Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol meldingen calamiteiten en geweld |
Citeertitel | Protocol meldingen calamiteiten en geweld |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Protocol meldingen calamiteiten en geweld |
Externe bijlagen | Toelichting algemeen Toelichting artikelsgewijs Bijlage |
Geen.
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, art. 3.4
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 20-10-2020 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad, 2014, 111 | 4764872 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,
vast te stellen het protocol meldingen calamiteiten en geweld.
In artikel 3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is geregeld dat aanbieders in de zin van de Wmo 2015 bij de toezichthoudende ambtenaar onverwijld melding moeten doen van:
De meldingsverplichting strekt ertoe te zorgen dat de toezichthouder op de hoogte is van ernstige incidenten en situaties die door hem mogelijk moeten worden onderzocht of ingrijpen vereisen.
De aanbieder en de beroepskrachten die voor hem werkzaam zijn, verstrekken bij en naar aanleiding van een melding (van een calamiteit of geweld) aan de toezichthoudende ambtenaar de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.
In dit protocol zijn (procedure)bepalingen opgenomen voor de behandeling van meldingen die betrekking hebben op calamiteiten en geweld.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Een aanbieder doet bij de toezichthouder calamiteiten en geweld, onverwijld melding van:
Paragraaf 2 Procedure meldingen
De toezichthouder calamiteiten en geweld doet binnen vier weken na de ontvangstbevestiging onderscheidenlijk de termijn, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk of elektronisch aan de aanbieder een beknopte omschrijving toekomen van de acties die de toezichthouder calamiteiten en geweld zal ondernemen en doet daarbij mededeling van de termijn waarbinnen een en ander zal plaatsvinden.
Na een melding vergaart de toezichthouder calamiteiten en geweld de kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen die nodig is om te kunnen vaststellen of sprake is van een situatie die voor de veiligheid van cliënten of de maatschappelijke ondersteuning of anderszins voor het leveren van verantwoorde maatschappelijke ondersteuning een bedreiging kan betekenen en aanleiding kan geven tot het nemen van maatregelen.
De toezichthouder calamiteiten en geweld stelt in de bevestiging, bedoeld in artikel 6, eerste lid, de aanbieder in de gelegenheid binnen een termijn van zes weken met inachtneming van door de in de bijlage gestelde eisen, eerst zelf onderzoek te doen naar de relevante feiten, tenzij de aard van de melding of andere informatie over de aanbieder de toezichthouder calamiteiten of geweld aanleiding geeft dit niet te doen. De toezichthouder calamiteiten en geweld kan op verzoek van de aanbieder de termijn verlengen.
Van het horen als bedoeld in het vierde lid, onder b, wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt voorgelegd aan degenen met wie gesproken is. Zij krijgen de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk of elektronisch te reageren op eventuele feitelijke onjuistheden in het verslag. De ontvangen correcties worden in het verslag verwerkt dan wel gemotiveerd terzijde gelegd.
Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld op grond van het onderzoek door de aanbieder vaststelt dat de aangelegenheid waarop de melding betrekking heeft, door de aanbieder naar zijn oordeel zorgvuldig is onderzocht en voldoende maatregelen zijn genomen, beëindigt de toezichthouder calamiteiten en geweld het onderzoek naar aanleiding van de melding.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de reacties, bedoeld in artikel 9, derde lid, doch in ieder geval binnen vier weken na de in dat lid genoemde termijn, stelt de toezichthouder calamiteiten en geweld een rapport vast omtrent het onderzoek van de melding. Het rapport bevat de relevante feiten, de conclusies van de toezichthouder calamiteiten en geweld en advies over de te nemen maatregelen.
Bij de vaststelling van het rapport betrekt de toezichthouder calamiteiten en geweld de reacties, bedoeld in artikel 9, derde lid. Indien degenen aan wie het conceptrapport op grond van artikel 9 ter kennis is gebracht, wezenlijk met de toezichthouder calamiteiten en geweld van mening verschillen over de relevante feiten, zoals vastgelegd in het conceptrapport, en de toezichthouder een reactie niet of niet geheel overneemt, deelt hij dit schriftelijk of elektronisch gemotiveerd aan de betrokkene mede.
Paragraaf 3 Overige bepalingen
Indien de toezichthouder calamiteiten en geweld van oordeel is dat het onverwijld nemen van maatregelen noodzakelijk is met het oog op de veiligheid van cliënten of de maatschappelijke ondersteuning, is de toezichthouder bevoegd af te wijken van de artikelen 3 tot en met 10.
De toezichthouder calamiteiten en geweld verwerkt de gegevens uit de meldingen anoniem en jaarlijks in een jaarverslag. Hij rapporteert jaarlijks over deze meldingen aan alle colleges van burgemeester en wethouders en doet hierbij aanbevelingen. De jaarlijkse rapportages van de toezichthouder calamiteiten en geweld worden door de colleges vastgesteld en ter kennis gebracht van de betrokken gemeenteraden.