Besluitnummer 17
Vergadering d.d. 27 februari 2014
Verzonden 14 februari 2014
Onderwerp Havenverordening Goes.
Registratienummer 14INT00040
De raad van de gemeente Goes;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. ;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 147 en 149 van de
Gemeentewet;
overwegende dat het gewenst is om regels (hernieuwd) vast te stellen voor
het gebruik en beheer van het havengebied;
b e s l u i t :
vast te stellen de Havenverordening Goes.
Artikel 1. Toepassingsgebied
De havenverordening is van toepassing op:
- -
het door de havendammen begrensde vaarwater buiten de sluis Goese
Sas;
- -
alle vaarwater en havenoevers binnen de sluis het Goese Sas;
- -
Hierna te noemen: het havengebied (zie bijbehorende situatietekening).
Artikel 2. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen die vanwege hun
drijfvermogen worden gebruikt dan wel bestemd zijn of geschikt zijn
voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren, stoffen
(al dan niet vloeibaar), gassen, goederen of voorwerpen, al dan niet
met het vaartuig één geheel uitmakende, en ook caissons, pontons,
baggermolens, zuigers en dergelijke drijvende lichamen;
- b.
Bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak
gebruikt wordt of bestemd is voor de uitoefening van een bedrijf,
beroep, of sociaal-culturele activiteiten en die staat ingeschreven
bij de Kamer van Koophandel;
- c.
Zeilend bedrijfsvaartuig: zeilschip met een traditioneel karakter
dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor de beroepsmatige
chartervaart en die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
en waarvoor certificaten als bedoeld in artikel 3, eerst lid van de
Schepenwet zijn afgegeven;
- d.
Schipper: de gezagvoerder van een schip of hij die deze
vervangt;
- e.
Opleggen van een vaartuig: het tijdelijk uit de vaart nemen van een
vaartuig;
- f.
Vaste ligplaats: een ligplaats die op grond van een overeenkomst met
een watersportvereniging, dan wel met het college, ter beschikking
is gesteld voor permanent gebruik door hetzelfde vaartuig;
- g.
Woonboot: een vaartuig of object dat uitsluitend of in hoofdzaak
wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie of
inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of
nachtverblijf van een of meer personen;
- h.
Havenmeester: de persoon die door het college is aangewezen en aan
wie het toezicht en handhaving op de haven, haventerreinen en de
daarbij behorende werken is opgedragen;
- i.
College: college van burgemeester en wethouders;
- j.
Haven: een haven gelegen in het havengebied als bedoeld in artikel
1;
- k.
Belastingplichtig: degene die op grond van de geldende Verordening
binnenhavengeld gehouden is om scheepvaartrechten te betalen.
Artikel 3. Vergunningplicht
- 1
Het is verboden zonder vergunning van het college met een vaartuig in het
havengebied een ligplaats in te nemen, dit met uitzondering van de
particuliere jachthavens Hansa, de Werf, de Stadshavens en de Houthaven en
in het Goese Meer binnen de erfgrens voor maximaal één vaartuig.
- 2.
Voor die ligplaatsen waar geen vergunning voor is vereist, mag
slechts na aanwijzing of mondelinge toestemming van de havenmeester
ligplaats worden ingenomen.
- 3.
In het belang van ondermeer de veiligheid in het havengebied kan het
college bepaalde vaartuigen verbieden om ligplaats in te nemen in
een bepaalde haven.
Artikel 4. Meldingsplicht
De schipper die met zijn vaartuig een ligplaats (niet zijnde zijn vaste
ligplaats) in de havens wenst in te nemen, is verplicht zich direct na
aankomst te melden.
Artikel 5. Identificatie
De schipper en/of de belastingplichtigen zijn verplicht de havenmeester een
geldig identiteitsbewijs te tonen en daarvan een kopie te verstrekken,
indien de havenmeester daarom verzoekt. Indien zij niet aan dit verzoek
tegemoet komen, is de havenmeester gerechtigd de betreffende persoon met
zijn vaartuig de toegang tot het havengebied te ontzeggen.
Artikel 6. Woon- en nachtverblijf
- 1.
Het is verboden met een woonboot een ligplaats in het havengebied in te
nemen.
- 2.
Het is verboden een vaartuig als permanent woon- en nachtverblijf te
gebruiken.
- 3.
Voor (zeilende) bedrijfsvaartuigen, zoals binnen- of zeeschepen, die
daadwerkelijk als zodanig worden gebruikt, kan door het college een
ontheffing worden verleend.
Artikel 7. Openbare orde, veiligheid, milieu, stads- en dorpsschoon en
voorkoming van gevaar, schade of hinder in het havengebied
- 1.
Vaartuigen moeten deugdelijk worden afgemeerd, zodat de vrijheid van het
scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op
het water niet in gevaar wordt gebracht of er schade ontstaat of dreigt
te ontstaan.
- 2.
Niet toegestaan is het:
- a.
aanbrengen van wijzigingen aan steigers en kaden en
dergelijke;
- b.
dumpen van (huishoudelijk) afval, olie, de inhoud van chemische
toiletten of andere verontreinigingen anders dan in de daarvoor
bestemde containers;
- c.
gebruik van onderwaterclosets;
- d.
op de steigers en kaden laten liggen van toebehoren als masten,
rondhout, meertouwen en dergelijke;
- e.
laten uitsteken van onderdelen van het vaartuig of bijboten en
dergelijke waardoor gevaar of hinder kan ontstaan;
- f.
ontsteken van open vuur en barbecuen in de haven;
- g.
- h.
zwemmen in de haven en springen van keersluizen en bruggen;
- i.
(sport)duiken in het havengebied;
- j.
zeilen en het voeren van zeil binnen het havengebied, met
uitzondering van het Goese Meer en als hiervoor ontheffing is
verleend door het college;
- k.
harder varen dan 6 km per uur;
- l.
- m.
- n.
ijs te breken met uitzondering van het ijs rond een
vaartuig;
- o.
een vaartuig op te leggen;
- 3.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het
college een boot, vaartuig of ander drijvend voorwerp te slopen, te
(ver)bouwen, vervangen, vergroten of andere werkzaamheden uit te
voeren.
- 4.
Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester aan een vaartuig
slijp-, las-, verfspuit- en/of gritwerkzaamheden uit te voeren in het
havengebied.
- 5.
In geval van storm, brand of enig ander onheil is iedereen in het
havengebied verplicht hulp te verlenen.
Artikel 8. Bescherming havenoever
- 1.
Zonder ontheffing van het college is het verboden:
- a.
binnen een afstand van twee meter uit de kruin van het talud van
de haven grondstoffen, bouwstoffen, producten of andere goederen
of materialen te plaatsen of op te slaan;
- b.
binnen een afstand van vier meter uit de kruin van het talud van
de haven zand, grind, steenslag, steenkool, graan of andere
verstuifbare of verschuifbare materialen aanwezig te hebben of
op te slaan, tenzij dit wordt opgeslagen achter keerwanden, in
bakken of silo’s, in welk geval de afstand van twee meter in
acht moet worden genomen.
- 2.
De oeverconstructie moet in goede staat van onderhoud worden
gehouden.
- 3.
Het is zonder ontheffing verboden in de oeverconstructie of de
onderwaterbodem wijzigingen aan te brengen.
Artikel 9. Ernstig gevaar, schade of hinder opleverende vaartuigen
Het college kan indien naar zijn oordeel een vaartuig in slechte staat van
onderhoud is, ernstig gevaar, schade of hinder, of ernstige verstoring van
de orde met zich meebrengt of kan brengen:
- a.
een verbod opleggen om met dat vaartuig het havengebied binnen te
komen, in de haven te verblijven of zich met dat vaartuig op een
ligplaats te bevinden, of;
- b.
maatregelen opleggen aan de schipper van het vaartuig dat in de
haven verblijft of
zich op een ligplaats bevindt.
Artikel 10. Vergunning- of ontheffingverlening
- 1.
Een vergunning of ontheffing is persoons-, ligplaats- en vaartuig
gebonden. Dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in één van deze
omstandigheden een nieuwe aanvraag moet worden ingediend.
- 2.
Een vergunning of ontheffing kan voor een bepaalde tijd worden verleend.
Een aanvraag om verlenging geldt als een nieuwe aanvraag.
- 3.
Aan de vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen
worden verbonden.
- 4.
Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het
geval van:
- a.
strijdigheid met het bestemmingsplan;
- b.
strijdigheid met de belangen die ten grondslag liggen aan de
betrokken bepalingen;
- c.
niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en/of
beperkingen van een eerder verleende vergunning;
- d.
strijdigheid met een voor het betreffende gebied geldende
redelijke eis van welstand.
- 5.
De vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden ingetrokken of
gewijzigd als:
- a.
onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt bij de
aanvraag;
- b.
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten
na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden
aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het
belang of de belangen ter bescherming waarvan deze is
vereist;
- c.
de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en
beperkingen of de voorschriften uit deze havenverordening niet
zijn of worden nagekomen;
- d.
van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt
binnen een termijn van drie maanden na afgifte;
- e.
Artikel 11. Doorvaart bruggen en sluizen
- 1.
De schipper is bij de sluizen en bruggen altijd verplicht alle
aanwijzingen van de sluismeester of de brugwachter onmiddellijk uit te
voeren.
- 2.
Het is verboden aan de remmingswerken of palen van bruggen af te meren
als het vaartuig niet voor doorvaart van deze bruggen ligt te
wachten.
Artikel 12. Afmeerregime
- 1.
De havenmeester is bevoegd aan de gebruikers tijdelijk, in verband met
onderhoudswerkzaamheden of andere omstandigheden, een andere ligplaats
aan te wijzen dan de oorspronkelijk aangewezen ligplaats. Dit geldt voor
het gehele havengebied.
- 2.
De schipper van een afgemeerd vaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat
het vaartuig altijd vlot en veilig kan worden betreden en verlaten.
- 3.
De havenmeester kan bij afwezigheid van de schipper of zijn vervanger
een vaartuig verhalen of doen verhalen als dit nodig is.
Artikel 13. Laden en lossen
- 1.
Het is verboden in de havens goederen of voorwerpen te lossen of te
laden zonder afdoende maatregelen om te voorkomen dat daarvan iets in
het water valt.
- 2.
Mocht door nalatigheid of schuld van de verantwoordelijke persoon of
personen toch goederen of voorwerpen in de haven terechtkomen, dan
moeten deze onmiddellijk worden verwijderd.
Artikel 14. Toezicht
- 1.
De havenmeester is belast met het toezicht op en de handhaving van deze
verordening. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, en in
geval van twijfel of geschil over de uitleg van deze verordening,
beslist in eerste instantie de havenmeester.
- 2.
De havenmeester heeft altijd toegang tot een vaartuig in het
havengebied.
- 3.
Iedereen die zich in het havengebied bevindt, is verplicht de
aanwijzingen van de havenmeester op te volgen. Bij het niet opvolgen van
instructies of het overtreden van deze verordening, kan ontzegging van
het havengebied volgen.
Artikel 15. Overgangsrecht en inwerkingtreding
- 1.
De vergunningen en ontheffing die zijn verleend volgens de
Havenverordening Goes 1993 blijven van kracht totdat de tijd
waarvoor zij werden verleend is verstreken of deze zijn
ingetrokken.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag
waarop zij bekend is gemaakt.
- 3.
Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt de
Havenverordening Goes 1993 te vervallen.
Aldus vastgesteld door de raad van de
gemeente Goes in zijn openbare
vergadering van 27 februari 2014.
de griffier, de voorzitter,
drs. J.W. Scherpenzeel. mr. L.J. Verhulst.