiceert.

 

Communicatiemiddelen die gebruikt kunnen worden zijn doelgerichte brieven,

persberichten, bijeenkomsten, artikelen in de lokale krant, brochures, de website van degemeente en sociale media.

 

Preventie Drank- en Horecawet

Art. 43a van de Drank- en Horecawet verplicht de gemeenteraad om een preventie- en

handhavingsplan alcohol op te stellen, dat elke vier jaar gelijktijdig met de lokale notagezondheidsuitvoeringsbeleid wordt vastgesteld. Ten aanzien van handhaving dientaangegeven te worden op welke wijze het handhavingsuitvoeringsbeleid wordt uitgevoerd.Het handhavingsuitvoeringsbeleid wordt uitgevoerd door een regionale handhavingspooldrank- en horeca waaraan alle gemeenten in de regio deelnemen. In het werkplan vanonze Boa wordt aangegeven wat de beschikbare capaciteit is en hoe die wordt ingezet.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 23

5.3. Toezichtstrategie

 

Preventief toezicht is gericht op het voorkomen van een overtreding. Dit is gebaseerd opeen jaarprogramma en is thematisch of gebiedsgericht. Repressief toezicht is gericht ophet ongedaan maken van overtredingen en komt voort uit klachten, meldingen enambtshalve constateringen uit het vrije veld. Hoe toezicht wordt ingezet, is afhankelijk vande prioriteit die volgt uit de risicoanalyse en uit de bestuurlijke keuzes. Accenten in hettoezicht kunnen tot afwijkende intensiteit leiden. Er is enige uitvoeringsbeleidsvrijheid inhet bepalen van de toezichtstrategie, maar het gebruiken van die vrijheid mag niet leidentot verwaarlozing van wettelijke toezichttaken. In principe gelden de volgendeuitgangspunten:

 

Prioriteit Intensiteit van het toezicht

 

Laag

Preventief: incidenteel toezicht.

Repressief: beperkt reageren op klachten of ambtshalveconstateringen.

Gemiddeld

Preventief: actief toezicht.

Repressief: met gezond verstand reageren op klachten.

Hoog

Preventief: intensief toezicht.

Repressief: direct reageren op klachten of ambtshalveconstateringen.

Aan de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven wordt invulling gegeven doorgoed naleefgedrag te belonen met verminderd toezicht, indien mogelijk te kiezen voorpreventief toezicht (info/voorlichting) in plaats van repressief toezicht, hercontrolesachterwege te laten en zelfcontrole toe te staan.

 

Integraal toezicht en handhaving

Integraal toezicht betekent dat een coördinatie plaatsvindt in toezicht doordat

toezichthouders van verschillende vakgebieden en organisaties op hetzelfde moment gaancontroleren. Toezichthouders kunnen knelpunten van een ander vakgebied signaleren endoorgeven aan de toezichthouder die de vakkennis bezit. Met integraal werken kunnentegenstrijdigheden in regelgeving snel worden gesignaleerd, ontstaat meer overzicht enkunnen vervolgacties beter worden afgestemd. Hercontroles kunnen veelal door éénhandhaver worden uitgevoerd, wat tijdwinst oplevert. Ook neemt de kennis van elkaars

vakgebied toe. Bij een integrale controle worden de bevindingen samengevoegd en wordt,zo mogelijk, een gezamenlijke brief aan de overtreder gestuurd.

 

Programmatisch toezicht

Programmatisch toezicht is het houden van toezicht op omgevingsobjecten volgens hetjaarlijkse uitvoeringsprogramma. Het toezicht bestaat uit geplande controles bij objecten,op basis van een verleende vergunning, ontheffing of melding. Ook kunnen de controlesthemagericht zijn.

 

Andere vormen van controle

Naast de hiervoor genoemde controles, zijn er ook nog projectmatige of thematischecontroles, bijvoorbeeld projecten gericht op horeca-inrichtingen, metaalbedrijven, illegalebewoning, etc.Deze controles worden in het uitvoeringsprogramma nader omschreven onder het kopje‘projecten’.

Handhaving horeca en werkwijze behandelen geluidklachten (extern)

Door de ODRN is in een stappenplan omschreven, welke handhavingsstrategie wordtgevolgd bij geluidsoverlast afkomstig van horeca-inrichtingen. Ook is er een werkwijzeopgesteld hoe om te gaan met geluidsklachten (niet zijnde horeca). Dit stappenplan en dewerkwijze bij geluidsklachten zijn door ons college vastgesteld. Verwezen wordt naarbijlage 5.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 24

 

5.4. Sanctiestrategie Milieu

Zie bijlage 3.

 

5.5. De handhavinginstrumenten

Voor de bestuursrechtelijke handhaving van wettelijke voorschriften staan verschillendehandhavingsinstrumenten ter beschikking, te weten de oplegging van een last onderbestuursdwang, de oplegging van een last onder dwangsom en de intrekking van eenvergunning of ontheffing.

Sinds de invoering van de vierde tranche van de Awb zijn er ook nog de zogenaamde‘effectueringbeschikkingen’, te weten de kostenbeschikking, de toepassingsbeschikking ende invorderingsbeschikking.

In 2009 zijn twee nieuwe instrumenten beschikbaar gekomen, te weten de bestuurlijkeboete en de bestuurlijke strafbeschikking. Deze instrumenten zijn beide geschikt voorgemeenten om de bestrijding van veelvoorkomende en overlast gevende overtredingen inde publieke ruimte aan te pakken. Waar het nodig is zal de gemeente Beuningen debestuurlijke strafbeschikking gaan toepassen.

 

Last onder bestuursdwang of last onder dwangsom?

