Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Blaricum

Nota Geluidbeleid Blaricum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBlaricum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Geluidbeleid Blaricum
CiteertitelNota Geluidbeleid Blaricum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpMilieu
Externe bijlagenBijlage 1 Evaluatie geluidsnotitie Horeca sport en recreatieinrichtingen milieubeheer Bijlage 2 Grenswaarden wegverkeer Wet geluidhinder

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze nota vervangt de Geluidsnotitie Horeca, sport en recreatie-inrichtingen, zoals vastgesteld in 2000.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-201211-11-2016nieuwe regeling

20-03-2012

Hei en wei 30-3-2012

Raadsbesluit 2012-9    

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Geluidbeleid

De gemeenteraad van de gemeente Blaricum heeft de Nota Geluidbeleid vastgesteld.

Voorwoord

Blaricum is een groene gemeente binnen de regio het Gooi. De gemeente ligt in het zuidoostelijke deel van de provincie Noord-Holland. Het gebied vormt een oase van rust in de drukke Randstad en ligt op korte afstand van Amsterdam, Utrecht en Amersfoort. De gemeente wordt omgeven door natuur met aan de noordkant het Gooimeer en Eemmeer en Huizen en in het westen de heidevelden en de bossen. Blaricum grenst aan de zuidkant aan Laren en in het oosten aan Eemnes.

De stedenbouwkundige opzet van de gemeente bestaat uit 3 gebieden: Het Oude Dorp, Bijvanck en villagebied. De Blaricummermeent wordt momenteel ontwikkeld.

De relatieve rust die binnen de gemeente heerst moet worden gekoesterd. Dit betekent dat er in ieder geval aan de wettelijke geluidnormen moet worden voldaan en daarnaast gestreefd wordt om een goede leefomgevingskwaliteit te realiseren.

In deze nota wordt aangegeven hoe de gemeente met het aspect geluid omgaat. Daarmee is een toetsingskader beschikbaar dat wordt gehanteerd bij vergunningverlening, vestiging van bedrijven, voorbereiding en actualisatie van bestemmingsplannen en het vaststellen van hogere grenswaarden.

 

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

Paragraaf 1.1 Aanleiding en doelstelling

In het Milieubeleidsplan (Samen verder werken aan een duurzaam Blaricum 2008-2012) van de gemeente zijn de volgende doelstellingen voor het milieubeleid geformuleerd:

- Verbeteren van de leefomgeving nu en in de toekomst;

- Voortzetten van het bevorderen van de duurzaamheid van de gemeente (waaronder duurzaam wonen, inkopen en bouwen).

Eén van de milieuthema’s die in belangrijke mate kan bijdragen om deze doelstellingen te bereiken is Geluid.

Voor u ligt de Nota geluidbeleid van de gemeente Blaricum. Met deze nota geeft de gemeente aan hoe zij met het aspect geluid omgaat. De regels die gelden op het gebied van geluid zijn in diverse wetten vastgelegd, waaronder de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. De wettelijke regels geven echter ook op bepaalde punten een zekere  beleidsvrijheid waar door de gemeente invulling aan gegeven kan worden. Middels deze nota wordt dit gedaan.

De nota is vooral bedoeld om de uitgangspunten binnen de gemeentelijke organisatie te verhelderen en ook om het geluidbeleid nog beter te laten aansluiten bij de ambities die de gemeente heeft om een passende geluidkwaliteit te realiseren. De gemeente wil waarborgen dat de geluidbelasting aan de wettelijke randvoorwaarden voldoet en de door haar gewenste geluidniveaus niet worden overschreden. De nota dient verder om de inwoners te laten zien wat de gemeente doet om geluidhinder te beperken.

In 2000 is de geluidnotitie Horeca, sport en recreatie-inrichtingen bestuurlijk vastgelegd. Hierin is vastgelegd hoe vaak en onder welke beperkingen de Blaricumse horeca-inrichtingen meer geluid mogen maken dan wettelijk is toegestaan.  Deze nota is in het kader van het opstellen van deze geluidnota geëvalueerd (evaluatie opgenomen in bijlage). Geconcludeerd is dat de geluidnotitie niet meer actueel is en er geen noodzaak is om op basis van referentiemetingen de horeca te reguleren. Het onderwerp horeca en evenementen is in deze integrale geluidnota opgenomen. De geluidsnotitie Horeca, sport- en recreatie-inrichtingen zal bij het vaststellen van de definitieve nota geluidbeleid door de Raad worden ingetrokken.

 

Paragraaf 1.2 Reikwijdte en Status

De reikwijdte van de nota betreft de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor geluid. Dit betekent dat in deze nota industrielawaai, het lawaai afkomstig van wegverkeer op gemeentelijke wegen en van horeca en evenementen is opgenomen.

De provinciale wegen en rijkswegen hebben echter ook hun invloed op de gemeente. Evenals de luchtvaart. De provincie Noord-Holland respectievelijk het Rijk zijn de bevoegde gezagen voor deze geluidbronnen. Deze onderwerpen komen, vanwege hun invloed, in deze nota kort aan de orde.

De geluidnota is een “beleidsregel” in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een beleidsregel is een algemene regel omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften.

De geluidnota dient onder andere ter invulling van de bevoegdheden met betrekking tot:

- het vaststellen van hogere grenswaarden op grond van de Wet geluidhinder;

- het verlenen van milieuvergunningen en het stellen van maatwerkvoorschriften op grond van de Wet milieubeheer;

- het verlenen van vrijstellingen en het vaststellen van bestemmingsplannen op grond van de Wet ruimtelijke ordening.

