Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oegstgeest

Beheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOegstgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust
CiteertitelBeheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 7 bevat een overgangsrecht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-2015nieuwe regeling

24-09-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 07-10-2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 De beheersverordening

Vanuit de Wet ruimtelijke ordening geldt voor de gemeente een verplichting tot het actueel houden van de bestemmingsplannen. Dit betekent dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. De gemeente Oegstgeest heeft voor een groot deel van haar grondgebied actuele bestemmingsplannen vastgesteld.

 

Voor het gebied Kamphuizerpolder - Buitenlust, het noordelijk deel van de Oude Rijnzone, gold dat deze bestemmingsplannen over het algemeen niet ouder waren dan 10 jaar. Dit gebied was om die reden niet meegenomen in de grote actualisatieslag die de gemeente heeft gemaakt. Nu deze actualisatie is afgerond, is het tijd om ook de bestemmingsplannen voor Kamphuizerpolder - Buitenlust te actualiseren. Daarom is er momenteel een bestemmingsplan voor dit gebied in opstelling. Omdat dit plan echter een aantal ontwikkelingslocaties bevat en de gemeente de tijd wil nemen om de planvorming zorgvuldig te laten plaatsvinden, zal de actualiseringstermijn van 10 jaar niet gehaald worden.

 

Om aan de actualiseringsplicht te voldoen, bestaat als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Een beheersverordening legt de ruimtelijke mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen vast. Ook blijven alle legale situaties toegestaan die van de vigerende plannen afwijken. Naar verwachting wordt het bestemmingsplan voor Kamphuizerpolder - Buitenlust medio 2016 vastgesteld. Tot die tijd is een beheersverordening voor dit gebied een goed instrument om over een actueel planologisch kader te beschikken. De beoogde ontwikkelingen binnen het gebied worden gefaciliteerd door het toekomstige bestemmingsplan, deze maken dus geen deel uit van voorliggende beheersverordening.

 

Een nadere toelichting op het instrument 'beheersverordening' en de keuze hiervoor is opgenomen in paragraaf 4.2. Hierin wordt tevens ingegaan op het type beheersverordening dat voor dit gebied is gekozen.

 

1.2 Ligging verordeningsgebied

Het gebied Kamphuizerpolder - Buitenlust betreft het noordelijke deel van de Oude Rijnzone. De Oude Rijnzone is het gebied dat is ingeklemd tussen de Oude Rijn in het westen en de A44 in het oosten. In het noorden wordt het gebied begrensd door de gemeentegrens van Katwijk (Rijnsburg), in het zuiden door de kruising tussen de A44 en de Oude Rijn.

 

Het deelgebied Kamphuizerpolder - Buitenlust, tevens het verordeningsgebied van deze beheersverordening, is als volgt begrensd:

  • aan de noordzijde: de gemeentegrens met Katwijk;

  • aan de zuidzijde: het Rustenburgerpad en de Rijnzichtweg;

  • aan de oostzijde: de A44;

  • aan de westzijde: de Oude Rijn.

 

De exacte begrenzing is opgenomen in figuur 1.1.

1.3 Vigerende plannen

In het verordeningsgebied zijn de volgende plannen van kracht (de nummers refereren naar figuur 1.2):

  • 1.

    Rijnfront Kamphuizerpolder, goedgekeurd op 2 juli 1985;

  • 2.

    Langenakker, onherroepelijk op 26 september 2012;

  • 3.

    Flora Buitenlust, onherroepelijk op 15 maart 2006;

  • 4.

    Rijnfront, onherroepelijk op 9 maart 2005.

 

Figuur 1.2: overzicht vigerende plannen

 

Deze plannen komen, zoals in de Wet ruimtelijke ordening is bepaald, bij inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen.