 

Een last onder bestuursdwang is het door het bestuursorgaan ongedaan (laten) makenvan een overtreding. Een last onder dwangsom is een sanctie waarbij de overtreder pertijdseenheid, per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt indien of zolang deovertreding voortduurt.

Een last onder dwangsom zal niet het juiste middel zijn als er sprake is van bepaaldespoedeisende gevallen, bij dreigende ernstige gevolgen met een onherstelbaar karakter ofbij een levensbedreigende situatie. Bestuursdwang is dan een veel effectiever instrument.

 

Een last onder dwangsom is ten opzichte van bestuursdwang meer geschikt om herhalingvan een overtreding te voorkomen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de gemeente een groteuitvoeringsbeleidsvrijheid heeft bij de keuze tussen bestuursdwang en dwangsom.

 

Voor de keuze tussen het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onderdwangsom is het volgende van belang. Hoe door het bestuursorgaan wordt gereageerd opeen geconstateerde overtreding is namelijk in belangrijke mate afhankelijk van twee typenomstandigheden, te weten:



Er is wel of geen sprake van spoedeisendheid (hoog risico op gevaar en/of schade):

Bij spoedeisendheid duldt de situatie geen uitstel; snel optreden is geboden. In diegevallen wordt de overtreding direct gehandhaafd. Ook worden korte termijnengesteld en indien nodig volgt de formele beschikking achteraf.

De overtreding wordt wel of niet kennelijk bewust begaan:

Een kennelijk bewuste overtreding betekent dat de geconstateerde overtreding

willens en wetens is gepleegd door de overtreder. Er moeten feitelijke

omstandigheden worden aangegeven waardoor het zeer aannemelijk is dat eenovertreding bewust wordt begaan.

Deze omstandigheden zijn in ieder geval aanwezig bij: recidive, een notoire

overtreder, een verklaring van de overtreder zelf over het bewuste karakter vande overtreding en de kennelijke bewustheid blijkt uit de aard of de zwaarte van deovertreding.

 

Gemeente Beuningen – Integraal VT&H uitvoeringsbeleid blz. 25

In het geval een overtreding heeft geleid tot een onomkeerbare situatie (bijvoorbeeldillegale sloop van een monument), zal handhaving via de bestuursrechtelijke weg (welkezich richt op herstel) niet toereikend zijn. In die gevallen kan het strafrecht fungeren alsvangnet.

 

5.6. Gedoogstrategie

Gedoogstrategie

Gedogen is het bewust niet handhavend optreden tegen overtredingen. Het gaat omsituaties die op termijn weer in overeenstemming met de regels moeten zijn; gedogen isdan ook tijdelijk van aard. In de kabinetsnota ‘Gedogen in Nederland’ (Kamerstuk 25 085)uit 1996 is een landelijke gedoogrichtlijn gegeven. Deze richtlijn is hieronder in hetuitvoeringsbeleid overgenomen.

 

Gedogen kan slechts worden toegestaan in situaties waarin:

Handhaving zou leiden tot onmiskenbare onbillijkheden (waaronder overmacht-, nood-,en overgangssituaties).

Het algemeen belang evident beter is gediend met gedogen.

Een zwaarder belang het gedogen rechtvaardigt.

 

Verder is gedogen slechts toegestaan in uitzonderingsgevallen, indien dit actief gebeurt,schriftelijk en onder voorwaarden, waarbij de omvang wordt bepaald en de periode vangedogen wordt beperkt. Daarnaast is bij elk gedoogbesluit een zorgvuldigebelangenafweging nodig, waarbij de gemeente volgens vaste jurisprudentie van de Raadvan State slechts beperkte uitvoeringsbeleidsvrijheid toekomt.

In het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving is er in regionaal verbandgedoogbeleid vastgesteld. Dit uitvoeringsbeleid sluit aan bij de landelijke gedoogrichtlijnen is ook van toepassing op de handhaving van de Wabo. Gedogen laat eventuelestrafvervolging door het OM onverlet.

 

5.7. Benchmarking

Met de benchmark Wabo wordt er inzicht verkregen in de prestaties van de eigenorganisatie op het gebied van voorlichting, vergunningverlening, toezicht en handhavingmet name ook in relatie tot de prestaties van andere gemeenten op dit vlak. Debenchmark maakt inzichtelijk aan welke knoppen wij het beste kunnen draaien om deprestaties te verbeteren. Nog belangrijker is dat wij de mogelijkheid hebben om van desamenwerkende gemeenten te leren. Met het inzicht in onze prestaties en de kennis enervaringen van de buurgemeenten en bijvoorbeeld de ODRN kunnen wij gerichtverbeteringen inzetten.

De benchmark Wabo beschouwt het vergunningverlening-, toezicht- en handhavingsprocesbij de Wabo als vier afzonderlijke fasen die in hun onderlinge samenhang bepalen hoesuccesvol een gemeente is bij het nastreven van de doelen achter de Wabo: (1) de fasevan voorlichting en vooroverleg, (2) de fase van het behandelen van devergunningaanvraag, (3) de fase waarin controles worden uitgevoerd op locatie en (4) defase waarin constateringen uit de controles leiden tot het inzetten van juridische

handhavingsinstrumenten.

Bijlagen 1 tot rn met 5

BIJLAGE 1 RisicomatricesBijlage 1 Risicomatrices VTH-beleid 2016

 

BIJLAGE 2 ToetsingsniveausBijlage 2 Toetsingsniveau

 

BIJLAGE 3: Sanctiestrategie MilieuBijlage 3 sanctiestrategie Milieu

 

BIJLAGE 4: Zelfevaluatieoverzicht gemeente BeuningenZelfevaluatie-overzicht

 

BIJLAGE 5: Geluidshandhaving stappenplannenGekuidshandhaving stappenplannen (BW 25 agug. 2015)