Het gaat hierbij met name om de afweging van belangen en uitleg van wettelijke voorschriften.

Door de beleidsregel vast te stellen is er een eenduidig toetsingskader voor geluid beschikbaar. Deze wordt gehanteerd bij het verlenen van een milieuvergunning, de vestiging van bedrijven, de voorbereiding op actualisatie van bestemmingsplannen en het vaststellen van hogere grenswaarden.

De geldigheidsduur van deze nota loopt tot en met 2015.  De werking van de nota zal in 2014 worden geëvalueerd.

 

Paragraaf 1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt op hoofdlijnen het wettelijke kader beschreven. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 wordt vervolgens per geluidbron beschreven wat de huidige situatie is en wat de beleidsuitgangspunten zijn. Omdat in de gemeente ook een stiltegebied is gelegen wordt in hoofdstuk 6 het geluidbeleid van de provincie voor het stiltegebied Eemmeer behandeld.

Tot slot wordt in hoofdstuk 7 beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

De belangrijkste wettelijke instrumenten ter voorkoming of vermindering van geluidhinder zijn de Wet geluidhinder, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer en het Bouwbesluit. Deze worden hierna kort toegelicht.

Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder regelt de beheersing van geluidhinder van het wegverkeer, spoorwegverkeer en van gezoneerde industrieterreinen. Voor zijn doorwerking is de wet veelal gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient te worden voldaan een de geluidnormen van de Wet geluidhinder. Het wettelijk regime maakt in het algemeen onderscheid tussen bestaande en nieuwe situaties. Voor nieuwe situaties wordt uitgegaan van strengere normen dan voor bestaande situaties.

Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer regelt het verlenen van een milieuvergunning aan een bedrijf. Hierbij worden de gevolgen van het bedrijf voor het milieu door de overheid getoetst. In de vergunning wordt de toegestane geluidproductie vastgelegd. De wet maakt onderscheid tussen vergunningplichtige bedrijven en bedrijven vallend onder een ministrieel besluit (AmvB) (o.a. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en Besluit landbouw).

Wet ruimtelijke ordening

De wet regelt een zorgvuldige milieuhygiënische afweging bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Het aspect geluid maakt deel uit van deze afweging. Ook situaties die niet onder de Wet geluidhinder vallen, dienen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening bij de milieuhygiënische afweging betrokken te worden.

Bouwbesluit

In het Bouwbesluit zijn prestatie-eisen opgenomen voor de geluidwering van gevels en tussen gebouwen onderling. Het Bouwbesluit maakt hierbij onderscheid tussen bestaande en nieuwe gebouwen. De eisen van het Bouwbesluit zijn alleen van toepassing als er gebouwd of verbouwd gaat worden.

Overige regelgeving

De volgende belangrijke andere regels zijn opgenomen in de volgende wetten:

- De Wegenverkeerswet maakt het mogelijk om verkeersmaatregelen te treffen zodat de geluidoverlast van het verkeer vermindert (bijv. snelheidsbeperkingen)

- De Algemene plaatselijke verordening (APV) is een instrument tegen overlast in het openbare gebied

- Het Wetboek van Strafrecht stelt het met opzet verstoren van de nachtrust strafbaar.

Naast genoemde regelgeving is nog een belangrijke ontwikkeling gaande in het kader van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai.

De gemeenten binnen het Gewest Gooi en Vechtstreek (met uitzondering van Wijdemeren en Muiden) zijn op grond van deze richtlijn aangewezen als “Agglomeratie Hilversum”. Door de aanwijzing zullen deze gemeenten iedere 5 jaar geluidbelastingkaarten en actieplannen moeten maken.

Voor het opstellen van de eerste geluidkaarten en actieplannen heeft de minister van Infrastructuur en Milieu middelen beschikbaar gesteld.

Voor 30 juni 2012 moet de gemeente geluidskaarten op- en vaststellen. Dit wordt in gewestelijk verband opgepakt.

Met deze geluidkaarten wordt inzichtelijk gemaakt wat de geluidbelasting ten gevolge van de gemeentelijke, provinciale en van de Rijkswegen is. Eventueel nog aanwezige saneringswoningen worden hiermee ook in beeld gebracht.

Op basis van deze kaarten is het aan de gemeente om te bepalen of er sprake is van overschrijdingen die maatregelen verlangen. Bijvoorbeeld, bij overschrijdingen van 5 dB of meer zal er beoordeeld worden of en met welke maatregelen deze geluidbelasting weer teruggebracht kan worden. Dit wordt vastgelegd in een actieplan. Het actieplan dient uiterlijk in 2013 te zijn vastgesteld.

Ten tijde van het opstellen van deze geluidnota werd in gewestelijk verband de opdracht verstrekt aan een extern bureau voor het opstellen van de geluidkaarten. Er was dus niet inzichtelijk wat de geluidbelastingen ten gevolge van gemeentelijke wegen is.

Het is derhalve ook niet mogelijk om in deze nota hierover beleidsregels op te nemen.

Dit zal in het, verplicht op te stellen, actieplan gebeuren. De actieplannen dienen uiterlijk in 2013 te zijn vastgesteld.

