Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sanctiestrategie DHW en horeca-exploitatie Gemeente De Ronde Venen |
Citeertitel | Sanctiestrategie DHW en horeca-exploitatie Gemeente De Ronde Venen |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | sanctietabel Toelichting op sanctietabel |
Geen
Drank-en Horecawet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2014 | Nieuwe regeling | 19-08-2014 Gemeenteblad, 29 oktober 2014 nr. Nr. 60985 | Onbekend |
Sinds 1 januari 2013 zijn de gemeenten aan zet als het gaat om de uitvoering van de Drank- en Horecawet (DHW). Per 1 januari 2014 is de wet gewijzigd op twee punten:
De burgemeester is het bevoegde bestuursorgaan met betrekking tot de Drank- en Horecawet, en ook voor het handhaven van het horeca-exploitatieregime zoals is vastgelegd in de Algemene plaatselijke verordening.
De burgemeester heeft ter uitvoering van deze bevoegdheid een sanctiestrategie vastgesteld. De sanctiestrategie bestaat uit dit document en de sanctietabel. De sanctietabel is vastgelegd in een aparte Excel-sheet. Gezamenlijk vormen deze 2 documenten dus de sanctiestrategie. Overigens is de sanctiestrategie en –tabel regionaal binnen District Utrecht-West 1 afgestemd. Afgesproken is dat de gemeenten in dit district deze sanctiestrategie aldus zullen vaststellen, zodat sprake is van een regionaal geüniformeerd sanctiebeleid 2 .
Met het vaststellen en het openbaar bekend maken van deze sanctiestrategie is voor eenieder helder hoe de burgemeester de DHW en het horeca-exploitatiestelsel handhaaft. In het nog vast te stellen Preventie en handhavingsplan alcohol De Ronde Venen zal een verwijzing naar deze sanctiestrategie worden opgenomen.
De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht, met name in de artikelen 5:21 en 5:32.
In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Dit is het geval voor de Drank- en Horecawet en Algemene Plaatselijke Verordening, hierna APV. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d..
2 Uitgangspunten handhavend optreden
Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld, dat er in beginsel altijd tegen overtredingen wordt opgetreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling dit toelaten.
Daarnaast worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie wordt rekening gehouden met:
het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de sanctie moet worden toegepast die het minst ingrijpend is en het beste past om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. De toezichthouder moet in elke specifieke situatie bepalen welke sanctie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend.
De basis voor de bepaling van de sanctie is neergelegd in een bij deze beleidsnota horende sanctietabel. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.
3 Overzicht in te zetten sancties op grond van de DHW en horeca-exploitatie
De Algemene wet bestuursrecht en andere wetten (waaronder de Drank- en Horecawet, APV) geven aan welke sancties het bevoegde gezag kan inzetten tegen het voorkomen of voortduren van overtredingen. Deze zijn:
Tijdelijk stilleggen van de alcoholverkoop in detailhandel (“Three strikes out”; art. 19a DHW): winkels de bevoegdheid te ontzeggen zwak-alcoholische drank te verkopen, indien 3x in 12 maanden overtreding van de leeftijdsgrenzen is geconstateerd. De ontzegging kan door middel van bestuursdwang worden afgedwongen.
Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder;
Bestuurlijke strafbeschikking, op grond van het Besluit OM-afdoening is een aantal feiten benoemd gerelateerd aan de APV, waarvoor een strafbeschikking kan worden opgelegd. Het gaat bijvoorbeeld om het, ongeacht de leeftijd, het verbod tot het bij zich hebben van drank in door de gemeente aangewezen gebieden.
Daarnaast kan op basis van een aantal artikelen in de Drank- en Horecawet (alleen) strafrechtelijk worden opgetreden door middel van het opmaken van een proces-verbaal.
In het geval van horeca-exploitatie zijn eveneens het intrekken van de vergunning, het opleggen last onder bestuursdwang en last onder dwangsom mogelijk. Daarnaast is in geval van gevaar voor openbare orde en veiligheid de bevoegdheid tot tijdelijke sluiting van een horeca-inrichting op grond van de APV.
In alle gevallen, met uitzondering van het strafrecht, is de burgemeester bevoegd tot opleggen van deze sancties.
Tegen alle bestuursrechtelijke maatregelen, die hierboven worden genoemd, staat bezwaar en beroep open. Indien de vergunninghouder bezwaar indient, schorst dit de werking van het genomen bestuursrechtelijke besluit niet. De vergunninghouder kan dit toch via de Rechtbank vragen, door een voorlopige voorziening in te dienen bij de Rechtbank. Dit betekent dat alle genomen besluiten van de burgemeester vernietigd kunnen worden. Bij met name schorsen en intrekken van de vergunning, de “three strikes out”, en toepassen van bestuursdwang kan dit leiden tot schadeclaims, indien uit de rechtsbeschermingsprocedures volgt dat de besluiten onrechtmatig zijn genomen en ten uitvoer zijn gebracht.
