Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlem 2015 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlem 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | basisschool, capaciteit, educatie, huisvesting, lesgebouw, omstandigheden, onderwijs, ruimte, vaststelling, vergoeding, voorziening |
Externe bijlagen | Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorzieningen Criteria voor opstelling en toetsing leerlingenprognose Criteria voor oppervlakte en indeling Financiële normering Protocol overdracht schoolgebouw |
Regeling vervangt Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlem 2009
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad 25-02-2015 | 2014/361046 |
De raad van de gemeente Haarlem, gelezen het voorstel van het college van Haarlem, gedateerd 25 november 2014 met nummer 2014/361046
gelezen het advies van de commissie Samenleving;
gelet op de uitkomst van het op overeenstemming gerichte overleg van 24 juni 2014 met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de verplichting die is opgenomenin artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 van de Wet op de expertisecentra, artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs om voor het toekennen van voorzieningen in de huisvesting voor het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs een verordening vast te stellen;
besluit vast te stellen de volgende: Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlem 2015.
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra;
school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 1, 2 en 5 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Bij de voorzieningen in de huisvesting wordt onderscheid gemaakt in:
Voor voorzieningen als bedoeld in artikel 2, onder a.1°, 2°, 3°, 4° en b. kan nadat het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs door de raad is vastgesteld en de in artikel 14 lid 1 bedoelde beschikking is ontvangen schriftelijk bij het college een aanvraag worden ingediend voor het bekostigen van de kosten voor het opstellen van een aanbestedingsgereed bouwplan. De bekostiging bouwvoorbereiding bedraagt 5% van de totale kosten die zijn opgenomen in het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs.
De aanvraag bevat in ieder geval de voorziening die het betreft, dagtekening (n.a.w. gegevens bevoegd gezag en school) en het gewenste jaar van uitvoering van de voorziening.
Als uit de verstrekte gegevens blijkt dat ontwikkelingen van invloed zijn op investeringen die zijn opgenomen op het door de gemeenteraad vastgestelde Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs worden de gevolgen van deze ontwikkelingen besproken in het overlegals bedoeld in artikel 10 en aan deze ontwikkelingen aangepast.
De leerlingenprognoses voor het primair onderwijs worden tweejaarlijks door de gemeente opgesteld gebruikmakend van de door de bevoegde gezagen verstrekte gegevens van het aantal leerlingen van de betrokken scholen en de gemeentelijke basisadministratie. De leerlingenprognose wordt opgesteld van het aantal leerlingen dat gedurende de eerstkomende vijftien jaar op de basisscholen wordt verwacht.
Als in het overleg op basis van het tweede lid een bevoegd gezag van mening is dat het voorstel in strijd is met de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting kan worden besloten het advies van de Onderwijsraad te vragen. Door het bevoegd gezag moet gemotiveerd de strijdigheid tussen het voorstel en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting worden aangegeven.
De bevoegde gezagsorganen ontvangen binnen 14 dagen nadat het college het advies van de Onderwijsraad heeft ontvangen een afschrift dit advies. Als de Onderwijsraad adviseert tot het aanpassen van het besproken voorstel ontvangen de bevoegde gezagsorganen gelijktijdig met het toezenden van het advies een uitnodiging voor een nader overleg.
Het college stelt tijdens de begrotingsvergadering het bekostigingsplafond vast voor de vergoedingen van de aangevraagde voorzieningen die in het daaropvolgende kalenderjaar kunnen worden uitgevoerd. Dit bekostigingsplafond kan worden gesplitst in afzonderlijke bedragen per onderwijssoort of per voorziening.
De aangevraagde voorzieningen waarmee in het jaar van vaststelling van het Jaarlijks Onderwijshuisvestingsplan een aanvang kan worden gemaakt, komen, voor zover het college heeft vastgesteld dat geen van de in de Wet op het Primair Onderwijs en Wet op het Voortgezet Onderwijs en de Wet op de Expertise Centra opgenomen weigeringsgronden van toepassing is, in aanmerking voor plaatsing op het Jaarlijks Onderwijshuisvestingsplan.
Daarbij past het college de regels toe met betrekking tot:
De bekendmaking van de besluiten tot vaststelling van het bekostigingsplafond, het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs, het Jaarlijks Onderwijshuisvestingsplan en het overzicht geschiedt binnen twee weken na de datum van vaststelling door toezending die het college van de besluiten aan de aanvragers. Tegelijkertijd met de bekendmaking doet het college schriftelijk mededeling over de besluiten aan de overige bevoegde gezagsorganen.