 

Hoofdstuk 3 Industrielawaai

Paragraaf 3.1 Situatieschets

Het beleid voor industrielawaai heeft betrekking op de in de gemeente aanwezige bedrijven. Binnen de gemeente zijn op dit moment circa 150 bedrijven gevestigd waarop de Wet milieubeheer (Wm) van toepassing is. Sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit (2008) is er nog maar beperkt aantal bedrijven die nog vergunningplichtig zijn (o.a. het Tergooi ziekenhuis en een aantal agrarische bedrijven). Alle andere bedrijven vallen rechtstreeks onder de werking van het Activiteitenbesluit.

Het bedrijfsbestand is veelal kleinschalig (kantoren, detailhandel en horeca) en akoestisch weinig belastend. De bedrijven zijn min of meer “willekeurig” verspreid over de dorpskernen. Er is geen sprake van gezoneerde bedrijfsterreinen.

Bij de ontwikkeling van de Blaricummermeent wordt een bedrijvenpark van circa 12 hectare gerealiseerd. Dit terrein wordt ruimtelijk geïsoleerd van de naastgelegen woningbouw.

De “zware” bedrijvigheid is met name gesitueerd nabij de A27. De lichte bedrijvigheid is voornamelijk gesitueerd aan de noordwestkant (nabij het woongedeelte van de Blaricummermeent). Er is derhalve sprake  van inwaartse zonering.

De milieuvoorschriften voor bedrijven (ook wel ‘inrichtingen’ genoemd) worden opgelegd volgens twee regimes: door het uitgeven van Wm-vergunningen voor individuele bedrijven óf door de directe werking van regels die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) is beschreven onder welk van deze regimes een bedrijf valt.

Ter onderbouwing van een vergunningaanvraag dient een akoestisch onderzoek te worden aangeleverd als dit verplicht is of naar de mening van de gemeente relevant is. Wanneer bij een aanvraag of melding akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd, staat dit weergegeven in het Activiteitenbesluit en wordt dit daarnaast ontleend aan art 5.10 van het Inrichtingen-en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb).

De handhaving van de voorschriften in de Wm-vergunningen en het Activiteitenbesluit wordt  uitgevoerd op basis van het handhavingsbeleid met bijbehorend protocol (Handhavingsbeleid omgevingsrecht 2010-2014, met bijbehorend uitvoeringsprogramma).

Als blijkt dat er klachten zijn wordt in eerste instantie een controle uitgevoerd en geprobeerd het ambtelijk op te lossen. Indien dit niet mogelijk blijkt, wordt het traject van handhaving ingezet.

In het oude Dorp zijn relatief veel horeca-inrichtingen. Tot enige jaren terug werden er voor feesten en dergelijke relatief veel ontheffingen voor geluidnormen verleend. De huidige trend van het aantal aanvragen is sterk dalend. Mogelijk hangt dit samen met een verschuiving naar een ander horecasegment.

 

Paragraaf 3.2 Beleidsuitgangspunten

Het beleid dat de gemeente ten aanzien van vergunningverlening hanteert sluit voor het grootste deel aan op de huidige werkwijze (zoals hierboven omschreven in de situatieschets). De uitgangspunten die op basis van deze geluidnota worden gehanteerd volgen hierna.

Grenswaarden en voorschriften

Voor de bedrijven die vergunningplichtig zijn worden geluidgrenswaarden en -voorschriften opgenomen in de Wm-vergunning. Voor het bepalen van de grenswaarden wordt de methodiek uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (21 oktober 1998) toegepast. De handreiking heeft geen formele juridische status, maar is opgesteld als hulpmiddel voor overheden bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai in het kader van de vergunningverlening en het opstellen van maatwerkvoorschriften. De handreiking bevat richtwaarden voor geluid voor verschillende woonomgevingen: een landelijke omgeving, een rustige woonwijk met weinig verkeer en een woonwijk in de stad en biedt de mogelijkheid om de opgenomen richtwaarden gebiedsgericht verder toe te spitsen op de heersende referentieniveaus in meerdere typen gebieden.

De geluidvoorschriften voor bedrijven die onder de werking van het Activiteitenbesluit vallen, zijn standaard. Ook hier is het echter mogelijk voor specifieke situaties maatwerkvoorschriften (voorheen: Nadere eisen) op te leggen.

Vanuit het oogpunt van bescherming van de gebiedskwaliteit, wordt als grenswaarde in de vergunning de geluidruimte opgenomen die het bedrijf nodig heeft, indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat dit lager ligt dan de richtwaarde. Hierbij wordt uitgegaan van het gebruik van de Best Beschikbare Technieken (BBT). De grenswaarde kan hierdoor dus een aantal dB(A) lager liggen dan de richtwaarden uit de Handreiking industrielawaai.

Indien er geen woningen (of andere geluidgevoelige objecten) binnen 100 m van het bedrijf aanwezig zijn, wordt standaard een referentiepunt op 50 m opgenomen waarvoor op basis van de Best Beschikbare Technieken (BBT) het toegestane geluidniveau (grenswaarde) wordt bepaald.

Pieklawaai

Voor pieklawaai zoals laden en lossen sluit de gemeente bij het vaststellen van te vergunnen grenswaarden (LAmax) aan op het landelijk beleid. Het maximum niveau voor pieklawaai bedraagt 70/65/60 dB (LAmax) voor de dag/avond/nacht. Het maximum wordt alleen verleend mits met onderzoek is aangetoond dat deze ruimte nodig is. Indien minder geluidruimte nodig is, wordt minder vergund. In voorkomende gevallen zoekt de gemeente naar stillere alternatieven zoals deze in het Programma Piek  zijn opgenomen. De benodigde maatregelen worden vervolgens opgenomen in maatwerkvoorschriften.

Met name supermarkten geven overlast vanwege het laden en lossen. Wettelijk gezien is dit niet toegestaan vóór 7:00 uur ’s ochtends. Als laden en lossen voor dit tijdstip gebeurt, wordt hierop gehandhaafd.

Ruimtelijk beleid

Uitgangspunt van het ruimtelijk beleid van de gemeente is dat woningen en andere gevoelige bestemmingen zo veel mogelijk worden beschermd tegen geluid. Het bestemmingsplan vormt het belangrijkste instrument om dit te regelen. De volgende uitgangspunten ten aanzien van geluidhinder worden betrokken bij het opstellen en actualiseren van bestemmingsplannen:

- Er wordt ruimtelijk een duidelijke functiescheiding aangebracht tussen bedrijfsactiviteiten en gevoelige functies (zoals wonen);

- Bij de ontwikkeling of herstructurering van een nieuw bedrijventerrein streeft de gemeente er naar een inwaartse (milieu)zonering aan te brengen.

Bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein heeft de gemeente nadrukkelijk aandacht voor de verkeersaantrekkende werking van bedrijven en de hinder van transport op de gevels van woningen langs de ontsluitingsroutes.

 

 

Hoofdstuk 4 Verkeerslawaai

Paragraaf 4.1 Situatieschets

Ten oosten van de gemeente is de  A27 gelegen. Aan de Zuid-West kant ligt de A1 (ter hoogte van Tergooi ziekenhuis).

Het wegennet binnen de gemeente bestaat uit gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Het Oude Dorp wordt ontsloten via de gebiedsontsluitingswegen Huizerweg, Bergweg, Meentzoom, Blaricummerweg, Eemnesserweg, Torenlaan en Naarderweg/Boissevainweg/Prins Hendriklaan. De Blaricummerweg en de Boissevainweg zijn ingericht als 60 km/uur wegen, de overige hoofdwegen zijn ingericht als 50 km/uur wegen. Overige wegen zijn ingericht als erftoegangswegen met een maximum snelheid van 30 km/uur. Ter hoogte van het centrum geldt voor de Torenlaan/Huizerweg eveneens een maximale snelheid van 30 km/uur.

Bijvanck wordt aan de westzijde ontsloten door ’t Merk, aan de zuidzijde door Randweg-Oost en een gedeelte van Randweg-Midden en aan de oostzijde door de Stichtseweg. Ook de weg door Bijvanck De Noord/Uilboord/Viersloot is ingericht als gebiedsontsluitingsweg.

Op grond van de Wet geluidhinder hebben wegen een geluidzone, met uitzondering van de 30 km-wegen. Indien binnen deze zone geluidgevoelige bestemmingen worden ontwikkeld dienen zij te worden getoetst aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder.

 

 

Paragraaf 4.2 Beleidsuitgangspunten

Er is een aantal mogelijkheden om via het beleid van de gemeente invloed uit te oefenen om de geluidhinder vanwege verkeer te beperken. In deze paragraaf wordt de inzet die gemeente hiervoor pleegt beschreven.

Verkeersbeleid

Het verkeerscirculatieplan Blaricum (2006) heeft als doelstelling:

Het garanderen van een betrouwbare bereikbaarheid, dusdanig dat het sociaal economisch functioneren van de gemeente Blaricum duurzaam wordt gestimuleerd en gelijktijdig de leefbaarheid en de veiligheid niet extra worden belast.

Ter bevordering van de leefbaarheid dient er aandacht te zijn voor een goede inrichting van het wegennet en goede verbindingen voor fietsers en voetgangers. Door het verhinderen van sluipverkeer door Blaricum en het concentreren van verkeer op de hoofdroutes wordt de overlast van geluidhinder en luchtverontreiniging beperkt.

Onderhoud en reconstructie 

Uitgangspunt bij (grootschalig) onderhoud en reconstructie van wegen is dat onderzocht wordt of er mogelijkheden zijn om een stil wegdektype toe te passen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat er veel klinkerwegen aanwezig zijn die als beeldbepalend worden beschouwd. Om tot een goede afweging te komen zal overleg plaatsvinden tussen de afdelingen openbare ruimte, ruimtelijke ordening en milieu over de geplande onderhouds- en reconstructiewerkzaamheden. Onderwerpen die hierbij een rol spelen zijn de hoogte van de geluidbelasting, verwachte groei van het verkeer, mogelijkheden een relevante geluidreductie te halen met deze bronmaatregel (groter dan 2 dB binnen de bebouwde kom), constructieve en financiële mogelijkheden. Bij wegen die in de nabijheid van de A27 en A1 zijn gelegen levert dit onvoldoende winst op, omdat daar het geluid van de A27/A1 maatgevend is (overheerst).

Geluid  bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

Juist bij nieuwbouwplannen (zowel groot als kleinschalig) kan verkeersgeluid één van de belangrijkste factoren zijn die als belemmering werken voor de ontwikkeling. Het vooraf betrekken van de milieumedewerkers en het hanteren van ‘geluid’ als toetsingskader bij de planontwikkeling in plaats van een toetsing ‘achteraf’, kent meerdere voordelen.

De gemeente hanteert het beleid dat voorafgaand aan alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd (ook bij 30-km wegen, hoewel dit formeel volgens de Wet geluidhinder niet verplicht is) zodat de gevolgen van het verkeer voor de geluidkwaliteit in een vroeg stadium in beeld gebracht kan worden. Dit onderzoek wordt betrokken bij het opstellen van het stedenbouwkundig ontwerp en het realiseren van voldoende akoestische kwaliteit. De milieumedewerkers zullen bij de start van iedere ruimtelijke ontwikkeling/ruimtelijk besluitvormingsproces meedenken over kansen en bedreigingen en voor zover mogelijk vanuit hun deskundigheid bij het proces betrokken blijven.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB Lden kan worden voldaan is er op grond van de Wgh mogelijk om hogere waarden vast te stellen. In hoofdstuk 7 is uiteengezet welk beleid de gemeente hiervoor hanteert.

Voor een goed ontwerp dient reeds in een vroeg stadium geluiddeskundigheid te worden betrokken. De overige mogelijkheden om in het ontwerp en de bebouwing rekening te houden met geluid zijn weergegeven in onderstaande figuur.

Provinciale wegen

Binnen de gemeente zijn een tweetal provinciale wegen aanwezig, te weten de Crailoseweg (klein deel daarvan) en de Prins Hendriklaan. De Provincie is wegbeheerder en bevoegd gezag.

De provincie voert het beleid dat bij onderhoud van provinciale wegen het gebruik van stil asfalt nadrukkelijk wordt overwogen. Andere bronmaatregelen, die ingrijpen in de verkeersstructuur zijn over het algemeen niet mogelijk. Bij veel provinciale wegen (buiten de bebouwde kom) liggen woningen vaak verspreid en dicht tegen de weg aan. Afschermende maatregelen (het plaatsen van schermen) is een oplossing die vaak niet haalbaar is vanwege de hoge kosten en de vele aansluitingen van woningen. Bovendien zijn de provinciale wegen die door de bebouwde kom van de gemeente lopen juist vaak weer dicht bebouwd zodat het plaatsen van schermen zicht ontneemt en bezwaren vanuit de bevolking zal oproepen.

In het Actieplan Geluid van de provincie Noord-Holland (2009) is als toekomstige maatregel het toepassen van stil asfalt op de Crailoseweg opgenomen.

 

Rijkswegen

Rijswaterstaat (RWS) is wegbeheerder en bevoegd gezag van de rijkswegen. Omdat er in geval van de A27 geen sprake is van een wettelijk knelpunt, hoeft Rijkswaterstaat hier formeel geen maatregelen te treffen. Er wordt echter wel geluidoverlast ervaren.

In het coalitieprogramma 2010-214 heeft de gemeente aangegeven dat zij voortdurend bij het Rijk de aandacht zal vragen voor de door de A27 veroorzaakte geluidoverlast en alle middelen tot financiering van geluidschermen, bomen en bosschages langs de A27 onderzoeken.

De gemeente plaatst het onderwerp op de agenda in overleggen met provincie en rijk en zal in ieder geval aandringen op het toepassen van stiller wegdek bij (indien mogelijk vervroegd) onderhoud.  De gemeente heeft dit onderwerp met betrekking tot de A27 in gezamenlijkheid met de ander twee BEL gemeenten (Laren en Eemnes) op de bestuurlijke agenda van Rijkswaterstaat gezet.

Vliegverkeer

De gemeente ontvangt zo nu en dan signalen dat er overlast is van vliegverkeer van Schiphol. De normstelling voor Schiphol is o.a. verankerd in het LVB (Luchthaven verkeersbesluit) onder de Wet Luchtvaart. De gemeente heeft geen wettelijke middelen danwel bevoegdheden om deze geluidbron te reguleren.

Bij klachten over vliegtuiglawaai kunnen bewoners het beste zelf actie ondernemen via www.bezoekbas.nl of de BAS klachtenlijn (020) 601 5555. De meldingen worden geregistreerd en tellen mee in de statistiek.

De gemeente onderhoudt contacten met o.a het Gewest Gooi en Vechtstreek over eventuele mogelijkheden belangen van de gemeente bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de sector te behartigen.

 

Sluipverkeer

In Blaricum is sprake van sluipverkeer:

- de dorpenroute van Hilversum naar Laren, Blaricum en Huizen v.v. en

- bij file op A1 of A27:de route tussen afslag Blaricum (A27) via de Randweg, Huizerhoogt, Naarderweg, Boissevainweg, Pr. Hendriklaan naar de afslag Blaricum (A1) v.v.

De verwachting is dat door het vollopen van de A27 in de toekomst het sluipverkeer gaat toenemen.

Toename van sluipverkeer heeft lokaal invloed op de geluidbelasting langs wegen. Vanuit het vakgebied milieu zullen de ontwikkelingen worden gevolgd en indien nodig wordt het onderwerp aan de orde gesteld.

 

 

Hoofdstuk 5 Horeca en evenementen

Paragraaf 5.1 Situatieschets

Naast wegverkeerslawaai en industrielawaai, kunnen horecabedrijven en buitenevenementen binnen de gemeente ook een bron van geluidoverlast zijn. De uitgangspunten die de gemeente hanteert om overlast hiervan tegen te gaan worden hierna beschreven.

 

5.1 Situatieschets

Op basis van het Activiteitenbesluit gelden standaard eisen voor de normale bedrijfsvoering van bedrijven, waaronder horecabedrijven. In ‘maatwerkbepalingen’ kunnen ter beperking van geluidoverlast, voorschriften worden opgenomen zoals het laten plaatsen van een volumebegrenzer op de muziekinstallatie, het gesloten houden van ramen en deuren (behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen), voorschriften over terrassen en gedragsregels. Het opleggen van maatwerkvoorschriften gebeurt meestal nadat er klachten zijn binnengekomen of zijn geconstateerd omtrent geluidoverlast.