•Handhaven in 1 stap(spoedeisend):
Hierbij wordt direct de sanctie opgelegd, meteen bij de 1e constatering. Dit stappenplan wordt gevolgd als het gaat om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Het is dan noodzakelijk acuut in te grijpen. Er is in dat geval ook geen ruimte om eerst een zienswijze te vragen, vanwege de spoedeisendheid. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij verstoring van de openbare orde in relatie tot het schenken van alcohol. In dat geval kan het nodig zijn direct op te treden. De verwachting is dat het zelden nodig is direct in te grijpen.
Dit stappenplan wordt gehanteerd bij ernstige overtredingen, zonder dat er sprake is van een acute (gevaar)situatie. In dit geval wordt eerst een voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een sanctie, om vervolgens (in de 2e stap) de sanctie zelf op te leggen. Een overtreding kan ook in 2 stappen worden afgedaan als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn, bijvoorbeeld bij herhaling van de overtreding, die eerder in 3 stappen is afgedaan. Het voornemen heeft alleen tot doel een zienswijze te verkrijgen tegen de op te leggen handhavingsbeschikking. Hiervoor wordt meestal een termijn van 2 weken gesteld, maar hiervan kan worden afgeweken. Daarna wordt de sanctie definitief opgelegd. Dat lijkt op een 1-staps handhaving, maar dat is het niet. In sommige gevallen geeft de wet zelf ook geen ruimte om iets anders te doen. Zo is in de Drank- en Horecawet een aantal gronden benoemd, waarbij de burgemeester de vergunning moet intrekken. Ook bij overtredingen die niet te herstellen zijn worden op deze manier afgedaan. Bijvoorbeeld het verstrekken van drank aan personen die niet onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. In dat geval wordt een bestuurlijke boete opgelegd, voorafgegaan door het voornemen ter verkrijging van een zienswijze. Na het ontvangen van de zienswijze wordt de definitieve belangenafweging gemaakt. Het kan daarbij zijn dat de overtreding inmiddels is hersteld, waardoor vervolgens kan worden afgezien van het definitief opleggen van de sanctie.
Er wordt in 3 stappen gehandhaafd bij alle overige overtredingen. Deze overtredingen zijn in ernst geringer van aard. Daarbij valt te denken aan het niet ter plaatse kunnen tonen van een verstrekte vergunning, of een terras dat buiten de vergunde afmetingen is uitgestald. In dat geval wordt eerst een ambtelijke waarschuwing gegeven, dan in de 2e stap het voornemen tot opleggen van de sanctie, en pas in stap 3, bij volharding in de overtreding, volgt de sanctie.
In de sanctietabel, een aparte excel-lijst behorend bij de Sanctiestrategie, wordt per overtreding van de DHW en de APV (voor zover het horeca-exploitatie betreft) aangegeven welk stappenplan (1, 2 of 3) wordt gevolgd en welke sanctie wordt opgelegd in de laatste stap van het stappenplan. In de sanctietabel zijn daartoe tevens bovenstaande kleuraanduidingen gebruikt, samen met het cijfer.
In de sanctietabel is, daar waar de last onder dwangsom de sanctie is, tevens dehoogte van het dwangsombedrag opgenomen. Dit is een richtlijn. Er kan, afhankelijk van de omstandigheden/situatie sprake zijn van een uitzonderingssituatie. In dat geval kan een ander bedrag worden opgelegd. Hierbij dient de afwijking wel gemotiveerd te zijn, en deze motivering moet worden vastgelegd. De hoogte van het dwangsombedrag hoort in redelijke verhouding te staan tot de aard van de overtreding, en het herstel ervan. Bij de vaststelling van de hoogte van de dwangsombedragen is hiermee rekening gehouden. Voor de bestuurlijke boete geldt dat de hoogte wettelijk is vastgelegd in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Hiervan kan niet worden afgeweken. Als de toezichthouder een overtreding constateert, past hij het handhavingstappenplan en de sanctietabel toe. Hiervan kan, gemotiveerd, worden afgeweken. Afwijken kan in geval van bijzondere omstandigheden gewenst zijn. Het doel is immers te komen tot (verbetering van) naleving van de regels. In sommige gevallen kan afwijking van het stappenplan leiden tot een beter resultaat. Dit kan betekenen dat een extra tussenstap of een andere sanctie wordt gekozen, afhankelijk van de urgentie en de daarop te maken belangenafweging.
In Bijlage 2 is een toelichting op de sanctietabel opgenomen. Deze is van belang om de sanctietabel goed te interpreteren.
In geval van herhaling van de overtreding binnen een bepaalde tijd wordt strenger opgetreden. Dit kan gelegen zijn in het volgen van minder stappen, maar ook in het opleggen van een andere/zwaardere sanctie. Algemeen geldt, voor zover in de bijlage niet anders is bepaald, dat indien een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker dezelfde overtreding binnen twee jaar na de laatste constatering begaat dit als recidive wordt beschouwd, ook als er toen geen sanctiebeschikking is opgelegd. Voor zover de periode van 2 jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker (exploitant) of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn (geweest), ligt het voor de hand in geval van recidive te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel.