Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Legesverordening Waterschap Rivierenland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingLegesverordening Waterschap Rivierenland 2011
CiteertitelLegesverordening Waterschap Rivierenland 2011
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen
Externe bijlageexb-2016-4346

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1) Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 26-11-2011

2) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 10-12-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, artt. 110, 113 en 115

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

26-11-2011

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 10-12-2010

201034291

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening Waterschap Rivierenland 2011

Artikelen

Artikel 1 Wat zijn leges en waar betaalt u leges voor?

Leges zijn de kosten die in rekening worden gebracht voor bepaalde diensten van het waterschap. In de tabel bij deze verordening staat om welke diensten en kosten het gaat.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • b.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990;

  • c.

    tabel: de bij deze verordening horende tabel met daarin de  normen en tarieven voor diensten, verricht door of namens het waterschap;

  • d.

    de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar van het waterschap, belast met de heffing of de invordering van waterschapsbelastingen;

Artikel 3 Wie moet leges betalen en wanneer ontstaat de plicht om te betalen?

  • a.

    De aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend is verplicht de leges te betalen. Het waterschap stuurt de aanvrager de legesnota. De aanvrager en degene voor wie de dienst is verleend zijn beiden verantwoordelijk voor het betalen van de nota.

  • b.

    De plicht om leges te betalen ontstaat op het moment dat de aanvrager een dienst aanvraagt.

Artikel 4 Criteria en tarieven

De leges worden in rekening gebracht volgens de criteria en de tarieven die zijn opgenomen in de tabel.

Artikel 5 Vrijstelling

  • 1.

    Er worden geen leges in rekening gebracht voor:

    • a.

      het verstrekken van vervangende stukken als deze verloren zijn gegaan of onbruikbaar zijn geworden;

    • b.

      de afgifte van stukken aan publiciteitsmedia;

    • c.

      de afgifte van stukken aan overheidsorganen;

    • d.

      beschikkingen, als de aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing een direct gevolg is van de uitvoering van een werk door Waterschap Rivierenland;

    • e.

      de afgifte van stukken voor een lopende bezwaarprocedure;

    • f.

      het zoeken in archiefstukken van het waterschap als die nodig zijn voor een wetenschappelijk doel;

  • 2.

    De vrijstelling van leges geldt alleen voor de afgifte van één exemplaar van hetzelfde stuk aan dezelfde aanvrager.

Artikel 6 Hoe worden de leges in rekening gebracht?

  • 1.

    De leges worden schriftelijk in rekening gebracht. Op de legesnota staat een datum en het bedrag dat moet worden betaald.

  • 2.

    Het is mogelijk dat een voorlopig bedrag aan leges wordt gevorderd. Dit bedrag zal niet hoger zijn dan het bedrag waarop de leges vermoedelijk wordt vastgesteld.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1.

    De leges moeten betaald zijn binnen 4 weken na toezending van de legesnota.

  • 2.

    Als de legesnota wordt uitgereikt, moeten de leges direct worden betaald.

Artikel 8 Vermindering

Een deel van de leges voor de vergunning- en ontheffingverlening wordt niet in rekening gebracht:

  • a.

    50%, als de aanvraag wordt ingetrokken;

  • b.

    50%, als de aanvraag niet wordt gehonoreerd;

  • c.

    geen leges worden in rekening gebracht als de aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard of buiten behandeling wordt gesteld.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven over het in rekening brengen en het invorderen van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening met de tabel treedt in werking op 1 januari 2011. De datum van ingang van de heffing is gelijk aan de datum van inwerkingtreding van de verordening.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de legesverordening voor Waterschap Rivierenland 2010.

  • 3.

    Voor belastbare feiten van vóór de datum van inwerkingtreding blijft voor de heffing en invordering de legesverordening Waterschap Rivierenland 2010 van kracht.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening Waterschap Rivierenland 2011".

Tarieventabel, behorend bij de Legesverordening Waterschap Rivierenland 2011

Hoofdstuk I Algemeen

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

Tarief

Nr.

