Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING betreffende verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen |
Citeertitel | Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | MvT PB 1997, no. 4 / AB 2013, GT no. 476 |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 23 december 1976, gepubliceerd in P.B. 1977, no. 4, en in werking getreden op 1 oktober 1979.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 21-12-1978 (P.B. 1978, no. 355).
De artikelen 15 t/m 19 van de oorspronkelijke regeling zouden - in afwijking van de andere artikelen - in werking treden met ingang van 1-6-1979. Dat tijdstip was vastgesteld bij landsbesluit van 21-12-1978 (P.B. 1978, no. 355). Nadien is de inwerkingtreding van de artikelen 15 t/m 19 nog een aantal malen uitgesteld. Bij landsbesluit van 22-5-1979 (P.B. 1979, no. 177) is de inwerkingtredingdatum bepaald op 1-6-1980; bij landsbesluit van 2-6-1980 (P.B. 1980, no. 131) op 1-6-1981 en bij landsbesluit van 29-5-1981 (P.B. 1981, no. 128) op 1-6-1982. Vervolgens is bij landsbesluit van 24-8-1982 (P.B. 1982, no. 230) hieromtrent het volgende bepaald:
“De Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (P.B. 1977, no. 4) treedt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 14 en 20 tot en met 32 in werking op 1 januari 1979 en voor wat betreft de artikelen 15 tot en met 19:
1o. indien de landsverordening tot wijziging van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, welke op 12 mei 1982 aan de Staten van de Nederlandse Antillen in ontwerp ter goedkeuring aangeboden is (Zitting 1982—1983-1), vóór 1 oktober 1982 goedgekeurd, afgekondigd en in werking getreden is: voor Sint Maarten op 1 oktober 1982;
2o. indien aan de sub 1o gestelde voorwaarden niet vóór 1 oktober 1982 voldaan is: op een nader bij landsbesluit te bepalen tijdstip.”.”
De onder 1o genoemde wijzigingslandsverordening is nimmer in het Publicatieblad verschenen. Aangezien er nadien geen inwerkingtredingsbesluiten zijn verschenen zijn de art. 15 t/m 19 nimmer in werking getreden.
Onbekend
Uitvoeringsbesluit aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Artikelen 22, 23 en 24 | 19-04-2013 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 19-04-2013 AB 2013, GT no. 476 | onbekend |
Voor de toepassing van deze landsverordening worden verstaan onder:
De wettelijke aansprakelijkheid waartoe een motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven, moet zijn gedekt door een verzekeringsovereenkomst welke aan de bij en krachtens deze landsverordening gestelde bepalingen beantwoordt, indien dat motorrijtuig zich op de weg bevindt, of indien het daarbuiten deelneemt aan het verkeer op een terrein dat toegankelijk is voor het publiek of voor een zeker aantal personen die recht hebben daar te komen.
De verzekering moet in elk geval de schade omvatten, welke wordt toegebracht door in Sint Maarten voorgevallen feiten. Hierin is begrepen de schade, toegebracht aan personen die onder welke titel ook, worden vervoerd door het motorrijtuig, dat de schade veroorzaakt; de zaken, door dat motorrijtuig vervoerd, kunnen van de verzekering worden uitgesloten.
De benadeelde heeft jegens de verzekeraar door wie de aansprakelijkheid volgens deze landsverordening is gedekt, een eigen recht op schadevergoeding. Het tenietgaan van zijn schuld aan de verzekerde bevrijdt de verzekeraar niet jegens de benadeelde, tenzij deze is schadeloosgesteld. Indien de benadeelde, als beledigde partij in een strafgeding tegen de aansprakelijke persoon, zijn vordering tegen deze beperkt tot het wettelijk maximum, is deze beperking niet van invloed op zijn vordering tegen de verzekeraar.
Indien er bij een ongeval meer dan een benadeelde is en het totaalbedrag van de verschuldigde schadeloosstelling de verzekerde som overschrijdt, worden de rechten van de benadeelden tegen de verzekeraar naar evenredigheid teruggebracht tot het beloop van die som. Niettemin blijft de verzekeraar die, onbekend met het bestaan van vorderingen van andere benadeelden, te goeder trouw aan een benadeelde een groter bedrag dan het aan deze toekomende deel heeft uitgekeerd, jegens die anderen slechts gehouden tot het beloop van het overblijvende gedeelte van de verzekerde som.
