Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant |
Citeertitel | Subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieubeheer, subsidies, financieel kader |
Externe bijlagen | Bidbook Landschappen van Allure Kaart Begrenzing de Brabantse Wal Kaart Begrenzing de Maashorst Kaart Begrenzing Het Groene Woud |
Gedeputeerde Staten hebben op 27 november 2012 besloten tot vaststelling van de Subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant (Provinciaal Blad, 2013, 2), welke in werking zou treden op een later te bepalen tijdstip. Op 19 maart 2013 hebben Gedeputeerde Staten, onder intrekking van hun besluit van 27 november 2012, besloten tot vaststelling van de subsidieregeling, thans met inbegrip van de datum van inwerkingtreding welke is gekoppeld aan de datum van inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant. Daarbij is tevens een wijziging in de regeling opgenomen m.b.t. het aspect staatssteun.
Reglement Adviescommissie Landschappen van Allure Noord-Brabant
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2013 | Art. 8, 9, 10, 15 | 22-10-2013 | 3455888 | ||
01-04-2013 | 25-10-2013 | Nieuwe regeling | 19-03-2013 | 3106584 / 3349539 |
Gelet op artikel 105 en artikel 143 van de Provinciewet;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Gelet op artikel 107 en artikel 108 van het Europees Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
Overwegende dat Provinciale Staten, gezien het advies van de Statencommissie Ruimte en Milieu van 26 november 2010, op 10 december 2010 het investeringsvoorstel “Landschappen van Allure” hebben vastgesteld;
Overwegende dat de provincie met het investeringsvoorstel “Landschappen van Allure” in samenwerking met de regio een gerichte bijdrage wil leveren aan de ambitie om van Brabant een hoogwaardige kennis- en innovatieregio te maken, omdat hoogwaardige groene landschappen van belang zijn voor een aantrekkelijk vestigings- en leefklimaat in Brabant, complementair zijn aan de sterke en innovatieve stedelijke landschappen en samen een essentiële vestigingsfactor én een waardevol bezit vormen voor de complete kennis- en innovatieregio die de provincie nastreeft;
Overwegende dat de provincie met het investeringsvoorstel de drie provinciale landschappen, de Brabantse Wal, Het Groene Woud en de Maashorst, wil ontwikkelen tot drie toplocaties als het gaat om het beleven en ervaren van natuur en landschap in Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten deze doelstellingen willen bereiken door subsidie in de vorm van een geldbedrag, lening of een garantie te verlenen aan projecten gericht op de versterking van de landschappen door biodiversiteit en het beleven daarvan, het vormgeven van dynamische ontwikkelingen in de landschappen en het ondernemen en beleven in de landschappen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op verzoek van Provinciale Staten een Bidbook voor de Landschappen van Allure hebben opgesteld waarin de door regionale stuurgroepen ontwikkelde Streefbeelden voor de landschappen zijn opgenomen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de te subsidiëren projecten het Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (PbEU 2012, L 7) van toepassing verklaren;
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het Groene Woud: het gebied van de gemeenten Best, Boxtel, Dongen, Eindhoven, Haaren, Heusden, Loon op Zand, Oirschot, Oisterwijk, Schijndel, ’s-Hertogenbosch, Sint Michielsgestel, Sint Oedenrode, Son en Breugel, Tilburg, Veghel ten westen van de Zuid-Willemsvaart, Vught en Waalwijk ten oosten van de N261, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 4;
Artikel 8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 januari 2014.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de tenderperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 januari 2014, vast op € 26.875.000.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:
Gedeputeerde Staten leggen subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 4, voor advies over artikel 6 en 12, voor aan de Adviescommissie Landschappen van Allure.
Artikel 16 Prestatieverantwoording
Gedeputeerde Staten leggen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
‘s-Hertogenbosch, 19 maart 2013
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten
Bijlage 1 bij Subsidieregeling landschappen van allure Noord-Brabant
Bidbook Landschappen van Allure [± 11 Mb]