Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009
CiteertitelBesluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlagentoelichting besluit bijdrageregelingen bijlage besluit bijdrageregelingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 35

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-04-200901-01-2012Onbekend

02-04-2009

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rijssen-Holten,

gelet op: Wijzigingen in artikel 1, 2, 9 en 15 van het Besluit beleidsregels bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2008 Besluit:

Vast te stellen de wijzigingen in artikel 1, 2, 9 en 15 van het Besluit beleidsregels bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2008, alsook de wijzigingen in de toelichting op de genoemde artikelen.

Tevens de naam veranderen en per ingangsdatum het besluit aanhalen als: Besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2009.

 

De gemeente Rijssen-Holten heeft deze bijdrageregelingen bijzondere bijstand ingesteld om inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid te geven deel te nemen aan of in aanmerking te komen voor:

  • .

    maatschappelijke activiteiten op het gebied van sport, cultuur en vorming.

  • .

    maatschappelijke activiteiten in relatie tot school

  • .

    een bijdrage in de kosten van een aantal limitatief opgesomde duurzame gebruiksgoederen

 

Het besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand bestaat uit:

  • 1.

    bijdrageregeling maatschappelijke participatie;

  • 2.

    bijdrageregeling schoolgaande kinderen;

  • 3.

    bijdrageregeling duurzame gebruiksgoederen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit besluit verstaat onder:

  • a.

    de wet: Wet werk en bijstand;

  • b.

    het besluit: besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen – Holten 2009;

  • c.

    bijstandsniveau: de norm zoals genoemd in artikel 5 sub c van de wet;

  • d.

    schoolgaande kinderen: ten laste komende kinderen in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 17 jaar die op de peildatum een school bezoeken voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs;

  • e.

    peuterspeelzaalgaande kinderen: ten laste komende kinderen vanaf 2 jaar die op de peildatum een peuterspeelzaal bezoeken;

  • f.

    peildatum: 1 januari van het jaar van uitvoering.

  • g.

    student: studerende van 18 en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

De wet is van toepassing, tenzij in dit besluit anders wordt geregeld.

Artikel 2 Bijlage behorende bij het Besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand 2008

Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast in deze bijlage. Hierin staat in ieder geval vermeld:

  • a.

    een artikelsgewijze omschrijving van deze regelingen bijzondere bijstand;

  • b.

    een limitatieve lijst van te declareren kosten betreffende de bijdrageregeling duurzame gebruiksgoederen;

  • c.

    de hoogte van de bijdrage bijzondere bijstand

Doelgroepbepaling

 

Artikel 3. Belanghebbenden

  • 1.

    Tot de doelgroep behoren inwoners van de gemeente Rijssen - Holten:

  • 2.

    met een inkomen dat niet meer bedraagt dan 115 % van het voor hun van toepassing zijnde bijstandsniveau. Bij het vaststellen van het bijstandsniveau wordt geen rekening gehouden met het kunnen delen van kosten en het ontbreken van woonlasten;

  • 3.

    niet zijnde student in de zin van de Wet op de Studiefinanciering 2000; en

  • 4.

    die beschikken over een vermogen dat het vrij te laten vermogen zoals genoemd in de wet niet te boven gaat. verder te noemen ‘belanghebbende’

Artikel 4. Inkomen

Bij het vaststellen van het in artikel 3 sub a genoemde inkomen zijn de volgende bepalingen van toepassing:

  • 1.

    Direct voorafgaande aan de peildatum moet minimaal gedurende 12 aaneengesloten maanden worden voldaan aan de in artikel 3 sub a genoemde inkomensgrens;

  • 2.

    In afwijking van artikel 4, lid 1 wordt bij de vaststelling van het inkomen zoals bedoeld in artikel 3, sub a uitgegaan van het inkomen op de datum van aanvraag. Dit is van toepassing voor personen zoals genoemd in artikel 11, lid 2 en 3 van de Wet werk en bijstand en ingeval van verlating/echtscheiding;

  • 3.

    De hoogte van het inkomen wordt aangetoond door loonstroken of uitkeringsspecificaties van de maanden januari en september. Ingeval van een afwijzing of twijfel dient het inkomen te worden vastgesteld aan de hand van het inkomen over het gehele jaar exclusief extra eindejaarsuitkeringen;

  • 4.

    Het inkomen van een zelfstandige wordt aangetoond door het jaarverslag van het boekjaar voorafgaande aan de peildatum. Het jaarverslag bestaat uit de verlies- en winstrekening, de balans en de bijbehorende toelichting;

Artikel 5. Vermogen

Bij het vaststellen van het in artikel 3 sub c genoemde vermogen zijn de volgende bepalingen van toepassing:

  • a.

    Het vermogen op de peildatum is bepalend.

  • b.

    Het vermogen wordt op dezelfde manier vastgesteld als gebruikelijk is bij de uitvoering van de wet.

  • c.

    Het maximaal vrij te laten bescheiden vermogen is conform het bepaalde in artikel 34 van de wet.

  • d.

    Het vermogen in de woning blijft buiten beschouwing, indien de bijzondere bijstand op jaarbasis minder bedraagt dan € 2.500,00. De bijstand wordt in dit geval om niet verstrekt.

Naast het in artikel 3 genoemde vrij te laten bescheiden vermogen wordt een aanvullende vrijlating van het vermogen toegepast van maximaal € 5.000,00 wanneer:

  • -

    Het extra vrijgelaten vermogen is bedoeld als voorziening in de kosten van de uitvaart;

  • -

    Een reguliere uitvaartverzekering voor belanghebbende in alle redelijkheid geen optie meer is in verband met de leeftijd.

Bijdrageregeling maatschappelijke participatie

 

Artikel 6. Voorwaarden voor de bijdrageregeling maatschappelijke participatie:

sport, cultuur en vorming:

  • 1.

    Belanghebbende kan in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de kosten van maatschappelijke participatie op het gebied van sport, cultuur en vorming;

  • 2.

    De hoogte van de bijstand bedraagt ten hoogste het bedrag dat in de bijlage bij dit Besluit wordt genoemd, per persoon per kalenderjaar. Dit is ook van toepassing op alle tot het gezin behorende personen in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar.

Artikel 7. Voorwaarden voor de bijdrageregeling maatschappelijke participatie

schoolgaande kinderen:

  • 1.

    Belanghebbende met schoolgaande en/of peuterspeelzaalgaande kinderen kan in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de kosten van die voortvloeien het deelnemen aan schoolactiviteiten die schoolgaande kinderen hebben;

  • 2.

    De hoogte van de bijstand bedraagt ten hoogste het bedrag dat in de bijlage bij dit Besluit wordt genoemd, per schoolgaand kind per kalenderjaar;

  • 3.

    Het schooltype dat bezocht wordt op de peildatum is bepalend binnen deze bijdrageregeling.

Bijdrageregeling duurzame gebruiksgoederen

 

Artikel 8. Voorwaarden voor duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    Belanghebbende die een zelfstandige huishouding voert, kan in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de aanschafkosten van duurzame gebruiksgoederen, zoals deze zijn vastgelegd in de limitatieve lijst in de bijlage bij dit Besluit.

  • 2.

    Als belanghebbende wordt tevens aangemerkt de overige tot het huishouden behorende personen van 4 jaar en ouder.

  • 3.

    De hoogte van de bijstand bedraagt ten hoogste het bedrag dat in het uitvoeringsbesluit wordt genoemd, per kalenderjaar. Indien de aanschafkosten van het gebruiksgoed lager zijn dan of gelijk zijn aan de richtprijs, dan wordt de hoogte van de bijstand vastgesteld op de aanschafprijs.

  • 4.

    Men heeft de keuze uit duurzame gebruiksgoederen tot een maximum van € 250,00 per jaar. De bijdrage voor eenzelfde gebruiksgoed wordt één maal in de vijf jaar verstrekt.

  • 5.

    Naast de belanghebbende genoemd in lid 1 kan tegelijkertijd aan de belanghebbende genoemd in lid 2 een rijwiel en een matras worden verstrekt tot een maximum van € 250,00 per jaar. Deze worden 1 maal in de 5 jaren verstrekt

  • 6.

    De duurzame goederen moeten bij voorkeur worden aangeschaft in de reguliere handel

Uitvoeringsbepalingen

 

Artikel 9. Aanvraag

  • 1.

    De financiële bijdrage moet bij burgemeester en wethouders op een daartoe ontworpen formulier worden aangevraagd;

  • 2.

    Belanghebbende en kind(eren) moeten op de datum van de aanvraag inwoner zijn van de gemeente Rijssen-Holten;

  • 3.

    Bij de aanvraag dienen bewijsstukken met betrekking tot het inkomen te worden overgelegd.Bij een aanvraag voor duurzame gebruiksgoederen moet ook de aankoopbon worden overgelegd. Daarnaast dient een verklaring te worden ondertekend met betrekking tot het vermogen, waaruit blijkt dat aan de in dit besluit gestelde vermogensvoorwaarden ter verkrijging van de tegemoetkoming is voldaan;

  • 4.

    De aanvraagperiode voor de bijdrageregeling duurzame gebruiksgoederen loopt van 1 januari tot en met 31 december en voor de bijdrage regelingen maatschappelijke participatie van 1 september tot 1 december.

Artikel 10. Verificatie

  • 1.

    Verificatie van het vermogen zal steekproefsgewijs plaatsvinden.;

  • 2.

    Bij aanvragen op grond van artikelen 6 en 7 kan de belanghebbende er voor kiezen de betalingsbewijzen pas achteraf in te dienen;

  • 3.

    Verificatie van het vermogen bij belanghebbenden tot 65 jaar zal steekproefsgewijs plaatsvinden bij aanvragen op grond van artikel 6 en 7. De steekproef vindt niet plaats indien deze persoon een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand ontvangt.

  • 4.

    Geen verificatie van vermogen zal plaatsvinden bij belanghebbenden van 65 jaar en ouder bij aanvragen op grond van artikel 6 en 7;

  • 5.

    Bij aanvragen op grond van artikel 8 vindt verificatie van het vermogen plaats, voorzover de geen uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand ontvangt;

  • 6.

    Belanghebbende is verplicht aan het verificatieonderzoek mee te werken en dient aanvullende gegevens te verstrekken.

Artikel 11. Uitbetaling

Een bijdrage op grond van de artikelen 6 ,7 en 8 wordt uiterlijk 8 weken na het indienen van de aanvraag uitbetaald.

Artikel 12. Voorliggende voorziening

Artikel 15 van de wet is onverminderd van toepassing.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Er kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afgeweken worden van de bepalingen in dit besluit, indien strikte toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14. Uitvoering

Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van dit besluit. In gevallen waarin dit besluit niet voorziet besluiten burgemeester en wethouders

Overige bepalingen

 

Artikel 15. Verslaglegging

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks verslag uit aan de raad inzake de uitvoering van dit besluit.

Artikel 16. Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als: besluit bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen – Holten 2009. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2009.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. …