De verzekerden moeten van ieder ongeval waarvan zij kennis dragen, mededeling doen aan de verzekeraar, indien bij dat ongeval het verzekerde motorrijtuig is betrokken en er schade is ontstaan ter zake waarvan deze landsverordening verplicht tot dekking door de verzekering. De verzekeringnemer moet aan de verzekeraar alle door de verzekeringsovereenkomst voorgeschreven inlichtingen en bescheiden verschaffen. De overige verzekerden moeten aan de verzekeraar op zijn verzoek alle nodige inlichtingen en bescheiden verschaffen.
Voorts kan het vonnis dat is gewezen in een geschil tussen de benadeelde en de verzekerde, worden tegengeworpen aan de verzekeraar, indien is komen vast te staan dat de laatste in feite de leiding van het geding op zich heeft genomen; aan de verzekeraar staat alsdan geen tegenbewijs open tegen de bij gewijsde als bewezen aangenomen feiten.
Handelingen die de verjaring van de rechtsvordering van een benadeelde tegen een verzekerde stuiten, stuiten tevens de verjaring van de rechtsvordering van die benadeelde tegen de verzekeraar. Handelingen die de verjaring van de rechtsvordering van een benadeelde tegen de verzekeraar stuiten, stuiten tevens de verjaring van de rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekerden.
De verjaring wordt ten opzichte van een verzekeraar gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de benadeelde. Een nieuwe termijn van drie jaar begint te lopen te rekenen van het ogenblik waarop een van de partijen bij deurwaardersexploot of aangetekende brief aan de andere partij heeft kennisgegeven dat zij de onderhandelingen afbreekt.
Geen uit de wettelijke bepalingen omtrent de verzekeringsovereenkomst of uit deze overeenkomst zelf voortvloeiende nietigheid, verweer of verval kan door een verzekeraar aan een benadeelde worden tegengeworpen. Het bepaalde in de vorige zin geldt niet met betrekking tot het bedrag, waarmede het van de verzekeraar gevorderde de krachtens artikel 14 vastgestelde som of sommen overschrijdt.
De verzekeraar die ingevolge deze landsverordening de schade van een benadeelde geheel of gedeeltelijk vergoedt, ofschoon de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten overeenkomst was gedekt, heeft voor het bedrag van de schadevergoeding verhaal op de aansprakelijke persoon, en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekeringnemer.
De in het vorige lid bedoelde schadevergoeding kan niet verhaald worden op degene die het motorrijtuig waarmede de schade is veroorzaakt in opdracht van zijn werkgever gebruikte, tenzij hij niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekeringsovereenkomst was gedekt.
Tot verhaal van de schadevergoeding op de verzekeringnemer bestaat geen grond, indien deze aantoont dat de omstandigheden die geleid hebben tot de ten gevolge van een polisuitsluiting niet gedekte schade zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake van die omstandigheden in redelijkheid geen verwijt treft.
De verzekeraar die ingevolge deze landsverordening de schade van een benadeelde geheel of ten dele vergoedt, heeft een recht van verhaal op degene die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig, waarmee de schade is veroorzaakt, heeft verschaft of van hem die dit wetende, dat motorrijtuig zonder geldige reden gebruikt heeft.
De houder van een bewijs als bedoeld in artikel 11, eerste lid, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken, is verplicht dit binnen acht dagen nadat de verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig op een ander overgegaan is, bij de verzekeraar door wie het werd uitgereikt in te leveren.
De verplichtingen van de verzekeraar eindigen van rechtswege door het van kracht worden van een nieuwe verzekering welke met betrekking tot hetzelfde motorrijtuig het in artikel 3 bedoelde risico dekt. In ieder geval zullen de verplichtingen van de verzekeraar jegens de benadeelden geëindigd zijn na het verstrijken van zestien dagen nadat de verplichting tot verzekering op een ander overgegaan is.
Het fonds heeft een bestuur alsmede een commissie van toezicht. Omtrent de benoeming, samenstelling, taken en bevoegdheden van het bestuur van en de commissie van toezicht op het fonds, alsmede met betrekking tot de inrichting en werkwijze van het fonds, worden bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels gegeven.
In het fonds wordt door de verzekeraars, jaarlijks een door de minister te bepalen bedrag gestort dat verband houdt met het aantal en de aard van de door ieder van hen verzekerde motorrijtuigen. Het tijdstip en de wijze waarop deze bepaling door de minister en de daarop volgende storting door de verzekeringsondernemingen dient te geschieden worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld.