Onderwerp

Bedrag

1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina

€ 1,25

1.2

fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,75

1.3

Kleurkopieën

€ 1,25

1.4

kaarten en tekeningen groter dan of gelijk aan A-0 formaat per stuk

€ 3,75

 

A-1 formaat per stuk

€ 2,75

 

A-2 formaat per stuk

€ 2,25

 

A-3 formaat per stuk

€ 2,00

 

A-4 formaat per stuk

€ 1,50

1.5

gekleurde kaarten en tekeningen groter dan of gelijk aan A-0 formaat per stuk

€ 15,00

 

A-1 formaat per stuk

€ 10,00

 

A-2 formaat per stuk

€ 10,00

 

A-3 formaat per stuk

€ 4,00

 

A-4 formaat per stuk

€ 3,00

1.6

CD-ROM´s met informatie bedraagt per CD-ROM

€ 12,50

1.7

informatie als gevolg van verzoeken als bedoeld in de artikelen 39 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 10,00

Hoofdstuk II Bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor

Tarief

Nr.

Onderwerp

Bedrag

2.1

een exemplaar van de begroting van het waterschap

€  40,00

2.2

een exemplaar van de voorjaarsnota van het waterschap

€  40,00

2.3

een exemplaar van de jaarrekening van het waterschap

€  40,00

2.4

een exemplaar van een verordening van het waterschap

€  11,50

2.5

een exemplaar van beheersplannen van het waterschap

€  11,50

2.6

een exemplaar van een peilbesluit van het waterschap

€  10,00

Hoofdstuk III Archief

Tarief

Nr.

Onderwerp

Bedrag

3.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het archief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 6,80

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of kopie van een in het archief berustend stuk, per pagina

€ 1,10

Hoofdstuk IV Kiezersregister

Tarief

Nr.

 Onderwerp

Bedrag

4.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een uittreksel uit het kiezersregister

€ 4,50

Hoofdstuk V Vergunning- en ontheffingverlening

Tarief

Nr.

Onderwerp

Bedrag

5.1.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij voor één of  meerderewerkzaamheden of werkende bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning wordt gevraagd, voor zover niet nader bepaald in deze tabel, bedraagt

€ 250,00

5.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij de bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning wordt gevraagd voor werken of werkzaamheden van betrekkelijk eenvoudige aard, voor zover niet nader bepaald in deze tabel, bedraagt

€ 50,00

5.1.3

Indien het een aanvraag betreft tot het verlenen van een vergunning voor het lozen of afvoeren van hemelwater van nieuw verhard oppervlak, wordt het hierboven in art. 5.1.1 vermelde basistarief vermeerderd met € 12,-- per 100 m2

 

5.1.4

Het tarief voor het verlengen van een reeds verleende vergunning bedraagt € 50 voor vergunningen die zijn verleend tegen het basistarief van artikel 5.1.1 of 5.1.2 en bedraagt € 250 bij vergunningen die zijn verleend tegen het basistarief van artikel 5.1.1 vermeerderd met een opslag zoals vermeld in de overige artikelen van deze tabel, met uitzondering van artikel 5.1.5.

 

5.1.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij een raamvergunning voor uit te voeren nutswerken wordt gevraagd, bedraagt:

 

 

Bij 0 - 50 meldingen

€  3.500,0

 

Bij 51 - 100 meldingen

€  7.000,0

 

Bij 101 - 150 meldingen

€ 10.000,00

 

Bij 151 - 200 meldingen

€ 13.000,0

 

Bij > 201    meldingen

€ 16.000,0

5.2.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor de aanleg van bouwwerken en kunstwerken in, op, boven, over en onder waterstaatswerken, waarvan de bouwkosten € 5.000,-- of meer bedragen, wordt het hierboven in art. 5.1.1 vermelde basistarief vermeerderd met 14 promille van de bouwkosten, tot een totaal legesbedrag van maximaal  € 23.000,-

Onder bouwkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken, "UAV", voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

5.2.2

Indien leges verschuldigd zijn op grond van zowel artikel 5.1.3 als 5.2.1 geldt uitsluitend het hoogste tarief met een maximum van € 23.000,--

 

5.3.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij de bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning wordt gevraagd voor tijdelijke grondwateronttrekkingen of infiltraties in bijzondere gebieden bij minder dan 10 m3 per uur, wordt het hierboven in artikel 5.1.1. vermelde basistarief gehanteerd.