Een aanvraag voor het bekostigen van een voorziening die nietis opgenomen op het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs en die noodzakelijk is omdat de voortgang van het onderwijs wordt bedreigd wordt door het bevoegd gezag, binnen twee weken na het ontstaan van de calamiteit, schriftelijk ingediend bij het college.
De voorziening die als spoedeisend is aangevraagd wordt toegewezen als het college heeft vastgesteld dat het treffen van de voorziening, gelet op de voortgang van het onderwijs, geen uitstel kan leiden en geen van de in de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra en de Wet op het Voortgezet Onderwijs opgenomen weigeringsgrond van toepassing is en voldoet aan:
Nadat het college het in artikel 17 bedoelde besluit aan de aanvrager heeft gezonden overlegt het college zo spoedig mogelijk met de aanvrager over de wijze waarop de voorziening wordt gerealiseerd. Hierbij wordt rekening gehouden het datgene dat is opgenomen in artikel 15.
De aanspraak op het bekostigen van de voorziening:
vervalt als niet voor de in artikel 16 overeengekomen termijn een bouwopdracht, dan wel een koop, huur of erfpachtovereenkomst is verleend en een afschrift daarvan isgezonden aan het college. Voor de inhoud van een bouwopdracht dan wel koop, huur of erfpachtovereenkomst is het gestelde in artikel 15 van overeenkomstige toepassing;
vervalt niet als het overschrijden van de datum veroorzaakt wordt door bijzondere omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen en de aanvrager uiterlijk vier weken voor het verstrijken van deze datum een schriftelijk gemotiveerd verzoek heeft ingediend bij het college tot het verlengen van de termijn.
Leegstand is in een schoolgebouwaanwezig als wordt vastgesteld dat de aanwezige capaciteit niet volledig noodzakelijk is voor het huisvesten van het aantal leerlingen, zoals berekend op grond van bijlage 3 en wordt vastgesteld dat de niet volledig noodzakelijke capaciteit minimaal gelijk is aan de in bijlage 3 deel C genoemde drempelwaarde.
Voor het vaststellen van de leegstand in een school voor voortgezet onderwijs geldt daarnaast dat door het bevoegd gezag moet worden aangetoond dat op basis van het lesrooster of de lesroosters voor het lopende of eerstkomende schooljaar er binnen het overschot aan vierkante meters bruto vloeroppervlakte geen leegstaande onderwijsruimten beschikbaar zijn.
De bevoegde gezagsorganen stellen in onderling overleg de vergoeding voor het medegebruik vast. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat de vergoeding kostendekkend dient te zijn. Als het overleg niet tot overeenstemming leidt wordt als vergoeding medegebruik gehanteerd de rijksvergoeding die het schoolbestuur voor het bekostigen van de exploitatie van de in medegebruik gegeven ruimten ontvangt.
Het college kan de toestemming weigeren als de activiteiten die in de te verhuren ruimte worden georganiseerd in strijd zijn met betreffende bepalingen uit de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs en de te verhuren ruimte nodig is voor de school.
Nadat het bevoegd gezag een gebouw of terrein niet meer nodig heeft voor de huisvesting van een school, wordt het gebruik ervan zo spoedig mogelijk beëindigd, doch uiterlijk op de datum genoemd in de door het college en het bevoegd gezag ondertekende gezamenlijke akte of de datum zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij de beslissing inzake een geschil over de totstandkoming van een gezamenlijke akte.
Over de staat van onderhoud wordt overleg gevoerd met het bevoegd gezag. In dat overleg wordt, indien van toepassing, vastgesteld welk deel van het onderhoud alsnog door het bevoegd gezag wordt uitgevoerd of welk bedrag in plaats daarvan aan het college betaald wordt. Indien het overleg niet tot overeenstemming leidt, stellen partijen vast welke handelwijze gevolgd wordt.
In gevallen die betrekking hebben op het uitvoeren van deze verordening en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan in door het college te beoordelen uitzonderlijke gevallen ten aanzien van de huisvestingsaangelegenheden, ten gunste van de scholen afwijken van de bepalingen in deze verordening, na overeenstemming met de overige schoolbesturen en onder voorwaarde, dat de afwijking financieel past binnen het budget voor de onderwijshuisvesting van de gemeente.
Het college stelt de in bijlage 4 gehanteerde normbedragen voor de vergoeding van voorzieningen jaarlijks bij op basis van de prijsindexering volgens het MEV die jaarlijks wordt gepubliceerd bij de rijksbegroting.