 

 

1.4 Leeswijzer

De toelichting bij de verordening is als volgt opgebouwd:

  • 1.

    in hoofdstuk 2 zijn de relevante beleidstukken samengevat en is beoordeeld in hoeverre de uitgangspunten van deze verordening binnen het geldende beleid passen;

  • 2.

    in hoofdstuk 3 is de bestaande situatie binnen het verordeningsgebied beschreven;

  • 3.

    in hoofdstuk 4 betreft de juridische toelichting op dit plan;

  • 4.

    in hoofdstuk 5 wordt stilgestaan bij de relevante omgevingsaspecten;

  • 5.

    in hoofdstuk 6 wordt tot slot een beschrijving gegeven van de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

 

Hoofdstuk 2 Beleidsaspecten

2.1 Inleiding

In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening – voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden – is met name stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. De conclusie is dat deze beleidsaspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.

 

2.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

In de SVIR en het Barro kiest het Rijk voor een selectievere inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Deze belangen zijn vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De regels uit het Barro werken door naar lagere overheden. Dit betekent dat bestemmingsplannen moeten voldoen aan de regels uit dit beleidsdocument.

 

Rijksbelangen in de omgeving van het verordeningsgebied zijn de A44 als onderdeel van de hoofdwegenstructuur en de Oude Rijn. Dit plan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op deze zaken. Om die reden staat deze beheersverordening de uitvoering van de SVIR en het Barro niet in de weg. Ook leiden de regels in het Barro niet tot een nadere regeling, dan wel aanpassing van de planologische situatie in het verordeningsgebied.

 

2.3 Provinciaal beleid

Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) en Verordening Ruimte (VR) (2014)

Het provinciale beleid is vervat in de structuurvisie 'Visie Ruimte en Mobiliteit'. De visie gaat uit van vier rode draden: beter benutten en opwaarderen van wat er is, vergroten van de agglomeratiekracht, verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en bevorderen van de transitie naar een water- en energie-efficiënte samenleving. Het beleid uit de structuurvisie is vertaald in de Verordening Ruimte, die een meer juridisch karakter heeft en regels bevat ten aanzien van bestemmingsplannen.

 

Ontwikkelingen

De meeste voorschriften uit de VR hebben betrekking op ontwikkelingen. Hierbij moeten bijvoorbeeld de regels voor de ruimtelijke kwaliteit in acht genomen worden en moet getoetst worden aan de provinciale ladder voor duurzame verstedelijking. Regels ten aanzien van ontwikkelingen zijn niet relevant voor deze beheersverordening aangezien er geen nieuwe planologische ruimte wordt geboden. Voor het verordeningsgebied geldt de aanduiding 'provinciale vaarwegen'.

 

 

Vrijwaringszone provinciale vaarwegen

Op basis van de provinciale verordening geldt langs de Oude Rijn een beschermingszone, waarbinnen rekening moet worden gehouden met het voorkomen van belemmeringen ten behoeve van de scheepvaart. Deze zone is 10 m breed bij rechte stukken, 15 m breed bij buitenbochten en 25 m breed in de binnenbochten. In de beheersverordening is een gebiedsaanduiding opgenomen ten behoeve van deze vrijwaringszone. In de regels is vastgelegd dat ter plaatse uitsluitend mag worden gebouwd indien rekening is gehouden met de eisen die gelden vanuit de beheerder van de vaarweg.

2.4 Gemeentelijk beleid

De gemeente heeft in haar structuurvisie van 2005 het ruimtelijk beleid tot 2020 beschreven. Uit de structuurvisie blijkt dat het verordeningsgebied onderdeel uitmaakt van de gebieden ‘Rijnfront’, ‘Groen’ en ‘Tuinwijk’. De structuren die voor deze gebieden (ter plaatse van het verordeningsgebied) gelden zijn ‘Wonen’, ‘Parkzone Rijnfront’, ‘Tuinwijk - Buitenlust’ en ‘Veiling Flora’. Dit levert een aantal uitgangspunten op voor het verordeningsgebied, zoals de aanleg van een ecologische zone langs de Oude Rijn en het ontwikkelen van een gemengd woonmilieu met wijkcentrum en school. Omdat deze verordening geen nieuwe planologische ruimte biedt worden de beoogde ontwikkelingen in het gebied niet met deze verordening gefaciliteerd. Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken is een separaat bestemmingsplan in voorbereiding met inachtneming van de door de raad vastgestelde Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Kamphuizerpolder.