 

5.3.2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij de bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning wordt gevraagd voor overige tijdelijke grondwateronttrekkingen of infiltraties, wordt het hierboven in art. 5.1.1 vermelde basistarief vermeerderd met € 4,-- per volle 1000 m3 (gebaseerd op de hoeveelheid die in de aanvraag is aangegeven).

 

5.3.3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij de bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning wordt gevraagd voor grondwateronttrekkingen of infiltraties ten behoeve van industrie, beregening, bevloeiing, veedrenking en permanente onderbemaling, bedraagt

€ 1.500,00

5.4.1

De in de artikelen 5.1.1. tot en met 5.3.3. genoemde bedragen worden verhoogd met € 50,00 per bekendmaking in het kader van procedures als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht

€ 50,00

5.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking, waarbij een ontheffing wordt gevraagd van een verkeersmaatregel:

 

 

voor (motor)voertuigen met een gewicht tot 750 kg

€ 26,00

 

voor (motor)voertuigen met een gewicht boven 750 kg

€104,00

 

vermeerderd per ontheffingskaart

€ 10,00

Hoofdstuk VI Externe advieskosten

Tarief

Nr.

Onderwerp

6.1

De in hoofdstuk V genoemde bedragen worden verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het dagelijks bestuur is opgesteld.

6.2

Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Deze restitutie vindt plaats binnen een maand nadat de werkelijke kosten zijn bekend geworden.

Toelichting bij de Legesverordening Waterschap Rivierenland 2011

Deze toelichting bestaat uit drie delen:

  • a.

    algemeen deel;

  • b.

    artikelgewijze toelichting bij de verordening;

  • c.

    toelichting bij de tarieventabel.

Algemeen deel

Opzet

De bestaande opzet van de Legesverordening is gehandhaafd. In de verordening zijn de materiële en formele belasting-bepalingen opgenomen. In een afzonderlijke tabel bij de verordening wordt de omschrijving van de belastbare feiten en tarieven vermeld. Zo'n tweedeling ligt voor de hand als een groot aantal belastbare feiten moet worden omschreven en heeft als voordeel dat wijziging van de tarieven betrekkelijk gemakkelijk kan plaatsvinden.

Bevoegdheid

Het waterschap mag leges heffen op grond van artikel 115 Waterschapswet. De leges zijn waterschapsbelastingen. De Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet zijn van toepassing.

Inhoud

Het legaliteitsbeginsel en het beginsel van de rechtszekerheid brengen met zich mee dat de belasting-verordening in ieder geval de volgende elementen moet bevatten:

  • de belastingplichtige;

  • het voorwerp van de belasting;

  • het belastbaar feit;

  • de heffingsmaatstaf;

  • het tarief;

  • de datum van inwerkingtreding.

Deze vereisten waaraan een belastingverordening moet voldoen zijn ook opgenomen in artikel 111 van de Waterschapswet. De Hoge Raad heeft over de kenbaarheid van bovengenoemde elementen (i.c. het tarief) geoordeeld dat de belastingverordening aan de belastingplichtige op voldoende duidelijke wijze inzicht moet geven in het beloop van het van hem te heffen bedrag (vgl. HR 1 maart 1989, nr. 25996, BNB 1989/127). Uit de algemene bewoordingen van de Hoge Raad mag worden afgeleid dat ook  voor andere elementen dan het tarief de verordening uitsluitsel zal moeten bieden.

Karakter leges

Oorspronkelijk werden onder de benaming 'leges' schrijfkosten in rekening gebracht als vergoeding voor door de gemeenten verstrekte diensten. Geleidelijk is hierin verandering gekomen.

