Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Basistakenpakket.pdf Raadsvoorstel en raadsbesluit gemeenschappelijke regeling FUMO.pdf Toelichting FUMO.pdf Bijlage 2 Stemverhouding algemeen bestuur.pdf |
Betreft taken en bevoegdheden op het gebied van milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2012 | nieuwe regeling | 15-10-2012 Heerenveense Courant (Crackstate Nijs), 02-01-2013 | GF12.20088 |
Samenwerkingsovereenkomst Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing
Gedeputeerde staten van Fryslân, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Achtkarspelen, Ameland, het Bildt, Boarnsterhim, Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Gaasterlân-Sleat, Harlingen, Heerenveen, Kollummerland c.a., Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Lemsterland, Littenseradiel, Menameradiel, Schiermonnikoog, Skarsterlân, Smallingerland, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland en het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
het Rijk, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten onderling afspraken hebben gemaakt over de vorming van regionale uitvoeringsdiensten, het takenpakket dat deze diensten in ieder geval moeten gaan uitvoeren en de kwaliteitsnormering van vergunningverlening en handhaving;
Hoofdstuk 2 Belangen, taken en bevoegdheden
Artikel 3 Te behartigen belangen
De regeling heeft ten doel het behartigen van de belangen van de deelnemers bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.
De FUMO is bevoegd tot het ten behoeve van de deelnemers verrichten van diensten op het terrein van het milieu- en omgevingsrecht, anders dan bedoeld in het eerste lid, indien een deelnemer daarom verzoekt en het dagelijks bestuur daarin bewilligt. Het bepaalde in artikel 6, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing.
Onverminderd het bepaalde in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen de deelnemers, ter uitvoering van de in artikel 4 genoemde taken, aan het bestuur van het openbaar lichaam mandaat verlenen om in naam van de respectieve bestuursorganen besluiten te nemen, volmacht verlenen tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of machtiging verlenen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 6 Uitvoeringsovereenkomst
Onverminderd het bepaalde in artikel 4, vierde lid, worden ter uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 4, eerste lid, tussen de FUMO als opdrachtnemer en de deelnemer als opdrachtgever één of meerdere uitvoeringsovereenkomsten gesloten, op basis van een door het dagelijks bestuur vastgesteld model.
De uitvoeringsovereenkomst ten behoeve van de in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, genoemde taken wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Het beëindigen van deze overeenkomst is uitsluitend mogelijk door uittreding, zoals bedoeld in artikel 34. De consequenties hiervan worden op analoge wijze meegenomen en maken onderdeel uit van de gevolgen van uittreding, zoals verwoord in artikel 34.
De deelnemer die de overeenkomst als bedoeld in het derde lid opzegt, verplicht zich het personeel dat is belast met de uitvoering van deze taken, over te nemen. Het algemeen bestuur stelt de omvang van het toe te wijzen personeel vast op basis van de begroting over het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de opzegging betrekking heeft.
Hoofdstuk 3 Het algemeen bestuur
De zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur is gelijk aan die van de bestuursorganen die hen hebben aangewezen. Onverminderd het bepaalde in het derde lid, blijven de leden van het algemeen bestuur na het verstrijken van de in de vorige volzin genoemde termijn hun functie waarnemen tot het tijdstip dat de nieuwe leden zijn aangewezen.
Artikel 10 Incompatibiliteiten
Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de wet is het lidmaatschap van het algemeen bestuur onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één van de deelnemers dan wel door of vanwege het bestuur van de FUMO aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met een ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van één van de deelnemers dan wel de FUMO op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 23, tweede lid, van de wet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Op de vergadering, bedoeld in het zevende lid, is het zesde lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het zesde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Hoofdstuk 4 Het dagelijks bestuur
Artikel 15 Werkwijze en besluitvorming
Op de vergadering, bedoeld in het vierde lid, is het derde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Artikel 16 Taken en bevoegdheden
Tot de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur behoren in elk geval:
indien ingevolge een wettelijk voorschrift aan de FUMO of het bestuur van de FUMO hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar in te brengen alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, schorsing van het aangevochten besluit of een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken. Het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar wordt ingetrokken, indien het algemeen bestuur de beslissing van het dagelijks bestuur tot het instellen van beroep of het maken van bezwaar niet hetzij in hun eerstvolgende vergadering, hetzij binnen drie maanden bekrachtigen;
Hoofdstuk 8 Organisatie, directie en personeel
Artikel 24 Organisatiestructuur
Iedere 3 jaar evalueert het dagelijks bestuur de doeltreffendheid en doelmatigheid van de organisatiestructuur.
Het dagelijks bestuur kan een directiestatuut vaststellen met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de directeur. Dit statuut wordt ter kennis van het algemeen bestuur gebracht.
Hoofdstuk 9 Financiën en beheer
Provinciale staten, de raden en het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 29 Kostenverdeling en bijdrage
Een batig rekeningsaldo wordt toegevoegd aan het weerstandsvermogen van de FUMO. Het weerstandsvermogen bedraagt ten hoogste 10% van de jaaromzet. Voor zover het batig saldo van enig jaar leidt tot een weerstandsvermogen van meer dan 10% van de jaaromzet, wordt het meerdere uitgekeerd naar rato van de in het zesde lid genoemde bijdrage.
De deelnemers dragen er, naar rato van de bijdrage als bedoeld in het zesde lid, zorg voor dat de FUMO te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te voldoen. De FUMO verzoekt de deelnemers elk kwartaal om een voorschot. De definitieve afrekening vindt plaats binnen twee maanden na vaststelling van de jaarrekening.
Artikel 30 Financiële voorschriften
Het algemeen bestuur wijst een accountant aan als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het daarbij uitbrengen van een verslag van de bevindingen. Artikel 217, derde tot en met vijfde lid, van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing op de accountantsverklaring en het verslag.
Hoofdstuk 11 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Na ontvangst van de in het derde lid vermelde kennisgeving wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een plan op te stellen dat ten minste inzicht geeft in alle kosten, die direct en indirect samenhangen met de uittreding. De kosten van het plan komen voor rekening van de uittredende deelnemer. Het plan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur.
De uittredende deelnemer verplicht zich het personeel dat is belast met de uitvoering van de door deze deelnemer opgedragen taken over te nemen. Het algemeen bestuur stelt de omvang van het toe te wijzen personeel vast op basis van de begroting over het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de uittreding betrekking heeft.
Indien een geschil niet in der minne blijkt te kunnen worden opgelost zal dit, alvorens het geschil kan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, voor een niet bindend advies worden voorgelegd aan een commissie van drie personen die zal bestaan uit één persoon aangewezen door gedeputeerde staten, één persoon aangewezen door een door de meerderheid van de deelnemende colleges van burgemeester en wethouders aangewezen persoon en één persoon aangewezen door het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, waarbij als voorwaarde geldt dat de aangewezen personen geen deel uitmaken van het algemeen bestuur.