 

Hoofdstuk 3 Beschrijving bestaande situatie

3.1 Ruimtelijke structuur

Het verordeningsgebied ligt tussen de A44, de Rijnsburgerweg, de Oude Rijn en de gemeente Katwijk. Het verordeningsgebied bestaat uit drie deelgebieden, met ieder een eigen karakter: een smalle strook langs de Oude Rijn, het gebied tussen de Valkenburgerweg en de Rijnsburgerweg en het gebied tussen de Rijnsburgerweg/Rhijnzichtweg en de A44. Zie figuur 3.1.

 

Figuur 3.1: luchtfoto van het gebied. De grens van deze beheersverordening is met de paarse lijn aangeduid.

 

De strook tussen de Oude Rijn en de Valkenburgerweg bestaat uit een aantal onbebouwde percelen en is ingericht als landgoed. Er is één woning aanwezig en een aantal solitaire functies. Het gebied tussen de Valkenburgerweg en de Rijnsburgerweg wordt gekenmerkt door langgerekte percelen in oost-west richting. Direct langs de Rijnsburgerweg zijn woningen en bedrijven te vinden, daarachter enkele glastuinbouwbedrijven. Het laatste deelgebied, dat tussen de Rijnsburgerweg/Rijnzichtweg en de A44 ligt, bestaat deels uit veilingterrein, bedrijvigheid en de woonwijk Buitenlust. Er liggen nog enkele onbebouwde gronden binnen dit gebied.

 

Het gebied wordt met name ontsloten door vanaf de Rijnzichtweg / Rijnsburgerweg, een belangrijke gebiedsontsluitingsweg. Deze weg sluit aan op de A44 en geeft verbinding in de richtingen Rijnsburg en Oegstgeest. De Valkenburgerweg is een fietspad langs de Oude Rijn waar de auto te gast is.

 

 

3.2 Functionele structuur

Kenmerkend voor dit gebied is de afwisseling van verschillende functies, deze functies verdelen zich ook duidelijk ten opzichte van de verschillende deelgebieden. De woonfuncties zijn met name aanwezig in de wijk Buitenlust en in het lint langs de Rijnsburgerweg. In het noordoosten van het verordeningsgebied ligt het veilingterrein van Flora Holland. Daarnaast ligt aan de Rijnsburgerweg ook een aantal bedrijfspercelen. De oever langs de Oude Rijn is voor het grootste gedeelte momenteel ingericht als landgoed. Er is een aantal lichte bedrijfsfuncties aanwezig, alsmede een woning. Het middengebied tussen de Valkenburgerweg en de Rijnsburgerweg is momenteel voornamelijk ingericht als een agrarisch gebied met kassen.

 

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling.

 

4.2 Keuze voor beheersverordening

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing). Het verschil met een bestemmingsplan is echter dat met een beheersverordening geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk kunnen worden gemaakt.

 

Een beheersverordening betreft een regeling voor het beheer van het gebied overeenkomstig het bestaande gebruik. Een beheersverordening is juridisch vergelijkbaar met een bestemmingsplan met een consoliderende inhoud. Onder beheerregeling wordt zowel een regeling voor de daadwerkelijk aanwezige situatie verstaan, als een regeling voor planologische ruimte.

 

De gemeente is gehouden aan de zogenoemde actualiseringsplicht op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening. Deze actualiseringsplicht betekent dat de gemeente ervoor dient te zorgen dat het hele grondgebied is voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, dat wil zeggen niet langer dan 10 jaar geleden vastgesteld. Houdt een gemeente zich hier niet aan dan is zij niet bevoegd leges te heffen binnen het gebied.