In dit verband wordt ook gewezen op artikel 115 van de Waterschapswet. Dit artikel voorziet niet alleen in de bevoegdheid tot het heffen van rechten voor het genot van door of vanwege het bestuur van het waterschap verstrekte diensten. Maar ook biedt dit artikel de mogelijkheid rechten te heffen voor het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen.

Het legesbegrip is vooral tot ontwikkeling gekomen in de sfeer van de legesheffing door de gemeenten. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt een ruime uitleg van het begrip leges. In de visie van de Hoge Raad geeft de wettekst noch de wetsgeschiedenis aanleiding tot de opvatting dat legesheffing beperkt zou moeten blijven tot de kosten verbonden aan het op schrift stellen van bij bepaalde administratieve diensten behorende stukken. , Maar het gaat om heffingen welke op de vergoeding van die diensten zelf zijn gericht (HR 1 juli 1969, nr. 16165, BNB 1969/185). Voor de verschuldigdheid van leges voor het verlenen van een vergunning is niet vereist dat door of vanwege de gemeente meer of andere diensten worden verricht dan de administratieve dienst, bestaande uit de enkele verlening van de vergunning. Zo oordeelde de Hoge Raad. Zij baseert dit standpunt op de overweging dat de wetgever geen rechtstreeks verband tussen de hoogte van de leges en de omvang van de van gemeentewege verrichte dienst heeft willen eisen (HR 4 maart 1981, nr. 20037, BNB 1981/142). In latere uitspraken, zoals in Hof 's-Gravenhage van 10 september 1997, nr. 95/2750-E-7, wordt herhaald dat een rechtstreeks verband tussen de hoogte van de leges en de omvang van de verstrekte dienst niet is vereist.

Kort samengevat kan worden gesteld dat alle kosten die rechtstreeks samenhangen met de dienstverlening voor verhaal door middel van legesheffing in aanmerking komen. Er hoeft echter geen rechtstreeks verband te bestaan tussen de hoogte van de leges die in een individueel geval worden geheven en de kosten die de overheid in dit individuele geval heeft moeten maken.

Voor de goede orde wordt hier opgemerkt dat voor het downloaden van informatie door middel van internet geen leges in rekening worden gebracht.

Dienstverlening

Bij het voorgaande moet worden opgemerkt dat de heffing van leges op een tweetal punten beperkt wordt:

  • a.

    de te verhalen kosten moeten rechtstreeks in relatie staan tot de verleende dienst;

  • b.

    er moet sprake zijn van dienstverlening.

Ad a.

Een aantal kosten is nadrukkelijk van legesheffing uitgesloten. Dit betreft:

  • de kosten van inspraak, bezwaar en beroep;

  • kosten in verband met schadevergoedingszaken en toezicht (met uitzondering van de zogenaamde eerste controle)

  • kosten in verband met het opstellen van een beleidsplan;

  • kosten in verband met handhaving.

Ad b.

Aangenomen mag worden dat de mogelijkheid tot legesheffing een begrenzing vindt in het begrip dienst. Aan dit begrip wordt wel nader inhoud gegeven door te spreken van activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het individuele belang van de aanvrager (HR 9 december 1987, nr. 24892, BNB 1988/117). De Waterschapswet spreekt uitdrukkelijk over het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen. Dat wil zeggen dat legesheffing niet mogelijk is voor het verlenen of wijzigen van een vergunning zonder dat daaraan een verzoek van de aanvrager van de vergunning ten grondslag ligt. Legesheffing onafhankelijk van het resultaat van de behandeling, dus bijvoorbeeld in het geval de vergunning wordt geweigerd, is echter wel toegestaan. Het heffen van leges in die gevallen waarin ambtshalve vergunningen worden verleend of gewijzigd valt dus niet binnen de reikwijdte van de verordening. Het is ook niet mogelijk voor straf een extra opslag op de leges in rekening te brengen. Een verschil in tarief kan alleen gerechtvaardigd worden door een andere vorm van dienstverlening en een daarmee samenhangend afwijkend kostenverloop.