Een benadeelde kan, wanneer er een wettelijke aansprakelijkheid voor de door een motorrijtuig veroorzaakte schade bestaat, een recht op schadevergoeding tegen het fonds geldend maken:
Het fonds is slechts aansprakelijk, indien de benadeelde aantoont dat hij alle als zodanig bekende aansprakelijke personen wier aansprakelijkheid volgens deze landsverordening verzekerd behoort te zijn, alsmede hun verzekeraars tot betaling heeft aangemaand en aannemelijk maakt dat vergoeding van de schade door hen niet kan worden verwacht. Niettemin kan in geval van onvermogen van de verzekeraar de aanmaning achterwege blijven jegens de verzekerde aansprakelijke personen; in dat geval is het fonds evenwel slechts aansprakelijk, voor zover de verplichting tot schadevergoeding van de verzekeraar door erkenning of bij gewijsde is komen vast te staan.
Het fonds heeft een recht van verhaal tegen alle aansprakelijke personen, alsmede tegen degene die zijn verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig, waarmee de schade is veroorzaakt, niet is nagekomen. Het bepaalde in de vorige zin geldt in het geval van artikel 17, onderdeel c, slechts voor zover aan de verzekeraar een recht van verhaal zou zijn toegekomen. Het fonds heeft voorts tegenover de verzekeraars van de aansprakelijke personen de rechten van een benadeelde.
Gevolgen van de intrekking van een vergunning
Degene die met een verzekeringsonderneming die niet of niet meer in het bezit is van een vergunning, een verzekering heeft gesloten ter dekking van de wettelijke aansprakelijkheid waartoe een motorrijtuig in het verkeer aanleiding kan geven, is bevoegd deze verzekering door opzegging te beëindigen. De verzekeringsonderneming geeft alsdan de vooruitbetaalde premie terug voor het gedeelte dat evenredig is aan het op de datum van de ontvangst van de opzegging nog niet verstreken gedeelte van de termijn waarvoor de premie werd betaald, onder aftrek van een door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten te bepalen percentage van het terug te betalen bedrag aan onkosten.
De bestuurder alsmede degene op wie met betrekking tot een motorrijtuig de verplichting rust tot het sluiten van een verzekering welke voldoet aan de bij en krachtens deze landsverordening gestelde bepalingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie indien aan deze verzekeringsplicht niet is voldaan.
Bij veroordeling wegens het strafbare feit, omschreven in het eerste lid, kan de rechter tevens de schuldige de bevoegdheid ontzeggen motorrijtuigen te besturen voor de tijd van ten hoogste één jaar en, ingeval tijdens het plegen van het strafbare feit nog geen vijf jaren zijn verlopen na het einde van de tijdsduur, waarvoor bij een vroegere onherroepelijke veroordeling de schuldige de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen is ontzegd, voor de tijd van ten hoogste vijf jaren.
Bij veroordeling wegens het strafbare feit, omschreven in het eerste lid, kan de rechter tevens degene die de verplichting tot verzekering niet is nagekomen en de bestuurder de bijkomende straf van storting van een bedrag van ten hoogste drieduizend gulden in het Waarborgfonds Motorverkeer opleggen.
De in het vorige lid bedoelde bijkomende straf wordt ten uitvoer gelegd op wijze als voor tenuitvoerlegging van geldboeten is bepaald, met dien verstande dat geen vervangende vrijheidsstraf wordt toegepast. Het openbaar ministerie draagt er zorg voor, dat geïnde bedragen tegen kwijting aan het Waarborgfonds Motorverkeer worden uitgekeerd.
Handelen in strijd met artikel 12, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste dertig dagen of een geldboete van de eerste categorie.
Voor de uitvoering van deze landsverordening kunnen bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels worden gesteld.
De vergunning, bedoeld in artikel 4, tweede lid, kan slechts worden verleend, indien wordt aangetoond, dat maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van deelneming aan de wedstrijd zonder dat de wettelijke aansprakelijkheid voor de schade waartoe het gebruik van een motorrijtuig tijdens de wedstrijd aanleiding kan geven, is gedekt door een verzekering overeenkomstig deze landsverordening; de verzekering dient mede te dekken de aansprakelijkheid van degenen die de wedstrijd organiseren.
Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.