Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening voor de gemeente Gouda, inclusief eerste wijziging |
Citeertitel | Wegsleepverordening voor de gemeente Gouda, inclusief eerste wijziging |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Besluit verhoging bedragen wegslepen motorrijtuig Wegsleepprocedure motorrijtuigen 2017 |
Geen
Besluit verhoging bedragen voor wegslepen van motorrijtuigen en aanwijzing van de bewaarplaats e.a.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-04-2010 | nieuwe regeling | 20-04-2010 Onbekend | 593508 | ||
15-10-2006 | 28-04-2010 | Onbekend | 27-09-2006 Onbekend | 480773 |
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 juni 2006;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
besluit: vast te stellen de volgende verordening:
Wegsleepverordening voor de gemeente Gouda, inclusief eerste wijziging
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
In artikel 1 van de wegsleepverordening gemeente Gouda is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving. Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.
N.B. Deze wegsleepverordening kan echter niet gebruikt worden voor het wegslepen van fietsen en bromfietsen uit voetgangersgebieden en uit gebieden waar het door middel van bord E3 van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens verboden is fietsen en bromfietsen te plaatsen buiten de rekken. Immers, fietsen en bromfietsen mogen ingevolge artikel 27 RVV worden geplaatst op het trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel andere door het bevoegd gezag aangewezen plaatsen. Voorts kan niet weggesleept worden indien (brom)fietsen in strijd met bord E3 zijn geparkeerd (d.w.z. buiten de rekken) Bord E3 is immers niet genoemd in het Besluit wegslepen van voertuigen.
Op grond van deze wegsleepverordening mogen wel fietsen verwijderd worden van de in artikel 2 van de wegsleepverordening genoemde wegen en weggedeelten (zoals bijvoorbeeld gehandicaptenparkeerplaatsen) Echter, inschakeling van een bergingsbedrijf hierbij is niet nodig.
In artikel 2 van de wegsleepverordening gemeente Gouda worden wegen en weggedeelten aangewezen waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten (art. 170 lid 1 onder c WVWV 1994) Hierbij hoeft dus niet de veiligheid van de weg of de vrijheid van het verkeer in het geding te zijn.
Zie ook de opmerkingen in § 2 van deze toelichting.
In artikel 3 is bepaald dat het college de bewaarplaats aanwijst. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.
De openingstijden van de bewaarplaats zijn nader vastgesteld door het college van BenW.
De openingstijden van de berger zijn 6 dagen per week (ma t/m za) van 07.00 uur tot 22.00 uur.
In artikel 4 worden de kosten voor het overbrengen en bewaren van voertuigen vastgesteld.
In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip ‘etmaal’ gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.
Het wordt aan het college overgelaten deze tarieven vast te stellen. Deze tarievenregeling is via een amendement van de gemeenteraad in de verordening opgenomen.
In artikel 5 wordt het overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat, geregeld. De bevoegdheid om in deze gevallen weg te laten slepen is gemandateerd aan de korpschef van de regionale politie Hollands Midden.
Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven in artikel 1 onder e omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Bijlage bij toelichting van de wegsleepverordening
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
(Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
(Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
(Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel.)
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Hierbij zal altijd van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.
In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.
In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.
In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten.