Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Algemene inspraakverordening 2010)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Algemene inspraakverordening 2010)
CiteertitelAlgemene inspraakverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageartikelgewijze toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\Raad’. Deze regeling vervangt de Algemene inspraakverordening 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Genen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-2012nieuwe regeling

18-09-2012

Blik op Barendrecht, 20-09-2012

338815

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Algemene inspraakverordening 2010)

De raad van de gemeente Barendrecht;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2010;

BESLUIT:

I

vast te stellen: de Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Algemene inspraakverordening 2010).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeente- lijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van be- leid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoor-

      nemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Behoudens lid 2 is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van

    toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidvoornemens een afwijkende inspraakprocedure vaststellen.

  • 3.

    De inspraakprocedure bedoeld in lid 2 omvat:

    • a.

      de wijze waarop inspraak wordt verleend;

    • b.

      een termijnstelling;

    • c.

      een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waaronder de in artikel 3

      genoemden invloed op het beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar

      voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar, waarbij het college van burgemeester en wethouders het eindverslag ter kennis brengt van een raadscommissie of de gemeenteraad en door toezending aan de indieners van een inspraakreactie.

    Indien daartoe aanleiding is, kan het gereedkomen van een eindverslag ook worden aangekondigd door een publicatie van de gemeente Barendrecht.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Algemene inspraakverordening 2010”.

II

In te trekken: de Algemene inspraakverordening 2004. De Algemene inspraakverordening 2004 wordt met ingang van de inwerkingtreding van de Algemene inspraakverordening 2010 ingetrokken.

Aldus besloten in openbare vergadering

van de raad van de gemeente Barendrecht

van 18 januari 2011

De griffier De voorzitter

Mevrouw mr. G.E. Figge drs. J. van Belzen