Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening op de raadscommissies deelraad Geuzenveld-Slotermeer 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies deelraad Geuzenveld-Slotermeer 2007
CiteertitelVerordening op de raadscommissies deelraad Geuzenveld-Slotermeer 2007
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is met ingang van 1 mei 2010 van rechtswege vervallen (op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening stadsdeelherindeling 2010). Met ingang van 1 mei 2010 is Geuzenveld-Slotermeer, samen met Osdorp en Slotervaart, opgegaan in het nieuwe stadsdeel Nieuw-West.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-200701-05-2010nieuwe regeling

03-07-2007

Westerpost 11-07-2007

-

Tekst van de regeling

Verordening

§ 1. Begripsbepaling
Art. 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • agendacommissie: overleg van de voorzitter van de deelraad met één of meerdere voorzitters van de commissies, de gespreksleiders van de thematafels en de griffier ten behoeve van het voorbereiden van agenda’s van deelraad en commissies;

  • amendement: voorstel tot wijziging van een conceptverordening of conceptbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • commissie: deelraadscommissie;

  • commissiegriffier: griffier of diens vervanger;

  • duo-raadslid: door de deelraad benoemd lid van een commissie niet zijnde deelraadsleden;

  • fractie: de leden van de deelraad die zich verenigen in een groep, hetzij op basis van verkiezing op dezelfde kandidatenlijst, hetzij door hergroepering;

  • fractievoorzittersoverleg: overleg van de voorzitter van de deelraad met de fractievoorzitters;

  • geloofsbrieven: de schriftelijke bewijsstukken die een nieuw te benoemen lid aan de deelraad moet overleggen om te bewijzen dat hij op wettige wijze is gekozen en dat er tegen zijn verkiezing geen bezwaren bestaan;

  • griffier: de door de deelraad benoemde ambtenaar of diens vervanger die de deelraad en de door de deelraad ingestelde commissies terzijde staat;

  • hoofdelijke oproeping: stemming, waarbij de aanwezige deelraadsleden ieder afzonderlijk hun stem uitbrengen;

  • initiatiefvoorstel: voorstel voor een verordening of een ander voorstel;

  • interpellatie: een bijzondere vorm van het vragen van inlichtingen, in de deelraadsvergadering gedaan door een van de deelraadsleden en gericht aan een of meer leden van het dagelijks bestuur;

  • lid: deelraadslid of duo-raadslid van een commissie;

  • motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • raadsadres: een brief afkomstig van een burger(s) of instantie(s) waarin een bepaalde zaak of probleem onder de aandacht van de deelraad wordt gebracht;

  • stadsdeelsecretaris: de door het dagelijks bestuur benoemde secretaris;

  • stadsdeelvoorzitter: de voorzitter van het dagelijks bestuur;

  • subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

  • termijnagenda: een overzicht in de tijd uitgezet over punten die behandeld zullen worden.

  • vergadering: vergadering van een commissie;

  • vierhoeksoverleg: overleg tussen stadsdeelvoorzitter, -secretaris, voorzitter van de deelraad en griffier;

  • voordracht: voorstel van het dagelijks bestuur aan de deelraad, resulterend in een ontwerpbesluit;

  • voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • voorzitter: de voorzitter van de commissie of diens vervanger;

  • zomerreces: de periode dat de deelraad niet vergadert (reces), respectievelijk: de maanden, juli en augustus.

§ 2. Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling commissies
  • 1. De deelraad stelt de volgende specifieke commissies in:

    • a.

      Rekeningcommissie;

    • b.

      Audit Committee;

  • 2. De deelraad stelt de volgende algemene commissies in:

    • a.

      commissie één;

    • b.

      commissie twee.

  • 3. De rekeningcommissie adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      opstelling en vaststelling van de jaarrekening;

    • b.

      financiële aangelegenheden van het stadsdeel, die door de deelraad aan deze commissie zijn toegewezen.

  • 4. Het Audit Committee  adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      rekenkamer;

    • b.

      programma van eisen voor de accountantscontrole.

  • 5. Beide algemene commissies adviseren en overleggen over alle onderwerpen, die de deelraad aangaan.

  • 6. De deelraad kan andere dan bovengenoemde commissies instellen, zoals vastgelegd in artikel 82, lid 1 Gemeentewet.

Artikel 3 Taken

Naast de in artikel 2, lid 3 tot en met 5, genoemde specifieke taken van de betreffende commissies, heeft een commissie de volgende algemene taken:

  • a.

    Het uitbrengen van advies aan de deelraad over een voorstel of onderwerp dat de deelraad de commissie heeft toegewezen;

  • b.

    Het uitbrengen van advies aan de deelraad eigener beweging;

  • c.

    Het voeren van overleg met het dagelijks bestuur over in ieder geval door het dagelijks bestuur verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, leden 2, 3 en 4, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling
  • 1. De deelraad benoemt op voordracht van een fractie voor elke specifieke commissie, zoals vastgelegd in artikel 2, lid 1, maximaal twee vaste leden per fractie.

  • 2. De deelraad benoemt op voordracht van een fractie voor elke specifieke commissie, zoals vastgelegd in artikel 2, lid 1, één plaatsvervangend lid per fractie, die bij verhindering of afwezigheid van één van de vaste leden van die fractie deel kan nemen aan de beraadslagingen. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het vierde lid, genoemde vereisten.

  • 3. In de algemene commissies kunnen maximaal 2 leden per fractie per onderwerp of agendapunt aan de beraadslagingen deelnemen. Na ieder onderwerp of  agendapunt kunnen andere leden van een fractie deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 4. De deelraad kan zowel een deelraadslid als duo-raadslid benoemen. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een commissie.

Artikel 5 Voorzitter
  • 1. Voor elk specifieke commissies worden een voorzitter en een plaatsvervanger benoemd door de deelraad. Beide dienen lid van de deelraad te zijn, zoals bepaald in artikel 82, lid 4 Gemeentewet.

  • 2. Voor de algemene commissies worden meerdere voorzitters door de deelraad benoemd. Voorzitters dienen lid te zijn van de deelraad , zoals bepaald in artikel 82, lid 4 Gemeentewet. Bij het opmaken van de agenda wordt voor de desbetreffende vergadering door de agendacommissie bepaald, wie de commissie zal gaan voorzitten.

  • 3. De voorzitter wordt geacht niet lid te zijn van de commissie.

  • 4. In geval van verhindering of afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door de plaatsvervangend voorzitter.

  • 5. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de deelraad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een commissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De deelraad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De deelraad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de deelraad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de deelraad zo spoedig mogelijk over de vervulling met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de deelraad niet langer vertegenwoordigd is in de deelraad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en griffiemedewerkers
  • 1. De deelraad benoemt ter ondersteuning van iedere commissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid van de commissiegriffier wordt hij vervangen door een door de deelraad aangewezen ambtenaar.

§ 3. Aanwezigheid dagelijks bestuur en stadsdeelsecretaris
Artikel 8 Het dagelijks bestuur en de stadsdeelsecretaris
  • 1. De voorzitter kan de stadsdeelvoorzitter, één of meer leden van het dagelijks bestuur en de stadsdeelsecretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. Indien een lid van het dagelijks bestuur bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4. De commissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat één of meer leden van het dagelijks bestuur niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen. 

§ 4. Tijdstip en voorbereidingen van vergaderingen
Artikel 9 Frequentie
  • 1. Twee keer per maand voorafgaand aan een raadsvergadering van de deelraad vinden de vergaderingen van beide algemene commissies plaats. De vergaderingen van de algemene commissies vangen aan om 20.30 uur en duren tot circa 22.00 uur en vinden plaats in het stadsdeelkantoor.

  • 2. Een commissie vergadert voorts indien de voorzitter van de commissie het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier of diens vervanger.

  • 4. De deelraad stelt aan het begin van het kalenderjaar een vergaderschema op met daarin de tijden van de vergaderingen.

Artikel 10 Oproep
  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor een vergadering, onder de vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. Hij draagt er zorg voor, dat tussen de schriftelijke oproep aan elk lid van de commissie en de datum van de commissievergadering een periode ligt, waarin twee weekeinden vallen.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij horende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de commissieleden gestuurd.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen op onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk achtenveertig uur voor aanvang van de vergadering aan de leden toegezonden.

Artikel 11 Agenda
  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de agendacommissie de agenda voorlopig vast.

    • a.

      Bij ieder agendapunt, waarvan bespreking in de vergadering wordt gewenst, wordt in het agendavoorstel zoveel mogelijk de status van het te behandelen stuk vermeld, respectievelijk adviserend, opiniërend dan wel informerend;

    • b.

      Het agendavoorstel kan tevens punten bevatten die slecht ter kennisname zijn opgenomen en waarover slechts op verzoek van een commissielid behandeling zal plaatsvinden.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het dagelijks bestuur nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 6. Voorzitter en commissiegriffier stellen gezamenlijk na afloop van de vergadering een termijnagenda op van toegezegde besluiten, door de leden van het dagelijks bestuur met de uiterste datum waarop deze afgehandeld dienen te worden.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het stadsdeelkantoor ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffie en verleent de griffier of bij diens afwezigheid  de commissiegriffier een lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving
  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in een huis-aan-huisblad, en door plaatsing op de internetsite van het stadsdeel ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd, plaats en agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

§ 5. Orde der vergadering
Artikel 14 Presentielijsten

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15  Opening van de vergadering; quorum
  • 1. De voorzitter van een commissie opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip van de commissie niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

Artikel 16 Spreekrecht burgers
  • 1. Burgers kunnen inspreken. Indien zij van dit recht gebruik willen maken, dan dienen zij zich tenminste 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter of de commissiegriffier aan te melden. Bij aanmelding vermelden zij hun naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover zij het woord willen voeren. Zij kunnen in de regel het woord  voeren voorafgaand aan de behandeling van het betreffende agendapunt. De voorzitter bepaalt de spreektijd voor de insprekers, afhankelijk van de lengte van de vergadering en de zwaarte van het onderwerp.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid kan een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger doen.

Artikel 17 Notulen
  • 1. De conceptnotulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De conceptnotulen worden op hetzelfde moment geplaatst op de internetsite en aan de eventuele insprekers toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden van de commissie en de leden van het dagelijks bestuur hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de commissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is.

  • 4. De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelsecretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die bij personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de  beraadslagingen.

  • 5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de commissiegriffier.      

Artikel 18 Spreekregels
  • 1. Commissieleden, leden van het dagelijks bestuur en de stadsdeelsecretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 19 Volgorde sprekers
  • 1. Commissieleden, leden van het dagelijks bestuur en de stadsdeelsecretaris voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen
  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden. 

Artikel 22 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond. 

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing
  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde  verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een commissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging
  • 1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde (de leden van) het dagelijks bestuur  dan wel de voorzitter van het stadsdeel of de commissieleden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen
  • 1. De commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies
  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de deelraad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de commissie een advies aan de deelraad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de  voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen. 

  • 5. De commissie kan er tevens voor kiezen te werken met zogenaamde hamerstukken. Dit zijn conceptbesluiten van de deelraad welke geen verdere behandeling behoeven in vergadering van de deelraad.

§ 6. Besloten vergadering
Artikel 27 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Notulen
  • 1. De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de deelraadsleden en duo-raadsleden ter inzage bij de Griffie.

  • 2. Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

Artikel 29 Geheimhouding
  • 1. In de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de door de commissie ingebrachte stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

  • 2. De voorzitter van de commissie of het dagelijks bestuur kan eveneens de commissie geheimhouding opleggen, ieder ten aanzien van stukken hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen, totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de deelraad haar opheft, zoals vastgelegd in artikel 86, lid 2 van de Gemeentewet.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de deelraad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

§ 7. Toehoorders en pers
Artikel 31 Toehoorders en pers
  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen. 

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan. 

§ 7. Slotbepalingen
Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt de verordening van 13 oktober 2005 te vervallen.

Artikel 36 Aanhalingstitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening op de raadscommissies deelraad Geuzenveld-Slotermeer 2007.