Kostendekking en tarieven

De tariefberekening moet een relatie hebben met de kosten die het waterschap voor de dienstverlening maakt. Omdat deze kosten van diverse factoren afhankelijk zijn en sterk uiteen kunnen lopen, zullen deze per waterschap tot verschillende uitkomsten kunnen leiden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in 2010 een Handreiking kostentoerekening leges en tarieven opgesteld. Deze handreiking is als uitgangspunt gehanteerd.

Op 17 september 2010 heeft het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland besloten om de kostendekking van de totale vergunningverlening met ingang van 2011 jaarlijks met 5% te laten stijgen totdat een dekking van 75% is bereikt. Uitgangspunt hierbij is dat de kosten van vergunningverlening naar redelijkheid en billijkheid worden verdeeld over de verschillende categorieën vergunningen.

Dit heeft geresulteerd in een basistarief van € 250,-- voor een standaardvergunning, vermeerderd met een opslag daar waar het de volgende situaties betreft:

  • het lozen of afvoeren van hemelwater van nieuw verhard oppervlak;

  • het plaatsen van bouwwerken of kunstwerken in, op, boven, over en onder waterstaatswerken  waarvan de bouwkosten € 5000,-- of meer bedragen en

  • tijdelijke grondwateronttrekkingen en infiltraties anders dan genoemd in artikel 5.3.1. van de tarieventabel.

Voor werken of werkzaamheden van betrekkelijk eenvoudige aard (bijvoorbeeld een eenvoudig trapje op de dijk of een tuinhekje) kan op grond van artikel 5.1.2. een apart tarief (€ 50,--) worden gehanteerd, zodat de legeskosten de kosten van de voorziening niet overstijgen. Dit om te voorkomen dat de legeskosten buitenproportioneel hoog zijn in relatie tot de voorziening.

De te verwachten kosten van vergunningverlening voor 2011 worden conform onderstaand overzicht geraamd op € 2.500.000,--. Deze berekeningen zijn gebaseerd op de kosten en aantallen van begroting 2010. Om in 2011 tot het gewenste dekkingspercentage van 55% van de totale vergunningverlening te komen, is een legesopbrengst vereist van € 1.375.000,--. De tarieven zijn gedifferentieerd naar diverse categorieën, waarbij zoals hierboven al gemeld, het uitgangspunt is geweest om de kosten van vergunningverlening naar redelijkheid en billijkheid te verdelen over de verschillende categorieën vergunningen.

Tabel

 

 

Kosten

Opbrengsten

Dekkingsgraad %

 

Watersysteem

€ 2.455.000,00

€ 1.360.000,00

55%

 

Wegen

€ 45.000,00

€ 15.000,00

33%

totaal

 

€  2.500.000,00

€ 1.375.000,00

55%

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat de aanduiding van het belastbare feit: 'het verlenen van diensten'. De uitwerking hiervan vindt plaats in de bij de verordening behorende tabel. In het kader van de ontheffing- en vergunningverlening is in deze tabel gekozen voor de verschuldigdheid van de leges bij het in behandeling nemen van de aanvraag en niet voor de verschuldigdheid in het kader van de afgifte van de ontheffing of vergunning.

Artikel 2d

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het noodzakelijk om deze ambtenaar expliciet te noemen omdat de Waterschapswet nu bepaalt, dat een aantal bevoegdheden op grond van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, rechtstreeks aan deze ambtenaar worden toegekend (attributie).

Artikel 3

Deze bepaling bevat de aanwijzing van de belastingplichtige. De aanvrager van de dienst en degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde leges.

Artikel 6

De dagtekening van de legesnota is onder meer van belang voor de termijn van zes weken (art. 6:7ev Awb en 22j Awr), waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt tegen de verschuldigdheid van de leges. In het tweede lid van dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om voor de legesheffing met voorlopig gevorderde bedragen te werken.

Artikel 7

Uitgangspunt is dat de leges moeten worden betaald op het tijdstip, waarop de kennisgeving wordt gedaan. In de gevallen waarin een kennisgeving wordt toegezonden, is dit niet mogelijk. De betaling van de leges moet dan plaatsvinden binnen een bepaalde, in het eerste lid van artikel 7 te noemen termijn.

Artikel 8

Omdat de belastingplicht ontstaat op het moment dat de aanvrager een dienst aanvraagt, is ook leges verschuldigd indien een aanvraag tot vergunning wordt geweigerd of indien de aanvraag wordt ingetrokken. Omdat het in zo'n situatie niet redelijk is om het hele legesbedrag in rekening te brengen, wordt slechts 50% van de leges in rekening gebracht. Deze bevoegdheid ontleent het waterschap aan artikel 134 van de Waterschapswet.

Toelichting bij de tarieventabel

Hoofdstuk I

In dit hoofdstuk is de legesheffing opgenomen voor het verstrekken van diensten, die niet in de andere hoofdstukken van de tabel zijn omschreven. Dit houdt in, dat hoofdstuk I van toepassing is, tenzij een van de volgende hoofdstukken anders bepaalt.

Ten aanzien van artikel 1.7 wordt opgemerkt dat volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) een ieder houders van persoonsregistraties (waaronder waterschappen) kan verzoeken of hem betreffende persoonsgegevens in de registratie zijn opgenomen en of ter zake gegevens aan derden zijn verstrekt (artt. 39 en 40 van genoemde wet).

Conform artikel 39 Wbp bedragen de kosten van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wbp ten hoogste € 10,--.

De hoofdstukken II, III en IV spreken voor zich.

Hoofdstuk V is voor een deel in de toelichting "algemeen deel" toegelicht.

Hoofdstuk V van de tarieventabel is niet van toepassing op watervergunningen voor directe lozingen van stoffen op oppervlaktewater of een zuiveringstechnisch werk ingevolge artikel 6.2 van de Waterwet (voormalige WVO-vergunningen). De wetgever heeft in het verleden in de WVO bewust vastgelegd dat hiervoor geen leges geheven kunnen worden. De WVO is ingetrokken met inwerkingtreding van de Waterwet. Voor directe lozingen van stoffen in oppervlaktewater of een zuiveringstechnisch werk worden nog alleen watervergunningen verleend. Voor zulke watervergunningen wordt geen leges geheven.

Voor wat betreft de tarieven die zijn genoemd in de artikelen 5.2.1. en 5.2.2. kan het volgende worden opgemerkt. De ondergrens van € 5000,-- heeft te maken met de achterliggende gedachte dat de meeste eenvoudige (vaak particuliere) voorzieningen vaak onder dit bedrag blijven. Bij grotere projecten waarbij de kosten hoger liggen, verlangt de complexiteit van de zaak een grotere tijdsinzet. Om te voorkomen dat de legeskosten onevenredig hoog worden, is een plafond van € 23.000,-- ingebouwd. Dit bedrag is vastgesteld op de vooronderstelling dat ook de grootste projecten met dit bedrag zullen worden gedekt.

In artikel 5.3.2. wordt het in artikel 5.1.1. genoemde tarief van € 250,-- vermeerderd met € 4,-- per 1000 m3. Hierbij wordt opgemerkt dat voor het bepalen van het aantal m3 wordt uitgegaan van de hoeveelheid die in de aanvraag is aangegeven. Bovendien wordt het bedrag van € 4,-- berekend per volle 1000 m3 en niet per deelhoeveelheden.

Hoofdstuk VI

In sommige gevallen zal het nodig zijn om bij de beoordeling van de aanvraag een externe deskundige te betrekken omdat het dan gaat om deskundigheid waar het waterschap niet over beschikt. De kosten daarvan kunnen samen met het legesbedrag in rekening worden gebracht. Die kosten moeten op basis van een begroting aan de aanvrager worden meegedeeld, voordat de aanvraag in behandeling wordt genomen. In dat geval is er dus nog geen sprake van belastingplicht. Pas nadat de aanvrager de aanvraag daarna zal handhaven, kan deze in behandeling worden genomen. De leges, inclusief het bij begroting voorgelegde bedrag kunnen pas vanaf dat moment in rekening worden gebracht.