 

De gemeente beoogt op termijn dit gebied te transformeren. Hiertoe is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Vanwege de grondposities en het type voorziene ontwikkelingen geldt voor dit bestemmingsplan de nodige voorbereidingstijd. Dit heeft tot gevolg dat de termijn zal worden overschreden voor het bestemmingsplangebied Flora Buitenlust. Bovendien geldt dat voor het plangebied Rijnfront-Kamphuizerpolder en Rijnfront die binnen dit gebied vigeren, de actualiseringstermijn al is verlopen. Om die reden wordt nu - bij wijze van overgang - voorzien in een tijdelijke oplossing, namelijk deze beheersverordening. Hiermee wordt alsnog aan de actualiseringsplicht voldaan.

 

Wanneer het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het gebied is vastgesteld zal dat plan het geldende planologische regime worden. Deze beheersverordening betreft dus een tijdelijk planologisch kader, dat komt te vervallen wanneer het bestemmingsplan vastgesteld wordt. Dat is naar verwachting medio 2016.

 

4.3 Uitleg van de regeling

4.3.1 Uitgangspunten regeling

De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen);

  • (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in de geldende plannen is opgenomen en de in de tussentijd verleende vrijstellingen/afwijkingen.

 

Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormt de onderlegger voor de beheersverordening. Om de planologische ruimte uit de vigerende plannen in deze verordening over te nemen, is de regeling uit de vigerende plannen voor zover mogelijk in deze verordening overgenomen. In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.

 

Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een aantal termen die gebruikt werden in de voorgaande bestemmingsplannen niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een afwijking. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.

 

Daarnaast is het niet toegestaan uitwerkingsplichten op te nemen in een beheersverordening, hetzelfde geldt voor wijzigingsbevoegdheden en nadere eisen. Voor wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument.

 

4.3.2 Rijnfront Kamphuizerpolder

Het bestemmingsplan 'Rijnfront Kamphuizerpolder' beslaat een groot deel van de gronden ten westen van de Rijnsburgerweg. De hoofdfunctie in dit bestemmingsplan bestaat voornamelijk uit de agrarische bestemming ten behoeve van kassen. Ook zijn enkele burgerwoningen bestemd. De regels en de verbeelding zijn opgenomen in respectievelijk Bijlage 1 en Bijlage 2.

 

Rijnfront-Kamphuizerpolder bevat een aantal wijzigingsbevoegdheden, te weten: artikel 35 'Wijzigingsbevoegdheden van burgemeester en wethouders'. Zoals in paragraaf 4.3.1 beschreven is, is het niet mogelijk een wijzigingsbevoegdheid op te nemen in een beheersverordening. Om die reden is in de regels van deze beheersverordening bepaald dat deze wijzigingsbevoegdheden niet van toepassing zijn.

 

4.3.3 Langenakker

Dit bestemmingsplan is opgesteld om de ontwikkeling van een brede school, een recreatiegebied en een fietsbrug te faciliteren. Om die reden bevat het bestemmingsplan de bestemmingen 'Verkeer', 'Water', 'Wonen', 'Gemengde Doeleinden' en 'Maatschappelijk', alsmede twee archeologische dubbelbestemmingen. De regels en de verbeelding zijn opgenomen in respectievelijk Bijlage 3 en Bijlage 4.

 

Langenakker bevat een aantal wijzigingsbevoegdheden in de artikelen: 8 en 9 'Waarde – Archeologie 1 en 2' en artikel 14: 'Algemene wijzigingsbevoegdheden'. Zoals in paragraaf 4.3.1 beschreven is, is het niet mogelijk een wijzigingsbevoegdheid op te nemen in een beheersverordening. Om die reden is in de regels van deze beheersverordening bepaald dat deze wijzigingsbevoegdheden niet van toepassing zijn.

 

4.3.4 Flora Buitenlust

Flora Buitenlust is opgesteld om een actueel planologisch kader te bieden en is daarom consoliderend van aard. Het plan bevat een aantal bestemmingen, waaronder 'Horeca', 'Bedrijfsdoeleinden' en 'Groenvoorzieningen'. Het plan is opgenomen in Bijlage 5 en Bijlage 6.

 

Flora Buitenlust bevat een aantal wijzigingsbevoegdheden in de artikelen 8.5: 'Agrarische doeleinden kassen', wijzigingsbevoegdheid naar 'Bedrijfsdoeleinden 1', 10.3: 'Verkooppunt Motorbrandstoffen, wijzigingsbevoegdheid naar 'Bedrijfsdoeleinden 2' en 18.2.: 'Overige bepalingen': Algemene wijzigingsbevoegdheden. Zoals in paragraaf 4.3.1 beschreven is, is het niet mogelijk een wijzigingsbevoegdheid op te nemen in een beheersverordening. Om die reden is in de regels van deze beheersverordening bepaald dat deze wijzigingsbevoegdheden niet van toepassing zijn.

 

4.3.5 Rijnfront

Het bestemmingsplan Rijnfront is een globaal bestemmingsplan en wordt door middel van uitwerkingsplannen verder ingevuld. Slechts een klein gedeelte van dit bestemmingsplan valt binnen dit verordeningsgebied. Het betreft de verkeersbestemming nabij de aansluiting Rustenburgerpad - Rijnzichtweg en de Oude Rijn, voor zover deze binnen het verordeningsgebied ligt. Zie Bijlage 7 voor de regels en Bijlage 8 voor de verbeelding van dit plan.

 

Bestemmingsplan Rijnfront bevat een wijzigingsbevoegdheid, te weten artikel 25: 'Wijzigingsbevoegdheden gebaseerd op artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening'. Ook voor dit plan is bepaald dat deze wijzigingsbevoegdheid niet van toepassing is.

 

4.3.6 Overige legale situaties

Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling, maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in Artikel 2 onder 'c'. Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure (denk hierbij aan vergunningen die in afwijking van de bestemmingsplannen zijn verleend).

 

4.3.7 Parkeren

Voor de toetsing van de parkeerbehoefte gold tot voor kort een parkeerregeling via de Woningwet en de gemeentelijke bouwverordening. Door de inwerkingtreding van de 'Reparatiewet BZK 2014' (Staatsblad 2014, 458) per 29 november 2014 is de bouwverordening - en de parkeerbepaling zoals die tot die datum van toepassing was - echter niet meer van toepassing voor het onderdeel parkeren.

 

Omdat het wel wenselijk is een vergelijkbare bepaling voor dir verordeningsgebied te laten gelden, is in deze verordening de voormalige parkeerbepaling uit de bouwverordening materieel overgenomen. Een en ander leidt niet tot een inhoudelijke wijziging van de beoogde toetsing: getoetst wordt aan de CROW bepalingen zoals deze gelden ten tijde van de (bouw)aanvraag.

 

Hoofdstuk 5 Sectorale aspecten

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten. Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. Om die reden is de afweging per aspect beknopt weergegeven in een tabel.

 

5.2 Afweging

aspect

kader

beoordeling

afweging

 

Verkeer

Ontsluiting en verkeers- generatie

Leidt de verordening tot een verslechtering van de doorstroming op de ontsluitende wegen?

Omdat uitsluitend de vigerende ruimtelijke mogelijkheden worden overgenomen, leidt de beheersverordening niet tot nieuwe verkeersgeneratie. De wegenstructuur blijft ongewijzigd.

Vliegveld Schiphol

Luchthaven-

indelingsbesluit Schiphol (LIB), Luchthavenwet

Beperken van het aantal nieuwe en bestaande door vliegtuiggeluid gehinderde bewoners en gebruikers.

Omdat uitsluitend de vigerende ruimtelijke mogelijkheden worden overgenomen, leidt de beheersverordening niet tot nieuwe geluidgevoelige functies.

Water

Watertoets

De verordening moet voldoen aan een goede waterkwantiteit en -kwaliteit, wateropvang en -afvoer en bescherming tegen het water.

Los van beperkte uitbreidingsmogelijkheden (op bestaande percelen, binnen bouwvlak) die overeenkomen met de mogelijkheden uit het de vigerende plannen, zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. De waterkwantiteit en -kwaliteit blijven zodoende ongewijzigd, evenals de opvang en afvoer.

Ecologie

Natuur- beschermings- wet 1998

Is er sprake van significant negatieve effecten?

Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, zijn er geen negatieve effecten.

Flora- en faunawet

Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen?

De beheersverordening gaat uit van de bestaande situatie, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt,. De verordening leidt zodoende niet tot strijdigheid met de Ffw.

Relatie met omliggende (bedrijfs) functies

Bedrijven en milieuzonering

Zijn er bedrijfsfuncties in de omgeving aanwezig/mogelijk?

De afstanden tussen de mogelijkheden voor bedrijven en gevoelige functies veranderent niet. Er zal geen verandering optreden in het woon- en leefklimaat en anderzijds zullen bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering beperkt worden.

Bodem- kwaliteit

Besluit bodemkwaliteit

Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor beoogde functie.

De functies wijzigen niet, waardoor dit aspect de uitvoering van de beheersverordening niet in de weg staat.

Externe veiligheid

Bevi-inrichtingen en transport gevaarlijke stoffen.

Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico?

In de vigerende bestemmingsplannen is rekening gehouden met de in het verordeningsgebied aanwezige gasleidingen (in de vorm van dubbelbestemmingen). De beschermende regelingen in de vigerende plannen zijn overgenomen in deze beheersverordening.

Luchtkwaliteit

Wet luchtkwaliteit

Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit?

De verordening maakt geen nieuwe functies mogelijk, waardoor de verkeersaantrekkende werking gelijk blijft. De luchtkwaliteit wordt zodoende niet beïnvloed.

Wegverkeers-

lawaai

Wet geluidhinder

Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet geluidhinder?

Op de locatie worden geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk gemaakt, waardoor akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder achterwege kan blijven.

Kabels en leidingen

Telecommunicatiewet

Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen in de directe omgeving aanwezig?

De aanwezige gasleidingen zijn benoemd onder het kopje externe veiligheid. Door het gebied loopt eveneens een planologisch relevante waterleiding van Dunea. Deze leidingstrook is opgenomen in het bestemmingplan Flora-Buitenlust en wordt als zodanig overgenomen in deze verordening. Door het gebied lopen verder geen planologisch relevante leidingen.

Cultuurhistorie

Besluit ruimtelijke ordening

Waar nodig wordt rekening gehouden met cultuurhistorische waarden.

Deze beheersverordening zet het vigerende regime ongewijzigd voort, zodat de planologische bescherming van cultuurhistorische waarden niet verandert.

 

5.3 Archeologie

In 2010 is voor Oegstgeest een archeologische waardenkaart vastgesteld. De informatie over bekende en te verwachten archeologie in de gemeente is verzameld en vertaald in deze archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Hierbij zijn voorschriften geformuleerd voor inpassing van de archeologische waarden en verwachtingen in ruimtelijke plannen met bodemingrepen. Bodemingrepen zijn activiteiten als woning- en utiliteitsbouw, weg- en waterbouw, natuur- en parkinrichting, verlaging van het waterpeil en diepploegen. Figuur 5.1 betreft een uitsnede van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart ter plaatse van het verordeningsgebied.

 

Figuur 5.1: uitsnede archeologische waarden- en verwachtingenkaart

 

Te zien is dat er binnen het verordeningsgebied sprake is van een hoge, gematigde en lage archeologische verwachting. Voor een klein deel van de gronden geldt dat er geen sprake is van een archeologische verwachting. Om de hoge- en gematigde verwachtingswaarden te beschermen is in de verordening een beschermende regeling opgenomen die ertoe leidt dat bij bodemwerkzaamheden vanaf een bepaalde omvang of vanaf een bepaalde diepte eerst archeologisch onderzoek dient plaats te vinden, voordat die werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Voor de gronden met een lage of geen archeologische verwachtingswaarde gelden geen restricties.

 

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De vigerende regelingen van de verschillende plannen worden één op één worden overgenomen in deze beheersverordening. Voorts wordt de bestaande legale situatie - voor zover deze afwijkt van de planologische regimes uit de bestemmingsplannen - één op één toegestaan.

 

Op grond van de Inspraakverordening Gemeente Oegstgeest bepaaldt het bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Vanwege het feit dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, kan het ter inzage leggen van de beheersverordening achterwege blijven.

 

Regels  

Hoofdstuk 1 Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordening

de beheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust met identificatiecode NL.IMRO.0579.BVKHPBL-VA01 van de gemeente Oegstgeest;

 

1.2 besluitvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

1.3 bestaand legaal gebruik

het (al dan niet aanwezige) gebruik van de gronden en bouwwerken zoals toegestaan conform:

  • a.

    een in werking getreden wijzigingsplan of uitwerkingsplan;

  • b.

    een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan.

     

1.4 bestaande legale bouwwerken

bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:

  • a.

    aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;

  • b.

    nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.

     

1.5 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

Artikel 2 Bouw- en gebruiksregels

In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:

  • a.

    ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden gelden de regels en de bij die regels behorende kaarten zoals weergegeven in onderstaande tabel:

Ter plaatse van het besluitvlak:

Kaart in bijlage:

Regeling in bijlage:

Rijnfront Kamphuizerpolder

2

1

Langenakker

4

3

Flora Buitenlust

6

5

Rijnfront

8

7

 

  • b.

    in afwijking van het bepaalde onder 'a' geldt dat regels met betrekking tot nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, uitwerkingsplichten, strafbepalingen en procedureregels zoals opgenomen in de onder a benoemde regelingen niet van toepassing zijn binnen het verordeningsgebied;

  • c.

    daar waar in bijlage 1, 3, 5, en 7

    • 1.

      'vrijstelling te verlenen' staat wordt gelezen: 'af te wijken';

    • 2.

      'vrijstelling' staat wordt gelezen: 'afwijking';

    • 3.

      'aanlegvergunning' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';

    • 4.

      'bouwvergunning' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het bouwen'.

 

Artikel 3 Aanvullende bouw- en gebruiksregels

  • a.

    in aanvulling op het bepaalde in artikel 2 - voor zover het bestaande legale gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld - geldt het volgende:

    • 1.

      de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen tevens worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik;

    • 2.

      bestaande legale bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

 

Artikel 4 Vrijwaringszone - vaarweg

  • a.

    in aanvulling op het bepaalde in Artikel 2 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' geen bouwwerken mogen worden gebouwd, met uitzondering van bestaande legale bouwwerken;

  • b.

    het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 'a' en de bouw van bouwwerken toestaan, mits deze geen belemmeringen vormen voor:

    • 1.

      de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;

    • 2.

      de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;

    • 3.

      het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;

    • 4.

      de toegankelijkheid van de vaarweg voor hulpdiensten, en

    • 5.

      het uitvoeren van beheer en onderhoud van de vaarweg;

  • c.

    het bevoegd gezag vraagt voorafgaand aan verlening van een omgevingsvergunning advies aan de beheerder van de vaarweg omtrent de aanvraag.

Artikel 5 Archeologie

in aanvulling op het bepaalde in Artikel 2 geldt de archeologische regeling zoals opgenomen in Bijlage 9 in samenhang met de kaart in Bijlage 10. Het bepaalde in artikel 2 onder b is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 6 Parkeernormen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2 geldt:

  • a.

    een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.

  • b.

    bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde CROW-bepalingen bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.

  • c.

    bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

In afwijking van de overgangsregelingen zoals opgenomen in de bijlagen, geldt het volgende overgangsrecht voor bouwwerken:

  • 1.

    een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

    • a.

      gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

    • b.

      na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;

  • 2.

    burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;

  • 3.

    het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

7.2 Overgangsrecht gebruik

In afwijking van de overgangsregelingen zoals opgenomen in de bijlagen, geldt het volgende overgangsrecht voor gebruik:

  • 1.

    het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

  • 2.

    het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

  • 3.

    indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

  • 4.

    het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: beheersverordening Kamphuizerpolder - Buitenlust.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 september 2015.