Om overlast te beperken zijn de sluitingstijden ook van groot belang. Horecabedrijven moeten op grond van de APV van maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 07.00 uur gesloten zijn en op zaterdag en zondag tussen 01.00 en 07.00 uur. Er bestaat de mogelijkheid om een doorlopende ontheffing van het sluitingsuur aan te vragen.

Verder houdt de gemeente in het vestigingsbeleid voor horecaondernemingen rekening met de eventuele overlast op omwonenden. Dit komt in de bestemmingsplannen tot uiting.

 

 

Paragraaf 5.2 Individuele en collectieve festiviteiten bij horecabedrijven

De landelijke wet- en regelgeving biedt de ruimte om bedrijven de mogelijkheid te bieden om op een hiervoor vastgesteld aantal dagen niet aan de standaard geluidnormen uit het Activiteitenbesluit te hoeven voldoen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in:

- Individuele festiviteiten behorend tot de inrichting (artikel 4.3 APV)

- Collectieve festiviteiten aangewezen door de gemeente (artikel 4.2 APV);

De gemeente kan op grond van het Activiteitenbesluit maximaal 12 individuele festiviteiten toestaan (waarvoor vooraf een melding moet worden gedaan). Daarnaast kan de gemeente collectieve festiviteiten aanwijzen, waarop door inrichtingen geen melding gedaan hoeft te worden van te houden festiviteiten.

Beleid voor individuele festiviteiten

In de APV van de gemeente Blaricum is vastgelegd dat het houden van individuele festiviteiten per bedrijf op maximaal 7 (van de 12 op grond van het Activiteitenbesluit) dagen per jaar is toegestaan . Dit geldt voor zogenaamde ‘individuele festiviteiten’ verbonden aan de inrichting.

Een goede communicatie richting burgers over festiviteiten bespaart veel ergernis en hinder.

Van de festiviteiten moet van te voren een kennisgeving door de ondernemer worden gedaan. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

- de melding wordt, schriftelijk, 10 dagen van te voren gedaan.

- ontheffing van de geluidnormen voor individuele festiviteiten wordt verleend van maandag tot en met vrijdag tot 00.00 uur en zaterdag tot en met zondag tot 01.00 uur. Dit tijdstip kan voor specifieke festiviteiten met maximaal een uur worden verlengd.

Beleid collectieve festiviteiten

Het Activiteitenbesluit biedt het college de mogelijkheid om dagen voor collectieve festiviteiten aan te wijzen waar horeca, recreatie en sportinrichtingen zijn vrijgesteld van de geluidnormen. Op deze dagen hoeft daarvan niet vooraf melding te worden gemaakt. Het college maakt 4 weken voor het nieuwe kalenderjaar bekend om welke collectieve festiviteiten het gaat.

In de gemeente Blaricum komen daarvoor in aanmerking de 3 kermisdagen (maandag, dinsdag en woensdag ) en Koninginnedag  (in Dorp en Bijvanck).

Vrijstelling van de geluidnormen op deze dagen heeft alleen betrekking op geluid van de inrichtingen. Hierbij geldt het uitgangspunt dat de vrijstelling van de geluidnormen voor de collectieve festiviteiten wordt verleend tot maximaal 01.00 uur.

De vrijstelling geldt niet voor festiviteiten op de gemeenschappelijke podia. Voor deze podia dient een aparte evenementenvergunning (zie hierna) te worden aangevraagd.

 

Paragraaf 5.3 Evenementen

Voor het houden van buitenevenementen met versterkte muziek, dient een evenementenvergunning te worden aangevraagd (artikel 2.25 APV)

Blaricum heeft een aantal locaties waar evenementen worden toegestaan, waaronder:

- Oranjeweitje

- Ziekenweitje

De ervaring is dat er weinig klachten binnen komen over de evenementen.

In het buitengebied hanteert de gemeente het beleid dat in principe geen evenementen worden toegestaan.

Evenementen mogen een maximale geluidbelasting veroorzaken van 80 dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel, of bij het ontbreken van een gevel, op 50 meter afstand. De eindtijd voor evenementen is maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en op zaterdag en zondag 01.00 uur.

Het houden van evenementen in het stiltegebied (Eemmeer) is in principe niet mogelijk en is in strijd met de Provinciale Milieuverordening. In uitzonderlijke gevallen kan ontheffing worden aangevraagd bij de provincie (als beheerder van het stiltegebied).

 

 

Hoofdstuk 6 Stiltegebied Eemmeer

In Blaricum is één stiltegebied (Eemmeer) aanwezig. Dit gebied sluit aan op het stiltegebied Eemland, dat in Eemnes en Bunschoten is gelegen. Zie de afbeelding voor de ligging van het stiltegebied (groen gearceerd). De provincie wijst deze gebieden aan en is beheerder van deze gebieden.

Het provinciale beleid voor de stiltegebieden is er op gericht in deze gebieden de natuurlijke rust te handhaven, door regels te stellen aan activiteiten (zoals het gebruik van geluidproducerende toestellen). De provinciale milieu verordening beschrijft het provinciale beleid. Dit bevat onderstaande aspecten.

Grenswaarden

Voor elk stiltegebied geldt als richtwaarde het optredende L95 (Het geluidniveau dat, in een bepaalde periode, gedurende 95% van de tijd wordt overschreden) verminderd met 5 dB(A). De grenswaarde is het optredende L95.

De grenswaarde mag maximaal bedragen:

Van 07.00- 19.00 uur : 45 dB(A)

Van 19.00- 23.00 uur: 40 dB(A)

Van 23.00- 07.00 uur: 35 dB(A)

Daarnaast is een expliciet zorgplicht opgenomen die bepaald dat een ieder verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd om verstoring te voorkomen.

De verbodsbepalingen regelen vervolgens het verbod op o.a gebruik van toestellen, verbod toertochten met motorvoertuigen/bromfietsen en waterscooters. Vrijstellingen kunnen o.a  worden verleend voor landbouwactiviteiten en activiteiten in verband met bijvoorbeeld openbare veiligheid.

 

Hoofdstuk 7 Hogere grenswaarden

Paragraaf 7.1 Situatieschets

Dit beleidskader omschrijft de situaties waarin door het college hogere grenswaarden kunnen worden vastgesteld in het geval van wegverkeerslawaai. Het beleid voor hogere grenswaarden voor wegverkeerslawaai is van toepassing op alle gemeentelijke wegen, en de directe omgeving daaromheen, uitgezonderd wegen die binnen een woonerf liggen of waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. De directe omgeving is in de Wgh en Bgh (Besluit geluidhinder) omschreven in de vorm van zones.

De Wgh biedt de mogelijkheid om voor woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen   hogere grenswaarden voor geluid vast te stellen wanneer het niet mogelijk is om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. De Wgh geeft de maximale bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarden (48 dB) en maximaal toelaatbare waarden (maximaal 68 dB) aan. De maximaal toelaatbare waarde is afhankelijk van de situatie. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen met de maximaal toelaatbare waarden in verschillende situaties.

De gemeente kan zelf middels beleid aangeven hoe hier invulling aan gegeven wordt.

Hierbij valt te denken aan:

- in welke gevallen kunnen hogere waarden worden vastgesteld (de ontheffingscriteria);

- hoe hoog zijn de waarden die kunnen worden vastgesteld  (hoogte van de hogere  waarden) en;

- welke voorwaarden worden hieraan verbonden?

In het hiernavolgende wordt in eerste instantie aangegeven in welke gevallen de gemeente hogere waarden vaststelt en onder welke voorwaarden, waarna de procedure en de aanvraag voor de hogere waarden worden beschreven.

 

30-km wegen

De 30 kilometer wegen vormen een afwijkende categorie binnen de Wgh. Formeel kan voor deze wegen geen hogere grenswaarde aangevraagd of verleend worden, omdat ze geen zone hebben. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening moet echter wel beoordeeld worden of de geluidbelasting op woningen nabij een 30 kilometer weg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde.

Bij nieuwbouw van woningen en reconstructie van wegen zal altijd getoetst moeten worden aan de wettelijke eisen voor het binnenniveau, te weten 33 dB (in een enkel geval geldt een eis van 43 dB voor het binnenniveau, zie artikel 3.1 Bouwbesluit).

Dit betekent dat ook voor 30 kilometer wegen een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd, indien de geluidbelasting op de gevel mogelijk meer dan 53 dB zal bedragen .

 

 

Paragraaf 7.2 Beleidsregels voor hogere grenswaarden

Indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kunnen hogere grenswaarden worden vastgesteld. De hogere grenswaardenprocedure vereist een zorgvuldige afweging tussen het toe te stane geluidniveau en voldoende bescherming van het woonklimaat. Cruciale punten bij deze procedure zijn:

- de ontheffingscriteria om deze procedure te kunnen doorlopen

- het geluidniveau van de hogere grenswaarde

- de voorwaarden die aan de hogere grenswaarden worden verbonden.

Voor de drie genoemde punten wordt hierna aangegeven wat de uitgangspunten voor de gemeente Blaricum zijn.

De ontheffingscriteria waaraan voldaan moet worden zijn:

1. de woningen vullen een open plaats tussen aanwezige bebouwing op, het gaat hierbij vooral om woningen die worden gebouwd in een planmatige verdichting (inbreiding) van de woonbebouwing; of

2. de woningen vervullen door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige, akoestisch afschermende functie voor andere woningen waar de voorkeursgrenswaarde reeds wordt overschreden. Onder een doelmatige afscherming verstaan we ten minste 2 dB afscherming voor bestaande woningen, welke in aantal ten minste de helft van het aantal nieuwe woningen bedraagt (verhouding “nieuwe woningen : bestaande woningen met een reductie van ten minste 2 dB” = 2:1); of

3. de woningen bestaan uit vervangende nieuwbouw:

i) woningen voor woningen: gelijk blijvend aantal woningen of geluid-gehinderden en een gevelbelasting die gelijk blijft of afneemt ; of

ii) woningen in plaats van niet-geluidgevoelige functies: indien dit niet leidt tot ingrijpende wijzigingen van de stedenbouwkundige structuur; of

4. de woningen liggen verspreid in het gebied buiten de bebouwde kom; of

5. de woningen zijn grond- of bedrijfsgebonden, dit zijn bijvoorbeeld (agrarische) bedrijfswoningen of aanleunwoningen bij een zorginstelling; of

6. een nieuw aan te leggen weg vervult een zodanige verkeersverzamelfunctie, dat binnen de zone van een andere weg of meerdere andere wegen een lagere geluidbelastingen van woningen wordt bereikt. Netto moet er sprake zijn van een verbetering. Dit betekent dat de totale afname (aantal woningen x afname per woning) groter moet zijn dan de totale toename (aantal woningen x toename per woning).

De hoogte van de vast te stellen hogere grenswaarde wordt bepaald aan de hand van onderstaande regels:

1. Grenswaarden voor woningen hoger dan  58 dB voor wegverkeerslawaai worden alleen toegestaan bij vervangende nieuwbouw of bij een stadsvernieuwingsplan.

2. Bij geluidgevoelige bestemmingen anders dan woningen worden geen hogere grenswaarden vastgesteld hoger dan 58 dB voor wegverkeerslawaai .

3. Wanneer sprake is van cumulatie van geluidbelasting in de maatgevende zone en omliggende zones, mag deze gecumuleerde geluidbelasting nooit hoger zijn dan de maximale grenswaarde voor de maatgevende zone.

Aan een beschikking waarin een hogere grenswaarde wordt vastgesteld, worden voorwaarden verbonden:

1. Een hogere grenswaarde wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de mogelijkheden om binnen de voorkeursgrenswaarde te blijven, door het treffen van bron- en overdrachtmaatregelen, zijn uitgeput. Hierbij moet getoetst worden aan het doelmatigheidscriterium

2. Bij een uitbreidingslocatie moet ten minste 90% van de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde(n). Voor maximaal 10% van de nieuwe woningen kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld.

3. Iedere woning moet een geluidluwe gevel hebben. Geluidluw betekent een geluidbelasting die kleiner of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde, ook indien er rekening wordt gehouden met cumulatie.

4. Er is ten minste één te openen deel in de geluidluwe gevel aanwezig.

De gemeente kan, indien er fundamentele en gemotiveerde bezwaren van stedenbouwkundige, volkshuisvestelijke of milieuhygiënische aard zijn, bij hoge uitzondering besluiten dat de voorgaande voorwaarden niet gelden. Hiertoe neemt zij een motivering op bij het besluit tot het vaststellen van een hogere waarde.

 

Paragraaf 7.3 Procedure

Procedure besluitvorming

In de meeste gevallen is de procedure voor het toestaan van een hogere grenswaarde

gekoppeld aan de vaststelling van een bestemmingsplan of een planologische afwijkingsprocedure. Initiatiefnemers kunnen ook geheel autonoom, dus niet gekoppeld aan een bestemmingsplanwijziging of projectbesluit, een verzoek om een hogere waarde indienen. Dit kan uiteraard alleen indien de reden voor het verzoek niet in strijd is met het bestemmingsplan. De procedure ziet er als volgt uit:

1. Indienen aanvraag (zo mogelijk voorafgegaan door vooroverleg)

2. Beoordelen aanvraag

i) Eventueel verzoek om aanvullende gegevens

ii) Inhoudelijke toetsing (door medewerker milieu)

iii) Opstellen advies (door medewerker RO)

3. Ontwerpbesluit

4. Inspraak

i) 6 weken, of

ii) 2 weken bij een projectbesluit

Als de procedure gerelateerd is aan een bestemmingsplanprocedure (of projectbesluit) worden beide ontwerpen tegelijkertijd ter inzage gelegd (conform de procedure uit 3.4 Awb)

5. Besluit: vaststellen hogere grenswaarden

6. Vaststellen bestemmingsplan

7. Hogere grenswaarde melden bij kadaster (na besluit of beroepsprocedure)

De milieumedewerker toetst de ingediende akoestische onderzoeken aan dit beleidskader en overige wet- en regelgeving en stelt een inhoudelijk advies op. De medewerker RO coördineert de procedure (parallel aan de WRO procedure) en adviseert aan de hand van het inhoudelijke advies van milieu het college.

Benodigde gegevens bij aanvraag

Bij de aanvraag voor het vaststellen van hogere grenswaarden worden de volgende gegevens overgelegd:

- De hoogte van de gevraagde hogere grenswaarden in dB;

- De reden voor de aanvraag;

- De rapportage van het akoestisch onderzoek (inclusief onderzochte bron- of overdrachtsmaatregelen);

- Ruimtelijke onderbouwing;

- Financiële onderbouwing;

- Verklaring dat maatregelen getroffen worden om aan het binnenniveau voor geluid te kunnen voldoen;

- Een beschrijving, schetstekening en uitvoeringsplan van (eventuele) de geluidafschermende voorzieningen tussen geluidbron en woningen, indien deze voorziening noodzakelijk is om de gevraagde waarden te kunnen waarborgen;

- Een situatietekening van de onderzoekslocatie met inbegrip van de omgeving waarop alle geluidbronnen zijn weergegeven, alsmede mogelijke wettelijk vastgestelde zone(s) die de onderzoekslocatie overlappen.

 

Hoofdstuk 8 Tot slot

Met deze geluidnota maakt de gemeente Blaricum inzichtelijk hoe zij met het aspect geluid omgaat. Naast het voldoen aan de wettelijke eisen wordt o.a. ook aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden.

Omdat regelgeving en ontwikkelingen in de mobiliteit en bedrijvigheid niet stil staan, is het wenselijk deze nota na een bepaalde tijd tegen het licht te houden (evalueren) en zonodig aan te passen. Om deze reden is deze nota geldig tot en met 2015 en zal de evaluatie in de loop van 2014 moeten plaatsvinden.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 20 maart 2012.