Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999 |
Citeertitel | Beheersverordening algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Inrichting begraafplaats Zuidbuurt Zoeterwoude |
Geen
Wet op de lijkbezorging artikel 35 en Gemeentewet, artikel 150
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2006 | 05-01-2016 | Testuele wijziging van artikel 1-d en artikel 2 vervalt. | 02-03-2006 Voorschotense Courant 22 maart 2006 | MT/103-2006-vBMO-16 |
De raad der gemeente Z o e t e r w o u d e ;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 1998, nr. bl/98-1580a;
Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 150 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de “Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999”
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 3 Uitsluiting van aansprakelijkheid
De graftekens zijn eigendom van de rechthebbende. Het college van burgemeester en wethouders aanvaardt deze graftekens niet in beheer. Het college van burgemeester en wethouders is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welde zich op de graven bevinden.
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 8 Bepaalde plechtigheden
Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten tenminste vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. Voor het houden van dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden moet tevoren schriftelijke toestemming zijn verkregen van de beheerder.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 10 Kennisgeving begraven (asbezorging), openen en sluiten van het graf
Degene, die op de begraafplaatsen een lijk wil doen begraven, geeft daarvan buitengewone omstandigheden uitgezonderd, tenminste achtenveertig (48) uur voor het tijdstip waarop de begraving zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder met overlegging van het verlof tot begraven, afgegeven door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Hierbij wordt aangegeven in welk soort graf het lijk begraven dient te worden. Dag en uur van de begrafenis dient in overleg met de beheerder te worden vastgesteld. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen zesendertig uur (36) na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken er kunnen worden bijgezet in een algemeen graf. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels tevens de afmetingen, de uitgifteduur en de beplanting van de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Artikel 14 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de algemene graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16 Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Het plaatsen van potplanten en bloemenvazen van een beperkte omvang en een ordentelijk uiterlijk, zulks naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders is toegestaan.
Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college van burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende (degene die het uitsluitend recht heeft verkregen op een algemeen graf) bij het college van burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemd tijdstip per brief zijn voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend.
De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders die hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking op kosten van rechthebbende doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 21 Onderhoud door de gemeente
Door het college van burgemeester en wethouders wordt de begraafplaats onderhouden. Onder dit onderhoud valt niet het onderhoud e.d. van de op het graf aangebrachte gedenkteken alsmede het onderhoud van het graf zelf.
Voor het door het college van burgemeester en wethouders te plegen onderhoud van de begraafplaats, wordt gelijktijdig met het verlenen van het uitsluitend recht voor de uitgifte van een algemeen graf, éénmalig en ineens rechten geheven, zoals bedoeld in de tarieventabel behorende bij de Verordening op de Lijkbezorging 1999.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen (waarvoor het uitsluitend recht is komen te vervallen), wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt het college mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaande van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.