Hoofdstuk 2 De tegenprestatie naar vermogen
Artikel 2 Inhoud van een tegenprestatie
Het college kan onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden, die
additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die
werkzaamheden:
- a.
naar hun aard niet zijn gericht op toeleiding naar de
arbeidsmarkt; en
- b.
niet zijn bedoeld als re-integratie instrument; en
- c.
worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de
organisatie waarin ze worden verricht; en
- d.
niet leiden tot verdringing op de reguliere arbeidsmarkt.
Artikel 3 Het opdragen van een tegenprestatie
- 1.
Het college kan een belanghebbende die geen re-integratietraject
volgt een tegenprestatie opleggen.
- 2.
Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening
met de volgende factoren:
- a.
de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht
door een belanghebbende en;
- b.
de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van
een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen
en;
- c.
indien een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten
of vrijwilligerswerk verricht, wordt daarmee rekening
gehouden
Artikel 4 Duur en omvang van een tegenprestatie
- 1.
De tegenprestatie wordt opgedragen voor een maximale duur van 4
maanden.
- 2.
De tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal 16 uur per
week.
- 3.
De tegenprestatie kan binnen een periode van twaalf maanden
maximaal één keer worden opgedragen.
Artikel 5 Geen werkzaamheden voorhanden
- 1.
Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden
voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.
- 2.
Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen
werkzaamheden voorhanden zijn beoordeelt het college binnen een
vooraf gestelde periode en in individuele gevallen of wel
werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als
tegenprestatie.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 6 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Tegenprestatie
Participatiewet.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt na publicatie in werking met ingang van 1
januari 2015.