Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING, houdende voorschriften betreffende de grondslagen van de ruimtelijke ontwikkelingsplanning |
Citeertitel | Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Externe bijlage | MvT Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 8 september 1976, gepubliceerd in P.B. 1976, no. 195, en in werking getreden op 1 oktober 1992, zie P.B. 1992, no. 91.
Voormalig Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Sint Maarten, nu
Landsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Sint Maarten, blijft naast deze regeling bestaan.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 27-03-2013 AB 2013, GT no. 403 | onbekend |
Deze landsverordening verstaat onder:
HOOFDSTUK II Ontwikkelingsbeleid van de regering
Het in artikel 2 bedoelde regeringsbeleid richt zich op de volgende algemene doelstellingen:
HOOFDSTUK III Ontwikkelingsplannen
Met inachtneming van bij landsverordening te stellen regels worden bij landsverordening een of meer ontwikkelingsplannen vastgesteld, waarin de op langere termijn na te streven ontwikkeling wordt aangegeven. Bij deze plannen wordt rekening gehouden met de algemene doelstellingen, vermeld in artikel 3, en, indien een ontwikkelingsprogramma als bedoeld in artikel 4 is vastgesteld, met het ontwikkelingsprogramma.
Telkens als de omstandigheden zulks vereisen, en ten minste eenmaal in de vijf jaren, wordt het ontwikkelingsplan herzien, en stelt de minister een verslag vast betreffende de algemene vooruitgang welke is gemaakt ten aanzien van de verwezenlijking van de doelstellingen, beleidsaspecten en richtlijnen van het plan, de gedeelten van het plan welke nog geldig en van kracht zijn, alsmede de gedeelten welke herziening behoeven, tezamen met de aanbevolen herziening daarvan.
Met inachtneming van de bij de in artikel 7, eerste lid, bedoelde landsverordening te stellen regels, kunnen de bestemmingsvoorschriften beperkingen inhouden ten aanzien van het bouwen, het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden in, op of boven de daarin begrepen grond en van het gebruik van die grond en de zich daarop bevindende opstallen.
Ten aanzien van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenlandsverordening kunnen de bestemmingsvoorschriften volgens regels bij de in artikel 7, eerste lid, bedoelde landsverordening te stellen, beperkingen inhouden ten aanzien van het bouwen en slopen en het uitvoeren van andere wijzigingen in het uiterlijk aanzien van de daarin begrepen stads- en dorpsgedeelten.
In het belang van een goede uitvoering van het ontwikkelingsplan kunnen in de bestemmingsvoorschriften bindende regels worden opgenomen omtrent de volgorde, waarin met de verwerkelijking van bepaaldelijk aangeduide onderdelen van het plan een aanvang mag worden gemaakt.
Met inachtneming van de bij de in artikel 7, eerste lid, bedoelde landsverordening te stellen regels, kan de minister verklaren, dat een ontwikkelingsplan met bestemmingsvoorschriften in voorbereiding is. Een zodanig besluit, hierna aan te duiden als voorbereidingsbesluit, wordt na de vaststelling onverwijld medegedeeld aan de Staten.
Onder de regels, bedoeld in de artikelen 9 en 10, mogen niet ontbreken voorschriften met betrekking tot:
tijdige bekendmaking in een of meer ter plaatse verspreid wordende nieuwsbladen of op de voor publicatie van officiële mededelingen gebruikelijke wijze en terinzagelegging van het ontwerp van het plan, tijdige kennisgeving van die bekendmaking en terinzagelegging aan de belanghebbenden in persoon en gelegenheid voor belanghebbenden tot het indienen van bezwaren bij de minister;
bevoegdheid van belanghebbenden tot het behouden van aanwezige opstallen en het voortzetten van bestaand gebruik van grond of de opstallen in strijd met de bestemmingsvoorschriften, een en ander naar de toestand op het tijdstip waarop het ontwerp van het plan, onderscheidenlijk het voorbereidingsbesluit ter inzage werd gelegd.
Indien belanghebbenden tengevolge van de bestemmingsvoorschriften werkelijk schade lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te hunnen lasten behoort te komen, en een minnelijke regeling ter zake de verschuldigde schadevergoeding niet kan worden bereikt, wordt uit de Landskas een door de rechter naar billijkheid te bepalen vergoeding aan de belanghebbenden betaald. Voor de toepassing van dit artikellid worden niet onder bestemmingsvoorschriften begrepen:
LANDSVERORDENING houdende voorschriften betreffende de grondslagen van de ruimtelijke ontwikkelingsplanningMvT Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning